Terug
Gepubliceerd op 13/07/2020

2020_CBS_05666 - Omgevingsvergunning - OMV_2020056801. Bredabaan 35. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/07/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05666 - Omgevingsvergunning - OMV_2020056801. Bredabaan 35. District Merksem - Goedkeuring 2020_CBS_05666 - Omgevingsvergunning - OMV_2020056801. Bredabaan 35. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020056801

Gegevens van de aanvrager:

Yechezkel Glick met als adres Belgiëlei 50 bus 7 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Bredabaan 35 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 40 sectie C nr. 622L2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een garage behorende tot een eengezinswoning naar een kantoorruimte (complementaire functie)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          05/02/1998: vergunning (1974#8191) voor het plaatsen van een garagepoort in de voorgevel en binnenverbouwingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder mansardedak;

-          kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 13,00 en 14,55 m;

-          gelijkvloerse verdieping met een bouwdiepte van circa 21,50 m, bouwdiepte verdiepingen circa 11,00 m;

-          gevelafwerking:

  • beige/natuurkleurige gevelsteen met detaillering in rode steen en witte bezetting;
  • arduinen plint;
  • aluminium buitenschrijnwerk.

Huidige toestand

-          de koer achteraan de woning werd overdekt.

Gewenste toestand

-          functie, bouwvolume en gevelafwerking conform vergunde toestand;

-          gewijzigde gevelinvulling in functie van kantoorruimte benedenverdieping.

Inhoud van de aanvraag

-          vervangen van de poort door een raam;

-          omvormen van de garage naar kantoorruimte;

-          verwijderen van het afdak boven de koer.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg nv

19 mei 2020

12 juni 2020

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

19 mei 2020

18 juni 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
Niet van toepassing.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 27 Open ruimte:
    Het is niet duidelijk welke delen van de koer al dan niet voorzien worden van een verharding. Conform de voorschriften van dit artikel mag maximaal 20 m² verhard aangelegd worden;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    De bestaande parkeerplaats verdwijnt;
  • artikel 43 Septische putten:
    Het is niet duidelijk of de septische put, zoals opgetekend in de vergunning van 1997, nog aanwezig is.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Deze aanvraag valt niet binnen het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. Bijgevolg verleent De Vlaamse Waterweg nv een gunstig watertoetsadvies.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af op bestemmingsvoorschriften. De aanvraag ligt volgens het gewestplan in industriegebied. Volgens artikel 4.4.12 van de VCRO:

“In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal.”

De aanvraag omvat het wijzigen van de voorgevel, interne werken en de afbraak van het afdak van de koer. Er wordt geen volume-uitbreiding gedaan en het aantal wooneenheden vermeerderd niet. Enkel wordt de bestaande vergunde garage gesupprimeerd voor het aanbieden van een bureelruimte als complementaire functie. De aanvraag is dus stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

In een zonevreemde woning is een complementaire functie toelaatbaar zolang ze beide met elkaar verbonden blijven. Aangezien er een inkomsas wordt voorzien waarlangs de bureelruimte en de woning afzonderlijk bereikbaar zijn, wordt in voorwaarde meegenomen dat het pand niet mag worden opgedeeld in een gelijkvloerse bureelruimte met een afzonderlijke woongelegenheid. Het pand dient bij gebruik en verkoop als een één en ondeelbaar geheel beschouwd te worden

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat de afbraak van het afdak boven de koer aan de achterzijde van de woning. Hierdoor wordt er meer open ruimte aangeboden op het perceel. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar. 

 

De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode. Het is niet duidelijk welke delen van de koer al dan niet voorzien worden van een verharding. Conform de voorschriften van dit artikel mag maximaal 20 m² verhard aangelegd worden. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden en in rood op plan aangeduid.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande inpandige garage wordt gesupprimeerd en in de plaats komt een bureelruimte als complementaire functie. In het gevelplan wordt de bestaande poort vervangen door een raampartij met borstwering. De borstwering wordt uitgevoerd als een volwaardige buitenmuur en afgewerkt met natuursteen (blauwe steen). Echter is dit niet zichtbaar in de snede, in de snede is de poortopening nog zichtbaar. Daarom wordt in voorwaarde meegenomen de werken uit te voeren met een volwaardige borstwering, zoals opgetekend in gevelplan. Dit wordt ook in rood aangeduid op plan.

Het materiaal van het buitenschrijnwerk is niet meegedeeld. Aangezien het overige buitenschrijnwerk in de gevel uit aluminimum bestaat, moet omwille van de uniformiteit en esthetische waarde hierbij worden aangesloten. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt af van artikel 43 van de bouwcode. Het is niet duidelijk of de septische put, zoals opgetekend in de vergunning van 1997, nog aanwezig is. Het plaatsen van een septische put is verplicht bij een verbouwing. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Er verdwijnt één inpandige parkeerplaats.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

‘Het weglaten van de garage maakt een kwalitatieve integratie van wonen en werken mogelijk en verbetert de interactie tussen de gebruikers en de passanten op straat. Bovendien wordt er ook een waardevollere invulling in het straatbeeld gerealiseerd’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0- 1 = 1 .

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 – 1 = 1 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het pand dient bij gebruik en verkoop als een één en ondeelbaar geheel beschouwd te worden;

2.      de verharding in de tuin beperken tot 20 % van de oppervlakte en het overige gedeelte groen aanleggen, conform artikel 27 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1_I_N_1_INPLANTINGSPLAN en BA_1_P_N_2_GELIJKVLOERS ;

3.      een septische put voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode;

4.      de gevelwerken uitvoeren zoals opgetekend op gevelplan, een raamopening met een volwaardige borstwering. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1_S_N_1_SNEDE

5.      het nieuwe buitenschrijnwerk uitvoeren in aluminium, in overeenstemming met het bestaande buitenschrijnwerk. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1_G_N_1_VOORGEVEL en BA_1_S_N_1_SNEDE ;

6.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

19 mei 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 juli 2020

Verslag GOA

23 juni 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het pand dient bij gebruik en verkoop als een één en ondeelbaar geheel beschouwd te worden;

2.      de verharding in de tuin beperken tot 20 % van de oppervlakte en het overige gedeelte groen aanleggen, conform artikel 27 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1_I_N_1_INPLANTINGSPLAN en BA_1_P_N_2_GELIJKVLOERS ;

3.      een septische put voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode;

4.      de gevelwerken uitvoeren zoals opgetekend op gevelplan, een raamopening met een volwaardige borstwering. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1_S_N_1_SNEDE

5.      het nieuwe buitenschrijnwerk uitvoeren in aluminium, in overeenstemming met het bestaande buitenschrijnwerk. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1_G_N_1_VOORGEVEL en BA_1_S_N_1_SNEDE ;

6.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.