2021_CBS_00706 - Omgevingsvergunning - OMV_2020108265. Pervijzestraat 37. District Berchem - Weigering

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Door de aanvrager werd niet gemeld dat de affiche werd uitgehangen. Hierdoor kan niet beoordeeld worden of het openbaar onderzoek regelmatig is verlopen. 

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1.   de gemeentelijke projecten;

2.   andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 29 januari 1998 werd er een vergunning verleend aan Dexco bvba voor een periode van 20 jaar (MV1997/594).

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de exploitatie van een funerarium.

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Er vinden bestaande en nieuwe vergunningsplichtige wijzigingen plaats. Deze hadden via een gemengde procedure aangevraagd moeten worden.

De stedenbouwkundige aspecten worden negatief geadviseerd:

-     De bestaande gewijzigde gevel is niet in harmonie met de bebouwing in de omgeving en er vindt gevelvervlakking plaats. Dit wordt negatief geadviseerd.

-     Er werd onvoldoende informatie aangeleverd om de stedenbouwkundige aspecten van de gewijzigde interne indeling te kunnen beoordelen.

-     Het voorzien van een laad- en loszone in de voortuinstrook wordt negatief geadviseerd.

-     Het voorzien van bijkomende verharding in de voortuinstrook (met uitzondering van de strikt noodzakelijke paden) wordt negatief geadviseerd.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Het funerarium bestaat reeds sinds 1998 maar aangezien de vergunning verlopen is, betreft dit een nieuwe aanvraag.

Het funerarium is als volgt ingedeeld:

-     een plaats bestemd voor het in- en uitladen van de lijken;

-     een lokaal bestemd voor de lijkverzorging;

-     een gekoelde bewaarruimte voor de lijken, voorzien voor het plaatsen van 9 overleden personen;

-     een lokaal bestemd voor het opbaren van de lijken;

-     een wachtkamer met een vestiaire en een toilet.

Het lokaal voor laden en lossen bevindt zich aan de noordoostelijke zijde van het uitvaartcentrum. De lijkwagen rijdt tot aan de deuropening van het lokaal voor het laden en lossen van lijken. Het laden en lossen wordt aan het zicht onttrokken door middel van de kofferklep van de lijkwagen en door een schutting die aan beide zijden van de parkeerplaats voor de lijkwagen zal aangebracht worden. Of de kofferklep van de lijkwagen voldoende afscherming biedt tijdens het laden en lossen is nog maar de vraag. Niet alle lijkwagens beschikken over een kofferklep die omhoog draait en een ondoorzichtig raam.

De te plaatsen schutting staat niet vermeld op de plannen. Er kan ook niet met zekerheid gesteld worden dat de plaatsing van deze schutting stedenbouwkundig aanvaardbaar is en voldoende belemmering veroorzaakt van het zicht tijdens het laden en lossen. Deze stedenbouwkundige handeling werd niet aangevraagd waardoor deze niet ten gronde kon beoordeeld worden. Doordat het laden en lossen op een andere plaats voorzien wordt dan ten tijde van de vervallen vergunning, zijn de stedenbouwkundige handelingen onlosmakelijk verbonden met de ingedeelde inrichtingen en activiteiten en dienden deze gelijktijdig met de exploitatie aangevraagd te worden in dezelfde omgevingsvergunningsaanvraag.

Het lokaal bestemd voor het opbaren van de lijken heeft een afzonderlijke ingang voor de bezoekers en is volledig gescheiden van de lokalen bestemd voor de lijkverzorging en -bewaring.

Er worden wekelijks gemiddeld 2 à 3 lijken verzorgd en bewaard. Er is plaats om maximaal 40 mensen te ontvangen. In de praktijk betreffen het doorgaans kleinschalige ceremonies met minder aanwezigen.

Het geproduceerde bedrijfsafvalwater is afkomstig van het reinigen van het lokaal bestemd voor lijkverzorging en de gekoelde bewaarruimte en bedraagt maximaal 0,01 m³/uur (of 0,025 m³/dag of 5 m³/jaar). Het afvalwater passeert een reukafscheider alvorens geloosd te worden in de openbare riolering.

Het lozen van huishoudelijk afvalwater (< 50 m³/jaar), de koel- (4 kW) en verwarmingsinstallatie (25 kW) en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (< 50 kg) zijn niet ingedeelde activiteiten.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Op basis van de ingediende plannen kan niet voldaan worden aan de sectorale voorwaarden en blijkt dat eveneens stedenbouwkundige handelingen dienden aangevraagd te worden. Gezien het onlosmakelijke verband van de uitgevoerde stedenbouwkundige handelingen en de aangevraagde ingedeelde inrichtingen dient de aanvraag dan ook geweigerd te worden.

Geadviseerde rubrieken

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.