Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020112968 |
Gegevens van de aanvrager: | tuyls isabel met als adres Korte Lobroekstraat 10 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Marbaixstraat 12 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 5 sectie E nr. 385X8 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | omvormen van een duplexappartement naar een appartement en een studio |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/06/2018: vergunning (20181204) voor het regulariseren van een eengezinswoning met kantoor (achterliggend op het perceel) | deze woning met kantoor maakt geen deel uit van de aanvraag;
- 28/11/1969: toelating (18#81493) voor verbouwing – deze toelating werd niet uitgevoerd;
- 09/05/1947: toelating (18#22702) voor gevel- en binnenveranderingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinsgebouw (hoofdgebouw straatzijde) met 2 appartementen:
- achterhuis: eengezinswoning met kantoor;
- volumetrie hoofdgebouw straatzijde:
- gevel met grijze bepleistering en rondboogvormige raamomlijstingen in baksteen;
- mansarde bekleed met leien en voorzien van dakkapel vooraan;
- voordeur in hout en doorgang voorzien van sectionaalpoort (vergunning 20181204).
Huidige toestand
- bescherming (ID: 7375) van Art Nouveauwoningen en beeldbepalend geheel van de straat;
- bescherming als stads- of dorpsgezicht (ID: 113435) van De Marbaixstraat;
- interne constructieve muur verwijderd in appartement op de 2de verdieping;
- bouwvolume ongewijzigd:
- gevel:
Gewenste toestand
- meergezinsgebouw (hoofdgebouw straatzijde) met 3 entiteiten:
- achterhuis: eengezinswoning met kantoor (maakt geen deel uit van de aanvraag);
- bouwvolume ongewijzigd:
- gevel: conform bestaande toestand;
- 2 bijkomende fietsenstalplaatsen in de hal op het gelijkvloers.
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woonentiteiten in de meergezinswoning van 2 naar 3 (de achterliggende eengezinswoning wordt buiten beschouwing gelaten);
- regulariseren van een dakterras op de 2de verdieping;
- maken van een inpandig dakterras op de 3de verdieping;
- wijzigen van de gevel:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 8 december 2020 | 24 december 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed | 8 december 2020 | 22 december 2020 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 8 december 2020 | 8 december 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 8 december 2020 | 15 december 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 8 december 2020 | 16 december 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving die gekenmerkt wordt door wonen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het volume van de woning blijft ongewijzigd en blijft verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. De dakterrassen blijven binnen het aanvaardbare volume waardoor deze gunstig geadviseerd kunnen worden
Cultuurhistorische aspecten en Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag bevindt zich in het beschermd stadsgezicht De Marbaixstraat. De straat en het geheel van voorgevels is beschermd omwille van de aanwezigheid van woningen ontworpen door Alexis Van Mechelen, Emiel Thielens, Theodoor Vermeulen, Cols en Defever, Henri Verbuecken, G. Verbeke, Smet-Verhas, Albert Gondrexon, Joan Conink-Westenberg - Daniël Rosseels, Jacques De Weerdt, Jos Bascourt en Jules Hofman die in hun tijd tot de vooraanstaande Antwerpse architecten behoorden. In de periode van 1897 tot 1913 realiseerden ze in Antwerpen een aantal Art Nouveau gebouwen. Eerst gebeurde dit in navolging van de Brusselse voorbeelden van Hankar en Horta, later volgens een eigen vormentaal waarbij het streven voorlag om de gevels als een totaalconcept te ontwerpen volgens de principes van de Art Nouveau. Tal van woningen in de De Marbaixstraat worden gezien als de reeks meest representatieve Art Nouveaugebouwen die, buiten de wijk Zurenborg, in deze periode in Antwerpen gebouwd zijn. Ze vormen een homogeen geheel dat een beeld geeft van de wijze waarop de Art Nouveau in het Antwerpse milieu geïnterpreteerd werd en evolueerde tot een eigen stijl.
Het pand waarop de aanvraag betrekking heeft maakt geen deel uit van de beschermde woningen of inventarispanden, maar omwille van de bescherming van de De Marbaixstraat als stadsgezicht werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Zij geven gunstig advies. Zij stellen dat de handelingen uit de aanvraag geen afbreuk doen aan de bescherming omdat de werken betrekking hebben op de achtergevel en het interieur. De voorgevel zou volgens het agentschap ongewijzigd blijven.
Dit is niet het geval. De gevel uit de bouwtoelating van 1947 bestaat uit een grijze simili bepleistering. De kleur van het schrijnwerk is onbekend. De aanvraag voorziet wel degelijk een gevelwijziging aangezien zowel de kleur van de gevel wijzigt (van grijs naar roze) als het materiaal (blauwe pvc).
Omwille van de bescherming van de De Marbaixstraat als stadsgezicht werd de aanvraag eveneens ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies. Ze hebben geen bezwaar voor de interne wijzigingen maar stellen wel voorwaarden aan de voorgevel, met volgende motivering:
“Gezien de ligging in beschermd stadsgezicht is het belangrijk dat de beeldwaarde van de buitenschil geen afbreuk doet aan de waarde van dit stadsgezicht. De bestaande roze kleurstelling op de voorgevel en het blauwe pvc schrijnwerk zijn geen meerwaarde voor het stadsgezicht. Het is niet duidelijk of de voorgevel in de huidige verschijningsvorm is vergund. Indien niet, dient deze uitgesloten uit de vergunning en voorzien van een neutrale kleurstelling en ingevuld schrijnwerk dat qua kleurstelling en materialisatie passend is bij een beschermd stadsgezicht.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De kleurstelling van de bezetting op de voorgevel en het schrijnwerk worden uitgesloten uit de vergunning. Het pvc-schrijnwerk wordt op termijn vervangen door houten schrijnwerk in een vormgeving geïnspireerd op het bouwplan. De gevel dient geschilderd te worden in een witte of lichtgrijze kleurstelling.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voorziet de opsplitsing van een duplexappartement in twee woonentiteiten. Vanuit de erfgoedwaarde van het gebouw valt deze opsplitsing te motiveren. De circulatie van het bestaande duplexappartement op de 2de en 3de verdieping loopt immers door de gemeenschappelijke traphal. Deze situatie voldoet niet aan het huidig wooncomfort en gebruiksgenot van een appartement (bouwcode, artikel 25). Om de circulatie binnen het duplexappartement zelf te voorzien, zou het bovenste deel van de traphal bij het duplexappartement moeten betrokken worden. De aanvrager motiveert in de beschrijvende nota dat dit afbreuk doet aan de historische waarde van de traphal, die authentiek is en bijdraagt aan de charme van het gebouw. Het afsluiten van het bovenste deel van de gemeenschappelijke traphal zou bovendien de plaatsing van een ontrokingsluik verhinderen wat de veilige evacuatie van het gebouw bij brand onmogelijk maakt. Om bovenstaande redenen motiveert de aanvrager om de 3de verdieping in te richten als studio.
Na de opsplitsing voldoen beide wooneenheden aan de minimale netto-vloeroppervlakte en beschikken beide over een private buitenruimte. Het plan van de beoogde studio is een doordacht en open plan met voldoende lichtinval.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. Het appartement op het gelijkvloers en de eengezinswoning in het achterhuis blijven ongewijzigd. Het duplexappartement wordt opgesplitst in 2 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Voor de bijkomende wooneenheid bedraagt de werkelijke parkeerbehoefte dan ook op 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een gebouw dat ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsstalplaatsen
Voor het bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 extra fietsenstallingen voorzien worden. Deze worden ingericht in de hal op het gelijkvloers.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1ste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het pvc-schrijnwerk in de voorgevel op termijn te vervangen door houten schrijnwerk in een vormgeving geïnspireerd op het bouwplan uit 1947;
3. de gevel te schilderen in een witte of lichtgrijze kleur;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Uitsluitingen
5. de kleurstelling van de bepleistering op de voorgevel en het schrijnwerk.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 november 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 8 december 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 februari 2021 |
Verslag GOA | 14 januari 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1ste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het pvc-schrijnwerk in de voorgevel op termijn te vervangen door houten schrijnwerk in een vormgeving geïnspireerd op het bouwplan uit 1947;
3. de gevel te schilderen in een witte of lichtgrijze kleur;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Uitsluitingen
5. de kleurstelling van de bepleistering op de voorgevel en het schrijnwerk.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.