Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019132703 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV ROBCO INVEST met als adres De Merodelei 9 bus 1 te 2600 Antwerpen en de heer Robert Coosemans met als adres De Merodelei 9 bus 1 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Falconplein 43 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 2sectie B nr. 144F |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van de gewijzigde gevelafwerking en de dicht gebouwde buitenruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/10/1993: vergunning (86#931213) voor de verbouwing van de gelijkvloerse verdieping tot winkel;
- 08/05/2019: bouwovertreding (11002_2019_9309_VPV) voor het uitvoeren van vergunningsplichtige werken zonder vergunning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinswoning met gelijkvloerse reca-functie;
- pand in gesloten bebouwing met vijf bouwlagen onder plat dak;
- kroonlijsthoogte van ca. 17,40 m;
- het volledige perceel werd dicht gebouwd met uitzondering van twee koeren, grenzend aan de rechter perceelgrens;
- gevelafwerking:
Huidige en gewenste toestand (regularisatie)
- de twee koeren werden dicht gebouwd;
- gevelafwerking benedenverdieping:
- gevelafwerking bovenliggende verdiepingen conform vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van:
- de kelder en de bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
20 november 2019 |
28 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
20 november 2019 |
12 december 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
20 november 2019 |
20 november 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
20 november 2019 |
18 december 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in het stadscentrum van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad begrensd door de Leien.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Binnenstad stadsproject Falconplein-Zeemanshuis, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 18 september 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor wonen en zone voor wonen, handel, horeca en kantoren.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend punt:
- artikel 3.03 Welstand:
De rolluiken beschikken niet over een grote mate van openheid.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Strijdig met artikel 27 van de bouwcode werden de twee vergunde koertjes volledig dichtgebouwd. Dit artikel is er op gericht om open binnengebieden te behouden. Deze ruimten zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van een wijk. Open binnengebieden brengen niet enkel licht en lucht in de aangrenzende bebouwing, zij zorgen ook voor speelruimte, voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater en voor een afkoeling van de stadslucht in tegenstelling tot bebouwde oppervlakten en wegen.
De vergunde buitenruimten (7,3m² en 4m²) zijn zeer klein en volledig ombouwd waardoor deze geen bijdrage leveren aan bovenstaande kwaliteiten. Bovendien is er omwille van deze beperkte oppervlakte ook geen verblijfskwaliteit aanwezig. Omwille hiervan kan er basis van art.3 een afwijking worden toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
De omgeving wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing, de gelijkvloerse verdiepingen omvatten veelal kleine handels- of recaruimten. De beoogde meergezinswoning met gelijkvloerse recafunctie is functioneel inpasbaar in de omgeving.
De site is bovendien gelegen binnen de strategische horecakern Schipperskwartier - Koepoortbrug zoals voorzien in de beleidsnota horeca. Voor het dossier wordt hierom ook door de dienst OS/BI een gunstig advies gegeven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelafwerking van de gelijkvloerse verdieping is niet afgestemd op deze van de bovenliggende verdiepingen, noch in harmonie met deze van de omgeving. In de omgeving zijn ofwel de gelijkvloerse commerciële ruimten geïntegreerd in de architectuur van het gebouw, zoals de panden links en rechts, is ofwel er een duidelijke winkelpui die afwijkend kan zijn van de bovenliggende architectuur, maar die op zichzelf wel coherent is.
In voorkomende aanvraag werd de verdiepingshoge plint in natuursteen, strijdig met de bouwcode, volledig beschilderd, wat niet gunstig kan beoordeeld worden. Bovendien werd het handelspand voorzien van zwart aluminium buitenschrijnwerk en werd de naastliggende inkomdeur uitgevoerd in wit PVC terwijl de ramen van de bovenliggende verdiepingen uitgevoerd zijn in aluminiumkleurig buitenschrijnwerk. Boven het raam/inkom naar de handelsruimte werd een zwart opbouwrolluik voorzien dat veel groter is dan de maat van het raam waardoor dit zich deels voor de gevel bevindt. Dit rolluik is bovendien niet-openmazig waardoor de gewenste openheid naar de reca-zaak niet aanwezig is en de aanvraag ook in strijd is met het BPA.
Al deze ingrepen maken de gevel weinig samenhangend.
De gevraagde aanpassingen zijn visueel dan ook storend in de omgeving en kunnen hierdoor niet gunstig beoordeeld worden. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de gevel worden dan ook uitgesloten. In voorwaarde wordt opgelegd de gevel terug te brengen naar deze van de laatst vergunde toestand.
Cultuurhistorische aspecten
De dienst monumentenzorg meldt geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde wijzigingen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door het dichtbouwen van de koeren is het onduidelijk of de benedenverdieping nog voldoende geventileerd wordt. Aangezien verluchting essentieel is zal in voorwaarde worden opgelegd, indien nog niet aanwezig, een ventilatiesysteem te voorzien.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen strikt na te leven;
2. de gevel terug te brengen naar de laatst vergunde toestand;
3. een ventilatiesysteem te voorzien op de benedenverdieping om ook de achterste ruimten voldoende te kunnen verluchten;
Uitsluitingen
Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel worden uitgesloten van vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
28 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
29 november 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
28 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 maart 2020 |
Verslag GOA |
11 februari 2020 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
29 november 2019 |
28 december 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen strikt na te leven;
2. de gevel terug te brengen naar de laatst vergunde toestand;
3. een ventilatiesysteem te voorzien op de benedenverdieping om ook de achterste ruimten voldoende te kunnen verluchten;
Uitsluitingen
Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel worden uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.