Artikel 56, §3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het college bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
Artikel 56, §3, 5° van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip `dagelijks bestuur'.
Met collegebeslissing van 12 mei 2017 (jaarnummer 4463) werden de bevoegdheden van de districtscolleges gecoördineerd. Artikel 11 bepaalt dat het districtscollege bevoegd is voor openbaar domein. In het gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2017 (jaarnummer 305) werd de lijst met bovenlokale locaties goedgekeurd. Het projectgebied betreft lokaal en bovenlokaal openbaar domein met een bovenlokale investering in het kader van het leefbaarheidsproject Ringpark Groene Vesten. Het district Antwerpen, Berchem, Borgerhout en Deurne hebben adviesbevoegdheid.
Artikel 138 Decreet Lokaal Bestuur: naast de beslissingsbevoegdheden waarover de districtsraad beschikt op grond van dit decreet, heeft de districtsraad een algemene adviesbevoegdheid voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op het district. De districtsraad kan bij reglement die algemene adviesbevoegdheid of delen ervan overdragen aan het districtscollege.
Op 25 november 2019 (jaarnummer 652) keurde de gemeenteraad de beheersovereenkomst 2019-2024 tussen de stad Antwerpen en AG VESPA goed. Artikel 6 - 4.4 bepaalt dat AG VESPA publiek domein kan (laten) realiseren. De opdracht aan AG VESPA betreft het plaatsen en uitvoeren van de overheidsopdrachten in eigen naam en voor rekening van de stad Antwerpen. De beleidsbeslissing omtrent het realiseren van het publiek domein ligt bij de stad Antwerpen. De stad Antwerpen legt hierbij tevens het projectbudget vast.
Het voorliggende conceptontwerp is het resultaat van de besprekingen tijdens drie Werkbanken (maart, mei en juni 2020), diverse thematische werkbanken, werksessies en werkateliers.
Fasering
Van januari tot augustus 2020 werd het conceptontwerp voor het Ringpark Groene Vesten opgemaakt.
In het najaar van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 wordt het landschapsontwerp voor het volledige projectgebied (op niveau schetsontwerp) uitgewerkt. Op het einde van de fase landschapsontwerp wordt een faseringsplan opgemaakt. In het faseringsplan wordt bepaald welke delen van het projectgebied binnen het beschikbare uitvoeringsbudget gerealiseerd zullen worden, dit zijn de zogenaamde realiseerbare deelprojecten. Voor de realiseerbare deelprojecten wordt in 2021-2022 een voorontwerp en definitief ontwerp opgemaakt, waarna deze deelprojecten in uitvoering zullen gaan.
Conceptontwerp
Het voorliggende conceptontwerp wordt ter kennisname aan de districtsraad voorgelegd.
De conceptnota (zie bijlage) bestaat uit drie delen.
Onderstaande concepten worden voor advies aan de districtsraad voorgelegd.
Deel I - visienota
Deel III - fundamentele onderzoeksvragen
Het ontwerpproces wordt in het kader van De Grote Verbinding en in samenwerking met de partner overheid Agentschap Wegen en Verkeer - afdeling Antwerpen en het team intendant gevoerd. Het conceptontwerp is het resultaat van een co-creatief en participatief proces waarbij diverse stakeholders en actoren betrokken zijn.
In de Werkbanken zijn diverse stakeholders vertegenwoordigd: opdrachtgever, ontwerpteam, team intendant, partner overheid, diverse stadsdiensten, burgerbewegingen en belanghebbenden (onder andere Agentschap Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, Vervoersregio Antwerpen en Natuurpunt), alsook enkel vertegenwoordigers uit de werkateliers. Tijdens een co-creatief proces wordt in de schoot van de Werkbank de ontwerpstappen met de diverse stakeholders afgestemd en naar consensus gezocht.
Met een specifieke groep van een 30-tal omwonenden - de zogenaamde Vestenbouwers - wordt maandelijks over het ontwerp tijdens de werkateliers afgestemd. Er werden drie online werkateliers (in april, mei en juni) en een fietstocht georganiseerd.
Tijdens de fase van het conceptontwerp zijn er bijkomend informatie- en participatiemomenten gehouden:
De Grote Verbinding
Met ‘De Grote Verbinding’ bouwt Antwerpen aan haar internationale reputatie als stad en regio waar het goed is om te wonen, te werken, te ondernemen en op bezoek te komen. De Oosterweelverbinding maakt de Antwerpse Ring rond en de overkapping stuurt de auto’s onder de grond. Zo zorgt de stad Antwerpen voor een betere mobiliteit voor Vlaanderen en wordt de stad weer één geheel met meer groen en schonere lucht.
De afgelopen jaren hebben de stad Antwerpen, het Havenbedrijf Antwerpen nv van publiek recht, de burgerbewegingen, Lantis en andere Vlaamse partners, samen met de intendant voor de Oosterweelverbinding, de plannen vormgegeven. Tijdens de uitvoering zetten zij samen zoveel mogelijk lokaal talent aan het werk.
Aanleiding
De gemeenteraad keurde op 22 november 2016 (jaarnummer 749) de overeenkomst tussen het Vlaams Gewest, BAM (Lantis), het Havenbedrijf Antwerpen nv van publiek recht en de stad Antwerpen over de heroriëntering van de Oosterweelmiddelen naar flankerende maatregelen en stedelijke leefbaarheidsprojecten goed.
Het college bekrachtigde op 29 juni 2018 (jaarnummer 6145) de selectie van 18 projecten en vier reserveprojecten als eindresultaat van het proces “Over de Ring” onder leiding van intendant Alexander D’Hooghe. Naast deze Ringprojecten is 10,5 miljoen euro voorzien voor verder studiewerk rond onder andere het verkeerskundig systeem op de zuidoostelijke ring, tunnelveiligheid, multimodale knopen en overkappingskansen voor de volgende fasen.
De gemeenteraad keurde op 17 december 2018 (jaarnummer 788) de samenwerkingsovereenkomst goed tussen de stad Antwerpen en AG VESPA voor vier projectclusters in het noorden die direct gerelateerd zijn aan de Oosterweelverbinding. Voor de projectcluster “Zuidoostelijk bermenlandschap” (huidige naam: "Ringpark Groene Vesten"), wordt afgesproken om deze nog in onderling overleg toe te wijzen.
Het college keurde op 6 september 2019 (jaarnummer 7156) de projectdefinitie en het bestek van voor de deelopdracht 'Ringpark Groene Vesten' goed. Het college keurde goed dat AG VESPA op basis van het bestek de volledige plaatsingsprocedure van de deelopdracht 'Ringpark Groene Vesten' in eigen naam voor de vaste gedeelten en in naam van de stad Antwerpen (inclusief verzelfstandigde entiteiten) voor de voorwaardelijke gedeelten zou voeren. Het college keurde goed dat AG VESPA de uitvoering van de deelopdracht ‘Ringpark Groene Vesten’ in eigen naam en voor rekening van de stad Antwerpen zal aansturen en opvolgen tot en met de oplevering van de vaste gedeelten van de deelopdracht.
Het college keurde op 10 januari 2020 (jaarnummer 268) het projectbudget voor de eerste fase van het leefbaarheidsproject Ringpark Groene Vesten (gelijklopend met de vaste gedeelten van de ontwerpopdracht) voor een bedrag van 4.588.679,46 euro inclusief btw goed. Het projectbudget bestaat uit: ereloon ontwerpteam vaste gedeelten: 2.301.299,00 euro inclusief btw (op basis van offerte) en technische studies, in-situ proeven en coördinatie: 2.287.380,46 euro inclusief btw (geraamd bedrag).
Het college keurde op 24 april 2020 (jaarnummer 3629) goed dat AG VESPA, als gedelegeerd bouwheer van de stad Antwerpen, het 'Voorwaardelijk Gedeelte 15. Bijkomend onderzoek en ondersteuning’ van de deelopdracht 'Ringpark Groene Vesten' kan lichten tijdens de aansturing van de vaste gedeelten en binnen het toegekende taakstellend budget en dat AG VESPA tevens bevoegd is om in uitvoering van het 'Voorwaardelijke Gedeelte 15' alle nodige handelingen te stellen binnen het toegekende taakstellend budget.
Ringpark Groene Vesten
De projectcluster Ringpark Groene Vesten is een bundeling van twee projecten uit 'Over de Ring' voor een budget van 78 miljoen euro: het 'Longitudinaal Ringpark' (23 miljoen euro) en 'Bermen van Knoop tot Lemanstraat' (55 miljoen euro). De projectcontour bevat de volledige ringruimte van gevel tot gevel tussen de binnen- en de buitenstad. De uiteinden worden begrensd door de Kolonel Silvertopstraat in het westen en de Tuinwijk Borgerhout (inbegrepen) in het noorden.
De ambitie voor het 'Ringpark Groene Vesten' is de realisatie van een ambitieus en verbindend grootstedelijk bermenpark in de ringzone dat:
Het toekomstbeeld voor de zuidelijke ringweg is een zo volledig mogelijke overkapping met daaronder een gescheiden verkeerssysteem van de E19 tot de E313. Het leefbaarheidsproject ‘Ringpark Groene Vesten’ heeft de bedoeling om in afwachting daarvan al belangrijke positieve leefbaarheidseffecten te genereren voor de naburige wijken door op de leefbaarheidsmaatregelen voor lucht- en geluid en door op de modal shift met het vernieuwde ringfietspad in te zetten. Bij voorkeur zijn deze maatregelen meteen een voorbereidend werk op een toekomstige grootschalige overkapping.
In het meerjarenplan 2020-2025 is een budget van 4.588.679,46 euro ingeschreven op 2LMS010102M01459/5291630000/224 en 2LMS010102M01466/5291630000/224.
De opdracht wordt door AG VESPA in eigen naam en voor rekening van de stad Antwerpen uitgevoerd.
De districtsraad keurt bij monde van fractievoorzitters het besluit goed met 16 stemmen voor, 6 stemmen tegen en 2 onthouding.
Stemden Ja: Groen, Sp.a, PVDA, Vlaams Belang
Stemden Nee: N-VA
Hebben zich onthouden: CDenV, Open VLD
De districtsraad Borgerhout geeft volgend advies op het conceptontwerp van het project Ringpark Groene Vesten.
1. Het district Borgerhout pleit ervoor om de Ring volledig te overkappen en dringt er ten stelligste op aan om deze overkapping zo snel als mogelijk te realiseren, ook in Borgerhout, op het traject tussen het Schijnpoort en de Plantin en Moretuslei.
Concreet gaat het om volgende stappen:
• Integratie van het ‘Reserveproject Waterpark’ in de realisatie van de Oosterweelverbinding
Als dit Ringpark zou uitgesteld worden tot na 2030 (voorziene realisatie Oosterweelverbinding), zou dit afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van het totaalproject. De volledige overkapping zou dan immers verschuiven richting 2040, wat vandaag absoluut geen wervend vooruitzicht is.
Bovendien zal een uitvoering in twee fasen allicht niet alleen grote bijkomende problemen opleveren inzake de fasering van de werken (nieuwe werforganisatie en nieuwe tijdelijke maatregelen om het verkeer te organiseren), het zou waarschijnlijk ook de totale kostprijs stevig opdrijven. De kans dat daar op dat ogenblik geen of onvoldoende geld meer wordt voor gevonden is te groot, dat risico wil het district Borgerhout absoluut niet lopen.
Daarom dringt het district Borgerhout er sterk op aan om op zeer korte termijn te onderzoeken wat deze consequenties concreet zouden inhouden. Op basis van de hoger vermelde argumentatie is het district ervan overtuigd dat dit zal aantonen dat ‘meteen mee overkappen’ veel interessanter is en daarom pleit het district ervoor om Lantis zo snel mogelijk opdracht te geven om deze werkzaamheden te integreren in de huidige plannen.
• Een oplossing voor de gaten/ vermindering van lawaai- en slechte lucht
Het MER-rapport heeft bijkomende gaten opgelegd in het noordelijk deel van de R1. Op die manier wordt de ‘uitstoot van slechte lucht’ beter gespreid, maar dat kan natuurlijk niet de oplossing zijn. Daarom pleit het district er voor om Lantis de opdracht te geven op zoek te gaan naar alternatieve en innovatieve oplossingen voor de luchtbehandeling en de ventilatie (zoals dwarsventilatie i.p.v. langs-ventilatie), om de resterende gaten te beperken tot het absolute minimum (op- en afritten).
In de omgeving van de resterende gaten moeten verder de nodige maatregelen genomen worden, niet alleen om de luchtkwaliteit maximaal te verbeteren, maar ook om de geluidsoverlast met minstens 10 dB te verminderen.
Lawaai en slechte lucht kunnen het best aangepakt worden als er de keuze wordt gemaakt voor ontvlechting. Het district Borgerhout dringt aan op het verderzetten van de studie rond de ontvlechting van het verkeer.
De snelheidsbeperking op de Antwerpse Ring en op de E313/34 van het rondpunt van Wommelgem tot aan de aansluiting met de Ring moet onmiddellijk worden beperkt tot 70km/uur.
• Het ontwerp voor de Hollandse Knoop dient herzien te worden
In de omgevingsvergunning die binnenkort verleend wordt, is er nog van uitgegaan dat de Verbindingsweg aan de buitenzijde van de Ring terecht komt (kant Ten Eekhovelei), terwijl in recente scrumsessies overeengekomen is om deze aan de binnenzijde aan te leggen, tegen het waterzuiveringsstation aan. Het district ondersteunt deze beslissing .
Het district dringt er ten stelligste op aan om deze noodzakelijke ‘wijzigende vergunnings-aanvraag’ ook aan te wenden om de hele Hollandse Knoop zo compact mogelijk opnieuw te ontwerpen. Dit aangepast ontwerp moet enerzijds de overgang van het gescheiden verkeer op de R1-Zuid (nieuwe situatie ten opzichte van de vergunning) zo veilig mogelijk uitwerken, anderzijds is de koppeling met de knoop E313/E34 verder concreet uit te werken. Het (op termijn) ondergronds brengen van de E313/E34 mag alleszins niet gehypothekeerd worden.
Dit aangepast ontwerp moet uitgaan van de AMS100. De Oosterweelverbinding zal immers pas afgewerkt zijn in 2030, tegen die tijd moet ook de volledige ambitie voor de modal shift gerealiseerd worden. In combinatie met een sturingssysteem voor verkeer in de hele regio, waarbij onder meer de A102 wordt aangelegd en de Liefkenshoektunnel tolvrij gemaakt worden, moet dit tegelijkertijd de tunnelveiligheid maximaal garanderen. Dit ontwerp zal compacter en dus goedkoper zijn, de middelen die ‘bespaard worden’ kunnen mee geïnvesteerd worden in aanvullende ‘modal-shift-maatregelen’ (zoals de sneltramlijn vanuit Borgerhout, parallel aan de snelweg en een netwerk van P&R-parkings in een ruime rand rond Antwerpen, zoals bijvoorbeeld in Oelegem). Centraal voor de realisatie van de ambitie voor de modal shift zal een sterk, betrouwbaar en toegankelijk netwerk openbaar van openbaar vervoer moeten worden uitgebouwd.
2. Het Ringpark Schijnpoort is een schakel in de herontwikkeling van Borgerhout-noord
Bij de uitwerking van het ontwerp voor het Ringpark Schijnpoort moet de relatie met het ‘Park Oost’ op de huidige sporenbundel naast Spoor Oost zo sterk mogelijk uitgewerkt worden. Dat park moet mee de groentekorten in oud-Borgerhout-Noord helpen wegwerken.
In deze omgeving is ook een parkeergebouw gepland, in functie van het Sportpaleis en voor het bedrijf Imobe. De concrete inplanting van dit gebouw (tussen de Singel en de Ring, of op Spoor Oost zelf) dient ten gronde en in nauw overleg met het district te worden (her)bekeken. De toegang moet verkeersveilig zijn, zowel voor fietsers als voor auto’s. Minstens 50% van de plaatsen moet ook worden ingezet voor buurtparkeren (’s avonds en in het weekend), en dat aantal moet systematisch worden opgedreven tot 100%. Op die manier kunnen er parkeerplaatsen geschrapt worden en ruimte gewonnen in de straten van Borgerhout-Noord.
3. Rond Schijnpoort moet het ‘multimodaal knooppunt station Schijnpoort’ worden ontwikkeld
Het station Schijnpoort moet worden uitgebouwd als belangrijke stopplaats voor voorstadsverkeer op het Ringspoor. Een vlotte koppeling met de metro- en buslijnen die hier stoppen of eindigen en met (deel)fietsen, vergt de nodige overstapcapaciteit, als deel van een aantrekkelijke publieke ruimte. In het kader van het Routeplan 2030 is ook het concept van de Singeltram verder te onderzoeken.
Het district Borgerhout dringt aan op het openstellen van de premetrokoker Kerkstraat-Pothoekstraat en de realisatie van de tramverbinding over de Bisschoppenhoflaan naar Schoten.
In deze omgeving is de Singel te ontwerpen als een groene stedelijke boulevard (2x1 of 2x2, 50 km/u) met driedubbele bomenrij en extra verkeersveiligheid voor fietsers ter hoogte van de kruispunten. Voor fietsers is ook een veilige verbinding te maken over de Ring heen, vanuit Borgerhout intramuros naar het Ringfietspad en het Rivierenhof en Borgerhout extramuros.
4. Het concept ‘Groene Nerven’, voorziet blauwe-groene relaties van de wijk naar het Ringpark
Het district Borgerhout wil het concept van de ‘Groene Nerven’ ook op haar grondgebied realiseren, samen met zoveel mogelijk inwoners van Borgerhout.
De districtsraad pleit ervoor om het participatietraject opnieuw verder open te trekken naar alle buurtbewoners én naar de districtsraad, via themacommissies in elk district en via open buurtvergaderingen per project.