Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020161819 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Twee Netenstraat 7 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nr. 300Y3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning met functiewijziging van handelsgelijkvloers naar studio |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/11/2020: opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning (2020178) voor functie van wonen en drie woonentiteiten;
- 29/08/1947: vergunning (18#23308) voor gevelveranderingen aan den door den oorlogsfeiten geteisterden eigendom.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- pand van 4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
- handelsgelijkvloers en drie wooneenheden;
- volumetrie:
- materialisatie voorgevel:
Huidige toestand
- pand van 4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
- vier wooneenheden;
- volumetrie:
- materialisatie voorgevel:
Gewenste toestand
- pand van 4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
- vier wooneenheden;
- volumetrie:
- gelijkvloerse voorgevel:
Inhoud van de aanvraag
- het wijzigen van het gelijkvloers van handel naar wonen;
- vermeerderen van het aantal woningen van 3 naar 4;
- het slopen van de dichtgebouwde gelijkvloerse koer;
- het herindelen van de appartementen op de verdiepingen;
- het wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 28 december 2020 | 2 februari 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 28 december 2020 | 28 december 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 28 december 2020 | 8 januari 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen onder meer qua materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie.
de witte bepleistering rondom de verkleinde raamopening in de voorgevel op het gelijkvloers is niet in harmonie met de bestaande gevelmaterialen;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De gelijkvloerse handelsfunctie van het gelijkvloerse meergezinsgebouw wordt omgevormd naar wonen. De functiewijziging is verenigbaar met de omgeving. De omgeving van het pand wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door wonen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De schaal en het ruimtegebruik van het aangevraagde project zijn in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. De dichtgebouwde koer wordt terug vrijgemaakt en ingericht als tuin. Het pand wordt daarmee naar zijn oorspronkelijke en vergunde volumetrie teruggebracht.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gelijkvloerse winkelruimte wordt omgevormd tot een studio met een netto vloeroppervlakte van ca. 30 m² en een tuin. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project. Op een oppervlakte kleiner dan 35 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een studio. Het gelijkvloers is te klein voor een zelfstandige woning.
Bijkomend voldoen de overige drie, geacht vergunde wooneenheden van ca. 47 m² niet aan de hedendaagse oppervlakte-eisen voor een eenslaapkamerappartement (min. 60 m²) en beschikken ze niet over een buitenruimte.
De omvorming van het gelijkvloers naar een zelfstandige woning studio kan niet gunstig geadviseerd worden. De gelijkvloerse ruimte kan herbestemd worden naar wonen, maar moet toegevoegd worden aan de bovenliggende verdieping. Op die manier ontstaat een voldoende ruim appartement met een buitenruimte.
De bestaande afgeschuinde hoek ter hoogte van het inkomsas wordt rechtgetrokken, waardoor de doorgang van het openbaar domein naar de voordeur verkleint van 1 meter naar 0,80 meter. De doorgang wordt te smal om met een fiets aan de hand het gebouw te betreden.
Ook de toegang tot de fietsstalplaatsen in de kelder is niet gebruiksvriendelijk. De trap naar de kelder ligt niet in het verlengde van de gang, de trap is slechts 0,80 meter breed en de deur slechts 0,75 meter. Zowel op het gelijkvloers als in de kelder moet een bocht genomen worden in een beperkte manoeuvreerruimte.
Het inkomsas aan de voorgevel wordt niet verlicht en kan niet worden afgesloten. Dit is in strijd met artikel 14 van de bouwcode.
Bovenstaande ingrepen dragen niet bij aan het algemene gebruiksgenot van het gebouw. De aanvraag moet daarom geweigerd worden.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande en vergunde gevelopbouw wordt gekenmerkt door een winkelpui met een gevelbrede raamopening. De bovenbouw bestaat uit baksteen, vergund in rode kleur maar uitgevoerd in gele baksteen.
De etalage op het gelijkvloers wordt verkleind door een raamopening die beter aansluit bij de nieuwe woonfunctie. De dichtgemaakte gevelvlakken worden wit bepleisterd. De positie van de raamopening wordt niet afgestemd op de bovenliggende raamopening en de bepleistering is niet in harmonie met de bestaande gevelmaterialen waardoor de nieuwe voorgevel niet esthetisch verantwoord is (bouwcode, artikels 6 en 11).
Deze wijziging kan bijgevolg niet gunstig beoordeeld worden. Om de aanvraag in aanmerking te laten komen van een vergunning moet de gewijzigde gevel qua vormgeving en materiaalgebruik beter aansluiten op de architectuur van de bovengevel.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van het handelsgelijkvloers naar een bijkomende wooneenheid. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Indien de studio in aanmerking zou komen voor vergunning, levert dit een werkelijke parkeerbehoefte op van 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 meter. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het aantal bijgestelde ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. In de laatst vergunde toestand is het gelijkvloers een handelsruimte. Voor deze kleine handelsruimte (40m²) moesten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. Mocht de studio in aanmerking komen van vergunning, zou dit in deze aanvraag dus van toepassing zijn op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 december 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 28 december 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 26 februari 2021 |
Verslag GOA | 9 februari 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.