Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020053937 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Pascale Bemelmans met als adres Lombardenstraat 28 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Graaf van Hoornestraat 42 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 11 sectie L nr. 3688K |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/08/1946: toelating (18#21452) voor binnenveranderingen;
- 07/06/1946: toelating (18#20979) voor binnenveranderingen;
- 29/03/1912: toelating (1912#1026) voor gevelveranderingen;
- 08/03/1898: toelating (1898#240) voor drie huizen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning:
- pand in gesloten bebouwing met drie bouwlagen en souterrain onder zadeldak;
- kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 13,00 en 15,50 m;
- bouwdiepte circa 10,30 m;
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 209069) van een ensemble van zes burgerhuizen als bouwkundig erfgoed;
- functie en bouwhoogte conform vergunde toestand;
- bouwdiepte variërend per verdieping met een maximum van circa 22,85 m (benedenverdieping);
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- functie en bouwhoogte conform vergunde toestand;
- bouwdiepte:
- gevelafwerking conform huidige toestand met uitzondering van het lichtkleurig schrijnwerk in pvc op de benedenverdieping.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de achterliggende koterij op de gelijkvloerse verdieping;
- doorvoeren van wijzigingen aan de achtergevel in kader van sloop;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- regulariseren van de bouwdiepte tot ca. 18,30 meter op gelijkvloers en 1ste verdieping;
- wijzigen van de voorgevel (schrijnwerk);
- isoleren van het dak zonder wijziging van het bestaande gabarit;
- voorzien van dakvlakvensters.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 25 mei 2020 | 30 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund | 25 mei 2020 | 29 juni 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning. Op de gelijkvloerse verdieping ontstaat er een open leefkeuken..
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande bouwdiepte is op het gelijkvloers perceelsbreed voorzien met een bouwdiepte tot 18,33 meter. Daarachter zijn er aan de linkerzijde van het perceel koterijen aanwezig. Op de eerste verdieping, aan de linkerzijde van het perceel, is een entresol gebouwd met een zelfde bouwdiepte als die van het gelijkvloers (18,33 meter). De aanvraag stelt voor om de koterijen te verwijderen en de bestaande bouwdiepte van de uitbreiding achter het hoofdvolume te behouden. Er is echter geen bewijs om aan te nemen dat de bestaande configuratie voor 1979 werd opgetrokken en bijgevolg niet als vergund geacht kan worden. In deze ruimtelijke beoordeling worden bijgevolg de bouwvolumes die dieper zijn gebouwd dan de oorspronkelijke achtergevellijn van 10,30 meter daarom als nieuwe volumes beoordeeld.
In alle redelijkheid kan dit volume vanuit een goede ruimtelijke ordening gunstig beoordeeld worden aangezien dit overeenkomt met de kenmerkende bouwdiepte in het bouwblok.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het ruimtelijke uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 29 maart 2019.
Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Om deze redenen werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Zij formuleerde dit als volgt:
“Het pand maakt deel uit van een ensemble van zes woningen ontworpen in 1898 door bouwmeester Jan De Vroey voor P.J. Binders (38-42) en voor F. Goris (44-48). Opvallend aan dit ensemble is de stijlencombinatie, waarbij twee eclectische winkelhuizen met rode bakstenen gevels de vier centrale neoclassicistische lijstgevels flankeren. Het gaat om zes woningen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken (nummers 38 en 40 later met mansarde) met ongeveer dezelfde kroonlijsthoogte. Het ensemble is erg levendig samengesteld, met telkens een variatie in opdeling en afwerking van de lijstgevels.
De vier centrale neoclassicistische burgerwoningen kregen een geschilderd en bepleisterd parement met de klassieke elementen als houten kroonlijst op klossen, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels, rechthoekige muuropeningen, accent op de centrale travee door een balkon en een fronton of entablement boven het deurvenster, imitatievoegen. Nummers 42 en 46 zijn daarbij zeer gelijkaardig. Nummer 44 wijkt wat af van de standaard opdeling, met rondbogige bovenvensters en een tweede bouwlaag waar maar twee vensteropeningen in zitten, omgeven door pilasters die een entablement dragen.
Het pand heeft beeldbepalende kwaliteiten. De erfgoedwaarde van de gevel is aanzienlijk aangetast door het pvc schrijnwerk op alle niveaus dat niet vergund is.
Het dossier bevat geen cultuurhistorische informatie over het pand. De voorgestelde ingrepen hebben geen bijkomstige impact op de erfgoedwaarden. De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert voorwaardelijk gunstig, waarbij het pvc schrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten van vergunning. Vernieuwing dient te gebeuren met correct geprofileerd houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model. Typeplannen kunnen indien gewenst aangevraagd worden bij de stedelijke dienst monumentenzorg.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Het gebouw is beeldbepalend. Om de waardevolle gevelarchitectuur van het gebouw te ondersteunen wordt het pvc-buitenschrijnwerk in de voorgevel uitgesloten van vergunning en wordt er in de voorwaarden opgenomen om nieuw historisch correct geprofileerd houten buitenschrijnwerk naar oorspronkelijk model te plaatsen. Typeplannen kunnen indien gewenst aangevraagd worden bij de stedelijke dienst monumentenzorg.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op de bouwdiepte krijgt de centrale woonkamer onvoldoende licht maar door de omvangrijke bewoonbare oppervlakte van de woning is deze verminderde lichttoetreding verwaarloosbaar.
De dakverdieping wordt ingedeeld in twee slaapkamers en een badkamer. De badkamer, die niet als verblijfsruimte wordt beschouwd, situeert zich in de zone met een ruime plafondhoogte. Dit is niet het geval voor de aangrenzende slaapkamers. Deze voldoen niet aan de minimale plafondhoogte zoals vastgelegd in artikel 21 van de bouwcode. Met een nokhoogte van 3 meter kan er onder dit zadeldak hoogstens één aaneengesloten verblijfsruimte worden ingericht. Dit wordt dan ook als voorwaarde voor de vergunning opgenomen.
Ook wordt vastgesteld dat de waskamer in de kelder onvoldoende vrije hoogte heeft. De plafondhoogte van (was)bergingen moet minimaal 2,20 meter zijn, terwijl deze op het hoogste punt, tussen de gewelven, nog geen 2 meter bedraagt. In voorwaarde wordt opgenomen om deze ruimte als kruipkelder in te richten.
De aanvraag voorziet geen septische put. Doordat de achterbouw wordt gesloopt bestaat de mogelijkheid om er één te voorzien. In voorwaarden wordt opgelegd om een septische put conform artikel 43 te voorzien.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de dakverdieping in te richten als één verblijfsruimte;
2. een septische put plaatsen, conform artikel 43 van de bouwcode;
3. nieuw historisch correct geprofileerd buitenschrijnwerk naar oorspronkelijk model in de voorgevel voorzien. Typedetail zijn te verkrijgen bij de stedelijke dienst monumentenzorg;
4. de kelder in te richten als kruipkelder in plaats van wasberging;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
6. het pvc buitenschrijnwerk in de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 25 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 24 juli 2020 |
Verslag GOA | 2 juli 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de dakverdieping in te richten als één verblijfsruimte;
2. een septische put plaatsen, conform artikel 43 van de bouwcode;
3. nieuw historisch correct geprofileerd buitenschrijnwerk naar oorspronkelijk model in de voorgevel voorzien. Typedetail zijn te verkrijgen bij de stedelijke dienst monumentenzorg;
4. de kelder in te richten als kruipkelder in plaats van wasberging;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
6. het pvc buitenschrijnwerk in de voorgevel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.