Terug
Gepubliceerd op 13/07/2020

2020_CBS_05888 - Omgevingsvergunning - OMV_2020044488. Pinguïnstraat 13. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/07/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05888 - Omgevingsvergunning - OMV_2020044488. Pinguïnstraat 13. District Merksem - Goedkeuring 2020_CBS_05888 - Omgevingsvergunning - OMV_2020044488. Pinguïnstraat 13. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020044488

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Build for Future met als adres Herfstlaan 65 te 3010 Leuven en BVBA MELODIE met als adres Herfstlaan 65 te 3010 Leuven

Ligging van het project:

Pinguïnstraat 13 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 39 sectie A nr. 234Z2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning aan de achtergevel met twee bouwlagen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          14/12/1964: vergunning (1974#9123) voor het oprichten van een woning.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie en bouwvolume:

  • eengezinswoning opgevat als bel-etage rijwoning van twee bouwlagen onder een plat dak;

-          gevelafwerking:

  • gevel afgewerkt met kempische steen aan de bovenzijde van de voorgevel en aan de achtergevel.

Gewenste toestand

-          bouwvolume:

  • aan de achtergevel wordt een uitbreiding voorzien van twee bouwlagen;
  • de totale bouwdiepte bedraagt ca. 13 m voor de gelijkvloerse- en eerste verdieping;
  • de leefruimte wordt verplaatst naar de gelijkvloerse verdieping met een interne hoogte van circa 2.66 m;
  • de riolering wordt vernieuwd, RWA en DWA worden gescheiden.

-          gevelafwerking:

  • de achtergevel wordt voorzien van isolatie en pleisterwerk in een lichte kleur met wit schrijnwerk;
  • in de voorgevel wordt het schrijnwerk vervangen en voorzien van een nieuwe indeling.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van een eengezinswoning aan de achtergevel met twee bouwlagen.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling ME/1962/V/VII/82, goedgekeurd op 15 oktober 1962, meer bepaald in lot(en) T43.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verkavelingsvergunning.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Het dossier bevat evenwel een inconsistentie omtrent artikel 38.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Pinguïnstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande twee bouwlagen hoge hoofdbouw behouden en aangevuld met een uitbreiding tot een bouwdiepte van 13 m over beide bouwlagen. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden. Verder past de aanvraag binnen het toelaatbare gabarit van de verkaveling en is ze dus stedenbouwkundig aanvaardbaar. 

 

Visueel-vormelijke elementen

Het witte schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen en voorzien van een nieuwe indeling. De achterbouw wordt geïsoleerd, grijs bepleisterd en van wit schrijnwerk voorzien. De materialen van de nieuwe gevels moeten in overeenstemming zijn met de stedelijke context van het perceel. Aangezien op de bijgevoegde plannen niet aangegeven werd uit welk materiaal al het nieuwe schrijnwerk zal bestaan, wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd om het nieuwe schrijnwerk in éénzelfde materiaal en met een uniform uitzicht te voorzien. De lichte kleurstelling van de gevel is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming en de beeldkwaliteit. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In de motivatienota wordt vermeld dat het nieuwe platte dak van de de achterbouw zal worden uitgevoerd als groendak. Dit is echter niet te zien op de plannen die bij de aanvraag toegevoegd werden. Vanuit duurzaamheid hebben een groendaken een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Er wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning om het nieuwe dak van de uitbreiding als groendak te voorzien conform artikel 38 van de bouwcode.

 

De gelijkvloerse achtergevel wordt voorzien van een groot raam naar de aangrenzende stadstuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.    al het nieuwe schrijnwerk moet in éénzelfde materiaal en met een uniform uitzicht voorzien worden;

2.      het nieuwe dak van de uitbreiding moet als een groendak voorzien worden conform artikel 38 van de bouwcode;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 april 2020

Volledig en ontvankelijk

22 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 juli 2020

Verslag GOA

3 juli 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

1.      Impact op bezonning: tegen de uitbreiding op het gelijkvloers is geen bezwaar. De uitbreiding over twee bouwlagen zal echter schaduw creëren op de percelen van de bezwaarindieners.

Beoordeling: Gezien de tuinen van de aanpalende percelen oost-gericht zijn, zal de impact op de bezonning en schaduwwerking beperkt zijn. Bovendien past het aangevraagde binnen het toelaatbare gabarit van de verkaveling en is het dus stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Het bezwaar is ongegrond

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het nieuwe schrijnwerk in de voor- en achtergevel moet in een duurzaam materiaal (hout, thermisch onderbroken aluminium of thermisch onderbroken staal) voorzien worden;

2.      het nieuwe dak van de uitbreiding moet als een groendak voorzien worden conform artikel 38 van de bouwcode;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

4.   al het nieuwe schrijnwerk moet in éénzelfde materiaal en met een uniform uitzicht voorzien worden;

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.