Zaterdag kregen de bewoners van de onpare kant van de Ten Eekhovelei tussen de nummers 69 en 361 en die van de Bischoppenhoflaan 34 en 36 een brief in de brievenbus met het voorstel om hun huis te verkopen voor de werken aan de Ring in het kader van de Oosterweelverbinding. Het motief is de grote hinder die de werken zullen geven, maar ook het park Het Schijn dat ze daar willen aanleggen waarvoor ze “nieuwe toegangen en randbebouwing die gericht is naar het park” willen aanleggen.
Grootste kritiek die er is onder de buurtbewoners is het gebrek aan inspraak en manier van communiceren. Plots zomaar een brief in de brievenbus met een “niet verplicht” voorstel om te verkopen, maar dat hen toch het gevoel geeft met de rug tegen de muur te staan.
De vragen die we kunnen stellen:
1. Waarom werd de communicatie gevoerd met een niet-gepersonaliseerde brief? Hoe zal het stadsbestuur de buurtbewoners niet alleen op de hoogte stellen, maar ook betrekken bij het hertekenen van de buurt en de aanleg van het park?
2. Wat zal er gebeuren met de huizen van de eigenaars die niet wensen te verkopen? Hoe wordt de hinder van de werken voor hen tot een minimum beperkt? Zullen er toch aanpassingen gevraagd worden aan hun eigendom voor de aanleg van (de toegangen tot) het park?
3. Wat gebeurt er met de huurders van de panden waar de eigenaar wil verkopen? Enkel informatie om hen te helpen een nieuw pand te vinden, is onvoldoende op een Antwerpse huurmarkt die meer dan verzadigd is. Welke initiatieven voorziet de stad om te voorkomen dat deze gezinnen niet op straat komen te staan?