Terug
Gepubliceerd op 22/02/2021

2021_CBS_01338 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019126513. Muisbroeklaan 43 (haven 506). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/02/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Johan Hegge, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01338 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019126513. Muisbroeklaan 43 (haven 506). District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_01338 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019126513. Muisbroeklaan 43 (haven 506). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019126513

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV CARGILL (0405546706) met als contactadres Muisbroeklaan 43 bus 506 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Muisbroeklaan 43 (haven 506) 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 16 sectie C nr. 268/2

Inrichtingsnummer:

20181106-0100 (Cargill NV)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Inrichting voor het vervaardigen van oliën en vetten: verandering door wijziging, uitbreiding.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

Op 31 oktober 2019 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2019067278) voor het slopen van bestaande werkloods, verharding, hoogpanningscabine, gasstation en het rooien bomen en het bouwen van een WKK-installatie, aardgasstation en hoogspanningscabine.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 8 december 2005 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een bedrijf voor de productie van plantaardige oliën, voor een termijn verstrijkend op 8 december 2025. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen, waaronder één voor de exploitatie van een WKK-installatie (warmtekrachtkoppeling).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft hoofdzakelijk het plaatsen van een ander type WKK dan initieel vergund.

 

Aangevraagde rubrieken


Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.1.1.2°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

-2.650 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

-2.000 kVA

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

-2.600 liter

17.1.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen tot 3.000 liter;

+1.490 liter

31.1.3°

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;

+2.800 kW

39.2.1°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter;

+2.200 liter

43.1.3°

stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;

-2.800 kW

43.3.1°

het stoken in installaties, inclusief stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW tot 50 MW;

actualisatie

43.4.

installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW, met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval.

actualisatie


Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

25 januari 2021

2 februari 2021

Gunstig

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het geldende ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.

Grotendeels geldt hier eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het Kanaaldok B1 en Hansadok hebben als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Op de grens tussen deze twee dokken loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een beperkte verandering en actualisatie van de bestaande en vergunde toestand. Zo wordt een stikstoftank van 1.500 liter vervangen door een tank van 2.990 liter, wordt een ander type WKK geplaatst dan recent vergund en wordt de werking van het labo stopgezet.

De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. De nieuwe tank is vrijgesteld van vergunning (zie art. 4.3 en 4.4 van het Vrijstellingsbesluit). Voor het overige bevat de aanvraag geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Cargill produceert plantaardige olie uit koolzaad of zonnebloempitten als grondstof. De fabriek bestaat uit twee afzonderlijke afdelingen: de crushafdeling, waar de zaden worden gescheiden tot ruwe olie en meel en de raffinaderij, waar de ruwe olie wordt gezuiverd tot olie geschikt voor menselijke consumptie.

 

Op 31 oktober 2019 verleende de provincie een vergunning voor een WKK, bestaande uit een gasturbine met nageschakelde recuperatieketel (Heat Recovery Steam Generator, HRSG) met bijstook voor de aanmaak van stoom. Cargill wenst nu een ander type WKK te gaan plaatsen dan vergund (grotere gasturbine, waardoor bijstook zal verlagen). De huidige stoomketel (Loos) zal dienst doen als back-up ketel en in principe enkel overnemen bij een stoomvraag die te laag is voor de WKK. Dit heeft als gevolg dat de vergunde vermogens beperkt gaan wijzigen.

 

Meer bepaald betreft het volgende vermogens:

- vermindering generator WKK met 2.650 kVA;

- vermindering transformator met 2.000 kVA;

- uitbreiding vermogen gasturbine WKK met 2.800 kW;

- uitbreiding met tweede economiser van 2.200 liter;

- vermindering vermogen bijstookketel (HRSG) en Loosketel met 2.800 kW.

 

Er werd een vergunning verleend voor een gasturbine van het type Kawasaki GPB50D met een elektrisch vermogen van 4,72 MW. Volgens het aanvraagdossier gaf verdere analyse als resultaat dat een turbine met een hoger elektrisch vermogen een beter techno-economisch verhaal bracht. Men opteert nu voor een Solar Taurus 60 gasturbine met een elektrisch vermogen van 5,56 MW. Op vlak van elektrisch rendement komt de Kawasaki beter uit tegenover de Solar Taurus 60, maar het financieel rendement weegt hier sterk tegen op volgens het aanvraagdossier. De warmtekrachtbesparing bedraagt 49.000 MWh/j voor het gekozen type gasturbine. Deze ligt in dezelfde grootteorde als het vergunde type Kawasaki GPB50D, zijnde 49.200 MWh/j. Het voorziene type werd ook opgenomen in de eerder uitgevoerde energiestudie.

 

De voorziene WKK heeft een groter totaal nominaal thermisch ingangsvermogen. Dit type WKK heeft bovendien een hoger verwacht rookgasdebiet, waardoor de emissievrachten zullen toenemen. Door het in dienst nemen van een tweede economiser zal de rookgastemperatuur ook lager liggen (67 °C i.p.v. 95° C). Een hoger uitstootdebiet zal zorgen voor een betere verspreiding en verdunning van de rookgassen, terwijl een lagere rookgastemperatuur zal zorgen voor een beperktere pluimstijging.

 

Voor de WKK-installatie zijn de emissies van NOx het meest relevant. Het aanvraagdossier bevat een simulatie van de NOx-emissie. In de geplande situatie is de jaargemiddelde bijdrage van Cargill ter hoogte van de beoordelingspunten verwaarloosbaar. Ter hoogte van het pluimmaximum, ten noordoosten van Cargill, is de bijdrage hoger dan 3 % waardoor de bijdrage als negatief wordt beoordeeld. De te verwachten immissieconcentraties bij slechte meteorologische condities (99,79-percentiel, 18 uur op jaarbasis) zijn als beperkt negatief te kwalificeren ter hoogte van de beoordelingspunten. In het pluimmaximum is er sprake van een negatief effect.

 

De impactscore blijkt gelijk ten opzichte van de vergunde WKK. De pluimmaxima en waarden in de beoordelingspunten liggen wel iets hoger. Ten opzichte van de bestaande situatie is er echter sprake van een verbetering van de luchtkwaliteit ten gevolge van de plaatsing van de WKK en het gebruik van de huidige stoomketel als back-up. Bovendien werden de berekeningen uitgevoerd op basis van de emissiegrenswaarde voor NOx, wat dus een worst case benadering betreft volgens het aanvraagdossier aangezien de te verwachten emissies op basis van gegevens van de leverancier lager zullen liggen.

 

De installatie zal voorzien worden van een geluidsisolerende omkasting. Volgens de leverancier kunnen op 1 meter afstand van de turbine nog geluidsniveaus worden gemeten in de grootteorde van 80 à 85 dB(A). Er wordt in het aanvraagdossier gesteld dat er gezien de ruime afstand tot woon-en natuurgebieden geen geluidshinder wordt verwacht ten gevolge van de exploitatie van de WKK.

Gelet op het opgegeven geluidsniveau wordt er verwacht dat er ook in industriegebied kan voldaan worden aan de geluidsnormen. De geluidsnormen blijven evenwel onverminderd van toepassing.

 

Daarnaast wenst Cargill ook een vermindering aan te vragen van de gasflessenstockage door stopzetting van het labo. Het betreft een vermindering met 2.600 liter. De vaste houder van 1.500 liter voor stikstofgas wordt vervangen door een nieuwe vloeibare stikstoftank van 2.990 liter.

 

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet significant vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.1.1.2°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

-2.650 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

-2.000 kVA

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

-2.600 liter

17.1.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen tot 3.000 liter;

+1.490 liter

31.1.3°

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;

+2.800 kW

39.2.1°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter;

+2.200 liter

43.1.3°

stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;

-2.800 kW

43.3.1°

het stoken in installaties, inclusief stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW tot 50 MW;

actualisatie

43.4.

installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW, met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval.

actualisatie

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

21 januari 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

20 februari 2021

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V/

Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

 

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.