Artikel 138 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de districtsraad zijn algemene adviesbevoegdheid voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op het district geheel of gedeeltelijk kan overdragen aan het districtscollege.
Op 27 juni 2011 (jaarnummer 876) droeg de gemeenteraad haar bevoegdheid om te beslissen over de aanvullende verkeersreglementen voor speelstraten over aan het college.
Met het collegebesluit van 12 mei 2017 (jaarnummer 4463) werden de bevoegdheden van de districtscolleges gecoördineerd. Artikel 6 bepaalt dat het districtscollege bevoegd is voor participatie en verenigingsleven.
Met het gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2017 (jaarnummer 300) werden de bevoegdheden van de districtsraden gecoördineerd. Artikel 6 bepaalt dat de districtsraad bevoegd is voor participatie en verenigingsleven.
Voor 2019 werd het toestaan en ondersteunen van speelstraten bovenlokaal beslist.
Op 16 december 2019 (jaarnummer 656) keurde de gemeenteraad het Reglement toelating tijdelijk gebruik van een straat als speelstraat goed. Dit reglement is de basis voor het college om via een aanvullend verkeersreglement het inrichten van speelstraten toe te staan.
Het begrip speelstraat komt uit het koninklijk Besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg van 11 december 1975 (artikel 22 septies 1). Om een speelstraat in te richten moet een gemeente een aanvullend verkeersreglement goedkeuren.
Op basis van artikel 5 van het Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer delegeerde de gemeenteraad de bevoegdheid om aanvullende reglementen op het wegverkeer goed te keuren aan het college.
Dit Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer voorziet niet in een machtiging aan de gemeentelijke overheid om deze bevoegdheid te delegeren aan de districten.
Om die reden wordt de bevoegdheid om speelstraten toe te staan en te ondersteunen verdeeld over de stad en de districten.
Het college keurt op basis van het Reglement toelating tijdelijk gebruik van een straat als speelstraat het inrichten van speelstraten goed.
De districten kunnen vanuit hun bevoegdheid tot ondersteuning van wijkactiviteiten en projecten in de wijk het organiseren van speelstraten ondersteunen.
Districten ontvangen de aanvragen, vragen de adviezen op en bezorgen deze samen met hun eigen advies aan het college voor de goedkeuring van het aanvullend verkeersreglement. Het advies van het district wordt op basis van artikel 138 van het Decreet lokaal bestuur door de districtsraad gegeven. Dit betekent dat de doorlooptijd van de aanvraagprocedure lang is en dit heeft impact op het tijdstip voor het aanvragen van speelstraten door bewoners. Vooral voor ‘korte’ speelstraten (duur één tot twee dagen) kan dat een probleem opleveren omdat bewoners dit het hele jaar door kunnen aanvragen.
Om tot een redelijke doorlooptijd van een aanvraag te komen is het aangewezen dat de districtsraad zijn algemene adviesbevoegdheid over de aanvullende verkeersreglementen voor speelstraten overdraagt aan het districtscollege.
De districtsraad keurt bij monde van fractievoorzitters het besluit goed met 20 stemmen voor en 1 stem tegen.
Stemden ja: Groen, sp.a, PVDA, N-VA, CDenV
Stemde nee: Vlaams Belang
De districtsraad keurt goed om de algemene adviesbevoegdheid over de aanvullende verkeersreglementen voor speelstraten met onmiddellijke ingang te delegeren aan het districtscollege.