2019_RVBERFGOED_00003 - Beleids- en beheerscyclus - Meerjarenplan 2020-2025 - Vaststelling

Volgens het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (artikelen 245, 255, 257) maakt het autonoom gemeentebedrijf voor het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen een meerjarenplan op. Dat meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. Het meerjarenplan start in het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen en loopt af op het einde van het jaar na de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen. 

In de strategische nota van het meerjarenplan worden de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid geïntegreerd weergegeven. In de financiële nota van het meerjarenplan wordt de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota weergegeven en wordt verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd. De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast.

Het meerjarenplan 2020-2025 is opgemaakt zodat de vooropgestelde doelstellingen (actieplan en acties) maximaal gerealiseerd kunnen worden, rekening houdend met de beschikbare financiële ruimte.

Het AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed geeft mee uitvoering aan het Antwerps bestuursakkoord ‘De Grote Verbinding’ dat vertaald is in het stedelijk meerjarenplan 2020-2025. Het college keurde de doelstellingenboom van de groep Antwerpen goed, waarvan het AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed deel uitmaakt. Het AG draagt mee bij aan de realisatie van de doelstellingen (beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties) van de stad Antwerpen omtrent cultuur (2BRS01) en erfgoed (2BRS02). Inzake bepaling van de prioritaire doelstellingen, volgt het AG ook de indeling die de stad hiervoor besliste (prioritair actieplan: '1BSR0101 - Cultuurhoofdstad van Vlaanderen').

De stad Antwerpen voorziet in haar budget 2020-2025 een investeringsdotatie aan AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed van 15.326.409 euro.

Daarnaast ontvangt het autonoom gemeentebedrijf bovenlokale middelen van de Vlaamse overheid via de beleidsnota's van de erkende erfgoedinstellingen en de beheersovereenkomsten in het kader van het Cultureelerfgoeddecreet van 24 februari 2017. Het autonoom gemeentebedrijf zet de eigen inkomsten in voor de werking.

Een deel van de middelen van de stad aan het AG, zoals specifieke middelen voor marketing en communicatie of nutsvoorzieningen, worden ter beschikking gesteld op kredieten bij de betrokken stedelijke bedrijfseenheden.

Het AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed zal in 2020 de toegestane lening van de provincie in het kader van DIVA verder aflossen.

Het meerjarenplan heeft de jaarbegroting 2020 van de instellingen als vertrekbasis. De begroting voor 2020 is daarom opgenomen bij dit besluit, hoewel de BBC-regelgeving geen afzonderlijk (jaarlijks) budget als beleidsrapport meer oplegt. Aanvullend is in bijlage het overzicht van de tentoonstellingen voor 2020 opgenomen. Verschillen in opmaak tussen de voormalige entiteiten zullen in 2021 weggewerkt zijn.

Het meerjarenplan is geen statisch document en zal in de loop van de legislatuur moeten worden aangepast. Dit moet sowieso één keer per jaar gebeuren om de kredieten voor het volgend boekjaar vast te stellen. Daarbij kan het AG ook de kredieten voor het lopende boekjaar aanpassen. Daarnaast is het ook mogelijk dat er een aanpassing van het meerjarenplan gebeurt om enkel de kredieten voor het lopende boekjaar bij te stellen. Voor de aanpassingen van de onderliggende ramingen zal het AG zelf een eigen regeling uitwerken.

Voorliggend meerjarenplan is het eerste van dit nieuwe agentschap en is hoofdzakelijk gebaseerd op de begroting en financiële plannen van de vroegere entiteiten (SON De Museumstichting, vzw Antwerpen Kunstenstad, Maagdenhuis (OCMW) en vzw Vredescentrum). In 2020 zullen er dus allicht correcties en aanvullngen nodig zijn. Deze kunnen bij de opeenvolgende aanpassingen van het meerjarenplan worden doorgevoerd, voor zover ze kaderen binnen de beschikbare budgettaire ruimte. De begroting 2020 is een uitgewerkt budget, de daaropvolgende jaren is een extrapolatie. Dit betekent dat de kredieten voor 2020 in het meerjarenplan wel een reële weergave zijn van de inkomsten en uitgaven per instelling, op basis van de continuïteit van de werking.