Terug
Gepubliceerd op 08/03/2021

2021_CBS_01756 - Omgevingsvergunning - OMV_2020172749. Manebruggestraat 22. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 05/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01756 - Omgevingsvergunning - OMV_2020172749. Manebruggestraat 22. District Deurne - Weigering 2021_CBS_01756 - Omgevingsvergunning - OMV_2020172749. Manebruggestraat 22. District Deurne - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020172749

Gegevens van de aanvrager:

de heer Eric Durinck met als adres Turkeyenstraat 5-7 te 9170 Sint-Gillis-Waas

Ligging van het project:

Manebruggestraat 22 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 31 sectie B nr. 384P2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

vermeerderen van het aantal wooneenheden van 2 naar 3: gelijkvloerse verdieping (studio)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          28/12/1972: vergunning (627#32429) voor het oprichten van een appartementsgebouw.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          gebouw met drie bouwlagen onder een plat dak in gesloten bebouwing;

-          functie: meergezinswoning van twee wooneenheden:

  • 2 twee-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 78 m² met buitenruimte;
  • gelijkvloerse verdieping met bergingen en garage;

-          gevelafwerking:

  • lichtkleurige gevelsteen op de verdiepingen en een machinesteen ter hoogte van de onderste bouwlaag met plint en dorpels in hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in aluminium.

 

Huidige toestand

 

-          gevelafwerking: buitenschrijnwerk in zilverkleurig aluminium en met gewijzigde indeling.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: meergezinswoning van drie wooneenheden:

  • 2 twee-slaapkamerappartementen met buitenruimte van 5 m² en een netto-vloeroppervlakte van circa 78 m²;
  • een één-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 46 m²;

-          gevelafwerking:

  • gevelsteen ongewijzigd;
  • nieuw buitenschrijnwerk in zwartkleurig aluminium.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          vermeerderen van het aantal wooneenheden van twee naar drie;

-          omvormen van de bergingen en garage op de gelijkvloerse verdieping naar een wooneenheid;

-          uitvoeren van constructieve werken op de gelijkvloerse verdieping voor het creëren van een extra wooneenheid;

-          wijzigen van de interne indeling op de gelijkvloerse verdieping voor het creëren van een extra wooneenheid;

-          wijzigen van het buitenschrijnwerk.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

15 januari 2021

10 februari 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

15 januari 2021

15 januari 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

19 januari 2021

25 februari 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de vrije hoogte van de gelijkvloerse verdieping is slechts 2,40 m;
  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:

door het supprimeren van de toegang naar de tuin voor de bestaande appartementen, beschikken deze over onvoldoende buitenruimte.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen


De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het omvormen van een deel van de gelijkvloerse verdieping naar een zelfstandige woning. Bij de vergunde meergezinswoning wordt het aantal woongelegenheden vermeerderd van twee naar drie. De woonfunctie van het pand blijft behouden. Het pand is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Manebruggestraat en omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag betreft voornamelijk interne wijzigingen. De gelijkvloerse bergingen, bureauruimte en wasplaats achteraan worden omgevormd tot een zelfstandig woning. Het bestaand volume van het gebouw blijft behouden.

 

De gelijkvloerse ruimtes zijn echter in functie van de bovenliggende appartementen. Het wijzigen van deze ruimtes zou betekenen dat de bestaande overige appartementen geen gebruik meer kunnen maken van die gemeenschappelijke ruimtes waardoor de woonkwaliteit van de appartementen verminderd.

 

Bijkomend beschikken niet meer alle appartementen in het gebouw over een voldoende grote buitenruimte, conform artikel 28 van de bouwcode, doordat er geen gemeenschappelijke toegang meer voorzien wordt tot de collectieve achtertuin. Van dit voorschrift kan met betrekking tot het aantrekkelijker maken van wonen in de stad en de woonkwaliteit van de appartementen, niet afgeweken worden.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een bijkomende werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De aanvraag betreft het verbouwen van een duplex in een meergezinswoning naar 2 appartementen. In totaal zullen er dan 3 wooneenheden zijn in het gebouw. 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte voor de bijkomende woning is 1.

 

De plannen voorzien in 3 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen voor de 3 wooneenheden.

 

Er zijn 3 bestaande autostaanplaatsen in het gebouw voor de 2 bestaande wooneenheden. Voor het geheel van 3 wooneenheden in nieuwe toestand zijn er 3 nuttige plaatsen.

 

Het bijkomende aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

 

Voor het nieuwe appartement is er ruimte in de garage voorzien om 2 fietsen te stallen.

Echter doordat de bovenliggende appartementen hun bergingen verliezen op het gelijkvloers kunnen deze hun fietsen niet meer stallen.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De wijzigingen aan de voor- en achtergevel inzake materialisatie beperken zich tot het buitenschrijnwerk. Deze wordt gewijzigd naar zwart aluminium schrijnwerk. Ter hoogte van de gelijkvloerse achtergevel wordt de bestaande gevelopening vergroot. Deze wijzigingen zijn vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het ontwerp wijkt af van artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte oplegt van 2,60 m voor verblijfsruimten. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten en andere ruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. De nieuwe gelijkvloerse woonentiteit heeft slechts een interne vrije hoogte van 2,40 m.

 

Woninggrootte

 

In de aanvraag wordt de zelfstandige woning als studio omschreven. Een studio is echter een kleine zelfstandige woning bestaande uit één verblijfsruimte. In voorliggende aanvraag wordt de slaapruimte afzonderlijk voorzien. Het betreft hier dan ook een één-slaapkamerappartement. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheid onvoldoende wooncomfort biedt. Op een oppervlakte kleiner dan 60 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een één-slaapkamerappartement.

 

Conclusie

 

De aanvraag moet worden geweigerd omwille van het ontbreken van woonkwaliteit in de nieuwe wooneenheid (te laag < 2,60 m en te klein < 60m²), maar ook omwille van het verminderen van de woonkwaliteit van de bestaande appartementen (geen buitenruimte meer, geen gemeenschappelijke ruimten op het gelijkvloers, geen fietsenstaanplaatsen doordat de bergingen verdwijnen).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van de onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 december 2020

Volledig en ontvankelijk

15 januari 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 maart 2021

Verslag GOA

25 februari 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.