Artikel 56, §3, 4° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
Aangezien de uitspraak ten gronde in het kader van een vernietigingsprocedure bij de Raad al gauw twee jaar op zich kan laten wachten en tot dat moment niet met absolute zekerheid kan worden gesteld of de aangevochten beslissing de toets van de Raad van State wel zal doorstaan, is het opportuun om de collegebeslissing van 16 oktober 2020 (jaarnummer 08614) tot stopzetting van de plaatsingsprocedure GAC_2019_01059 in te trekken en een nieuwe beslissing tot stopzetting van die plaatsingsprocedure te nemen.
Gelet op de gerechtelijke procedure die tegen de motivering van de initiële stopzettingsbeslissing werd ingeleid, is het aangewezen om de motieven voor de stopzetting van de plaatsingsprocedure GAC_2019_01059 omstandiger uiteen te zetten, als volgt:
De aanbestedende overheid wil een dergelijke situatie koste wat het kost vermijden.
Ten eerste zou dit tot verwarring kunnen leiden bij de eigenaar van het getakelde voertuig. De eigenaar van het getakelde voertuig zou zich immers van bewaarplaats kunnen vergissen voor het terughalen van zijn/haar voertuig. Als een voertuig van de ene bewaarplaats naar de andere bewaarplaats wordt verplaatst, dient dit ook te worden gecommuniceerd naar de eigenaar van het getakelde voertuig. Daarbij bestaat de kans dat deze communicatie de burger niet of met enige vertraging bereikt.
Voorts houdt elke verplaatsing van een voertuig ook een risico op beschadiging in, waarbij ongewenste discussies omtrent de aansprakelijke partij kunnen ontstaan.
In toepassing van artikel 85 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, houdt het volgen van een (plaatsings)procedure geen verplichting in tot het gunnen of het sluiten van de opdracht. De aanbestedende overheid kan zowel afzien van het gunnen of het sluiten van de opdracht als de procedure herbeginnen, desnoods op een andere wijze.
Voor de opdracht GAC_2019_01059: Raamovereenkomst verslepen van voertuigen - takelen/stallen van voertuigen op basis van een overtreding werd een openbare procedure uitgeschreven.
Deze opdracht bestaat uit twee percelen:
Op 28 juli 2020 dienden de volgende ondernemers een offerte in:
De inschrijver Depannage A-Move betreft een tijdelijke vereniging van de volgende ondernemers:
Op 16 oktober 2020 (jaarnummer 08614) besliste het college om deze opdracht stop te zetten.
Op 19 oktober 2020 werden de inschrijvers van deze beslissing op de hoogte gebracht.
Op 6 november 2020 (jaarnummer 09255) keurde het college de selectieleidraad en de plaatsingsprocedure goed van de nieuwe opdracht GAC_2020_01476 voor het sluiten van een raamovereenkomst voor het verslepen van voertuigen – takelen van voertuigen op basis van een overtreding in de markt geplaatst. Deze opdracht toont zowel inhoudelijk als vormelijk diverse verschillen ten opzichte van de stopgezette opdracht GAC_2019_01059.
Eén van de inschrijvers, Depannage A-Move, heeft op 21 december 2020 een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend bij de Raad van State. Dit verzoekschrift is gericht tegen de beslissing van het college van 16 oktober 2020 (jaarnummer 08614) om de plaatsingsprocedure GAC_2019_01059 stop te zetten. Meer concreet verwijt Depannage A-Move de stad Antwerpen de stopzettingsbeslissing niet afdoende te hebben gemotiveerd.
De stad Antwerpen ontving het verzoekschrift tot nietigverklaring op 11 januari 2021.
Het college trekt de beslissing van 16 oktober 2020 (jaarnummer 08614) in, betreffende de stopzetting van de opdracht GAC_2019_01059: Raamovereenkomst verslepen van voertuigen – takelen/stallen van voertuigen op basis van een overtreding.
Het college keurt, op basis van de bovenstaande aangepaste motivering, de stopzetting goed van de opdracht GAC_2019_01059: Raamovereenkomst verslepen van voertuigen – takelen/stallen van voertuigen op basis van een overtreding.