Terug
Gepubliceerd op 08/02/2021

2021_CBS_00910 - Omgevingsvergunning - OMV_2019147671. Bosuil 98-99. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/02/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00910 - Omgevingsvergunning - OMV_2019147671. Bosuil 98-99. District Deurne - Goedkeuring 2021_CBS_00910 - Omgevingsvergunning - OMV_2019147671. Bosuil 98-99. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019147671

Gegevens van de aanvrager:

NV BOUWWERKEN PEETERS met als contactadres Gallifortlei 136 te 2100 Antwerpen en Kris Peeters met als adres Gallifortlei 136 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Bosuil 98 - 99 te 2100 Deurne

Kadastrale gegevens:

afdeling 29 sectie A nrs. 569E4 en 569F4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een meergezinswoning met 6 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          betreft een braakliggend terrein.

 

Vergunde en huidige toestand

 

-          inrichting: een onbebouwd perceel in woongebied gekenmerkt door besloten bebouwing waarvan de aanpalende percelen zowel links als rechts bestaat uit meergezinswoningen van 4 bouwlagen met een teruggetrokken daklaag.

 

Gewenste toestand

 

-          functie:

  • bouwen van een meergezinswoning met 6 wooneenheden:
  • met betrekking tot de nieuwe wooneenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:

-          op de gelijkvloerse verdieping wordt 1 twee-slaapkamerappartement voorzien met een netto-vloeroppervlakte van circa 82 m² en met een private buitenruimte van circa 124 m²;

-          op de 1ste verdieping wordt 1 twee-slaapkamerappartement voorzien met een netto-vloeroppervlakte van circa 82 m² en met een private buitenruimte van circa 15 m²;

-          op de 1ste en 2de verdieping wordt een duplex twee-slaapkamerappartement voorzien met een netto-vloeroppervlakte van circa 80 m² en met een private buitenruimte van circa 7 m²;

-          op de 2de verdieping wordt 1 twee-slaapkamerappartement voorzien met een netto-vloeroppervlakte van circa 80 m² en met een private buitenruimte van circa 7 m²;

-          op de 3de en 4de verdieping bevinden zich 2 duplex twee-slaapkamerappartementen van circa 85 m² met twee terrassen van elk circa 9 m²;

-          de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt 82 m²;

-          bouwvolume:

  • gebouw van drie verdiepingen met een teruggetrokken daklaag;
  • bouwdiepte van 13 m over drie verdiepingen met een teruggetrokken daklaag 4 m verwijderd van de kroonlijst aan de voorgevel en 3 m aan de achtergevel;

-          gevelafwerking:

  • de voorgevel wordt voorzien van een paramentsteen in grijs/beige kleur;
  • het buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium;

-          inrichting: de nieuwbouw vervolledigt de gevelrij met meergezinswoningen.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          bouwen van een meergezinswoning met 6 wooneenheden.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

22 december 2020

26 januari 2021

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

22 december 2020

6 januari 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

22 december 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

PROXIMUS

22 december 2020

23 december 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

22 december 2020

22 december 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

22 december 2020

5 januari 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

 

  • artikel 21 Verticale plateauliften:

de liftschacht heeft een netto oppervlakte van 1,65 m x 1,75 m deze dient conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid minstens 1,65 m x 1,80 m te zijn;

  • artikel 24 Draairuimte:

de toegangsdeuren tot de wooneenheden dienen integraal toegankelijk te zijn. Ze liggen echter te diep in het vlak. De diepte van de klink in de deuropening mag maximaal op 0,20 m gelegen zijn. Bij manueel te bedienen deuren moet de buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte aan de trekzijde van de deur, het draaivlak van de deur raken en moet de buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van de deur, het gesloten deurvlak raken;

  • artikel 25 Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur:

aan de trekzijde van de deur dient een vrije breedte van 0,45 m behouden te worden voor de bediening van de deur. Deze is niet aanwezig bij de voordeur.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 26 Afvalverzameling:

er is een ruimte voor afvalverzameling aanwezig maar het is onduidelijk of deze voorzien is van verluchting;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

er is te weinig plaats per fiets;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er worden slechts 2 autostalplaatsen voorzien;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de aansluitpunten van de RWA en de DWA zijn ter hoogte van de rooilijn te ver uiteen gelegen;

  • artikel 43 Septische putten:

er werd geen inhoud vermeld bij de nieuwe te plaatsen septische put. Deze moet qua dimensionering voldoen aan dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het bouwen van een meergezinswoning met in totaal 6 wooneenheden en is gelegen in de Bosuil. Aan de straatkant van de aanvraag zijn er voornamelijk  meergezinswoningen aanwezig. De aanvraag is dus functioneel inpasbaar in de omgeving. Aan de overzijde van het plein is een groenzone aanwezig, aansluitend aan het Bosuilplein.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Momenteel betreft het perceel een braakliggend terrein. Aan de linkerzijde en rechterzijde zijn meergezinswoningen aanwezig met 4 bouwlagen en teruggetrokken daklaag. De voorliggende aanvraag voorziet in hetzelfde bouwvolume. De bouwdieptes van de aanliggende percelen worden op elke verdieping gevolgd. Het bouwvolume past zich in het geheel in en overschrijdt de schaal van de omgeving niet. Er wordt bijgevolg ingestemd met het bouwvolume zoals voorgesteld.

 

De voortuin wordt verhard en voorzien van twee parkeerplaatsen. Het verharden van de voortuin is in principe strijdig met artikel 27 van de bouwcode. In de voorbespreking van de aanvraag werd gemeld dat ondergronds parkeren en parkeren in de tuinzone niet wenselijk is. Om toch in enkele parkings te voorzien werd toegelaten om het parkeren deels op te vangen in de voortuin. Bijgevolg kan een afwijking worden toegestaan op artikel 27 om zo toch in enkele parkings op het eigen terrein te kunnen voorzien.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voorgevel wordt voorzien van een grijs/ beige gevelsteen en buitenschrijnwerk in donkerbruin/ zwart. De gevelsteen wordt tussen de verdiepingen verticaal geplaatst om zo het gevelbeeld visueel interessanter te maken. De achtergevel wordt in dezelfde materialen voorzien. De aanvraag past daarmee in de omgeving.
 

De voorgevel is voorzien van een geveluitsprong op de 1ste, 2de en 3de verdieping en daardoor strijdig met artikel 13 van de bouwcode. Deze voorgeveluitsprong betreft echter slechts 50 cm en is gelijkaardig aan de voorgeveluitsprong van de linkeraanpalende. Bovendien sluit de voorgevel niet onmiddellijk aan op de straatzijde, waardoor de hinder voor gebruikers van het openbaar domein beperkt is. Bijgevolg kan een afwijking op artikel 13 worden toegestaan.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De planindeling is eerder niet functioneel ingericht en op verschillende verdiepingen zijn er eerder smalle en kleine ruimten aanwezig. Zo is inkomsas zeer smal en lang waardoor er ruimte verloren gaat, is de badkamer van de 2de slaapkamer op het gelijkvloers zeer klein, hebben sommige slaapkamers een onlogische L-vorm of zijn de leefruimtes op een eerder onlogische plaats gesitueerd.

 

Op het plan is het onduidelijk of de afvalverzameling op het gelijkvloers voorzien is van een verluchting. Volgens artikel 26 van de bouwcode dient dit voorzien te worden. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde.

 

De aansluiting van het RWA en DWA zijn ter hoogte van de rooilijn te ver gelegen van elkaar. Deze aansluitpunten mogen hoogstens 0,50 m uit elkaar gelegen zijn. In voorwaarden wordt opgenomen om de aansluitingspunten conform artikel 41 van de bouwcode uit te voeren.

 

De septische put in de voorliggende aanvraag heeft geen vermelding van een inhoud. Volgens artikel 43 van de bouwcode dient de inhoud minimaal 5.300 liter te hebben (1-5: 2.000 liter + 6-10: 1.500 liter + 11-18: 1.800 liter). Dit wordt opgelegd als voorwaarde in de vergunning.

 

Inzake toegankelijkheid dient de aanvraag te voldoen aan de volgende bepalingen:

 

-          De liftschacht dient een netto-vloeroppervlakte van minstens 1,65 m x 1,80 m te hebben en dient deuren te hebben van minimaal 0,90 m breed. De binnenafmetingen van de kooi dienen 1,40 m x 1,10 m te zijn. Dit wordt conform artikel 21 van de verordening toegankelijkheid als voorwaarde opgelegd.

-          De publiek toegankelijke zijde van de deuren die toegang bieden tot de wooneenheden, dienen integraal toegankelijk te zijn. Ze liggen echter te diep in het vlak. De diepte van de klink in de deuropening mag maximaal op 0,20 m gelegen zijn. Langs de duwzijde kan dit opgelost worden door de deur niet in het vlak van de binnenmuur te plaatsen maar meer naar de voorzijde (richting duwzijde). Dit wordt conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid als voorwaarde opgelegd.

-          Aan de trekzijde van de deuren aan de zijde van de publieke delen dient een vrije breedte van 0,45 m behouden te worden voor de bediening van de deur. Deze is niet aanwezig bij de voordeur en dient conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid uitgevoerd te worden.

 

Inzake veiligheid en privacy voldoet het voorgestelde met de geldende regelgeving. Er worden geen storende elementen verwacht.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 8 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een meergezinswoning met 6 appartementen.

6 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,35: 6 x 1,35 = 8,1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 8.

 

De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er worden 2 parkeerplaatsen ingericht in de voortuin.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

 

Dit perceel betreft een eerder klein perceel. Gezien de grootte van het perceel is ondergrond parkeren niet mogelijk. Parkeren in de tuinzone achteraan is niet wenselijk. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 8 – 2 = 6.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 6 plaatsen.

 

 

Fietsvoorziening

 

Voor de appartementen dienen er in totaal 18 fietsstalplaatsen voorzien te worden (6 appartementen met 2 slaapkamers = 6 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 18). Er worden 18 fietsstalplaatsen voorzien die te bereiken zijn via de oprit. Om de bereikbaarheid te garanderen moet er tussen de parkeerplaatsen op de oprit steeds een vrije doorgang zijn van minstens 1 m breed. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

 

Verder is de fietsstalplaats die voorzien wordt eerder klein. Voor 18 fietsen dient de minimale oppervlakte 27 m² te bedragen. De fietsstalplaats die voorzien wordt heeft een oppervlakte van circa 22 m². Dit is te klein. Ook dient er om comfortabel te kunnen stallen een vrije ruimte van minstens 1,70 m aanwezig te zijn achter de fietsen. Deze ruimte is momenteel slechts 1,60 m voor de meest uitstekende fietsen. Als voorwaarde wordt opgenomen om de fietsstalplaats te vergroten tot minimaal 27 m² en achter elke fiets een vrije ruimte van minimaal 1,70 m te voorzien. Voorgesteld wordt om naar de linkerzijde uit te wijken zonder de inkomzone te versmallen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de afvalberging op het gelijkvloers voorzien van een verluchting, conform artikel 26 van de bouwcode;

3.      de aansluitingspunten van de RWA en DWA dienen dichter tegen elkaar te liggen, conform artikel 41 van de bouwcode;

4.      de inhoud van de septische put dient minimaal 5.300 liter te bedragen, conform artikel 43 van de bouwcode;

5.      de liftschacht dient een netto-vloeroppervlakte van minstens 1,65 m x 1,80 m te hebben en dient deuren te hebben van minimaal 0,90 m breed. De binnenafmetingen van de kooi dienen 1,40 m x 1,10 m te zijn, conform artikel 21 van de verordening inzake toegankelijkheid;

6.      de diepte van de klink in de deuropening van de wooneenheden langs de publieke zijde mag maximaal op 0,20 m gelegen zijn, conform artikel 24 van de verordening inzake toegankelijkheid;

7.      aan de trekzijde van de voordeur dient er een vrije breedte van 0,45 m voorzien te worden, conform artikel 25 van de verordening inzake toegankelijkheid;

8.      tussen de parkeerplaatsen op de oprit dient steeds een vrije doorgang te zijn van minstens 1 m breed;

9.      de fietsstalplaats op het gelijkvloers vergroten tot minimaal 27 m² en minimaal 1,70 m² vrije ruimte voorzien achter elke fiets, conform artikel 29 van de bouwcode;

10.  te voldoen aan de voorwaarden opgesteld door Aquafin nv;

11.  te voldoen aan de voorwaarden opgesteld door Proximus;

12.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 november 2020

Volledig en ontvankelijk

22 december 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 februari 2021

Verslag GOA

29 januari 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de afvalberging op het gelijkvloers voorzien van een verluchting, conform artikel 26 van de bouwcode;

3.      de aansluitingspunten van de RWA en DWA dienen dichter tegen elkaar te liggen, conform artikel 41 van de bouwcode;

4.      de inhoud van de septische put dient minimaal 5.300 liter te bedragen, conform artikel 43 van de bouwcode;

5.      de liftschacht dient een netto-vloeroppervlakte van minstens 1,65 m x 1,80 m te hebben en dient deuren te hebben van minimaal 0,90 m breed. De binnenafmetingen van de kooi dienen 1,40 m x 1,10 m te zijn, conform artikel 21 van de verordening inzake toegankelijkheid;

6.      de diepte van de klink in de deuropening van de wooneenheden langs de publieke zijde mag maximaal op 0,20 m gelegen zijn, conform artikel 24 van de verordening inzake toegankelijkheid;

7.      aan de trekzijde van de voordeur dient er een vrije breedte van 0,45 m voorzien te worden, conform artikel 25 van de verordening inzake toegankelijkheid;

8.      tussen de parkeerplaatsen op de oprit dient steeds een vrije doorgang te zijn van minstens 1 m breed;

9.      de fietsstalplaats op het gelijkvloers vergroten tot minimaal 27 m² en minimaal 1,70 m² vrije ruimte voorzien achter elke fiets, conform artikel 29 van de bouwcode;

10.  te voldoen aan de voorwaarden opgesteld door Aquafin nv;

11.  te voldoen aan de voorwaarden opgesteld door Proximus;

12.  na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.