2021_GR_00044 - Gemeentelijke fiscaliteit - Exploitatievergunningen taxidiensten en/of diensten voor verhuur voertuigen met bestuurder. Belastingreglement 2021-2024. Aanpassing - Goedkeuring

De inkomsten worden geraamd op basis van het aantal vergunningen voor taxidiensten en/of verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder die geldig blijven tot en met 31 december 2024. De vergunningen die in een bepaald aanslagjaar vervallen, zijn vrijgesteld van de belasting vanaf dat aanslagjaar. Voor aanslagjaar 2021 wordt er rekening gehouden met een geraamd aantal belastbare vergunningen van 137 (54.800,00 EUR), 93 vergunningen voor aanslagjaar 2022 (EUR 37.200,00 EUR) en 71 vergunningen voor aanslagjaar 2023 (28.400,00 EUR). Deze laatste vergunningen vervallen in aanslagjaar 2024 en zijn bijgevolg vrijgesteld van de belasting in aanslagjaar 2024.  

Artikel 170, §4 van de Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.

De artikelen 40, §3 en 41 lid 2, 14° van het Decreet over het lokaal bestuur: exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad om de gemeentelijke belastingen vast te stellen.

Het belastingreglement op de exploitatievergunning van taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder werd voor de laatste keer goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 september 2020 (jaarnummer 507).

Op 20 maart 2019 keurde het Vlaams parlement het decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer goed (hierna taxidecreet 2019 genoemd). Het taxidecreet 2019 maakt de uitbating van een dienst individueel bezoldigd personenvervoer onderhevig aan een voorafgaande vergunning. Bovendien is in het decreet ook bepaald dat de vergunde exploitant jaarlijks een retributie moet betalen in de gemeente waar hij vergund is. De stad Antwerpen heeft de retributie voor de vergunning opgenomen in het retributiereglement vergunning en bestuurderspas individueel bezoldigd personenvervoer. Het retributiereglement werd voor de laatste keer goedgekeurd door de gemeenteraad van 28 september 2020 (jaarnummer 507). 

Conform de overgangsbepaling in het taxidecreet 2019 kunnen de taxidiensten die reeds een vergunning hebben verkregen onder het decreet van 20 april 2001 (hierna taxidecreet 2001 genoemd), hun diensten blijven exploiteren gedurende de resterende looptijd van de lopende vergunning en zullen zij gedurende die periode worden beschouwd als straattaxi onder het taxidecreet 2019. 

Exploitanten die nog over een vergunning voor taxidiensten en/of verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder beschikken, blijven onderworpen aan het belastingreglement op de exploitatievergunningen van taxidiensten en/of diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor de resterende duur van hun vergunning. Het bestaande belastingreglement wordt aangepast zodat het in overeenstemming is met de huidige wetgeving van het taxidecreet 2019 en eveneens in overeenstemming is met het retributiereglement van 28 september 2020 (jaarnummer 507). 

In het belastingreglement op de exploitatievergunningen van taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder voor de aanslagjaren 2020 - 2025, zoals laatst goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 september 2020 (jaarnummer 507) zijn vijf verschillende tarieven voorzien: 

1. Voor de exploitatievergunning van een taxidienst: 247,04 EUR per jaar per voertuig vermeld in de akte van de vergunning. 
2. Voor de exploitatievergunning van een taxidienst die gebruik maakt van een standplaats op de openbare weg: 444,67 EUR per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning. 
3. Voor de exploitatievergunning van een dienst voor verhuur van voertuigen met bestuurder: 250,00 EUR per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning. Dit tarief wordt jaarlijks aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.
4. Voor de exploitatievergunning van een taxidienst en een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor éénzelfde voertuig: de belasting voor de exploitatievergunning van een taxidienst (247,04 EUR) vermeerderd met de belasting voor de exploitatievergunning van een dienst voor verhuur van voertuigen met bestuurder (250,00 EUR, jaarlijks aanpasbaar volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen), per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning. 
5. Voor de exploitatievergunning van een taxidienst die gebruik maakt van een standplaats op de openbare weg en een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor éénzelfde voertuig: de belasting voor de exploitatievergunning van een taxidienst die gebruik maakt van een standplaats op de openbare weg (444,67 EUR) vermeerderd met de belasting voor de exploitatievergunning van een dienst voor verhuur van voertuigen met bestuurder (250,00 EUR, jaarlijks aanpasbaar volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen), per jaar per voertuig vermeld in de akte van vergunning. 

Het taxidecreet 2001 voorzag in twee vergunningen, zijnde de exploitatievergunning van een taxidienst en de exploitatievergunning van een dienst voor verhuur van voertuigen met bestuurder. Het taxidecreet 2019 voorziet slechts in één vergunning individueel bezoldigd personenvervoer. Het belastingreglement wordt aangepast zodat het in lijn ligt met het taxidecreet 2019. Indien een voertuig is opgenomen in zowel de exploitatievergunning van een taxidienst als in de exploitatievergunning van een dienst voor verhuur van voertuigen met bestuurder, wordt de belasting voor dat voertuig voortaan slechts éénmaal toegepast. De belasting zal dus niet langer worden gecumuleerd. 

Bovendien voorziet het taxidecreet 2019 in de mogelijkheid voor een gemeente om machtigingen te verlenen voor standplaatstaxi’s. De stad Antwerpen kiest ervoor om niet te voorzien in machtigingen voor standplaatstaxi’s (2020_GR_00435). Als gevolg hiervan wordt de belasting voor een standplaats op de openbare weg verwijderd uit het belastingreglement zodat het reglement in lijn is met het retributiereglement vergunning en bestuurderspas individueel bezoldigd personenvervoer. 

Ook de tarieven van de belasting worden vereenvoudigd om meer in lijn te zijn met het taxidecreet 2019. Het tarief en de berekening van de belasting wordt als volgt bepaald in artikel 3 van het belastingreglement:

"§1. De belasting bedraagt 400,00 EUR per jaar per voertuig vermeld in de exploitatievergunning. Indien een voertuig zowel is opgenomen in de vergunning van een taxidienst als in de vergunning van een dienst voor verhuur van voertuigen met bestuurder, wordt de belasting voor dat voertuig slechts éénmaal toegepast."

Om te vermijden dat een exploitant in een bepaald aanslagjaar zowel de belasting voor de exploitatievergunning is verschuldigd als de retributie voor de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, wordt er in artikel 5 voorzien in een vrijstelling van de belasting. De vergunning die vervalt in het aanslagjaar is vrijgesteld van de belasting indien er een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer wordt aangevraagd én afgeleverd in hetzelfde aanslagjaar.

Dit belastingreglement vervangt vanaf 1 januari 2021 het voorgaande belastingreglement op de exploitatievergunningen van taxidiensten en/of diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.

De vergunningen, op basis van het taxidecreet 2001, voor taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder vervallen ten laatste in aanslagjaar 2024. Dit belastingreglement wordt bijgevolg opgeheven op 31 december 2024. 

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzingen.