Volgens het decreet betreffende participatie op school en de Vlaamse onderwijsraad van 2 april 2004 (art. 9) neemt de inrichtende macht de beslissing met betrekking tot de oprichting van een schoolraad op schooloverstijgend niveau.
Op 2 april 2004 keurde het Vlaams Parlement het decreet betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad goed (B.S.06/08/2004). Dit decreet biedt de mogelijkheid om schoolraden op een schooloverstijgend niveau in te richten.
Op 24 april 2020 keurde de raad van bestuur de verlenging van de scholengemeenschappen voor het gewoon en buitengewoon basisonderwijs goed.
Op 27 maart 2020 keurde de raad van bestuur de verlenging van de scholengemeenschap voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs goed.
Op 20 december 2016 keurde de raad van bestuur de schoolraden op schooloverstijgend niveau goed voor de periode 2017-2021. Ook in de cycli daarvoor maakten het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs gebruik van de mogelijkheid, om de schoolraad op een schooloverstijgend niveau op te richten (beslissing 20120919_kworov_participatie gearchiveerd intranet AG SO).
De termijn van de huidige schoolraden loopt af in april 2021. De beslissing tot oprichting van nieuwe schoolraden dringt zich bijgevolg op. De schooloverstijgende aanpak is de meest werkbare manier om de schoolraden, als onderdeel van een ruimer participatiebeleid, te organiseren en wordt hernomen.
De schooloverstijgende aanpak is een werkbare manier om de schoolraden, als onderdeel van een ruimer participatiebeleid, te organiseren en wordt hernomen.
Voor het Stedelijk Onderwijs biedt het installeren van een participatieorgaan op schooloverstijgend niveau sterke kansen om feedback van ouders, leerkrachten en gecoöpteerden te ontvangen over de integrale werking vanuit een helikopterperspectief. Om een onoverzichtelijke overlap van participatieorganen te vermijden, is de sowieso decretaal verplichte schoolraad hiervoor een aangewezen keuze.
Een schooloverstijgende schoolraad biedt de kans tot netwerking tussen de scholen, waardoor goede praktijken kunnen uitgewisseld worden en problemen ook zonder formele inmenging van het beleid kunnen worden aangepakt. Binnen het basisonderwijs argumenteerden de schoolraden opnieuw dat zij een sterke meerwaarde ervaren van het schooloverstijgend niveau, omdat dit hen in staat stelt om lerende netwerken uit te bouwen met andere scholen, om kennis te delen en om aldus een beter inzicht te verwerven in de goede praktijken binnen en de algemene werking van het Stedelijk Onderwijs. In een schooloverstijgende schoolraad kunnen gecoöpteerden bovendien een grotere rol van betekenis spelen, omdat zij hun buurtnetwerk ten dienste van een groter aantal scholen kunnen stellen. Dit leidt tot meer gecoördineerde acties en breder gedragen adviezen.
De structuur van het Stedelijk Onderwijs zorgt ervoor dat bevoegdheden gedeeld worden tussen de school en de ondersteunende diensten. De schoolraad op een schooloverstijgend niveau sluit dichter aan bij de overkoepelde werking en bijhorende administratieve besluitvorming. Veel domeinen en processen waarvoor de schoolraad adviesbevoegdheid heeft, zijn in het Stedelijk Onderwijs de facto gecentraliseerd. Wanneer de schoolraad op schoolniveau gesitueerd zou zijn, zou de directeur regelmatig geconfronteerd worden met adviezen en bemerkingen van de schoolraad die zijn of haar bevoegdheid overstijgen. Door de schoolraad te spreiden over een groter aantal stedelijke scholen, verschuift de focus van de schoolraad van individuele beslissingen op school naar overkoepelende beslissingen waarvoor de school én de ondersteunende diensten samen de verantwoordelijkheid dragen.
Het is efficiënter voor het Stedelijk Onderwijs om adviezen van de schoolraden adequaat op te volgen als deze adviezen voortkomen uit een gedragen en gecoördineerd overleg tussen verschillende scholen. Wanneer de schoolraad voor iedere school op schoolniveau zou worden geïnstalleerd, zouden de facilitaire diensten geconfronteerd worden met een veelheid aan adviezen, die elkaar ook mogelijks tegenspreken. Een schoolraad op schooloverstijgend niveau geeft de kans aan de ouders en leerkrachten om na samenspraak tot gedeelde inzichten te komen en eenduidige adviezen aan het beleid te formuleren. Ook wanneer facilitaire diensten gevraagd worden om toelichting te komen geven over bepaalde processen, is dit qua tijdsinvestering veel haalbaarder wanneer de schoolraad op schooloverstijgend niveau wordt georganiseerd.
De noodzaak om een schoolraad op schoolniveau op te richten wordt niet gevoeld op de scholen, omdat er ook voldoende formele en informele participatievormen bestaan die dit kunnen opvangen. Wanneer het gaat om participatie op school, hebben de scholen van het Stedelijk Onderwijs ook op schoolniveau nog steeds de mogelijkheid om officiële participatieorganen op te richten (pedagogische raad, ouderraad, leerlingenraad). Vanuit de insteek van ‘samen school maken’ en ‘actief burgerschap’ blijft een brede participatie op school bovendien ook zonder het formele orgaan van de schoolraad een speerpunt voor onze schoolwerkingen. Het ontbreken van een schoolraad op schoolniveau wordt door de scholen niet als een gemis ervaren.
Omwille van de moeilijkheden in het vinden van voldoende bereidwillige kandidaten in het basisonderwijs wordt voor de periode 2021-2025 één schoolraad opgericht voor de 5 scholengemeenschappen basisonderwijs. Voor het buitengewoon en secundair onderwijs wordt de huidige organisatie behouden. Dat wil zeggen dat er een schoolraad wordt opgericht voor de scholengemeenschap van het buitengewoon basisonderwijs en een schoolraad voor de scholengemeenschap van het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs.
De oproep tot kandidaten en de verkiezing van de kandidaten wordt georganiseerd in de periode februari tot april 2021.
De bepalingen met betrekking tot de schoolraad kunnen gevonden worden in het Decreet betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad van 2 april 2004.
Uitvoering beslissing:
Taak | Verantwoordelijke | Timing |
Organisatie verkiezingen en inrichting schoolraden | directeurs, betrokken netwerkdirecteurs, en de afdelingen 'marketing en communicatie' en 'strategie en beleidsinformatie' | april 2021 |