Terug
Gepubliceerd op 08/03/2021

2021_CBS_01745 - Omgevingsvergunning - OMV_2020174780. Blijde-Inkomststraat 6. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01745 - Omgevingsvergunning - OMV_2020174780. Blijde-Inkomststraat 6. District Borgerhout - Goedkeuring 2021_CBS_01745 - Omgevingsvergunning - OMV_2020174780. Blijde-Inkomststraat 6. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020174780

Gegevens van de aanvrager:

Karen Seykens met als adres Langstraat 112A te 2140 Antwerpen en Werner Dua met als adres Langstraat 112 bus A te 2140 Borgerhout

Ligging van het project:

Blijde-Inkomststraat 6 te 2140 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 24 sectie A nr. 622N

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

Huidige toestand

-          garage van 1 bouwlaag onder plat dak met grondoppervlakte van circa 85m².

Gewenste toestand

-          functie: eengezinswoning met 3 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 130 m²;

-          bouwvolume: besloten bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak met een bouwdiepte van circa 9m aan de rechterzijde en circa 7m aan de linkerzijde;

-          gevelafwerking: lichtkleurige paramentsteen en cementering met aluminium geanodiseerd buitenschrijnwerk, houten voordeur en lichtkleurige stalen toegangspoort.

Inhoud van de aanvraag

-          het slopen van de bestaande garage;

-          de nieuwbouw van een eengezinswoning.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

13 januari 2021

14 januari 2021

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

13 januari 2021

14 januari 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

13 januari 2021

25 januari 2021

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

13 januari 2021

28 januari 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 12 Levendige plint:
    §3 er wordt een toegangspoort voorzien en de gevelbreedte bedraagt 7,68 meter < 8 meter;
  • artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:
    §3 de bovengrondse geveluitsprong valt niet onder een hoek van 45° ten opzichte van de kroonlijst;
  • artikel 43 Septische putten:
    de inhoud van de septische put bedraagt slechts 1500 liter < 2000 liter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag voorziet het bouwen van een eengezinswoning. Deze functie is verenigbaar met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het nieuwbouwvolume sluit aan bij de gebouwentypologie van de omgeving. De bebouwing in de Blijde-Inkomststraat bestaat voornamelijk uit 3 bouwlagen onder een plat dak. Het gewenst aantal bouwlagen stemt overeen met het kenmerkend aantal bouwlagen. Hierbij wordt de kroonlijsthoogte van de rechter aanpalende buur aangehouden. De bouwdiepte beperkt zich tot 7,04m aan de linkerzijde op het gelijkvloers en de eerste verdieping, 4,90m op de tweede verdieping en 9,20m aan de rechterzijde van het perceel. Dit overschrijdt de gangbare bouwdiepte in de omgeving niet. Op deze manier wordt er ruim voldoende open buitenruimte gecreëerd wat de leefkwaliteit van de woning ten goede komt. Het voorgestelde gabarit is principieel in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van zijn omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel wordt voorzien in een lichte paramentsteen met horizontale lichtgrijze details uit beton en een plint samen met een aantal accenten uit een lichtkleurige cementering. Verder bevat de woning buitenschrijnwerk uit geadoniseerd aluminium, een houten voordeur en een lichtkleurige stalen toegangspoort. Het is niet geheel duidelijk uit de plannen en de legende welke kleuren de verschillende materialen hebben en uit welk materiaal de vlakken naast de ramen (nummer 30 in het gevelaanzicht) hebben. Uit de beschrijvende nota blijkt dat de parementsteen een geel-beige kleur betreft. Dit is kenmerkend in de onmiddellijke omgeving en daarom vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Het buitenschrijnwerk in de Blijde-Inkomstraat bestaat hoofdzakelijke uit een witte of natuurkleurige tint. De kleurtinten van het buitschrijnwerk, de cementering, de parementsteen en de stalen toegangspoort dienen zorgvuldig bepaald te worden in overeenstemming met de in de onmiddellijke omgeving aanwezige referenties. De achtergevel wordt gelijkwaardig behandeld als de voorgevel en is ruimtelijk aanvaardbaar.

 

De bovengrondse geveluitsprong aan de straatzijde is stedenbouwkundig aanvaardbaar gezien dit een aantal keren voorkomt in de straat. De uitsprong respecteert de minimale vrije hoogte van 2,60m ten opzichte van het openbaar domein maar valt niet onder een hoek van 45° ten opzichte van de kroonlijst. Deze afwijking is aanvaardbaar gezien de uitsprong zich inpast in het volume en de architectuur van de woning.

 

De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te voorzien.

 

Bodemreliëf

De ondergrondse bouwlaag die voorzien wordt voor de kelder wordt uitgegraven tot -2,34m onder de pas van het openbaar domein. Indien een grondwaterverlaging (bemaling) zou nodig zijn voor de bouw van deze woning, dient hiervoor een aparte omgevingsvergunning aangevraagd te worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De tuin dient maximaal groen en onverhard aangelegd te worden mede in functie van een maximale infiltratie van het regenwater. Door de beperkte bouwdiepte en het hoofzakelijk voorzien van groen in de tuin wordt de beeldkwaliteit en duurzaamheid van de omgeving positief beïnvloed. Bijgevolg is dit stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Een voldoende ruime fietsenberging wordt voorzien achter een toegangspoort aan de straatzijde. Dit legt een  claim op het openbaar domein door het verdwijnen van een parkeermogelijkheid langs de straatzijde, Dit is stedenbouwkundig onaanvaardbaar.

De toegangspoort dient te worden voorzien als inkomdeuren en in functie hiervan dient het openbaar domein (de verlaagde boordsteen) aangepast te worden

 

Op de tweede verdieping wordt een slaapkamer van ca. 5m² voorzien. Dit is een te kleine oppervlakte om comfortabel te gebruiken. Een eenpersoonsslaapkamer dient minstens 7m² te bedragen. De slaapkamer dient samengevoegd worden met slaapkamer 2.6 of de oppervlakte van deze twee dient gelijk verdeeld te worden.

 

De overige geplande werken voldoen aan de gestelde eisen inzake wooncomfort en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van een ééngezinswoning.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

Er verdwijnen door de verbouwing 3 parkeerplaatsen. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 4

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4-1=3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4-1=3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de toegangspoort te voorzien als voordeuren en het openbaar domein in functie hiervan te laten aanpassen;

2.      een septische put te voorzien met een inhoud van minstens 2000 liter;

3.      de kleurtinten van gebruikte materialen in de gevel op mekaar af te stemmen;

4.      een arrière corps te voorzien;

5.      de wand tussen ‘slaapkamer’ en ‘2.6 slaapkamer’ zo te plaatsen opdat elke kamer minstens 7m² groot is;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 december 2020

Volledig en ontvankelijk

13 januari 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

14 maart 2021

Verslag GOA

22 februari 2021

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de toegangspoort te voorzien als voordeuren en het openbaar domein in functie hiervan te laten aanpassen;

2.      een septische put te voorzien met een inhoud van minstens 2000 liter;

3.      de kleurtinten van gebruikte materialen in de gevel op mekaar af te stemmen;

4.      een arrière corps te voorzien;

5.      de wand tussen ‘slaapkamer’ en ‘2.6 slaapkamer’ zo te plaatsen opdat elke kamer minstens 7m² groot is;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.