Terug
Gepubliceerd op 30/06/2020

2020_GR_00436 - Klimaatplan 2030 - Organisatiestructuur en procesaanpak - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 29/06/2020 - 19:30 Bernarduscentrum
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Gerolf Annemans, raadslid; Jan Penris, raadslid; Nahima Lanjri, raadslid; André Gantman, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Güler Turan, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Mie Branders, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Caroline Bastiaens, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Peggy Pooters, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Ikrame Kastit, raadslid; Imade Annouri, raadslid; Yasmia Setta, raadslid; Karen Maes, raadslid; Kristel Somers, raadslid; Ilse van Dienderen, raadslid; Nordine Saidi Mazarou, raadslid; Mark Tijsmans, raadslid; Sevilay Altintas, raadslid; Omar Fathi, raadslid; Sanne Descamps, raadslid; Elisabeth van Doesburg, raadslid; Koenraad De Vylder, raadslid; Manuëla Van Werde, raadslid; Nathalie van Baren, raadslid; Patrick Van den Abbeele, raadslid; Hicham El Mzairh, raadslid; Khadija Chennouf, raadslid; Sam Van Rooy, raadslid; Sam Voeten, raadslid; Erica Caluwaerts, raadslid; Tatjana Scheck, raadslid; Wim Jochems, raadslid; Mohammad Nawabi, raadslid; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Mohamed Chebaa Amimou, raadslid; Serge Muyters, korpschef; Glenn Verspeet, korpschef ad interim

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2020_GR_00436 - Klimaatplan 2030 - Organisatiestructuur en procesaanpak - Goedkeuring 2020_GR_00436 - Klimaatplan 2030 - Organisatiestructuur en procesaanpak - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

Betrokkenheid creëren en behouden zijn de centrale uitdagingen van ieder stakeholderproces. Uit de bevraging van de stakeholders tot dusver komt duidelijk naar voor dat stakeholders alleen bereid zijn om energie te stoppen in stakeholderdeelname wanneer er voldoende meerwaarde uit terugvloeit. Het is dus zaak om als stad zelf kritisch onze rollen en stijl van besturen helder te krijgen én tegelijkertijd verwachtingen van stakeholders te blijven monitoren. Daarom nemen we de tijd om met voldoende soepelheid het klimaat-governance model vorm te geven. Het garandeert een maximaal stakeholdersvertrouwen om het klimaatbeleid te funderen op doorgedreven co-creatie en participatie.

 Daarom wordt een organisatiestructuur voorgesteld, in de vorm van een governance-structuur. Dit is een samenwerkingsverband waar partijen samen plannen maken, uitvoeren en opvolgen.  Het is geen nieuwe hiërarchische structuur die boven de bestaande werking wordt gezet. De structuur zorgt wel voor een logische samenhang en afstemming om de goedgekeurde doelstellingen en het Klimaatplan 2030 te realiseren. En het is een structuur die recht doet aan de vier verschillende lagen van beleidsvorming en -uitvoering waarop aangedrongen wordt door de bevraagde stakeholders in de vormgeving van een governance-model

  1. Een structuurlaag waar politieke en beleidsdiscussies op tafel komen;
  2. Een structuurlaag gericht op concrete projecten;
  3. Een structuurlaag waar ruimte is voor publieke meningsvorming en maatschappelijk debat;
  4. Een structuurlaag gericht op de brede maatschappij als stakeholder, met nadruk op educatie en communicatie.

We kiezen in de governancestructuur voor een doorgroei van een klassiek hiërarchisch model met de stad als leider naar een intendantmodel waarbij de klimaatregisseur als drijvende kracht beroep doet op het leiderschap van de stad en alle andere stakeholders om echt samen te werken aan de vormgeving van het klimaatbeleid. 

Het governance-model bestaat uit volgende bouwstenen:

  • een stakeholdercommunity van bestaande overheidspartners (zoals het Havenbedrijf of de Vlaamse overheid), economische spelers (inclusief koepels, sectororganisaties en het bedrijfsleven), kennisinstellingen en het maatschappelijk middenveld. (Alle lagen);
  • een klimaatregisseur die als intendant de drijvende kracht is achter het hele governance-model, het overzicht bewaart , de voortgang stuwt en het college adviseert. (Alle lagen);
  • interne stadsorganisatie met een Stuurgroep waar vertegenwoordigers van het beleid (kabinetten), van de stadsadministratie ( trekkers klimaatkamers) en de klimaatregisseur het overzicht houden en de voortgang sturen. (Laag 1);
  • de Klimaatraad met externe stakeholders en de trekkers van de klimaatkamers, die onder leiding van de klimaatregisseur het college adviseert., maar bovenal het publieke debat aanzwengelt, stakeholdercommunity en brede bevolking inspireert. (Laag 3-4);
  • de Klimaatkamers met vertegenwoordigers van overal in het governance-model die rond  de drie thema’s die gebaseerd zijn op de actieplannen en acties van de doelstellingenboom die  werd goedgekeurd door het college op 7 februari 2020 en het klimaatplan, concrete acties, projecten, experimenten en werven opzetten en aansturen.  (Laag 2).

Het havenbedrijf is zeker een belangrijke stakeholder en zal haar rol in de stakeholdercommunity opnemen. Daarnaast is zij voor bepaalde projecten een partner van de stad Antwerpen voor het realiseren van bepaalde projecten (bijvoorbeeld warmtenetten). In deze hoedanigheid is het aangewezen het havenbedrijf mee op te nemen in de stuurgroep en de klimaatkamers voor de bespreking van deze dossiers (ad hoc).

Er wordt voortgebouwd op bestaande en goed draaiende netwerken en structuren zoals Stadslab2050, Samen KlimaatActief, het EcoHuis, de participatiestructuur voor de opmaak van het Klimaatplan 2030, … .

Samenwerking binnen de groep Stad Antwerpen en met stedelijke en Vlaamse stakeholders is van cruciaal belang. Het klimaatplan 2030 is in eerste instantie een leefbaarheidsprogramma met belangrijke raakvlakken en hefbomen op andere domeinen, zoals ondernemen, infrastructuur, sociale dienstverlening en innovatie.

Samenwerking rond het klimaatplan 2030 is nodig op volgende vlakken:

  • samenwerking op realisatie en uitvoering: de ambities van het klimaatplan2030 vragen dat de groep Stad Antwerpen en de stedelijke stakeholders waar nodig en mogelijk samen werken om projecten te realiseren;
  • samenwerking om ook andere meerwaarde te realiseren: op sociaal, maatschappelijk, ondernemend en innovatievlak zodat het klimaatplan2030 niet losstaat van een bredere maatschappelijke context, maar mee als hefboom dient voor transities die welvaart en welzijn van de stad ten goede komen;
  • samenwerking in aantrekken van subsidies: het samenwerkingsverband kan het verwerven van bovenlokale en Europese financieringskanalen een belangrijke duw in de rug geven. Zo worden experimenten en innovaties mogelijk.

Voor het Klimaatplan 2030 zijn er volgende institutionele partners die vanzelfsprekend op beslissingsniveau hun autonomie behouden:

  • Stad Antwerpen: maatregelen waarvoor de stad bevoegd is.
  • De Haven: maatregelen op het grondgebied van de Port of Antwerp.
  • Vlaanderen: maatregelen waarvoor Vlaanderen bevoegd is.

In een aantal gevallen, waar bevoegdheden niet zo duidelijk zijn of de belangen elkaar overlappen zullen deze partners  samen werken, kaderend in de Europese regelgeving waar die van toepassing is.

De goedkeuring van de doelstellingenboom voor deze legislatuur door het college en de daar aan gekoppelde actieplannen, acties, budgetten toegewezen aan de betrokkenen schepen worden gerespecteerd bij de opmaak , de regie en de uitvoering van het klimaatplan

Structuur governance Klimaatplan2030 stad Antwerpen

De verschillende structuurlagen worden onderstaand verder toegelicht:

Het college van burgemeester en schepenen (Laag 1)

Periodiek wordt door de klimaatregisseur gerapporteerd aan het college van burgemeester en schepenen, waar de nodige beleidsbeslissingen worden genomen. Leden van het college van burgemeester en schepenen en/of hun kabinetsmedewerkers nemen deel aan de stuurgroep en/of aan de relevante klimaatkamers  afhankelijk van de agenda.

Klimaatraad (Laag 3-4)

De Klimaatraad  adviseert het college over aangelegenheden van het klimaatplan.

De Klimaatraad bestaat uit de klimaatregisseur, de trekkers van de klimaatkamers en  belangrijke externe stakeholders vanuit het maatschappelijke veld die zich hiervoor engageren.

De Klimaatraad adviseert niet enkel het college maar is tevens een overleg tussen de trekkers van de klimaatkamers van de stedelijke administratie en externe stakeholders onder leiding van de klimaatregisseur. De klimaatraad inspireert andere stakeholders. Het college van burgemeester en schepenen verzorgt de communicatie richting het brede publiek.

Stuurgroep (Laag 1)

De Stuurgroep bewaakt het overzicht en de voortgang van het klimaatplan op basis van regelmatige rapporteringen en bereidt de beslissingen voor het college voor.

De Stuurgroep bestaat uit de klimaatregisseur, de trekkers van de klimaatkamers, het havenbedrijf (ad hoc) en de betrokken kabinetten.

Klimaatkamers (Laag 2)

Binnen de groep stad Antwerpen worden 3  Klimaatkamers opgericht met als opdracht strategisch het klimaatbeleid uit te voeren. Dat houdt in: de projecten en processen waarvoor stad Antwerpen (mee) verantwoordelijk is opstarten, aanpassen, aanjagen en hierbij de voortgang  bewaken en rapporteren.

De Klimaatkamers worden geregisseerd door afgevaardigden uit de stedelijke administratie en het havenbedrijf (ad hoc), die voldoende gemandateerd zijn om, na goedkeuring van een maatregel door het college van burgemeester en schepen, richting te geven aan hun eigen diensten.

  • Mitigatiekamer: De stad streeft naar klimaatneutraliteit tegen 2050 door de uitstoot van broeikasgassen op haar grondgebied te verlagen. Hierbij wordt ingezet op lager en schoner energieverbruik (voor de residentiële sector, de tertiaire sector, de niet-ETS-industrie en de transportsector), op het verhogen van de lokale, hernieuwbare energieproductie en op de aanleg van warmtenetten.
  • Adaptatiekamer: De stad wil klimaatrobuust zijn en bereidt zich voor op de gevolgen van klimaatverandering zoals wateroverlast, hittestress en droogte. Hierbij wordt ingezet op de vergroening en ontharding van openbaar domein en de ondersteuning hiervan op privaat domein, en op de uitwerking van nieuwe manieren om de weerbaarheid tegen klimaatverandering te verhogen.
  • Milieukamer: Stad Antwerpen wil hierbij aandacht hebben voor natuur- en milieukwaliteit en omgevingskwaliteit. Dat betekent dat er wordt ingezet op het ondersteunen van de biodiversiteit en op luchtkwaliteit en geluidsoverlast (met o.a. de Lage EmissieZone (LEZ)).

Innovatieruimte (ondermeer Stadslab 205, projectenfonds…): Het klimaatbeleid vraagt om nieuwe oplossingen, nieuwe samenwerkingen, het leren uit experimenten en pilootprojecten, en het doorvertalen van die leerlessen naar projecten en processen van stad en stakeholders.

Projecten en processen: Uiteindelijk leidt dit alles tot het uitvoeren van projecten en processen om de doelstellingen van het Klimaatplan 2030 te realiseren.

Gezien het opzet en de werking van deze structuur is de adviesraad ADOMA overbodig en kan dit worden opgeheven.

De werking van de governance zal te gepasten tijde worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgestuurd.

Het Klimaatplan 2030 zal voor einde 2020 worden ingediend bij Europa.

Aanleiding en context

23 april 2001

jaarnummer 725

Adviesraad   voor   duurzame   ontwikkeling   en   milieu.   Omvorming stedelijke raad voor milieu en natuur (milieuraad), naar adviesraad voorduurzame   ontwikkeling   en   milieu

9 januari 2009

jaarnummer 102

Lokaal Kyotoplan. Burgemeestersconvenant: Europees netwerk energie-efficiënte steden. Ondertekening

27 juni 2011

jaarnummer 920

Beleidsnota "Antwerpen, duurzame stad voor iedereen"

24 juni 2013

jaarnummer 398

Adviesraad voor duurzame ontwikkeling en milieu Antwerpen. Aanpassing statuten en afsprakennota

27 september 2013

jaarnummer 9696

Adviesraad voor duurzame ontwikkeling en milieu Antwerpen. Aanduiden leden

27 juni 2014

jaarnummer 6843

Ondertekening burgemeestersconvenant klimaatadaptatie ‘Mayors Adapt’

3 oktober 2014

jaarnummer 10145

Adviesraad duurzame ontwikkeling en milieu Antwerpen - Huishoudelijk reglement

26 oktober 2015

jaarnummer 541

Actualisering klimaatplan 2015-2020

29 september 2017

jaarnummer 8578

Ondertekening Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie

6 juli 2018

jaarnummer 6376

Voortraject Klimaatplan 2030 (luik mitigatie)

15 februari 2019

jaarnummer 1361

Het opmaken van het klimaatplan 2030 mitigatiedoelstellingen, inclusief opzet rapporterings- en governancestructuur - Gunning

22 maart 2019

jaarnummer 2581

Bestek GAC_2018_00635 - Begeleiding van de opmaak Klimaatplan 2020-2030: actualisatie van de klimaatadaptatie-strategie - Gunning

5 april 2019

jaarnummer 3045

Klimaatbeleid - Opmaak Klimaatplan 2030. Procesaanpak

7 februari 2020

jaarnummer 1286

Klimaatbeleid. Emissie-inventaris. Resultaten 2017

Formulering doelstellingen

Op 9 januari 2009 (jaarnummer 102) besliste het college om het Burgemeestersconvenant (Covenant of Mayors) te ondertekenen. Met deze overeenkomst engageerde de stad Antwerpen zich om, in lijn met de Europese doelstellingen, minstens 20% minder CO2 uit te stoten tegen 2020, vergeleken met 2005. Voor de eigen stedelijke werking stelde de stad Antwerpen zich het doel om tegen 2020 de CO2-uitstoot te reduceren met 50%. Tegen 2050 wil de stad CO2-neutraal zijn.

Op 27 juni 2014 (jaarnummer 6843) besliste het college om het Burgemeesterscovenant ‘Mayors Adapt’ te ondertekenen. Met deze overeenkomst engageerde de stad Antwerpen zich om een stedelijke strategie op te maken om de stad te wapenen tegen de impact van de klimaatverandering en om direct de nodige maatregelen te nemen in alle lopende plannen en processen. Vanaf dit moment maakt het thema ‘klimaatadaptatie’ integraal onderdeel uit van het klimaatbeleid van de stad.

Hoe de stad de klimaatdoelstellingen voor 2020 wil realiseren, werd uitgewerkt in een klimaatplan voor Antwerpen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 juni 2011 (jaarnummer 920). De gemeenteraad keurde op 26 oktober 2015 (jaarnummer 541) de actualisatie in een klimaatactieplan goed.

Op 29 september 2017 (jaarnummer 8578) besliste het college het vernieuwde Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie te ondertekenen. Met deze overeenkomst engageert de stad Antwerpen zich om, in lijn met de Europese doelstellingen, een reductie van minimaal 40% CO2-reductie te behalen tegen 2030, vergeleken met 2005. Ook engageert de stad zich om de nodige adaptatiemaatregelen te nemen om klimaatrobuust te zijn in 2050. De uitwerking van dit engagement maakt deel uit van een nieuw op te maken Klimaatplan 2030. Dit plan omvat zowel een mitigatieluik als een adaptatieluik.

Op 20 oktober 2017 (jaarnummer 9156) gunde het college aan DNV GL de opdracht om een voortraject te doorlopen in functie van de latere opmaak van het mitigatieluik van dit klimaatplan. Op 6 juli 2018 (jaarnummer 6376) nam het college kennis van de resultaten van het voortraject. Het college keurde tevens goed dat bij de verdere uitwerking van het Klimaatplan 2030 uitgegaan wordt van een ambitieniveau van 50 tot 55% CO2-emissiereductie tegen 2030 en gaf de volgende opdrachten aan Stadsontwikkeling/Energie en Milieu:

  • organiseren van een participatief proces met stakeholders voor de verdere uitwerking van het Klimaatplan 2030;
  • verder onderbouwen, verfijnen en waar nodig doorrekenen van de voorgestelde strategische doelstellingen en beleidsmaatregelen;
  • in samenwerking met de stakeholders de governance structuur voor realisatie van het Klimaatplan 2030 verder uitwerken;
  • een ontwerp van Klimaatplan 2030, met luik klimaatmitigatie en klimaatadaptatie, ter goedkeuring voorleggen. 

Op 15 februari 2019 (jaarnummer 1361) gunde het college de verdere concrete uitwerking van het klimaatplan, luik mitigatie, aan een consortium bestaande uit DNV GL, Futureproofed, Kahpo Consulting, Kelvin Solutions en Quintel. 

Het bestuursakkoord onderschrijft de klimaatambities van het burgemeestersconvenant en het streven naar klimaatneutraliteit in 2050. Dit houdt het volgende in:

  1. de stad Antwerpen doet inspanningen om de klimaatverandering mee te beperken (mitigatie), in het bijzonder door in te zetten op minder energieverbruik en op het verduurzamen van de energieproductie;
  2. tegelijkertijd bereidt de stad Antwerpen zich voor op de klimaatveranderingen die ons te wachten staan (adaptatie), zoals overstromingen, droogte, drinkwaterschaarste en hittestress. Hiervoor maakt Antwerpen ruimte voor groen en water.

Het klimaatplan 2030 biedt kansen om mensen dichter bij elkaar te brengen en de stadsregio welvarender, gezonder en slimmer te maken. In die zin zal het nieuwe Klimaatplan 2030 uitblinken in en verbinden door publiek-, maatschappelijk- en privaat ondernemerschap.

De stad Antwerpen wil dit samen doen met stakeholders uit de stadsadministratie, bedrijfswereld, kennisinstellingen, strategische organisaties, bewonersvertegenwoordigers en een klimaatregisseur. De klimaatopgave kan de stad immers niet alleen waarmaken. Heel wat bevoegdheden op lokaal niveau ontbreken hiervoor en de stedelijke middelen zijn beperkt. Samenwerking met alle stakeholders van diverse geledingen is nodig om klimaatbeleid te concretiseren en te versterken. Middelen, meningen en krachten kunnen gebundeld bijgesteld of gedeeld worden waardoor de kwaliteit van het klimaatbeleid (doelstellingen, maatregelen en acties) verbeterd en geïntensifieerd wordt.

Beleidsdoelstellingen

2 - Leefbare en mobiele stad
2LMS02 - Leefmilieu
2LMS0201 - Antwerpen wordt een klimaatneutrale stad
2LMS020101 - Uitvoering klimaatplan mitigatie
2LMS020101PA5060 - Klimaatplan2030

Besluit

Bij dit besluit werd een amendement ingediend: 2020_AM_00047 - Amendement van raadslid Ilse van Dienderen: ADOMA / taakstelling klimaatregisseur.
De gemeenteraad keurde dit amendement niet goed. 

De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, sp.a, PVDA, CD&V, Open VLD en raadslid Khadija Chennouf. 
Stemden nee: Vlaams Belang.
Hebben zich onthouden: Groen.  

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de opheffing van de adviesraad ADOMA goed.

Artikel 2

De gemeenteraad neemt kennis van de governancestructuur, de aanstelling van een klimaatregisseur en de verdere planning van de besluitvorming voor het Klimaatplan 2030.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

  • 20200506_GovernanceKlimaatplan_def_v2.pptx