2021_CBS_00704 - Omgevingsvergunning - OMV_2020136985. Plantin en Moretuslei 106, 108 en 108A. District Antwerpen - Goedkeuring

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 19 juni 2020 werd er een vergunning verleend voor de exploitatie van twee tijdelijke bronbemalingen ter hoogte van de Plantin en Moretuslei te 2018 Antwerpen (OMV_2020023776).

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de vervanging van vergunning OMV_2020023776 voor de exploitatie van twee tijdelijke bronbemalingen.

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Geen bezwaar aangezien er geen stedenbouwkundige impact is.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De projectsite bevindt zich tussen de Plantin en Moretuslei, de Rolstraat en de Magdalenastraat. Het project wordt uitgevoerd in 2 fasen waarbij in fase 1 slechts één ondergronds niveau is voorzien en in fase 2 twee ondergrondse niveaus worden uitgevoerd.

Bij de opmaak van de bemalingsstudie van vergunning OMV_2020023776 werd er uitgegaan van een grondwaterpeil van +0,5 mTAW. Dit peil werd opgemeten tijdens een bodemonderzoek uitgevoerd op 24 oktober 2019 en nadien bevestigd op 25 januari 2020. Door de bouwheer werd in april 2020 een extra peilbuis op de site geïnstalleerd. Bij de start van de meting bevond het grondwaterpeil in deze peilbuis zich op +0,70 mTAW. Sindsdien wordt er een continue stijging van het grondwaterpeil geregistreerd (wat in strijd is met algemene grondwaterdaling die is opgetreden tijdens de voorbije droogteperiode). Midden oktober bevond het grondwaterpeil zich reeds op +1,30 mTAW.

De mogelijke oorzaak van deze onverwachte grondwaterstijging werd nagegaan. Mogelijk kan deze te wijten zijn aan de stopzetting van de bemaling van de Argenta site in de Lamorinièrestraat.

Volgens de isohypsenkaart van de te verwachten grondwaterdaling op het einde van de bemalingsperiode van het project in de Lamorinièrestraat, zou er mogelijk een verlaging gecreëerd zijn van circa 1,2 m ter hoogte van de peilput aan de Delhaize site. Het is mogelijk dat het grondwaterpeil zich dus aan het herstellen is van deze grondwaterdaling. Het feit dat deze stijging slechts traag optreedt, kan veroorzaakt worden door de aanwezigheid van de wanden langs de spoorlijnen die zijn aangebracht tot in de Boomse klei. Deze creëren een tijdelijke barrière voor de grondwaterstroming. Het herstellen van het grondwaterpeil moet plaatsvinden via de achterloopsheid van de wanden.

Uitgaande van de gemeten grondwaterstand op +0,50 mTAW tijdens de actieve fase van deze bemaling en de mogelijke te verwachten stijging van 1,2 m, zou het grondwaterpeil nog verder kunnen stijgen naar circa +1,70 mTAW. De nieuwe berekeningen werden dan ook uitgevoerd met deze mogelijk hogere grondwaterstand.

Fase 1

Fase één betreft een algemene verlaging van het grondwater voor de vloerplaat met daarbij enkele lokale filterkaders voor de realisatie van het sprinklerbassin, de pompput en de liftputten.

Er wordt rekening gehouden met een marge van 15% op de berekende debieten zodat het totale waterbezwaar 46.730 m³/jaar en het dagdebiet 991,2 m³/dag bedraagt. De totale bemalingsduur voor fase één wordt geschat op 5 maanden.

De stationaire invloedstraal van fase één bedraagt circa 200 meter. De verschillende OVAM-dossiers die binnen deze straal vallen, werden in de aanvraag besproken. Er zijn geen negatieve effecten te verwachten ter hoogte van de bij OVAM gekende dossiers.

Fase 2

Fase twee wordt uitgevoerd binnen een hydraulisch afgesloten bouwput met dieptebronnen of filters waarbij enkel het geborgen water, de lek door de wanden en de neerslag die in de bouwput valt, moeten bemaald worden. Het debiet per uur van het geborgen water is afhankelijk van de tijd die men neemt om dit water weg te pompen.

Er wordt rekening gehouden met een marge van 50% op het lekdebiet zodat het totale waterbezwaar 34.403 m³/jaar bedraagt. De totale bemalingsduur wordt geschat op één jaar.

Aangezien het totale waterbezwaar van fase één groter is dan van fase twee wordt dit jaardebiet aangevraagd. Fase twee wordt pas gestart als fase één is afgerond. Beide fases zullen ook in een apart kalenderjaar gestart worden. Fase één zal vermoedelijk plaatsvinden in februari 2021 en fase twee in april 2022 (of 2023). Dit kan echter nog wijzigen. 

Grondwateranalyse

Staalname van het grondwater op de projectsite op 15 januari 2020 toonde aan dat er een overschrijding is van de indelingscriteria (IC) voor arseen, lood, nikkel, zink en minerale olie. Er worden lozingsnormen aangevraagd van 10 x IC. Dit werd voorgelegd aan VMM afvalwater.

Regelmatige controle van de kwaliteit van het bemalingswater is dan ook noodzakelijk. Indien deze lozingsnormen overschreden worden dient er een waterzuivering geplaatst te worden. Rubrieken 3.4.2 en 3.6.3.2 worden om die reden allebei aangevraagd. De lozing gebeurt in de gemengde riolering die aangesloten is op de RWZI Antwerpen/Deurne.

Bij een recentere staalname op 20 april 2020 werden er geen overschrijdingen van de indelingscritria meer vastgesteld.

Het saneringscontract dat afgesloten werd met Aquafin voor de eerste vergunning werd aan de aanvraag toegevoegd. De vermelde debieten kloppen echter niet meer. Er zal bijgevolg een nieuw contract moeten afgesloten worden.

MER-screening:

Voorliggend project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria (bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid) doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen. De vergunning kan toegekend worden voor een periode van twee jaar vanaf de start van de werken.

Geadviseerde rubrieken

Gecoördineerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.