Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019136165 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Bilal Ozturk met als adres Zwaantjesstraat 12 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Pauwenlaan ZN te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38sectie B nr. 608H2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- verkaveling (2018129) voor het bebouwen van 3 loten op de hoek van de Pauwenlaan en de Grasmuslaan.
Vergunde/vergund geachte toestand
- geen relevante laatst vergunde toestand. Het betreft een nieuwbouwproject op een braakliggend terrein.
Huidige toestand
- braakliggend terrein: het linker aanpalend perceel is bebouwd, het rechter aanpalend perceel maakt deel uit van dezelfde verkaveling als de woning uit de aanvraag en is nog onbebouwd.
Gewenste toestand
- eengezinswoning met drie slaapkamers en een netto-oppervlakte van circa 150 m²;
- gesloten bebouwing volgens hetzelfde gabarit als de linker aanpalende woning. De rechterscheidingsmuur wordt afgewerkt als een wachtgevel;
- 2 bouwlagen en een zadeldak;
- bouwdiepte: 9 meter;
- dakkapellen in voor- en achtergevel in zwarte vezelcementplaten;
- materiaalgebruik: rode gevelsteen, zwartgrijze dakpannen schrijnwerk in zwart aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning op een braakliggend terrein.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
22 november 2019 |
16 december 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
22 november 2019 |
22 november 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
22 november 2019 |
16 december 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling HO/2017/V/0009, goedgekeurd op 1 december 2017, meer bepaald in lot(en) 1 en 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:
- artikel 2.1.C.c: Bouwhoogte: de kroonlijsthoogte en de nokhoogte van de nieuwe eengezinswoning bedragen respectievelijk 7,20 en 11,70 meter ten opzichte van de as van de weg;
- artikel 2.1.D Verschijningsvorm hoofdgebouwen: de dakkapellen worden afgewerkt met vezelcementplaten in een zwarte kleur;
- artikel 2.1.E Vereiste parkeeraantallen: de inrit naar de garage zorgt voor een conflict met de bestaande straatbomen in de Pauwenlaan;
- artikel 3.3 Afsluitingen: als tuinafsluiting voorziet men houten schutsels met een hoogte van 1,80 meter.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:
- artikel 2.1.C.c: Bouwhoogte: de kroonlijsthoogte en de nokhoogte van de nieuwe eengezinswoning bedragen respectievelijk 7,20 en 11,70 meter ten opzichte van de as van de weg. Dit betreft een afwijking een 20 centimeter ten opzichte van de maximale hoogtes uit de verkavelingsvoorschriften. Uit de geveltekeningen en de terreinprofieltekening kan worden afgeleid dat de woning uit de aanvraag het gabarit volgt van de linker aanpalende woning. De afwijking is verenigbaar met de ruimtelijke context en wordt toegestaan;
- artikel 2.1.D Verschijningsvorm hoofdgebouwen: de dakkapellen worden afgewerkt met vezelcementplaten in een zwarte kleur. Vezelcementplaten worden veelvuldig gebruikt als bekleding van een dakkapel. Aangezien het schrijnwerk wordt uitgevoerd in zwart aluminium en het dak wordt bedekt met zwarte dakpannen is het gebruik van zwarte vezelcementplaten verenigbaar met de andere gekozen materialen en wordt de afwijking toegestaan;
- artikel 2.1.E Vereiste parkeeraantallen: de inrit naar de garage zorgt voor een conflict met de bestaande straatbomen in de Pauwenlaan. Vanuit ecologisch en ruimtelijk oogpunt is het van belang voor de aangeplante straatbomen dat deze behouden blijven. Er dient een andere oplossing gezocht te worden voor de oprit. De oprit kan bijvoorbeeld in een gespiegeld ontwerp van de woning worden uitgevoerd. Dit zal als voorwaarde worden gekoppeld aan de vergunning.
- artikel 3.3 Afsluitingen: als tuinafsluiting voorziet men houten schutsels met een hoogte van 1,80 meter. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de tuinafsluiting moeten worden uitgevoerd in levende hagen of draadafsluitingen zoals opgelegd in de geldende verkavelingsvoorschriften.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Hoofdstuk 3; Artikel 5;§2;2°: Op de ingediende bouwplannen is van de te plaatsen regenwaterput geen inhoud in liter weergegeven. Om te voldoen aan deze verordening moet de te plaatsen regenwaterput, een minimale inhoud hebben van 5000 liter. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Functionele inpasbaarheid
De omgeving wordt gekenmerkt door residentiële functies. De aanvraag betreft het realiseren van een eengezinswoning waardoor de aanvraag als functioneel inpasbaar kan beschouwd worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Bij woonprojecten met maximaal 5 wooneenheden dient 1 parkeerplaats per wooneenheid gerealiseerd te worden.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend.
|
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag wordt gesitueerd in een verkaveling van 3 loten waarvan de voorschriften afgestemd zijn op het gabarit van de aanpalende bebouwing die gekenmerkt wordt door eengezinswoningen met 2 bouwlagen en een hellend dak. De hoofdvolumes hebben een bouwdiepte van 9 meter over alle bouwlagen en een kroonlijsthoogte van 7 meter. De woning uit de aanvraag heeft hetzelfde gabarit en is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De woning uit de aanvraag wordt voorzien van een dakkapel aan de voor- en achtergevel. Dakkapellen zijn kenmerkend voor de omgeving. De woning wordt opgetrokken in roodbruine gevelsteen en schrijnwerk in zwarte aluminium. Het dak wordt bedekt met zwartgrijze pannen en de dakkapellen worden uitgewerkt in zwarte vezelcementpanelen. De gekozen materialen en kleuren zijn kenmerkend voor de omgeving en verenigbaar met de context.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan:
- De stedelijke dienst voor groen aangezien er straatbomen aanwezig zijn in de Pauwenlaan ter hoogte van de aanvraag. Zij geven volgend advies: “De bestaande straatbomen, zowel langs de Pauwenlaan als langs de Grasmuslaan, dienen optimaal beschermd te worden tijdens de werken. Er mag geen werfmateriaal worden gestockeerd onder de kruinzone van de bomen.
- De stedelijke dienst voor het ontwerp en de uitvoering van het openbaar domein omdat voor de nieuwe inrit een boom aanwezig is op het openbaar domein. Zij geven volgend advies: “ De boom dient geveld te worden om de toegang tot de nieuwe garage mogelijk te maken. Om een vlotte toegankelijkheid te garanderen dient eveneens een voetpad met afgeschuinde boordsteen te worden voorzien. Er dient een nieuwe boom geplant te worden ter hoogte van de perceelgrens met huisnummer 17 om de ritmiek van de inplanting van de bomen in de straat niet te verstoren. De heraanleg zal gebeuren via Stadsontwikkeling, dienst Beheer & Onderhoud. De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met deze dienst betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken.”
Het advies van de stedelijke dienst openbaar domein wordt niet integraal gevolgd. De verkavelingsvoorschriften geven duidelijk aan dat de inritten van de garages niet in conflict mogen komen met de bestaande straatbomen. Ter bescherming van de bestaande straatbomen zullen voorwaarden worden opgelegd in de vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de tuinafsluitingen moeten worden uitgevoerd in levende hagen of draadafsluitingen;
2. de hemelwaterput moet een minimale inhoud van 5.000 liter hebben;
3. er dient een voetpad met afgeschuinde boordsteen voorzien te worden voor de oprit.
4. het ontwerp van de eengezinswoning dient gespiegeld uitgevoerd te worden zodat de inrit naar de garage geen conflict meer vormt met de bestaande straatbomen;
5. de bouwheer dient voor de werken met betrekking tot de afschuining van de boorstenen en de straatboom contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken.
6. de te behouden straatbomen, zowel langs de Pauwenlaan als langs de Grasmuslaan, dienen optimaal beschermd te worden tijdens de werken. Er mag geen werfmateriaal worden gestockeerd onder de kruinzone van de bomen:
- in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd. worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
- om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling.
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
4 november 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
22 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
2 december 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
31 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
6 maart 2020 |
Verslag GOA |
13 februari 2020 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
2 december 2019 |
31 december 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de tuinafsluitingen moeten worden uitgevoerd in levende hagen of draadafsluitingen;
2. de hemelwaterput moet een minimale inhoud van 5.000 liter hebben;
3. er dient een voetpad met afgeschuinde boordsteen voorzien te worden voor de oprit.
4. het ontwerp van de eengezinswoning dient gespiegeld uitgevoerd te worden zodat de inrit naar de garage geen conflict meer vormt met de bestaande straatbomen;
5. de bouwheer dient voor de werken met betrekking tot de afschuining van de boorstenen en de straatboom contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken.
6. de te behouden straatbomen, zowel langs de Pauwenlaan als langs de Grasmuslaan, dienen optimaal beschermd te worden tijdens de werken. Er mag geen werfmateriaal worden gestockeerd onder de kruinzone van de bomen:
- in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd. worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
- om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling.
7. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.