Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020015948 |
Gegevens van de aanvrager: | NV ELIA ASSET met als contactadres Keizerslaan 20 te 1000 Brussel |
Ligging van het project: | Scheldelaan 420 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 16 sectie F nrs. 0, 232M, 234S, 234H2, 234K2, 234F2, 234R2, 241C3 en 241Y2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Aanleg van twee kabelverbindingen 2x36kV |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Bestaande toestand
De werken worden uitgevoerd op een grootschalige industriële bedrijfssite op voornamelijk braakliggende blokvelden.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het aanleggen van twee parallelle kabelverbindingen.
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 27 mei 2020 | 12 juni 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is deels gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gedeeltelijk bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
Het goed is tevens volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gedeeltelijk bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden.
In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeersen vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing.
Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
Het goed is deels gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Lillo – Zandvliet (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009). Volgens dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is de zone tussen de Scheldelaan en de Tijsmanstunnel bestemd als Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, meer bepaald voor constructies en installaties voor transport van elektriciteit.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van deze specifieke gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten.
Rond de constructies en installaties wordt een groene buffer aangebracht, in functie van visuele afscherming.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van de ruimtelijk uitvoeringsplannen.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van de gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplannen.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de Scheldelaan, de R2 en de Tijsmanstunnel West – Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten westen van de Scheldelaan geldt het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. Op minstens 90 meter ten zuiden en westen van de aanvraag lopen twee overdrukken met als aanduiding Leidingstraat. Tevens loopt op circa 390 meter ten noorden van de aanvraag een overdruk met als aanduiding Verbinding voor fietsers.
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008). Volgens dit GRUP bevindt er zich een overdruk op circa 420 meter ten noorden van de aanvraag met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit GRUP loopt een overdruk ten zuiden van de R2, op circa 120 meter van de aanvraag, met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen. De aanvraag is niet gelegen binnen deze overdruk.
Tot slot is op circa 110 meter ten westen van de aanvraag het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bestaande waterweg, Bestaande hoogspanningsleiding, Natuurgebied, Bijzonder natuurgebied (NH) en Natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten (R).
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd.
In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem minder dan 5.000 m² (circa 3.564 m²), is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager niet verplicht is een bekrachtigde archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Echter werd door de vergunningverlenende overheid wel een archeologienota opgevraagd daar zij ervan uitgaan dat Elia Asset een publiekrechtelijke instantie betreft. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Indien de opmaak van een archeologienota effectief nodig is, dient de archeologienota alle ingrepen te vermelden die het voorwerp uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag en dient de afbakening van het projectgebied in deze archeologienota volledig overeen te komen met deze in de omgevingsvergunningsaanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen
In het westen van een grootschalige industriële bedrijfssite worden twee parallelle kabelverbindingen voor hoogspanning aangelegd om de bestaande transportcapaciteit te verhogen. De kabels worden ondergronds aangelegd en verbinden het onderstation Lillo met het onderstation van Lanxess. De nieuwe kabelstellen bestaan uit elks drie kabels en worden parallel geplaatst aan de reeds bestaande verbinding. De kabelstellen worden op minstens 1,5 meter afstand van elkaar geplaatst om de warmtebeïnvloeding tussen de kabels te beperken. De aanleg van deze kabelverbindingen zal waar mogelijk gebeuren in een open sleuf. Op plaatsen waar obstakels gekruist worden die niet onderbroken kunnen worden, zal de aanleg via een gestuurde boring gebeuren. De kabels worden op een minimale diepte van 0,74 meter onder het maaiveld voorzien. De lengte van de nieuwe kabelverbinding betreft circa 1.400 meter.
Tevens wordt op de plannen over het volledige tracé van de kabelverbinding een werkstrook aangeduid.
Aangezien deze kabelverbindingen in functie staan van het bestaande industriële bedrijf, is deze aanvraag functioneel inpasbaar binnen het industrieveld.
Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De kabels worden over het volledige tracé ondergronds aangelegd en de opgebroken infrastructuur wordt hersteld naar de bestaande toestand. Er wordt aldus geen vrije ruimte ingenomen waardoor er geen ruimtelijke impact is.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 25 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | 30 mei 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 28 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 14 juli 2020 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
30 mei 2020 | 28 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |