Dit voorstel is tot stand gekomen samen met de partners van het netwerk van het pilootproject. Daarnaast werd deze toelage reeds besproken en goedgekeurd door de stuurgroep van het Antwerpse pilootproject leerlingenvervoer. En tenslotte gaf ook de coördinator van de Vlaamse pilootprojecten reeds positief advies over deze toelage.
Er zijn voldoende middelen voor dit subsidiereglement voorhanden.
Een subsidie zal enkel uitbetaald worden wanneer er geen openstaande, niet-betwiste, vervallen schulden zijn ten aanzien van de stad.
De financiële gevolgen worden opgenomen in het besluit tot vastlegging en uitbetaling van de subsidie.
Budgetplaats | 5117000000 |
Budgetpositie | 6496800 |
Functiegebied | 2LWS020204A00000 |
Subsidie | SBT11133 |
Fonds | Intern |
Begrotingsprogramma | 2SA060889 |
Budgetperiode | 2000 |
Artikel 41 tweede lid, 23° van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de subsidiereglementen.
In het buitengewoon onderwijs in Vlaanderen bestaat het recht op leerlingenvervoer. Dit voor elke leerling die de dichtstbijzijnde school bezoekt van het onderwijsnet naar zijn of haar keuze van het type/opleidingsvorm waar de leerling een attest voor heeft. Het huidige vervoersysteem heeft echter geen optimaal regelgevend kader. Het systeem zorgt niet voor kwalitatief vervoer van en naar school voor leerlingen die hier nood aan hebben. De huidige organisatie stuit bovendien op heel wat aspecten die vandaag en in de toekomst een impact zullen hebben op de gemiddelde busritduur. De Vlaamse Regering keurde op 17 juli 2015 de bisconceptnota ‘Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs’ goed. Deze nota formuleert een voorstel tot uitwerking van een nieuw concept leerlingenvervoer, gebaseerd op de volgende principes:
De Vlaamse regering besliste op 25 januari 2019 om het pilootproject leerlingenvervoer verder te zetten en hier een grootstedelijk pilootgebied (Gent of Antwerpen) aan toe te voegen. Op 26 februari 2019 gaf het Vast Bureau van de Onderwijsraad in Antwerpen positief advies om aan het pilootproject deel te nemen. Op 15 maart 2019 (jaarnummer 02263) gaf het college van burgermeester en schepenen ook een positief advies omtrent de deelname aan dit pilootproject. Op 20 maart 2019 gaf Antwerpen samen met alle betrokken partners (onderwijsnetten, scholen en schoolbesturen uit de hele vervoerregio Antwerpen) haar engagement tot deelname aan het pilootproject. Op 2 mei 2019 ontving de stad Antwerpen het nieuws dat Antwerpen geselecteerd werd voor het pilootproject, op voorwaarde dat de projectregio herschaald zou worden (regio en aantal scholen verkleinen) en dat regio Gent betrokken dient te worden bij het pilootproject.
In overleg met alle scholen van het buitengewoon onderwijs in vervoerregio Antwerpen en Lokaal Overlegplatform Antwerpen (LOP) werd op 18 juni 2019 door het Vast Bureau van de Onderwijsraad beslist de projectregio in de eerste fase te beperken tot alle scholen buitengewoon onderwijs van Antwerpen, Brasschaat, Schoten en Schilde. De andere scholen blijven ook betrokken. In een latere fase kunnen eventueel ook andere regio's toegevoegd worden. Op 23 augustus 2019 aanvaardde de stad Antwerpen, bedrijfseenheid Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs de opdracht om te werken aan de uitvoering van de bisconceptnota 'Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs'. Het college keurde de overeenkomst van de deelname pilootproject leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs goed op 23 augustus 2019 (jaarnummer 6830). Het pilootproject is officieel van start gegaan op 1 september 2019 in regio Antwerpen.
Op 18 mei 2020 keurde de gemeenteraad aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 goed (jaarnummer 288).
Het pilootproject leerlingenvervoer wordt uitgewerkt in samenwerking met alle betrokken partners van het netwerk. Opvang is één van de centrale principes die deel uitmaakt van de fundamentele andere visie op leerlingenvervoer. Extra kinderopvang voor deze doelgroep is nodig om alternatieve vervoersmogelijkheden en andere optimalisaties in het leerlingenvervoer mogelijk te maken. Wanneer de ritduur van de kinderen van het collectief leerlingenvervoer verlaagt, zal er voor meer gezinnen nood aan opvang ontstaan. Daarbij is er nood aan opvang (in de buurt van) de school én in de buurt van de woon- of verblijfplaats van de kinderen. De extra opvang die gecreëerd wordt is voor de kinderen die naar school gaan in één van de scholen van buitengewoon onderwijs in de pilootregio (Antwerpen, Brasschaat, Schilde en Schoten).
Op 2 april 2020 keurde de Antwerpse stuurgroep van het pilootproject het 'meersporenmodel' voor inzet op voor- en naschoolse opvang goed. Op 28 mei 2020 keurde de stuurgroep ook specifiek deze projectoproep goed. In de projectoproep worden organisaties in vervoerregio Antwerpen uitgedaagd om tijdens schooljaar 2020-2021 voor- en naschools (extra) opvangplaatsen te creëren/reserveren voor kinderen die naar school gaan in het buitengewoon onderwijs in de pilootregio (Antwerpen, Schilde, Schoten en Brasschaat). Ze werken hiervoor een project uit. Als scholen uit Antwerpen, Brasschaat, Schilde of Schoten de subsidie aanvragen, zullen zij de gesubsidieerde plaatsen van de opvang moeten openstellen voor kinderen uit de buurt die schoollopen in een andere school van het buitengewoon onderwijs. Er is budget voorzien zodat minstens 20 organisaties een projectsubsidie van maximaal 7.000,00 euro kunnen aanvragen en krijgen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen en het algemeen reglement op de toelagen van 18 december 2006 (jaarnummer 2730) dat het algemeen reglement op de toelagen vastlegt, zijn beiden van toepassing.
De gemeenteraad keurt het subsidiereglement 'Pilootproject leerlingenvervoer: projectoproep opvang voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs' goed.