Terug
Gepubliceerd op 15/02/2021

2021_CBS_01155 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020148844. Scheldelaan zn. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/02/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01155 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020148844. Scheldelaan zn. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_01155 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020148844. Scheldelaan zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020148844

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

VVZRL Tijdelijke Maatschap COTU (0680813801) met als adres Laarstraat 16 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 14 sectie C nrs. 50D, 60D en 65L

Inrichtingsnummer:

20201105-0052 (Bemaling riolering Scheldelaan (B1))

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bemaling riolering Scheldelaan

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

Op 20 november 2020 verleende de Vlaamse minister een omgevingsvergunning (OMV_2020034861) voor de realisatie van de Oosterweelverbinding.

 

Voorgeschiedenis milieu

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een tijdelijke bronbemaling.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

25,68 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

25,68 m³/uur

53.2.1°b)

bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen.

616 m³/dag

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1.3°

Bijlage 2.3.1 Basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater: indelingscriterium GS voor arseen (7440-38-2), zijnde 5 µg/liter.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In toepassing van de afwijkingsmogelijkheid van artikel 4.2.3.1 3° (incl. bijlage 2.3.1.) van titel II van het VLAREM wordt de volgende lozingsnorm toegestaan voor lozingspunt “filterlijnbemaling” ter hoogte van de rechter Scheldeoever:

 

parameter

eenheid

norm

arseen

µg/liter

50

2.

Bij te stellen voorwaarde:

Bijlage 4.2.5.2. § 1. Voor de controle op de naleving van de emissiegrenswaarden (vastgesteld in de hoofdstukken 4.2. en 5.3.) wordt voor de volgende parameters de referentiemeetmethode met rapportagegrens en meetonzekerheid toegepast zoals hierna aangegeven.

 

Rapportagegrens voor minerale olie: 100 µg/liter.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In toepassing van de afwijkingsmogelijkheid van de emissiegrenswaarden vastgesteld in titel II van het VLAREM worden de volgende lozingsnormen toegestaan voor lozingspunt “filterlijnbemaling” ter hoogte van de rechter Scheldeoever:

 

parameter

eenheid

norm

C6-C10 Olie vluchtig (cyclohexaan)

µg/liter

500

C10-C40 minerale olie

µg/liter

500

 

Naleving van de toegestane lozingsnormen zal worden gecontroleerd met een frequentie zoals werd opgelegd in het monitoringsplan van BE+.

3.

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen:

  • voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) of een andere evenwaardige meetmogelijkheid;

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In toepassing van de afwijkingsmogelijkheid van artikel 4.2.5.1.1.§1 van titel II van het VLAREM wordt toegestaan dat de lozing van het bemalingswater ter hoogte van de rechter Scheldeoever niet plaatsvindt via een meetgoot. De controle van de kwaliteit van het geloosde bedrijfsafvalwater gebeurt via een schepstaal ter hoogte van de effluentstraal of het aftappunt van de waterzuivering.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

19 januari 2021

27 januari 2021

Voorwaardelijk gunstig

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

De werken zijn gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

 

De werken zijn tevens gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding - wijziging (Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015). Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan liggen de werken in een Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van wegeninfrastructuur. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing en ingrepen in functie van de verbetering van de gezondheid. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten met het oog op:

- behoud en realisatie van ecologische infrastructuur en kleine landschapselementen;

- de optimalisatie van de waterhuishouding, het beheersen van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast;

- ondergrondse aanhorigheden ten behoeve van de technische uitvoerbaarheid van de wegeninfrastructuur en geluids- en luchtbuffering

- realisatie van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer en voor dienstverkeer en nooddiensten.

De uitvoering van deze werken dient te gebeuren op een wijze die gericht is op het op het creëren, herstellen, ontwikkelen of handhaven van de levensvoorwaarden voor de inheemse flora, fauna en hun levensgemeenschappen in hun onderlinge samenhang.

 

De werken liggen tevens binnen de overdruk Werfzone. In dit gebied zijn gedurende de aanleg van de wegeninfrastructuur alle werken, handelingen en wijzigingen voor de inrichting, de exploitatie en de beveiliging van de werfzones toegelaten.

Na de realisatie van de (ongelijkvloerse) wegeninfrastructuur, is de in grondkleur aangegeven bestemming van de bestaande verordenende plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen of het onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan van toepassing en kunnen de nodige werken en maatregelen uitgevoerd worden om deze grondbestemming te realiseren en moeten de nodige werken en maatregelen uitgevoerd worden om de verstoorde aanwezige natuurwaarden te herstellen. De aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van de (ongelijkvloerse) wegeninfrastructuur bevat de nodige informatie over de toepassing van deze inrichtingsbepalingen.

In dit gebied zijn eveneens toegelaten:

-          alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, het verplaatsen en bundelen van nutsleidingen;

-          voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de passende beoordeling, alle werken, handelingen, en wijzigingen in functie van het behoud, de vervanging of de ontwikkeling van natuurwaarden in de speciale beschermingszone voor kwetsbare vogelsoorten, andere diersoorten of planten of van het beperken van de milieu-impact;

-          voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van de optimalisatie van de waterhuishouding, het beheersen van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast toegelaten voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag zijn de voormelde GRUP’s tevens van toepassing. Voor wat betreft het GRUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen zijn de bestemmingen Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijvigheid, Gebied voor waterweginfrastructuur, Gebied voor spoorinfrastructuur en overdruk Leidingstraat van toepassing.

 

Voor wat betreft GRUP Oosterweelverbinding – wijziging zijn de bestemmingen Natuurgebied, Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven nog van toepassing.

 

Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemming - voor de Schelde - Bestaande waterweg.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Voorliggende aanvraag betreft in ruime zin voorbereidende werken op de bouw van de Scheldetunnel, welke deel uitmaakt van de "Oosterweelverbinding", vergund op 20 november 2020. Meer specifiek omvat de aanvraag een bemaling waardoor een bypass van de riolering aan de Scheldelaan kan uitgevoerd worden. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

TM COTU staat in voor de bouw van de nieuwe Scheldetunnel die een belangrijk deeltraject in de realisatie van de Oosterweelverbinding vormt.

 

Voorliggende aanvraag kadert in de voorbereiding van werfactiviteiten waarbij een bypass van de riolering aan de Scheldelaan dient uitgevoerd te worden. Er wordt een filterlijnbemaling met een maximumdebiet van 616,32 m³/dag, een stationair debiet van 308,16 m³/dag en een maximaal opgepompt debiet van 27.000 m³/jaar (duurtijd 6-8 weken) voorzien. Het bemalingswater wordt geloosd in de Schelde.

 

Binnen de worst case invloedstraal van de bemaling zouden mogelijke verontreinigingen met minerale olie C10-C40 en vluchtige olie C6-C10 (cyclohexaan) aanwezig kunnen zijn. De nultoestand zal worden vastgelegd tijdens de fase van de vergunningsaanvraag en er zal eveneens een verdere monitoring uitgevoerd worden.

 

Men vraagt een bijzondere lozingsnorm aan van 500 µg/liter voor minerale olie C10-C40 en vluchtige olie C6-C10. Deze norm is gebaseerd op de norm van het effluent tijdens eerder uitgevoerde saneringswerken en op het feit dat men sinds 2014 geen gehalten aan minerale olie of vluchtige olie C6-C10 meer heeft gedetecteerd in het grondwater. Ter hoogte van de bemaling is er ook een verhoogde concentratie van arseen aanwezig. De van nature verhoogde concentraties van arseen zijn te wijten aan de aanwezigheid van glauconiet in de ondergrond. Men vraagt een lozingsnorm van 50 µg/liter voor arseen.

De impact van de lozing van minerale olie C10-C40 en vluchtige olie C6-C10 op de Schelde werd nagegaan. Er werd in de impactstudie besloten dat deze lozing een verwaarloosbaar tot een zeer beperkt negatief effect zal hebben op de Schelde. Voor arseen bedraag het indelingscriterium 5 µg/l, de gevraagde norm bedraagt 10 maal het indelingscriterium.

 

Men vraagt verder een bijstelling van artikel 4.2.5.1.1.§1 van VLAREM II dat stel dat er een meetgoot geplaatst moet worden. De exploitant argumenteert dat een meetgoot niet noodzakelijk is gelet op het tijdelijk karakter van de werken. Bovendien wordt er met behulp van peilbuizen een nulmeting uitgevoerd en zal het effluent bemonsterd worden op minerale en vluchtige olie.

 

De gevraagde lozingsnormen en bijstelling van de plaatsing van de meetgoot kunnen verleend worden.

 

Men vermoedt dat het bemalingswater zonder zuivering in de Schelde kan geloosd worden (indelingsrubriek 3.4.2), maar voor de zekerheid vraagt men ook al de zuivering van het bemalingswater aan (rubriek 3.6.3) voor het geval de lozingsnormen toch niet gehaald zouden kunnen worden. Indien er een waterzuivering noodzakelijk is, wordt er een KWS-afscheider met coalescentiefilter en 2 actieve koolfilters geplaatst.

 

De filterlijnbemaling heeft een maximale invloedstraal van 67 meter. Deze invloedstraal reikt tot in het GEN-gebied ‘Slikken en schorren langsheen de Schelde’ en het Habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’. De impact (verdroging) van de bemaling kwam reeds aan bod in het project-MER van de Oosterweelverbinding. De Schelde is bepalend voor de waterhuishouding van deze gebieden waardoor er geconcludeerd wordt dat er geen aanzienlijke effecten op het Habitatrichtlijngebied zijn, noch er onvermijdbare of onherstelbare schade optreedt ten opzichte van het GEN-gebied.

 

In het subadvies van 27 januari 2021 van het Havenbedrijf Antwerpen wordt nog gewezen op de ligging (deels) in een netwerk van ecologische infrastructuur waar Bijenorchis voorkomt. Deze soort is gevoelig voor wijzigingen in de grondwatertafel en moet beschermd worden tegen vernieling en beschadiging. De exploitant moet bij het uitvoeren van de bemalingswerken de nodige maatregelen nemen ter bescherming van deze soort. Voor de aanduiding en of fysieke afbakening van de zone kan de aanvrager contact opnemen met Natuurpunt of het Havenbedrijf Antwerpen.

Het is aangewezen om dit op te leggen als bijzondere voorwaarde.

 

Uit het dossier blijkt dat dat de zettingsberekeningen binnen de toegelaten normen blijven.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

25,68 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

25,68 m³/uur

53.2.1°b)

bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen.

616 m³/dag

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De exploitant moet bij het uitvoeren van de bemalingswerken de nodige maatregelen nemen ter bescherming van Bijenorchis. Voor de aanduiding en of fysieke afbakening van de zone waar deze soort voorkomt, kan de aanvrager contact opnemen met Natuurpunt of het Havenbedrijf Antwerpen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

15 januari 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

14 februari 2021

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarde:


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde

1.

De exploitant moet bij het uitvoeren van de bemalingswerken de nodige maatregelen nemen ter bescherming van Bijenorchis. Voor de aanduiding en of fysieke afbakening van de zone waar deze soort voorkomt, kan de aanvrager contact opnemen met Natuurpunt of het Havenbedrijf Antwerpen.



Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

dienst
taak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.