Terug
Gepubliceerd op 08/03/2021

2021_CBS_01731 - Omgevingsvergunning - OMV_2020151196. Terninckstraat 15. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 05/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01731 - Omgevingsvergunning - OMV_2020151196. Terninckstraat 15. District Antwerpen - Weigering 2021_CBS_01731 - Omgevingsvergunning - OMV_2020151196. Terninckstraat 15. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020151196

Gegevens van de aanvrager:

de heer Erik Huybrechts met als adres Esdoornlaan 3 te 9250 Waasmunster

Ligging van het project:

Terninckstraat 15 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 4 sectie D nr. 1989N

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van de functiewijziging van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 3 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          19/12/2018: proces-verbaal (11002_2019_8369_APO) voor het wijzigen van het aantal woongelegenheden; rechtgezet 08/10/2019;

-          03/07/2015: weigering (2015813) voor het afbreken van een bestaande woning met behoud van de voorgevel en het oprichten van een meergezinswoning met integratie van de bestaande voorgevel;

-          08/12/1961: toelating (18#43320) voor het afbreken hofmuur en plaatsen nieuwe afsluiting;

-          25/08/1899: toelating  (1899#1330) voor het bouwen van een huis.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie en bouwvolume:

  • eengezinswoning opgevat als rijwoning met achteruitgang in de Bervoetstraat;
  • omvat drie traveeën, een souterrain en twee bouwlagen onder een leien mansardedak;
  • eengezinswoning met een bruto-vloeroppervlakte van circa 588 m²;

-          gevelafwerking:

  • de lijstgevel is opgebouwd uit lichte baksteen in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de gevelplint en witte natuursteen voor de erker, vensteromlijstingen, friezen, waterlijsten en medaillons;
  • horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, beantwoordt de compositie aan een asymmetrisch opzet.

 

Huidige toestand

 

-          vaststelling (ID: 6233) van Hotel Eugène Dupont als bouwkundig erfgoed Vlaanderen;

-          functie: meergezinswoning met 5 wooneenheden waarvan:

  • een twee-slaapkamerappartement op de gelijkvloerse verdieping en een duplex studio;
  • een twee-slaapkamerappartement op de eerste verdieping;
  • een twee-slaapkamerappartement op de tweede verdieping en een studio;

-          bouwvolume: conform vergunde toestand met toevoeging van dakterrassen op de eerste en tweede verdieping.

-          gevelafwerking:

  • het schrijnwerk in de voorgevel werd zonder vergunning vervangen door grijskleurig aluminium buitenschrijnwerk;
  • de oorspronkelijke voordeur bleef behouden;
  • de achtergevel werd bepleisterd in een grijze kleurstelling met pvc-schrijnwerk;
  • de dakafwerking werd vernieuwd en de kroonlijst werd doorbroken aan de achtergevel;

-          inrichting:

  • in de tuinzone zijn drie parkeerplaatsen voorzien;
  • er bevindt zich een septische put in de tuinzone onder het maaiveld van 4.500 liter;

 

Gewenste toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 3 wooneenheden:

  • een duplex drie-slaapkamerappartement op de gelijkvloerse en tussenverdieping met een netto-vloeroppervlakte van circa 130 m² met een buitenruimte van circa 100 m²;
  • een twee/drie-slaapkamerappartement op de eerste verdieping met een netto-vloeroppervlakte van circa 112 m² met een private buitenruimte van circa 9 m²;
  • een drie-slaapkamerappartement op de tweede verdieping met een netto-vloeroppervlakte van circa 101 m² en een private buitenruimte van circa 11 m².

-          bouwvolume:

  • de kroonlijst wordt doorbroken aan de achtergevel door het toevoegen van een dakkapel (uitbouw linkerzijde);
  • het terras op de tussenverdieping wordt gesupprimeerd;
  • bouwen van een parkeergarage (garagebox);

-          gevelafwerking:

  • schrijnwerk in de voor- en achtergevel (regularisatie);
  • bepleisterde achtergevel in een licht grijze kleurstelling (regularisatie);

-          inrichting: er wordt een nieuwe scheidingsmuur van 2,80 m gebouwd aan de Bervoetstraat met een toegangsdeur en toegangspoort tot een parkeergarage.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          regulariseren van de functiewijziging van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 3 wooneenheden;

-          regulariseren van het schrijnwerk in de voor- en achtergevel;

-          regulariseren van het bepleisteren van de gevel;

-          toevoegen van een dakkapel;

-          voorzien van terrassen;

-          bouwen van een garagebox;

-          bouwen van een nieuwe scheidingsmuur.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 december 2020

21 december 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

7 december 2020

7 december 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

7 december 2020

16 december 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

7 december 2020

14 december 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

7 december 2020

23 februari 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

 

-          artikel 2.1.1 Culturele, historische en/of esthetische waarde:

de erfgoedwaarde van het pand wordt niet enkel gedefinieerd door de voorgevel, maar mede door de achterliggende structuur met kenmerkende indeling en waardevolle interieurelementen. Valorisatie van zowel in- als exterieur is de enige optie. Het schrijnwerk in de voorgevel werd vervangen door aluminium schrijnwerk. Het interieur werd grotendeels verwijderd zonder stedenbouwkundige vergunning, ondanks een weigering in 2015 en communicatie met de stedelijke dienst Monumentenzorg;

-          artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:

de onbebouwde ruimte en de beplanting van de aanwezige binnenplaatsen en tuinen moeten zorgvuldig bewaard blijven. Bij verbouwingen moet het percentage onbebouwde ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. Er wordt een volume voorzien dat dienst zal doen als autostalplaats. Hierdoor verkleint de onbebouwde ruimte.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

de erfgoedwaarde van het pand wordt niet enkel gedefinieerd door de voorgevel, maar mede door de achterliggende structuur met kenmerkende indeling en waardevolle interieurelementen. Valorisatie van zowel in- als exterieur is de enige optie. Het schrijnwerk in de voorgevel werd vervangen door aluminium schrijnwerk. Het interieur werd grotendeels verwijderd zonder stedenbouwkundige vergunning, ondanks een weigering in 2015 en communicatie met de stedelijke dienst Monumentenzorg;

  • artikel 38 Groendaken:

het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². Het nieuwe dak van de garagebox is circa 35 m² groot en wordt ingetekend als een groen vlak op plan, hoewel er in de legende geen omschrijving terug te vinden is voor deze intekening. Het dak moet bijgevolg voldoen aan dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
 

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Het omvormen van een ruime burgerijwoning naar een meergezinswoning met drie appartementen is functioneel inpasbaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Aan het volume van het hoofdgebouw wordt zo goed als niets gewijzigd: er wordt een bestaand terras aan de achtergevel verwijderd en enkele dakterrassen aangelegd. Deze hebben geen impact op de omgeving.

 

De buitenruimte wordt wel verkleind door de bouw van een garage die uitgeeft in de achterliggende straat, en wijkt daarmee af van artikel 2.2.5 van het RUP Binnenstad. Er blijft echter genoeg open ruimte over, de bestaande verharding die tot nu toe diende als parking wordt weggenomen om plaats te maken voor een tuin.

 

Woninggrootte

 

De bestaande burgerwoning heeft een totale vloeroppervlakte van meer dan 350 m² en is groot genoeg om te worden opgedeeld in meerdere appartementen.

 

De indeling is als volgt:

-          Gelijkvloers: duplexappartement met 3 slaapkamers met netto-oppervlakte van 130 m² en buitenruimte van 100 m²;

-          1ste verdieping: appartement met 2 slaapkamers + bureau (= 3de slaapkamer) van 112 m² en een buitenruimte van 9 m²;

-          2de verdieping: appartement met 3 slaapkamers van 101 m² en een buitenruimte van 11 m².

 

Dit laatste appartement is te klein voor een drie-slaapkamerappartement. Op een oppervlakte kleiner dan 110 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een drie-slaapkamerappartement. De derde en kleinste kamer is amper 7 m² groot en kan enkel dienst doen als dressing of kantoortje.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

 

De aanvraag heeft betrekking een op pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode van 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Conform artikel 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode van 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw.

Er werd een fotoreportage van de huidige toestand bezorgd per mail.

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is ongunstig:

 

“De aanvraag heeft betrekking op een burgerhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw van drie traveeën en twee bouwlagen onder leien mansardedak met dakkapellen in houten omlijsting met gebogen fronton. De lijstgevel van witte baksteen met licht gemarkeerd rechter risaliet, is voorzien van een hoge sokkel met bossage van arduin en wordt verlevendigd met dito kordons en omlijstingen. De getoogde bovenvensters zijn voorzien van een rozettenfries en een driehoekig gesculpteerd fronton, in het risaliet is het uitgewerkt als een driezijdige erker op kraagstuk en met bewerkte deelzuilen. Houten kroonlijst op klossen als beëindiging. Het oorspronkelijk houten geschilderd schrijnwerk werd vervangen. De houten vleugeldeur bleef wel bewaard. De wit gepleisterde achtergevel leunt nog sterk aan bij de neoklassieke traditie opgetrokken met bossagewerk en getoogde vensters.

 

De kenmerkende indeling en opbouw van een burgerhuis uit de late 19de, begin 20ste-eeuwse traditie is nog duidelijk afleesbaar in dit pand. Een centrale inkomhal met majestueuze statietrap, te bereiken via een marmeren bordestrap, ontsluit de salons op de begane grond. Deze zijn rijkelijk uitgewerkt met lijstplafonds, marmeren en houten schoorsteenmantels en fraai binnenschrijnwerk met bovenwaaiers in glas-in-lood . Diezelfde traphal geeft toegang tot de bovenliggende verdiepingen waarbij een versobering merkbaar is hoe hoger men gaat. Het dienstpersoneel verbleef op de zolderkamers. De overige dienstvertrekken zoals de keuken zijn klassiek ondergebracht in het souterrain.

 

Tijdens een bezoek ter plaatse in 2014 kon vastgesteld worden dat het interieur van het burgerhuis net zoals de buitengevels eclectisch is. Er zijn elementen in verwerkt die aanleunen bij de Art Nouveau (deuromlijstingen met glas-in-lood bovenwaaiers, houten schoorsteenmantel…) en er zijn elementen die net zoals de uitwerking van de achtergevel verwijzen naar het neoclassicisme (lijstplafonds, traphal,… ). Het is jammer dat het pleisterwerk van de wanden werd afgekapt maar desalniettemin is de grandeur van dit interieur nog voelbaar in de nog gaaf bewaarde elementen.

 

Het object/complex is waardevol. Een object/complex is waardevol wanneer voor delen van het interieur en/of het exterieur de algemene historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische of esthetische waarde hoog zijn.

 

In 2015 werd een ongunstig advies gegeven op een aanvraag voor sloop van het pand. De erfgoedwaarde van het pand en de te behouden elementen werden toen reeds meegegeven, net zoals tijdens het plaatsbezoek in 2014. Men voerde toch werken uit zonder vergunning waarvoor een pv werd opgemaakt.

 

In het interieur bleef enkel de trap bewaard maar zonder de bijhorende aankleding van de traphal en portiek op de eerste verdieping.

In de inkomhal werd de marmeren trap vervangen, alle nog aanwezig interieurelementen werden gesloopt bij de uitvoering en de kamerstructuur werd niet gerespecteerd door de nieuwe invulling.

De achtergevel werd geïsoleerd en afgewerkt met bepleistering, er werd een doorbreking van de kroonlijst voorzien.

In de voorgevel werd aluminium schrijnwerk voorzien.

 

De binnenkant van een historisch pand geeft informatie over vroegere functies van het gebouw. Het interieur laat zien waarvoor en op welke manier het pand werd gebruikt.

De afwerking van interieurs heef zich ontwikkeld met modes in kleuren, materialen, motieven en vormgeving. Deze zogenoemde interieurstijlen zijn terug te vinden in onder andere de vormgeving en ornamentiek van de schouwpartij, wand- en plafondafwerking en deuromlijsting. Het interieur kan een exemplarisch, vroeg of laat voorbeeld van een bepaalde stijl zijn, of juist bijzonder voor de stad, de regio of het type gebouw. Een duidelijke samenhang tussen het interieur en het exterieur is altijd speciaal, zeker als beide in een en dezelfde stijl zijn ontworpen, wat hier het geval was.

 

Men wenst nu de verbouwing te regulariseren. Alle werken werden uitgevoerd zonder enig respect voor de erfgoedwaarde van het interieur. Principieel was er geen bezwaar tegen een opdeling van het pand, deze moest enkel de authentieke elementen respecteren, wat perfect mogelijk was.

 

Het pand is een holle doos met enkel nog een voorgevel met erfgoedwaarde. Op voorhand werd ons advies bezorgd aan de architect en men heeft een weigering ontvangen voor sloop waarin duidelijk de erfgoedwaarde van het pand werd vermeld. Toch werden er vergunningsplichtige werken uitgevoerd zonder enig overleg.

 

De uitgevoerde werken respecteren de erfgoedwaarde van het pand niet en zijn dan ook niet regulariseerbaar.”

 

De aanvraag houdt geen rekening met herhaalde voorafgaande adviezen van de diensten Monumentenzorg en Vergunningen. De monumentale trap wordt ingekapseld door bergingen en een verbinding naar de tussenverdieping, waardoor de grandeur van de trappenhal met arcade teniet wordt gedaan.

 

Er is ook geen intentie om het niet-vergunde aluminium schrijnwerk weer in de oorspronkelijke staat te herstellen. Dit is in strijd met artikel 2.1.1 van het RUP.

 

De aanvraag doet afbreuk aan de erfgoedwaarde van het gebouw en is algemeen strijdig met artikel 2.1.1 van RUP Binnenstad en artikel 5 van de bouwcode.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.

 

Over het algemeen zijn de appartementen ruim en licht genoeg en beschikken ze over voldoende buitenruimte.

 

Artikel 38 van de bouwcode legt voor platte daken van minimum 20 m², de aanleg van een groendek op. Dit zou kunnen worden opgelegd als voorwaarde.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden

De bestaande eengezinswoning wordt ingericht als meergezinswoning met 3 wooneenheden.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

 

Er verdwijnen door de verbouwing 3 parkeerplaatsen, deze werden vergund in 1961 maar bevinden zich in de tuinzone en zijn daardoor strijdig met artikel 27 van de bouwcode (open ruimte) en artikel 2.2.5 van RUP Binnenstad (onbebouwde ruimte en tuinen). Er komt een nieuwe parkeerplaats bij, maar die wordt toegewezen aan de bestaande woning (wegens het verdwijnen van de vergunde parkeerplaatsen). Voor de bijkomende woningen moeten nog 2 plaatsen voorzien worden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats voor de bestaande eerste woonentiteit.

 

Het bijkomend aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

 

De parkeerplaats wordt ontsloten via de Bervoetstraat. De fietsenberging wordt eveneens langs hier ontsloten.

 

Fietsvoorzieningen

 

Voor de 2 nieuwe wooneenheden moeten er 8 fietsstalplaatsen voorzien worden:

2 appartementen met 3 slaapkamers = 2 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 8.

 

Er worden in de kelder 25 fietsstalplaatsen voorzien.

Het is niet duidelijk hoeveel er hiervan verhuurd worden als buurtfietsenparking. Er moeten steeds 8 plaatsen beschikbaar zijn voor de bewoners.

Het is ook niet duidelijk hoe je met de fiets naar de fietsenberging moet? Moet dit via de garagepoort of via de tuin?

Als het hier om een buurtfietsenparking gaat dan lijkt een doorgang via de tuin zonder afscheiding niet echt de goede oplossing te zijn. Indien er via de garage moet gepasseerd worden dan moet er steeds een vrije doorgang van 1 m breed zijn naast een geparkeerde auto. Maar ook dit is geen ideale oplossing voor een buurtfietsenparking.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 november 2020

Volledig en ontvankelijk

7 december 2020

Start openbaar onderzoek

15 december 2020

Einde openbaar onderzoek

13 januari 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 maart 2021

Verslag GOA

25 februari 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 december 2020

13 januari 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.