Terug
Gepubliceerd op 06/04/2021

2021_CBS_02622 - Omgevingsvergunning - OMV_2020108020. Drossaardplein 10 . District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/04/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_02622 - Omgevingsvergunning - OMV_2020108020. Drossaardplein 10 . District Hoboken - Goedkeuring 2021_CBS_02622 - Omgevingsvergunning - OMV_2020108020. Drossaardplein 10 . District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020108020

Gegevens van de aanvrager:

VZW ONDERWIJSINRICHTINGEN ZUSTERS DER CHRISTELIJKE SCHOLEN ZUID-ANTWERPEN met als adres Gemeenteplein 8 te 2550 Kontich

Ligging van het project:

Drossaardplein 10 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 36 sectie B nrs. 52H5, 52S5 en 54G6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen en verbouwen van eengezinswoning tot schoolgebouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          13/03/2020: vergunning (2020110) voor het vellen van een boom.

Vergund geachte toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met een bruto vloeroppervlakte van circa 169 m²;

-          bouwvolume:

  • halfopen bebouwing;
  • 1 bouwlaag;
  • hoofdgebouw onder schilddak met mansarde;
  • achterbouw onder plat dak;
  • bouwdiepte van 20,41 m;

-          gevelafwerking:

  • bruin-rood genuanceerd metselwerk;
  • bruin houten buitenschrijnwerk;
  • dakbedekking uit grijze leien;

Huidige toestand

-          in overeenstemming met vergund geachte toestand;

-          vaststelling (ID: 120666) van “Tuinwijk Heike” als bouwkundig erfgoed (bouwkundig geheel);

-          inrichting:

  • voortuin met oprit links en looppad naar voordeur;
  • zijtuin volledig verhard;
  • vrijstaand bijgebouw achteraan in tuin.

Gewenste toestand

-          functie:

  • schoolgebouw met refter, klaslokaal sanitair en bergingen, als onderdeel van Basisschool De Puzzel aan de Krugerstraat;

-          bouwvolume:

  • halfopen bebouwing;
  • 1 bouwlaag;
  • hoofdgebouw onder schilddak met mansarde;
  • achterbouw onder plat dak;
  • bouwdiepte van 20,41 m;

-          gevelafwerking:

  • bruin-rood genuanceerd metselwerk;
  • grijs aluminium buitenschrijnwerk;
  • dakbedekking uit grijze leien;

-          inrichting:

  • voortuin met oprit links en looppad naar voordeur;
  • zijtuin volledig verhard.

Inhoud van de aanvraag

-          omvormen van eengezinswoning tot schoolgebouw;

-          uitvoeren van structurele werken:

  • gedeeltelijke nieuwe funderingsplaat in achterbouw (ifv rioleringswerken)
  • intern open werken van de achterbouw;
  • vergroten van de opening in de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw;
  • verplaatsen van de trap;
  • nieuw plat dak voor achterbouw;
  • maken van bijkomende gevelopeningen in zijgevel;

-          herinrichten van de ruimtes;

-          voorzien van luifel aan zijgevel ifv inkomzone;

-          vernieuwen van verharding in de voor- en zijtuin;

-          toevoegen van het perceel aan het schoolterrein (perceelscheidingen wegnemen);

-          slopen van vrijstaand bijgebouw in achtertuin.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

12 februari 2021

3 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

Departement Omgeving - seveso

12 februari 2021

8 maart 2021

Geen bezwaar

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

11 februari 2021

16 februari 2021

Geen bezwaar

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen

11 februari 2021

22 februari 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

11 februari 2021

23 februari 2021

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

11 februari 2021

17 maart 2021

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

11 februari 2021

22 februari 2021

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

11 februari 2021

26 februari 2021

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

11 februari 2021

12 februari 2021

talentontwikkeling en vrijetijdsbeleving/ onderwijsbeleid/ capaciteit

11 februari 2021

15 maart 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 29/2: Publiek toegankelijke toiletten en doucheruimtes:
    het nieuwe sanitair voor kleuters betreft geen toegankelijk toilet.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 5: Cultuurhistorisch erfgoed:
    het gebouw maakt onderdeel uit van een bouwkundig geheel dat werd opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed, maar de aanvraag bevat geen informatie over het cultuurhistorisch profiel van het pand en de wijk;
  • artikel 21: Minimale hoogte van ruimten:
    het klaslokaal in de achterbouw heeft slechts een vrije hoogte van ca. 2,52m, terwijl dit minimaal 2,60m dient te zijn;
  • artikel 26: Afvalverzameling:
    er wordt geen afgescheiden ruimte voor afvalberging van minimaal 4m² ingericht in het gebouw;
  • artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er worden geen fietsenstallingen ingericht bij voorliggende omvorming naar schoolgebouw;
  • artikel 30: Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er worden geen autoparkeerplaatsen ingericht bij voorliggende omvorming naar schoolgebouw;
  • artikel 34: Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de scheidingsmuren van de achterbouw hebben geen opstand van minimaal 0,30 m ter hoogte van de rechter perceelsgrens;
  • artikel 38: Groendaken:
    het plat dak van de achterbouw wordt volledig vernieuwd en wordt niet aangelegd als groendak;
  • artikel 43: Septische putten:
    de bestaande septische put wordt hergebruikt zonder vermelding van de inhoud, terwijl een minimale inhoud van 2.000 liter vereist is.

 

Voorwaarde openbaar

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van diverse artikels van de bouwcode:

 

Binnenhoogte (art. 21.1):

-          Conform artikel 21 van de bouwcode moet iedere verblijfsruimte een minimale hoogte hebben van 2,6 meter. Het klaslokaal in de achterbouw heeft slechts een vrije hoogte van ca. 2,52m. De aanvraag betreft het verbouwen van de bestaande toestand in een pand gelegen in bouwkundig erfgoed. Gelet op de beperkte afwijking en de historische context kan deze afwijking gunstig worden geadviseerd.

 

Afvalverzameling (art. 26.3):

-          Er wordt geen afgescheiden ruimte voorzien voor afvalberging van minimaal 4m² in het nieuwe schoolgebouw. Het nieuwe schoolgebouw maakt deel uit van de basisschool de Puzzel. Deze afvalberging kan voorzien worden elders op deze site. Deze aanvraag bevatten onvoldoende informatie om te kunnen oordelen of er een afvalberging aanwezig is op de site. Hierdoor wordt in voorwaarde opgenomen dat er een inpandige afvalberging moet voorzien worden op dit schooldomein.

 

Groendak (art.38):

-          Het plat dak van de achterbouw wordt volledig vernieuwd en wordt niet aangelegd als groendak. De aanvraag bevat geen bijkomende informatie om deze afwijking te motiveren. Bijgevolg wordt moet het plat dak van de achterbouw worden uitgevoerd als groendak. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.

 

Stabiliteit en scheidingsmuur (art. 34.3.3):

-          De scheimuur met de linker aanpalende werd ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Aangezien het dak moet voorzien worden van een groendak kan er een afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm  wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Septische putten: (art. 43):

-          De bestaande septische put wordt hergebruikt zonder vermelding van de inhoud, terwijl een minimale inhoud van 2.000 liter vereist is. In voorwaarden wordt opgenomen dat de inhoud van deze put minimaal 2.000 liter moet zijn.

 

Daarnaast wijkt de aanvraag af van de gewestelijke verordening toegankelijkheid (art.29.2). Het nieuwe sanitair voor kleuters betreft geen toegankelijk toilet. Er wordt hiervoor specifiek een afwijking aangevraagd. In de beschrijvende nota wordt dit gemotiveerd dat er elders op het schooldomein één voorzien wordt. Hierdoor wordt in voorwaarde opgenomen dat er een toegankelijke toilet moet voorzien worden op dit schooldomein.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het omvormen van de bestaande eengezinswoning naar een schoolgebouw.

 

Er werd tijdens de procedure advies gevraagd aan de stedelijke dienst geacht vergund over de bestemming van de bestaande eengezinswoning. Aan de hand van de woonkaarten (1941-2019) kon worden vastgesteld dat de woning gekend staat als een eengezinswoning. De andere gebouwen op de percelen zijn gekend als schoolgebouwen.

 

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het gunstig worden geadviseerd om een eengezinswoning toch te supprimeren. Dit is mogelijk vanuit een maatschappelijke nood of indien dit gebouw de uitbreidingsmogelijkheden verhindert van de naastliggende functie en die noodzakelijk zijn om deze activiteit te kunnen verder zetten. De omvorming van deze eengezinswoning is in het kader van de uitbreiding van het achterliggend schoolgebouw.

Er werd hiervoor bijkomend advies ingewonnen bij de stedelijke dienst onderwijsbeleid/capaciteit.

“De stad Antwerpen worstelt met een tekort aan schoolplaatsen. In schooljaar 2024-25 zijn in totaal 11.011 extra stoeltjes nodig in basis- en secundair onderwijs. Hoboken is een complex tekortengebied. Meer dan 2000 kinderen die in Hoboken wonen, pendelen iedere dag naar een basisschool buiten deze onderwijszone. Scholen moeten ook aangenaam en veilig zijn en kinderen aanzetten om hun talenten te ontdekken. Daarom adviseren wij deze kwaliteits- en capaciteit verhogende ingreep gunstig.”

 

Bijgevolg wordt het supprimeren van deze eengezinswoning naar een schoolgebouw, wegens maatschappelijke nood, gunstig beoordeeld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De nieuwe inrichting geschiedt voornamelijk binnen het bestaand volume van het pand. Er wordt enkel een kleine luifelstructuur geplaatst ter hoogte van de gelijkvloerse inkom in de zijgevel. Er wordt geoordeeld dat dit inpasbaar is en de draagkracht van de omgeving niet overschrijdt              .

 

Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten

De aanpassing in de voorgevel beperken zich tot het aanpassen van wijzigen van het schrijnwerk in de voorgevel.

Het perceel is gelegen in de tuinwijk Heike, wat werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed. Hierdoor werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg:

“De werken zijn gesitueerd zijn in een wijk die als ensemble is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 29 maart 2019.

 

Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.

 

Beoordeling

 

A.  Cultuurhistorische waardestelling

 

Het drossaardplein maakt deel uit van de tuinwijk Heide of Heike, een langgerekte tuinwijk van 70 eengezinswoningen en elf tweegezinswoningen, gebouwd tussen 1922 en 1924 naar ontwerp van François Van Rompaey in opdracht van de Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen te Hoboken.

Kleinschalige tuinwijk met een gebogen tracé gevormd vanaf de Steynstraat door de as Hobeuchemstraat, Genachtenstraat en doodlopend op het Drossaardplein. Pleinvormige verbredingen, verspringingen in de rooilijn en variatie in de schikking en koppeling van de woningen, verhogen de levendigheid en zin voor perspectief van het geheel. Eveneens karakteristiek is de grote aandacht voor groenaanleg, meer bepaald publiek groen in de vorm van beboomde straten en groene pleinen en middenberm, evenals de bij het merendeel deel van de woningen aanwezige, met haagliguster omhaagde voortuinen.

In overeenstemming met de tuinwijkgedachte, symmetrisch opgebouwde eenheidsbebouwingen met regionalistische inslag; telkens twee of meer woningen met kenmerkende punt- of afgeronde topgevels. Baksteenbouw met verspringende gevellijnen, één of twee bouwlagen onder pannen mansarde- of zadeldaken. Rechthoekige muuropeningen; sommige deuren in licht uitspringende baksteenomlijsting met rond bovenlicht. Overigens sobere geveldecoratie van baksteen of contrasterende gecementeerde gevelvlakken.

Goed bewaard voorbeeld van een kleinschalige tuinwijk met een hoge architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit. Bepalende erfgoedelementen zijn de inplanting (aandacht voor perspectief, pleinvorming en variatie ten opzichte van de rooilijn) en de groenaanleg. Op architecturaal vlak is er een typerende eenheid aanwezig op het vlak van schaal, stijl en materialiteit (kleinschalige architectuur in een levendige, regionalistische vormgeving en grootschaligere bebouwing in een homogene baksteenarchitectuur), gecombineerd met een variatie in volumewerking en detaillering.

Het pand nummer 12 is een hoekpand van een symmetrisch geheel van 5 woningen met beeldbepalende waarde.

 

B.  Afweging

 

Men wil de functie van het pand veranderen van woning naar school en het pand in die zin verbouwen.

Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Het dossier bevat geen informatie op dit vlak.

 

Het hoekpand heeft een beeldbepalende waarde. Hoewel de dakbedekking en het schrijnwerk vernieuwd zijn, is het nog een erg representatief pand in de wijk. Het schrijnwerk is naar vorm en kleurstelling niet meer originele maar het materiaal – hout – is wel nog aanwezig. De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert de plaatsing van houten schrijnwerk in de voor- en zijgevel van het hoofdvolume.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij de gestelde voorwaarde van Monumentenzorg. Het nieuw te plaatsen schrijnwerk in het hoofdvolume moet worden uitgevoerd in hout. Dit wordt als voorwaarde opgenomen van vergunning.

 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Het Departement Omgeving – Seveso heeft geen bezwaren tegen de ingediende aanvraag.

De stedenbouwkundige handeling valt weliswaar onder artikel 35, §15, van het Omgevingsvergunningenbesluit, doch de locatie ligt niet in een consultatiezone van een Seveso-inrichting.”

Ook de lokale verkeerspolitie heeft geen bezwaren tegen het ingediend dossier.

 

Luchtkwaliteit en geluidshinder:

Gelet op het onderwerp van de aanvraag werd er advies gevraagd door de stedelijke dienst energie en milieu.

“Op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder (2018_CBS_04164) wordt de aanvraag gunstig geadviseerd.

Beoordelingskader:

Kinderen zijn extra gevoelig voor luchtverontreiniging en omgevingslawaai. Langdurige blootstelling kan leiden tot blijvende lichamelijke schade, slaapstoornissen of verstoring van spraak- en leervermogen. Daarom wordt bij de adviesverlening in het kader van planning van een school rekening gehouden met de specifieke lokale omstandigheden op het vlak van luchtkwaliteit en geluidshinder. De beoordeling gebeurt op basis van onderstaand kader dat op 2 mei 2018 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen werd goedgekeurd (2018_CBS_04164).

Luchtkwaliteit:

Volgens de prognosekaart is de locatie onderhevig aan concentraties NO2 van 21-30 µg/m³. Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig geadviseerd voor het aspect luchtkwaliteit.

Geluidshinder:

De locatie is onderhevig aan geluidsniveaus Lden van minder dan 55 dB(A). Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig geadviseerd voor het aspect geluidshinder.”

 

Het gegeven gunstig advies met betrekking tot luchtkwaliteit en geluidshinder wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.

 

Hemelwaterverordening:

Volgens de hemelwaterverordening moet de aanvraag voldoen aan een infiltratieput. De voorgestelde een infiltratieput voorziet een voldoende groot is en voldoet hiermee aan de gewestelijke verordening van hemelwater. Er wordt opgemerkt dat er geen overloop voorzien wordt van deze infiltratieput naar de riolering. Bij piekmomenten van overvloedige langdurige neerslag kan het zijn dat de voorgestelde infiltratievoorziening deze capaciteit onvoldoende kan opvangen. Wanneer er toch gewenst wordt om een overloop te voorzien naar het openbaar rioleringsstelsel moet dit gebeuren conform artikel 40 van de bouwcode. Dit wordt opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Milieu:

Gelet op het onderwerp van de aanvraag werd er advies gevraagd door de stedelijke dienst milieuvergunning:

“Het gebouw op het perceel aan het Drossaardplein zal omgevormd worden tot klaslokaal, refter, sanitair en berging. Het is onwaarschijnlijk dat hierin een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) aanwezig zal zijn. Het perceel wordt toegevoegd aan het schoolcomplex van basisschool “De Puzzel”. Deze toevoeging dient opgenomen te worden in de milieuvergunning van de school. Aangezien van de school enkel een melding uit 1992 teruggevonden wordt en het bovendien niet zeker is dat van deze melding ooit akte werd genomen, wordt de school ten zeerste aanbevolen na de werken de milieutechnische situatie na te kijken en indien nodig hiervoor een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag of –melding in te dienen.”

 

Het gegeven voorwaardelijk gunstig advies van milieu wordt gevolgd. De aanvrager kan hier best onderzoek naar doen en zich in regel stellen met de geldende wetgeving.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

 

Een eengezinswoning wordt verbouwd tot een deeltje van de school. Er komt een refter, 1 klaslokaal, kleuter sanitair en bergingen (op de verdieping) voor in de plaats.

 

De parkeerbehoefte voor deze omvorming is voor 1 klaslokaal 0,75 afgerond 1, parkeerplaats.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats.”

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaats.

“De bestaande eengezinswoning beschikte niet over eigen parkeergelegenheid. De afwikkeling op het openbaar domein bedroeg daarmee 1 parkeerplaats.”

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

“Voor de kleuterklas moet er een fietsparkeerbehoefte van 3 plaatsen gerekend worden. Er wordt nu niets voorzien. Deze 3 plaatsen kunnen aan deze omgevormde woning of voorzien worden in/bij/aan de bestaande fietsenstallingen van de school.”

Dit wordt opgelegd als voorwaarde van vergunning.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

“De school en de naastgelegen kerk gaan een project ontwikkelen op die site. Om wandelen in recreatieve zin, maar ook bij functionele verplaatsingen te stimuleren wordt er gestreefd naar veel trage verbindingen en doorsteken door het woonweefsel die afstanden voor wandelen drastisch kunnen verkorten. Een doorsteek van het Drossaardplein richting Krugerstraat en richting Steynstraat maakt wandelverplaatsingen aantrekkelijker. De mogelijkheid om die trage verbindingen te kunnen realiseren in het grotere project moet mogelijk blijven.”

De voorgestelde suggestie vanuit de stedelijke dienst mobiliteit dient verder door de aanvrager te worden onderzocht.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een inpandige afvalberging worden voorzien op het schooldomein conform artikel 26 van de bouwcode;

3.      het dak van de aanbouw moet uitgevoerd worden met een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      het gedeelte van het dak naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;

5.      er moet een septische put voorzien zijn met een minimale inhoud hebben van 2000 liter conform artikel 43 van de bouwcode;

6.      er moet een toegankelijk inpandig toilet voorzien worden op het schooldomein conform de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

7.      het nieuw te plaatsen schrijnwerk in het hoofdvolume moet worden uitgevoerd in hout;

8.      wanneer er een overloop van de infiltratieput naar het rioleringsstelsel wordt aangelegd, moet dit gebeuren conform artikel 40 van de bouwcode;

9.      er moeten 3 bijkomende fietsenstallingen voorzien worden conform artikel 30 van de bouwcode;

10.  de aanvrager dient te onderzoeken of hij in regel is met de geldende milieuwetgeving. Voor bijkomende informatie kan er contact opgenomen worden met de stedelijke dienst via volgend mailadres: milieu - Milieuvergunningen@Antwerpen.be

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 januari 2021

Volledig en ontvankelijk

11 februari 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 april 2021

Verslag GOA

26 maart 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een inpandige afvalberging worden voorzien op het schooldomein conform artikel 26 van de bouwcode;

3.      het dak van de aanbouw moet uitgevoerd worden met een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

4.      het gedeelte van het dak naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;

5.      er moet een septische put voorzien zijn met een minimale inhoud hebben van 2000 liter conform artikel 43 van de bouwcode;

6.      er moet een toegankelijk inpandig toilet voorzien worden op het schooldomein conform de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

7.      het nieuw te plaatsen schrijnwerk in het hoofdvolume moet worden uitgevoerd in hout;

8.      wanneer er een overloop van de infiltratieput naar het rioleringsstelsel wordt aangelegd, moet dit gebeuren conform artikel 40 van de bouwcode;

9.      er moeten 3 bijkomende fietsenstallingen voorzien worden conform artikel 30 van de bouwcode;

10.  de aanvrager dient te onderzoeken of hij in regel is met de geldende milieuwetgeving. Voor bijkomende informatie kan er contact opgenomen worden met de stedelijke dienst via volgend mailadres: milieu - Milieuvergunningen@Antwerpen.be

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.