Terug
Gepubliceerd op 19/04/2021

2021_CBS_03040 - Omgevingsvergunning - OMV_2020126497. Diksmuidelaan 254 en 276 en Klerkenstraat 6. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/04/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03040 - Omgevingsvergunning - OMV_2020126497. Diksmuidelaan 254 en 276 en Klerkenstraat 6. District Berchem - Goedkeuring 2021_CBS_03040 - Omgevingsvergunning - OMV_2020126497. Diksmuidelaan 254 en 276 en Klerkenstraat 6. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020126497

Gegevens van de aanvrager:

CVBA De Ideale Woning-ARRONDISSEMENT ANTWERPEN met als contactadres Diksmuidelaan 276 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Diksmuidelaan 254 en 276 en Klerkenstraat 6 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 22 sectie A nrs. 0, 306B6, 310V, 311M, 311G, 312F, 312H, 313B5, 317R2, 317P, 317M2 en 317P2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

ontwikkelen van een nieuwbouw- en verbouwproject voor sociale dienstverlening + aanleggen parking op terreinen overzijde straat

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          13/12/2019: integrale kwaliteitskamer (WSC/2019/1649), gunstig;

-          hoek Hofstadestraat en Klerkenstraat:

  • 03/05/2013: vergunning (2013586) voor het inrichten van een parkeerterrein; 
  • 07/05/2009: weigering (20085380) voor het bouwen van een magazijn met overdekte parkeerplaatsen;
  • 19/04/1995: vergunning (961#1344) voor het bouwen van een magazijn;

-          hoek Diksmuidelaan nr. 276 en Klerkenstraat:

  • 13/10/1971: vergunning (961#3261) voor het oprichten van een administratiegebouw; 

-          Klerkenstraat 6:

  • 13/10/1976: vergunning (956#2168) voor gevelverbouwingswerken;
  • 14/01/1929: toelating (956#5471) voor het bouwen van een goedkope woning; 

-          Diksmuidelaan nr. 254:

  • 21/01/1981: vergunning (961#11439) voor het oprichten van appartementen voor alleenstaande jongeren;

-          terrein Hofstadestraat (overzijde):

  • 10/02/2006: vergunning (3220#85) voor het bouwen van een jeugdlokaal.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          hoek Hofstadestraat en Klerkenstraat:

  • magazijn van één bouwlaag, afmetingen 17m x 37m;
  • geelbruine gevelsteen gecombineerd met glad beton;
  • inkomportaal in glas met aluminium buitenschrijnwerk; 
  • parking in open lucht met rondom haag en bomen; 
  • stalplaats voor containers en grote schuifpoort (13m breed);

-          hoek Diksmuidelaan nr. 276 en Klerkenstraat:

  • administratiegebouw van 3 bouwlagen onder plat dak;
  • witte gladde gevelsteen met elementen in witte hardsteen;

-          Klerkenstraat 6:

  • woning;
  • 3 bouwlagen onder plat dak; 

-          Diksmuidelaan nr. 254:

  • 12 appartementen voor alleenstaande jongeren en 1 appartement voor pleeggezin;
  • gebouw van 2 bouwlagen met breedte van circa 39m met doorrij in het midden; 
  • 5 achterliggende garages en 3 staanplaatsen in open lucht;

-          terrein Hofstadestraat (overzijde):

  • omheind terrein met jeugdlokaal en grasspeelvelden;
  • L-vormig gebouw tegen achterste perceelgrens;
  • afmetingen circa 35m x 22m. 

 

Huidige toestand

-          terrein en gebouwen binnen het bouwblok Diksmuidelaan, Klerkenstraat en Hofstadestraat van circa 3250m² met verschillende functies:

  • Diksmuidelaan 276: kantoor van 3 bouwlagen onder plat dak, met achterliggend magazijn, fietsenstallingen en buitenruimte;
  • Klerkenstraat 6: sociale eengezinswoning van 3 bouwlagen met plat dak;
  • Diksmuidelaan 254: appartementsgebouw met 13 sociale woningen, bevat 2 bouwlagen met plat dak, tuin en 5 achterliggende garageboxen;
  • overdekte parkeerplaatsen en parkeerplaatsen in open lucht en afvalverzamelplaats;

-          terrein Hofstadestraat (overzijde straat):

  • scoutsterrein en volkstuinen met magazijn.  

 

Gewenste toestand

-          sloop van de eengezinswoning Klerkenstraat en achterliggende fietsenstallingen;

-          sloop van het appartementsgebouw met bijhorende garageboxen;

-          sloop van het magazijn op de hoek van de Klerkenstraat en Hofstadestraat;

-          verwijderen van parkings en verhardingen;

-          nieuwe structuur van 4 bouwblokken gepositioneerd rond binnengebied met groenaanleg; 

-          4 doorgangen naar publieke tuin, afsluitbaar na kantooruren;

-          het project omvat kantoren voor sociale dienstverlening, kantoren voor externen, vergaderruimtes voor zowel externen als gedeeld gebruik, magazijn, kinderdagverblijf en een conciërgewoning; 

-          gebouw A hoek Diksmuidelaan – Klerkenstraat:

  • renovatie van het kantoorgebouw en diensten;
  • uitbreidingen ter hoogte van de voormalige eengezinswoning en de linkerzijde (gevel Diksmuidelaan), telkens 3 bouwlagen;
  • gevels voorzien in keramische panelen met kabelstructuur voor beplanting;
  • buitenschrijnwerk in aluminium;
  • gevels van de uitbreiding in betonplaten;

-          gebouw tussen A en B:

  • nieuwbouw in binnengebied voor vergaderruimtes (gedeeld);
  • 1 bouwlaag onder schuine bedaking; 
  • gevels in grijze beplanking met houten buitenschrijnwerk;

-          gebouw B hoek Klerkenstraat - Hofstadestraat: 

  • nieuwbouw met kantoorruimtes en vergaderzalen:
  • 1 bouwlaag onder schuine bedaking; 
  • gevels in grijze beplanking met houten buitenschrijnwerk;
  • daken voorzien van verdere uitbouw met luifels;
  • inrit naar ondergrondse parking;
  • ondergrondse parking onder gebouwen B en C; 

-          gebouw C Hofstadestraat:

  • nieuwbouw met refter en magazijn, werkruimtes en laad- en loskade;
  • 1 bouwlaag onder schuine bedaking;
  • gevels in grijze beplanking met houten buitenschrijnwerk;

-          gebouw D Diksmuidelaan:

  • nieuwbouw met kinderdagverblijf, kantoorunits voor externen en een conciërgewoning;
  • 2 bouwlagen en dubbelhoge onderdoorgang; 
  • gevels in keramische panelen met buitenschrijnwerk in aluminium;
  • uitkragende passerelle aan tuingevel;
  • luifel in tuinzone;

-          terrein Hofstadestraat (overzijde met scoutsterrein):

  • parking in beton (528m²) met 16 parkeerplaatsen;
  • parking in grindgazon (320m²) met 16 parkeerplaatsen;
  • 2 wadi’s;
  • fietsenstalling tegen bestaand gebouw voor 20 fietsen;
  • aanplanting van bomen; 
  • behoud bestaande gebouwen.

Inhoud van de aanvraag

-          ontwikkelen van een project met kantoren voor sociale dienstverlening, kantoren voor externen, vergaderruimtes voor zowel externen als gedeeld gebruik, magazijn, kinderdagverblijf en een conciërgewoning, inrichten van een parking; 

-          slopen van verschillende gebouwen en verhardingen;

-          renoveren en nieuw bouwen van 5 volumes rond een binnengebied; 

-          aanleggen van het binnengebied;

-          inrichten van een bovengrondse parking.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

11 januari 2021

1 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

11 januari 2021

24 februari 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

11 januari 2021

21 januari 2021

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

11 januari 2021

26 januari 2021

Gunstig

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

11 januari 2021

9 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

11 januari 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

11 januari 2021

14 januari 2021

Geen bezwaar

Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer

11 januari 2021

12 januari 2021

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

11 januari 2021

11 januari 2021

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

11 januari 2021

20 januari 2021

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

11 januari 2021

21 januari 2021

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid

11 januari 2021

18 januari 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

11 januari 2021

28 januari 2021

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

11 januari 2021

21 januari 2021

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

11 januari 2021

24 februari 2021

stadsontwikkeling/ ruimtelijke planning (inzake SOK)

22 februari 2021

22 februari 2021

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

11 januari 2021

18 januari 2021

talentontwikkeling en vrijetijdsbeleving/ jeugd/ regie kinderopvang

11 januari 2021

15 januari 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • artikel 9: men plaatst een grotere inhoud voor hergebruik regenwater. 
  • artikel 13: er wordt een nota toegevoegd die het groter hergebruik van het hemelwater motiveert.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • artikel 29/2 Publiek toegankelijke toiletten en doucheruimtes:

de afmetingen van toiletten dienen minimum 1,7m x 2,25m te zijn.  Dit is niet overal zo voorzien (kantoorunit 3: slechts 2,2m). In het kinderdagverblijf is geen aangepast toilet voorzien. 

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 05/11/2020.
Het bijhorende programma van maatregelen adviseert een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van boringen, mogelijk gevolgd door een proefsleuvenonderzoek indien het terrein niet verstoord blijkt te zijn.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt gemotiveerd af van de gewestelijke verordening hemelwater. Een groter hergebruik van hemelwater wordt aangetoond. De afwijking kan gunstig geadviseerd worden.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een project met kantoren voor sociale dienstverlening (De Ideale Woning) welke reeds zeer lang werkzaam is binnen de ruimte omgeving. Er worden ook enkele kantoren voor externen voorzien die in handen blijven van De Ideale Woning.

 

Bij deze hoofdfunctie worden ook randfuncties voorzien die een link hebben met de functionering van De Ideale Woning. Op het terrein worden vergaderruimtes (voor eigen gebruik en extern gebruik), een magazijn, kinderdagverblijf, conciërgewoning, parking en grote (semipublieke) binnentuin voorzien.

 

Gelet op de kantoorfunctie werd de beoordeling van de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing – business en innovatie gevraagd. Hieruit volgde een gunstig advies:

“De aanvraag voorziet in de verbouwing en hernieuwing van een bestaand kantoorgebouw, de beperkte uitbreiding van kantoren en aanvullende diensten zoals een kinderdagverblijf, parkeer en fietsstallingen en inrichten van het binnengebied. De hernieuwing en verandering van de gebouwen op dezelfde locatie is te verantwoorden omdat zo geen nieuwe ruimte moet ingenomen worden. Bovendien worden er ook ruimtes en diensten toegevoegd die voor de buurt nuttig zijn. Vanuit die optiek kan voor de aanvraag een gunstig advies gegeven worden.”

 

De uitbreiding van de kantoren voor sociale dienstverlening en de aanvullende functies hebben een gunstige invloed op de ruimere omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het hoofdgebouw op de hoek van de Diksmuidelaan en Klerkenstraat blijft behouden en wordt grondig gerenoveerd. Dit pand wordt links uitgebreid (langs de kant van de Diksmuidelaan) met een nieuwbouwvolume met 2 bouwlagen boven een onderdoorgang (tot maximaal 3 bouwlagen).

 

Het vroegere magazijn op de hoek van de Klerkenstraat en Hofstadestraat wordt afgebroken en voorzien als een nieuwbouw met 1 bouwlaag onder licht-schuin dak. Links van deze nieuwbouw (grenzend aan de eengezinswoningen in de Klerkenstraat) wordt de inrit naar de ondergrondse parking voorzien.

 

In het binnengebied (als verbinding tussen het hoofdgebouw en kantoorgebouw langs de Hofstadestraat) worden vergaderruimtes voorzien. Dit bouwvolume blijft beperkt tot 1 bouwlaag.

 

Langs de Hofstadestraat wordt een magazijngebouw voorzien met refter en werkruimtes. Ook dit bouwvolume blijft beperkt tot 1 bouwlaag.

 

Langs de Diksmuidelaan wordt een nieuwbouw voorzien met kinderdagverblijf en de kantoorunits (voor extern verhuur). Binnen dit volume wordt ook de nieuwe conciërgewoning voorzien. Dit nieuwbouwvolume wordt voorzien over 2 bouwlagen wat aansluit bij de rest van de bebouwing langsheen de Diksmuidelaan. In het binnengebied wordt ook een luifel voorzien horende bij het kinderdagverblijf, zodat de kinderen buiten ook de mogelijkheid hebben om in de schaduw te kunnen spelen.

 

De bouwvolumes zijn aangepast op de kenmerkende bouwhoogte in de omgeving en houden voldoende rekening met de maximale hoogte als gevolg van de ligging in het verlengde van de landingsbaan van de luchthaven van Berchem. De bouwvolumes in het binnengebied behouden voldoende afstand tot de perceelgrenzen, zodat hinder op de omgeving zo veel mogelijk voorkomen wordt en waar mogelijk worden de vele bestaande scheidingsmuren verlaagd. Het binnengebied wordt maximaal groen (met inheemse beplating) aangelegd. Het project betreft een positieve wijziging ten opzichte van de vroegere toestand en heeft een gunstige impact op de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het hoofdgebouw langs de Diksmuidelaan wordt afgewerkt met witte gladde gevelsteen (naar oorspronkelijk model van het gebouw). De links naastgelegen uitbreiding wordt voorzien in grijs beton. Ook het gebouw te Diksmuidelaan nr. 254 wordt in een lichte kleurstelling voorzien (witgrijze keramische panelen). Deze lichte kleurstelling is in harmonie met de bebouwing in de omgeving. Bovendien wordt een deel van de bebouwing langs de kant van de Diksmuidelaan voorzien van een kabelstructuur voor beplanting, wat de relatie met het groene binnengebied benadrukt.

 

 Het gebouw op de hoek van de Klerkenstraat en de Hofstadestraat, het magazijngebouw langs de Hofstadestraat en het vergadergebouw in binnengebied worden voorzien van grijs gebeitste beplanking en een zeer duidelijk zichtbare skeletstructuur. Deze architecturale uitwerking verwijst naar de vliegtuigloodsen van de luchthaven. Zo vormen de gebouwen die het meeste contact hebben met het binnengebied een duidelijk harmonieus geheel. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een projectgebied met oppervlakte groter dan 3000 m² (9 076 m²) en met een vergunningsplichtige ingreep in de bodem boven 1000 m² (ca. 6 911 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht. Hieromtrent werd een advies gevraagd aan de stedelijke dienst archeologie:

“De archeologienota werd ingediend door Lares en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 05/11/2020. Het bijhorende programma van maatregelen adviseert een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van boringen, mogelijk gevolgd door een proefsleuvenonderzoek indien het terrein niet verstoord blijkt te zijn (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/16397). Nadien wordt een nieuwe nota uitgewerkt, met een bijhorend nieuw programma van maatregelen. Ook dit programma van maatregelen met mogelijk vervolgonderzoek dient verplicht te worden uitgevoerd.)

Het project wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd:

  • De bouwheer is verplicht om het programma van maatregelen, nl. een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van boringen en eventueel een proefsleuvenonderzoek, horende bij de archeologienota uit te voeren (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/16397). Ook de daaruit voortvloeiend nota met bijhorend programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.
  • De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie en nodigt deze uit voor een startvergadering (archeologie@stad.antwerpen.be)
  • De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Bescherming aanwezig groen:

Gelet op de wijzigingen aan het aanwezige groen werd het advies van de stedelijke groendienst gevraagd.

“De groendienst geeft voorwaardelijk gunstig advies:

  • de bestaande bomen - zowel op het privéterrein als op het openbaar terrein - moeten beschermd worden tijdens de werken dmv een hoog hekwerk. Dit hekwerk vermijdt stam- en takbreuk + materiaalopslag op de wortelzone.
  • de groendienst adviseert om een gecertificeerd boomverzorger (European Tree Worker) onder de arm te nemen om de wensen van het plan mee te vertalen naar de praktijk. Het is bv niet mogelijk om grasbetontegels onder de bestaande bomen in de Hofstadestraat te leggen omdat voor de fundering hiervan wortels moeten afgegraven worden. Ook in het groene binnengebied mag het maaiveld rond de bestaande bomen niet veranderen, wil men de gezondheid en de toekomstverwachting van de bomen niet hypothekeren. Een gecertificeerd boomverzorger brengt deze en andere knelpunten in kaart en zoekt naar de meest geschikte oplossing.
  • indien dit binnengebied integraal toegankelijk is, adviseert de groendienst robuuste beplanting te gebruiken.

 

Het is fijn om te lezen dat bestaande bomen behouden blijven. Met het oog op hittestress en klimaatwijzigingen zijn bomen een kostbaar goed. Indien er beslist wordt om ook te investeren in betere groeiomstandigheden ondergronds, dan komt dit de bomen enkel ten goede. En daar zullen toekomstige generaties mee van profiteren.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt deze beoordeling van de groendienst integraal bijgetreden. Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden om schade aan het aanwezig groen te voorkomen en de nieuwe bomen moeten onder ideale omstandigheden geplant worden. Er worden voldoende maatregelen in voorwaarden opgenomen.

 

Luchtkwaliteit en omgevingslawaai:

Binnen het projectgebied wordt een kinderdagverblijf voorzien. Dit dient getoetst te worden op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder. Het project werd aan het beoordelingskader getoetst door de stedelijke dienst stadsontwikkeling – energie en milieu Antwerpen – luchtkwaliteit en geluid.

Aspect Luchtkwaliteit:

“De locatie is aan de straatzijde overwegend onderhevig aan concentraties NO2 van <38 µg/m³. De locatie bevindt zich in een zone van de stad met relatief lage achtergrondconcentraties (21-30 µg/m³). Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig geadviseerd voor het aspect luchtkwaliteit.”

 

Aspect Omgevingslawaai:

“De locatie bevindt zich in een zone met gemiddelde geluidsniveaus van 60-64 dB(A) Lden. Het kinderdagverblijf bevindt zich gedurende de dag in gemiddelde geluidsniveaus van 55-59 dB(A) als gevolg van luchtverkeer. Uit de geluidsmetingen is gebleken dat  kleinere, frequent overvliegende vliegtuigen een piekgeluidbelasting LA,piek van 75-80 dB(A) veroorzaken, en de grote passagiersvliegtuigen (welke enkel tijdens de zomer vliegen) een piekgeluidbelasting LA,piek van 90 dB(A). Aangezien een nieuwbouwproject zich leent tot aanpassingen aan het ontwerp, de indeling en verhoogde akoestische isolatie, zijn mitigerende maatregelen mogelijk om de blootstelling van de kinderen aan het omgevingslawaai voldoende te beperken. Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig mits voorwaarden geadviseerd voor het aspect geluidshinder.“

 

Om de geluidshinder (kenmerkend aan deze locatie) ten opzichte van het nieuwe kinderdagverblijf te beperken dienen voldoende maatregelen genomen te worden. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt integraal bijgetreden bij de voorwaarden die opgelegd worden door de stedelijke dienst stadsontwikkeling – energie en milieu Antwerpen – luchtkwaliteit en geluid.

 

Publieke ruimte:

Aangezien de aanvraag op de plannen aansluit bij het openbaar domein werd een advies gevraagd aan de stedelijke dienst stadsontwikkeling – publieke ruimte:

“Vermits het om privé eigendom gaat geeft de dienst stadsontwikkeling, publieke ruimte enkel advies op de aansluiting van het privégebied met het publieke domein. De  diensten van de stad Antwerpen zullen niet instaan voor het onderhoud van het groen, straatmeubilair, wegenis, speeltoestellen en andere in het binnengebied.

De twee nieuwe toegangen tot het binnengebied ter hoogte van de Diksmuidelaan zijn enkel bedoeld voor voetgangers en fietsers zodat de afgeschuinde boordsteen aan de bestaande inritten gewijzigd zal moeten worden in een opstaande boordsteen.

Ter hoogte van het velostation in de Hofstadestraat staat een dubbele poort ingetekend naar het binnengebied. Het is onduidelijk of deze toegang ook gebruikt zal worden door wagens. Naargelang de situatie zal de opstaande boordsteen vervangen moeten worden door een afgeschuinde boordsteen. De afgeschuinde boordstenen ter hoogte van de twee bestaande inritten zullen dan weer gewijzigd moeten worden in een opstaande boordsteen.

Naast de woning nummer 15 in de Hofstadestraat komt op privé domein een soort van laad- en loszone voor het magazijn. De impact hiervan op het openbaar domein is zeer groot. De situatie dat er over voetpadruimte gemanoeuvreerd  wordt is onveilig voor voetgangers. Het is altijd beter wanneer er 1 duidelijke inrit is waarlangs de in en uit bewegingen gebeuren. De situatie impliceert ook een verlies aan parkeerplaatsen. Wanneer we naar het grondplan gelijkvloers kijken zien we dat de draaibeweging van de vrachtwagen tot aan de overzijde van de straat uitbuigt zodat de parkeerplaatsen daar zouden moeten verwijderd worden hetgeen allesbehalve gewenst is. Idealiter wordt de laad- en loszone inpandig opgelost. Een uitzondering zou kunnen worden toegestaan  om de laad- en loszone hier op het publiek domein te voorzien, tussen huisnummer 15 en de bocht. Dit zou ook een impact hebben op het openbaar domein maar zou wel een veiliger alternatief zijn en gunstiger voor de parkeerbalans in de straat. Voor de werken dient er contact opgenomen te worden met de projectcoördinator publieke ruimte en de consulent mobiliteit van het district Berchem.  

Voor de nieuwe inrit naar de ondergrondse parking in de Klerkenstraat zal de opstaande boordsteen gewijzigd moeten worden in een afgeschuinde boordsteen.

Voor bovenstaande werken zal de bouwheer contact dienen op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Structureel Onderhoud, betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor eventuele herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken.

Ter hoogte van de tijdelijke parking op het scoutsterrein in de Hofstadestraat blijft de bestaande inrit behouden. Er dient dus geen aanpassing te gebeuren aan het openbaar domein.

We zien op het grondplan gelijkvloers ook nog twee deuren in de Hofstadestraat die openzwaaien over het publiek domein. Zelfs als het zou gaan om een vluchtdeur is dit niet toegestaan en dient de deur inpandig terug te springen zodat de uitzwaaiende deur geen obstakel vormt voor het publiek domein.

Op de plannen zien we dat de brandweer nergens het binnengebied op moet kunnen rijden. De boordstenen kunnen dus tot een opstand van 10cm worden gebracht.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt integraal bijgetreden bij het advies van publieke ruimte. Vanuit de goede ruimtelijke ordening moet de impact op het openbaar domein beperkt blijven. Bovenstaande opmerkingen worden in voorwaarden opgenomen.

 

Milieuaspecten

Uit het dossier blijkt dat een ondergrondse parkeergarage deel uitmaakt van de werken. De initiatiefnemer wordt er op gewezen dat bemalingen een ingedeelde activiteit zijn (Vlarem rubriek 53), wanneer er dus voor de realisatie van de parking (of andere delen van het complex) een bemaling van grondwater technisch noodzakelijk is zal hiervoor voorafgaand aan de start van de werken een omgevingsvergunning moeten worden verkregen.

 

Verder is de kans niet onbestaande dat uit de verdere technische invulling van het project zal blijken dat nog andere vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten aan de orde zijn, denk aan verwarming/koeling, opslag gevaarlijke stoffen, generatoren en dergelijke meer. Wanneer de initiatiefnemer hieromtrent meer duidelijkheid heeft dient ook hiervoor een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend te worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 56 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 3497m² kantoren, een crèche van 248m² en een conciërgewoning.

 

1 conciërgewoning met parkeernorm  1

3497m² kantoren met parkeernorm 1,55/100m² : 3497m² x 1,55/100m² = 54

248m² crèche met parkeernorm op maat: 2

 

Bijstelling mobiliteit: De parkeerbehoefte van de conciërgewoning kan worden weggelaten vermits in de vacature voor de functie wordt gesteld dat de conciërge dient gebruik te maken van de deelwagens van het project van de Ideale Woning.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 56.

 

De plannen voorzien in 53 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er worden 21 nuttige parkeerplaatsen voorzien in de ondergrondse parking.

Er worden 32 nuttige parkeerplaatsen voorzien op het scoutsterrein.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 56.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dienen op het scoutsterrein 3 bijkomende parkeerplaatsen voorzien te worden (in totaal 35 parkeerplaatsen op scoutsterrein).

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 ( = 56 – 56).

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 ( = 56 – 56 ).

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

Er dient een verkeerslichtensignalisatie te komen om ervoor te zorgen dat er geen conflicten zijn tussen in- en uitrijdende wagens.

 

De doorgang tussen de toegangshelling en de eerste parkeerplaats is beperkt en zeer hoekig. Op dit punt mengen wagens en fietsers. Het is hier van zeer groot belang dat er duidelijk wordt aangegeven dat hier zeer voorzichtig moet worden gemanoeuvreerd. Om veiligheidsredenen dient de eerste ingetekende parkeerplaats gesupprimeerd te worden.

 

De fietstrap met fietsgoten is bij voorkeur minstens 2m breed om zo stijgende en dalende fietsers comfortabel te laten kruisen. De poort van de fietsenstalling kan automatisch geopend worden.

 

In het kader van Slim naar Antwerpen kan er ook advies ingewonnen worden bij de Stad om personeel te stimuleren om via alternatieve/duurzame vervoerswijzen naar de werkplek te komen via https://www.slimnaarantwerpen.be/nl/werkgevers

 

Fietsvoorzieningen:

Er dienen voor dit project 47 overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden voor personeel. (3497*1.25/100m²bvo + 2 voor de creche en 1 voor de conciërge).

Er worden 37 elektrische laadpunten voorzien wat ruim voldoende is voor dit project.

Er worden op de plannen 100 fietsstalplaatsen voorzien voor personeel:

  • 62 plaatsen in de ondergrondse parking;
  • 22 dienstfietsen in de ondergrondse parking;
  • 16 plaatsen in de fietsenstalling van gebouw D.

Voor bezoekers voorziet men 36 plaatsen:

  • 16 plaatsen aan de doorsteek (Hofstadestraat) tussen gebouw B en C;
  • 14 plaatsen in de onderdoorgang van het portaalgebouw;
  • 6 in de doorsteek van gebouw D.

 

In de fietsenstalling voor personeel dient ook plaats voorzien te worden voor niet standaard-fietsen (buitenmaatse fietsen met breder stuur, langer frame,…) Hiervoor is voldoende ruimte vermits er meer fietsstalplaatsen zijn voorzien dan noodzakelijk.

 

De toegangsdeur voor de ondergrondse fietsenberging dient automatisch geopend te kunnen worden. Momenteel is ze zeer smal ingetekend waardoor er opstoppingen zullen ontstaan. De doorgang dient minstens verbreed te worden tot 2m opdat fietsers elkaar kunnen kruisen.

 

Er worden in de fietsenberging best nog voldoende lockers voorzien (minstens 1/3 van het aantal stalplaatsen waar fietsers hun spullen zoals kledij, helm, douchegerief,…) kunnen opbergen.

 

Laden en lossen:

Het laden en lossen voor de site gebeurt op eigen terrein via een toegang in de Hofstadestraat. Hierbij wordt het voetpad gekruist. Dit is geen probleem zolang de zichtbaarheid gegarandeerd blijft. Hier mogen dus geen objecten geplaatst worden die het oogcontact tussen voetgangers/fietsers enerzijds en (vracht)wagenbestuurders anderzijds hinderen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de bijgevoegde maatregelen van FOD Mobiliteit en Vervoer – Dienst Luchtvaart zijn strikt na te leven;

3.      het project moet voldoen aan de verordening toegankelijkheid:

-          de aangepaste toiletten moeten groter zijn dan de minimale maat (1,7 m x 2,25 m), conform artikel 29/2;

-          het kinderdagverblijf moet voorzien worden van een aangepast toilet conform artikel 29/2;

4.      volgende voorwaarden inzake de behouden bomen moeten strikt nageleefd worden:

-          in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom  onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de  toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:

  • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
  • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;
  • de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);

-          als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:

  • er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….);
  • er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt;

-          om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;

-          naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;

-          om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;

  • deze voorwaarde doet geen afbreuk aan de voorwaarde van de dienst Luchtvaart inzake de maximale hoogte van de kranen;

-          het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen;

5.      bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

-          het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar  er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;

-          indien het binnengebied integraal toegankelijk is, moet voldoende robuuste beplanting gebruikt worden;

6.      het project moet voldoen aan volgende voorwaarden inzake het beperken van geluidsoverlast:

-          de akoestische prestatie en de indeling van het gebouw zijn geschikt om in het kinderdagverblijf overdag doorgaans een geluidsniveau (LA,eq60min) te realiseren van maximaal 35 dB(A) in de leefruimtes en maximaal 30 dB(A) in de slaapruimtes, enkel als gevolg van omgevingslawaai. Om dit te realiseren wordt de geluidweerstand toegepast zoals berekend in de akoestische nota;

-          het kinderdagverblijf wordt geventileerd met een ventilatiesysteem type D dat geschikt is om bij alle weersomstandigheden een gezond en aangenaam binnenklimaat te realiseren (in het bijzonder zonder de noodzaak de ramen te openen bij warm weer). De aanzuigopening voor verse lucht bevindt zich aan een verkeersluwe zijde;

-          de buitenspeelruimte is afgeschermd van het verkeersgeluid van de Diksmuidelaan en de Bikschotelaan waarbij een geluidsafzwakking van minstens 15 dB(A) wordt gerealiseerd. Om het wegverkeersgeluid te dempen, wordt de onderdoorgang tussen de Diksmuidelaan en het binnengebied akoestisch absorberend uitgevoerd;

-          om het wegverkeersgeluid te dempen, wordt de onderdoorgang tussen de Diksmuidelaan en het binnengebied akoestisch absorberend uitgevoerd;

7.      de ondergrondse parking en fietsenstalling voor personeel moet voldoen aan volgende voorwaarden:

-          er dient een verkeerslichtensignalisatie te komen om ervoor te zorgen dat er geen conflicten zijn tussen stijgende en dalende wagens;

-          de eerste parkeerplaats nabij de toegangshelling is zeer slecht gelegen ivm zichtbaarheid voor de gebruikers van de parking (te smal en op dit punt komen fietsers en wagens samen). Deze kan om veiligheidsredenen niet aanzien worden als een volwaardige parkeerplaats dus deze valt af;

-          de fietstrap met fietsgoten is bij voorkeur minstens 2m breed om zo stijgende en dalende fietsers comfortabel te laten kruisen;

-          in de personeelsfietsenstalling is momenteel een overaanbod. Dit is op zich geen probleem maar er dienen stalplaatsen voor standaardfietsen omgevormd te worden tot fietsstalplaatsen voor niet-standaardfietsen (buitenmaatse fietsen). Minstens 10 plaatsen te voorzien voor niet-standaardfietsen van personeelsleden. Voorkeur voor kwaliteit boven kwantiteit van fietsstalplaatsen. (we vragen een hart-op-hart afstand van minstens 50cm om zo beschadigingen aan fietsen van derden te voorkomen);

-          de toegangsdeur voor de ondergrondse fietsenberging dient automatisch geopend te kunnen worden. Deze toegang dient verbreed te worden tot minstens 2m zodat fietsers elkaar kunnen kruisen op dit punt en er geen opstoppingen ontstaan;

-          er dienen in de buurt van de fietsberging minstens 30 lockers voorzien te worden voor het opbergen van kledij, helmen, douchegerief,…  van de medewerkers;

-          per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

8.      de laad-en loszone moet voldoen aan volgende voorwaarden:

-          ter hoogte van de Laad- en Loszone mogen geen objecten geplaatst worden die oogcontact tussen voetgangers/fietsers en (vracht)wagenbestuurders hinderen;

-          naast de woning nummer 15 in de Hofstadestraat komt er op privé domein een laad- en loszone. Deze situatie is onveilig en niet wenselijk. De laad- en loszone dient inpandig opgelost te worden via één gezamenlijke in en afrit. Een uitzondering zou kunnen worden toegestaan om de laad- en loszone hier op het publiek domein te voorzien, tussen huisnummer 15 en de bocht. Voor de werken dient er contact opgenomen te worden met de projectcoördinator publieke ruimte en de consulent mobiliteit van het district Berchem;

9.      volgende voorwaarden inzake het publiek domein strikt na te leven:

-          de afgeschuinde boordsteen aan de bestaande inritten in de Diksmuidelaan moeten gewijzigd worden in een opstaande boordsteen;

-          als de nieuwe toegang tot het binnengebied in de Hofstadestraat naast het velostation gebruikt zal worden door wagens moet de boordsteen daar aangepast worden;

-          voor de nieuwe inrit naar de ondergrondse parking in de Klerkenstraat zal de opstaande boordsteen gewijzigd moeten worden in een afgeschuinde boordsteen;

-          de twee deuren in de Hofstadestraat die openzwaaien over het publiek domein dienen aangepast te worden zodat zij  geen obstakel meer vormen voor het publiek domein (dus niet meer naar buiten openzwaaien);

-          de bouwheer zal voor de werken contact dienen op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Structureel Onderhoud betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken;

10.  er moeten 3 bijkomende autoparkeerplaatsen voorzien worden op het scoutsterrein (tot een totaal van 35 op het scoutsterrein);

11.  volgende voorwaarden inzake de archeologie zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer is verplicht om het programma van maatregelen, nl. een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van boringen en eventueel een proefsleuvenonderzoek, horende bij de archeologienota uit te voeren (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/16397). Ook de daaruit voortvloeiend nota met bijhorend programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd;

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie en nodigt deze uit voor een startvergadering (archeologie@stad.antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

12.  na uitvoering van de werken moet bij de conciërgewoning voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

13.  de aandacht van de initiatiefnemer wordt er op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …);

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

-          invloedstraal van de bemaling (op plan);

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…);

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u .

 

Lasten

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.

 

De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.

 

De voorliggende aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het kaderbesluit ‘Stedenbouwkundige lasten’ goedgekeurd door het college op 9 maart 2018 (jaarnummer 2018_CBS_02203).

 

Het college besliste op 19 februari 2021 (Jaarnummer 1475) dat voor het project ‘Het Huis, Diksmuidelaan, district Berchem’ aan de stedenbouwkundige last voldaan is binnen de aanvraag van het project.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 december 2020

Volledig en ontvankelijk

11 januari 2021

Start openbaar onderzoek

19 januari 2021

Einde openbaar onderzoek

17 februari 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 april 2021

Verslag GOA

9 april 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

19 januari 2021

17 februari 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de bijgevoegde maatregelen van FOD Mobiliteit en Vervoer – Dienst Luchtvaart zijn strikt na te leven;

3.      het project moet voldoen aan de verordening toegankelijkheid:

-          de aangepaste toiletten moeten groter zijn dan de minimale maat (1,7 m x 2,25 m), conform artikel 29/2;

-          het kinderdagverblijf moet voorzien worden van een aangepast toilet conform artikel 29/2;

4.      volgende voorwaarden inzake de behouden bomen moeten strikt nageleefd worden:

-          in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom  onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de  toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:

  • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
  • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;
  • de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);

-          als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:

  • er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….);
  • er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt;

-          om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;

-          naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;

-          om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;

  • deze voorwaarde doet geen afbreuk aan de voorwaarde van de dienst Luchtvaart inzake de maximale hoogte van de kranen;

-          het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen;

5.      bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

-          het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar  er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;

-          indien het binnengebied integraal toegankelijk is, moet voldoende robuuste beplanting gebruikt worden;

6.      het project moet voldoen aan volgende voorwaarden inzake het beperken van geluidsoverlast:

-          de akoestische prestatie en de indeling van het gebouw zijn geschikt om in het kinderdagverblijf overdag doorgaans een geluidsniveau (LA,eq60min) te realiseren van maximaal 35 dB(A) in de leefruimtes en maximaal 30 dB(A) in de slaapruimtes, enkel als gevolg van omgevingslawaai. Om dit te realiseren wordt de geluidweerstand toegepast zoals berekend in de akoestische nota;

-          het kinderdagverblijf wordt geventileerd met een ventilatiesysteem type D dat geschikt is om bij alle weersomstandigheden een gezond en aangenaam binnenklimaat te realiseren (in het bijzonder zonder de noodzaak de ramen te openen bij warm weer). De aanzuigopening voor verse lucht bevindt zich aan een verkeersluwe zijde;

-          de buitenspeelruimte is afgeschermd van het verkeersgeluid van de Diksmuidelaan en de Bikschotelaan waarbij een geluidsafzwakking van minstens 15 dB(A) wordt gerealiseerd. Om het wegverkeersgeluid te dempen, wordt de onderdoorgang tussen de Diksmuidelaan en het binnengebied akoestisch absorberend uitgevoerd;

-          om het wegverkeersgeluid te dempen, wordt de onderdoorgang tussen de Diksmuidelaan en het binnengebied akoestisch absorberend uitgevoerd;

7.      de ondergrondse parking en fietsenstalling voor personeel moet voldoen aan volgende voorwaarden:

-          er dient een verkeerslichtensignalisatie te komen om ervoor te zorgen dat er geen conflicten zijn tussen stijgende en dalende wagens;

-          de eerste parkeerplaats nabij de toegangshelling is zeer slecht gelegen ivm zichtbaarheid voor de gebruikers van de parking (te smal en op dit punt komen fietsers en wagens samen). Deze kan om veiligheidsredenen niet aanzien worden als een volwaardige parkeerplaats dus deze valt af;

-          de fietstrap met fietsgoten is bij voorkeur minstens 2m breed om zo stijgende en dalende fietsers comfortabel te laten kruisen;

-          in de personeelsfietsenstalling is momenteel een overaanbod. Dit is op zich geen probleem maar er dienen stalplaatsen voor standaardfietsen omgevormd te worden tot fietsstalplaatsen voor niet-standaardfietsen (buitenmaatse fietsen). Minstens 10 plaatsen te voorzien voor niet-standaardfietsen van personeelsleden. Voorkeur voor kwaliteit boven kwantiteit van fietsstalplaatsen. (we vragen een hart-op-hart afstand van minstens 50cm om zo beschadigingen aan fietsen van derden te voorkomen);

-          de toegangsdeur voor de ondergrondse fietsenberging dient automatisch geopend te kunnen worden. Deze toegang dient verbreed te worden tot minstens 2m zodat fietsers elkaar kunnen kruisen op dit punt en er geen opstoppingen ontstaan;

-          er dienen in de buurt van de fietsberging minstens 30 lockers voorzien te worden voor het opbergen van kledij, helmen, douchegerief,…  van de medewerkers;

-          per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

8.      de laad-en loszone moet voldoen aan volgende voorwaarden:

-          ter hoogte van de Laad- en Loszone mogen geen objecten geplaatst worden die oogcontact tussen voetgangers/fietsers en (vracht)wagenbestuurders hinderen;

-          naast de woning nummer 15 in de Hofstadestraat komt er op privé domein een laad- en loszone. Deze situatie is onveilig en niet wenselijk. De laad- en loszone dient inpandig opgelost te worden via één gezamenlijke in en afrit. Een uitzondering zou kunnen worden toegestaan om de laad- en loszone hier op het publiek domein te voorzien, tussen huisnummer 15 en de bocht. Voor de werken dient er contact opgenomen te worden met de projectcoördinator publieke ruimte en de consulent mobiliteit van het district Berchem;

9.      volgende voorwaarden inzake het publiek domein strikt na te leven:

-          de afgeschuinde boordsteen aan de bestaande inritten in de Diksmuidelaan moeten gewijzigd worden in een opstaande boordsteen;

-          als de nieuwe toegang tot het binnengebied in de Hofstadestraat naast het velostation gebruikt zal worden door wagens moet de boordsteen daar aangepast worden;

-          voor de nieuwe inrit naar de ondergrondse parking in de Klerkenstraat zal de opstaande boordsteen gewijzigd moeten worden in een afgeschuinde boordsteen;

-          de twee deuren in de Hofstadestraat die openzwaaien over het publiek domein dienen aangepast te worden zodat zij  geen obstakel meer vormen voor het publiek domein (dus niet meer naar buiten openzwaaien);

-          de bouwheer zal voor de werken contact dienen op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Structureel Onderhoud betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken;

10.  er moeten 3 bijkomende autoparkeerplaatsen voorzien worden op het scoutsterrein (tot een totaal van 35 op het scoutsterrein);

11.  volgende voorwaarden inzake de archeologie zijn strikt na te leven:

-          de bouwheer is verplicht om het programma van maatregelen, nl. een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van boringen en eventueel een proefsleuvenonderzoek, horende bij de archeologienota uit te voeren (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/16397). Ook de daaruit voortvloeiend nota met bijhorend programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd;

-          de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie en nodigt deze uit voor een startvergadering (archeologie@stad.antwerpen.be);

-          de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

12.  na uitvoering van de werken moet bij de conciërgewoning voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

13.  de aandacht van de initiatiefnemer wordt er op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …);

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

-          invloedstraal van de bemaling (op plan);

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…);

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u .

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.