2020_GR_00435 - Taxi - Taxidecreet. Bestaande reglementen - Opheffing

Het nieuwe Taxidecreet (decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer) en het uitvoeringsbesluit (besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer) leggen alle voorwaarden en voorschriften vast voor het exploiteren van diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer. Het decreet onderscheidt vier categorieën van terbeschikkingstelling, meer bepaald de straattaxi, de standplaatstaxi, het ceremonieel vervoer en de OV-taxi.

Om een dienst van individueel bezoldigd personenvervoer te exploiteren, is een vergunning nodig. Indien aan alle door het Taxidecreet en haar uitvoeringsbesluit vastgelegde voorwaarden is voldaan, levert de gemeente waar de kandidaat-vergunninghouder zijn exploitatiezetel heeft, de vergunning af.
Elke bestuurder die een dienst van individueel bezoldigd personenvervoer aanbiedt, moet in het bezit te zijn van een bestuurderspas. Indien aan alle door het Taxidecreet en haar uitvoeringsbesluit vastgelegde voorwaarden is voldaan, wordt de bestuurderspas afgegeven door de gemeente waar de aanvrager gedomicilieerd is. Deze is geldig voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest.
Het Taxidecreet voorziet in de mogelijkheid voor een gemeente om machtigingen te verlenen voor standplaatstaxi’s. De stad Antwerpen kiest ervoor om niet te voorzien in machtigingen voor standplaatstaxi’s. Er zijn parkeerplaatsen voor taxi’s ingericht, waar alle categorieën van taxi’s kunnen parkeren.

In artikel 43 van het Taxidecreet staat als overgangsbepaling dat houders van vergunningen voor een taxidienst of voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, die afgegeven zijn krachtens het decreet van 20 april 2001, gemachtigd worden hun diensten te blijven exploiteren conform de voorwaarden en looptijd van hun lopende vergunning.

Het stadsbestuur neemt akte van onderstaande gevolgen van het Taxidecreet van 29 maart 2019 en haar uitvoeringsbesluit voor de exploitatie van taxidiensten:

1. conform de overgangsbepaling in het Taxidecreet kunnen de taxidiensten die reeds een vergunning hebben verkregen onder het decreet van 20 april 2001, hun diensten blijven exploiteren gedurende de resterende looptijd van de lopende vergunning en zullen zij worden beschouwd als straattaxi;
2. het verkeersbord E9a met onderbord ‘Taxi’s’ zal de stad Antwerpen handhaven zoals bedoeld in de Wegcode. De parkeerplaatsen of parkeerzones aangeduid met dit bord worden dus beschouwd als parkeerplaatsen waar het parkeren toegelaten is voor taxi’s (in de brede en algemene betekenis van het woord), wat impliceert dat elke (vergunde) taxi daar (zonder onderscheid in categorieën van terbeschikkingstelling) mag parkeren, op voorwaarde dat het voertuig daadwerkelijk als taxi wordt gebruikt en in dienst is;
3. de taxi’s op Antwerps grondgebied zijn volgens het Taxidecreet vrij hun tarieven te kiezen en te afficheren conform de voorschriften. Aangezien het besluit van de gemeenteraad tot vaststelling van de taxitarieven wordt opgeheven, zijn alle taxi’s vrij hun tarieven te kiezen en te afficheren.

• Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie van het wegverkeer;
• Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement betreffende de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
• Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
• Decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer;
• Besluit van de Vlaamse regering van 8 november 2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer.

De gemeenteraad keurde in zitting van 16 december 2013 (jaarnummer 762) en zitting van 25 juni 2018 (jaarnummer 447) de vaststelling van de taxitarieven goed.
De gemeenteraad keurde in zitting van 16 oktober 2017 (jaarnummer 596) het reglement voor de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder goed. 
De gemeenteraad gaf in zitting van 2 mei 2018 (jaarnummer 291) ook haar goedkeuring aan het reglement voor taxidiensten met lichte elektrische voertuigen.

Op 29 maart 2019 keurde het Vlaams Parlement het decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer goed (hierna Taxidecreet genoemd). De Vlaamse Regering gaf uitvoering aan dit decreet via haar besluit van 8 november 2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer.
De nieuwe Vlaamse taxiwetgeving (decreet en besluit) trad in werking op 1 januari 2020 en voorziet in één generieke vergunning voor individueel bezoldigd personenvervoer met vier onderscheidende categorieën van terbeschikkingstelling: straattaxi, standplaatstaxi, ceremonieel vervoer en OV-taxi.
Voor bestaande exploitanten, dus zij die een exploitatievergunning hadden voor taxidiensten of voor verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder (VVB) van vóór 1 januari 2020, zijn er in het decreet overgangsbepalingen opgenomen.

In uitvoering van het Taxidecreet en het uitvoeringsbesluit besliste het college op 12 mei 2020 (jaarnummer 5245) om aan de gemeenteraad ter goedkeuring voor te leggen om de vier gemeenteraadsbesluiten met onmiddellijke ingang op te heffen.