Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021016886 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Eliezer Sternlicht met als adres Van Den Nestlei 23 te 2018 antwerpen |
Ligging van het project: | Florisstraat 10 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 6 sectie F nr. 1453B5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/07/2017: proces-verbaal (11002_2017_4455) met stakingsbevel voor het uitvoeren van werken in functie van een wijziging van de hoofdfunctie zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning;
- 31/10/2008: milieuvergunning klasse 3 (1254#13067) voor een sauna, wellness;
- 08/10/1971: vergunning (18#81261) voor het uitvoeren van verbouwingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinsgebouw met 2 woningen:
- bouwvolume:
- gevelafwerking: bepleisterde en geschilderde lijstgevel met witte natuursteen elementen op een hardstenen plint.
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 6768) van Politiecommissariaat van de 6de Wijk als bouwkundig erfgoed;
- vaststelling (ID: 6433) van Politiebureau in neorenaissancestijl: gevel en bedaking als monument;
- vaststellingen proces-verbaal:
- meergezinsgebouw met 3 woningen:
- gevelafwerking: kastanje bruin buitenschrijnwerk.
Gewenste toestand
- meergezinsgebouw met 3 woningen:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van gelijkvloerse functie van dagrecreatie naar wonen;
- vermeerderen van het aantal woningen van 2 naar 3;
- slopen van gelijkvloerse achterbouw tot een diepte van ca. 30,50 m;
- uitbreiden van de bouwdiepte op de 1ste en 2de verdieping;
- het doorvoeren van interne constructieve werken;
- het wijzigen van de gelijkvloerse gevelafwerking.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 25 februari 2021 | 23 maart 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed | 25 februari 2021 | 15 maart 2021 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 25 februari 2021 | 8 maart 2021 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 25 februari 2021 | 25 februari 2021 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 25 februari 2021 | 2 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 25 februari 2021 | 2 april 2021 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund | 25 februari 2021 | 9 maart 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Bij functiewijziging moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”.
Bij de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte moet er rekening gehouden worden met een optimale bezonning en daglichttoetreding ten aanzien van alle verblijfsruimten in het gebouw, in de tuinen en in de omgeving.
Een gelijkvloerse bouwdiepte tot 30 m is niet in overeenstemming met het referentiebeeld. Deze bouwdiepte verhindert een optimale bezonning van de verblijfsruimten in het hoofdvolume. Een perceelsbrede achterbouw op de 1ste en 2de verdieping van ca. 14 m is niet in harmonie met de kenmerkende bouwdiepte van 10 à 11 m;
elke verblijfsruimte dient voldoende ruime openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht en voor luchttoevoer.
De woning in de zolderruimte voldoet hier niet aan;
bij nieuwbouw, herbouw, vermeerdering van het aantal woongelegenheden of functiewijziging naar wonen dient elke zelfstandige woning over een buitenruimte te beschikken. De woning in de zolderruimte heeft geen eigen buitenruimte;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het wijzigen van de gelijkvloerse functie van dagrecreatie naar wonen. Een meergezinsgebouw is kenmerkend in de omgeving. De functiewijziging kan dan ook gunstig geadviseerd worden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in de sloop van een deel van de gelijkvloerse verdieping met het oog op het creëren van een tuinzone bij de woonfunctie. De gelijkvloerse bouwdiepte wordt hierbij teruggebracht tot 30 meter. Hierdoor bedraagt de open ruimte 29% ten opzichte van de totale perceelsoppervlakte. Dit is een positieve ontwikkeling.
Toch kan een bouwdiepte tot meer dan 30 meter niet gunstig beoordeeld worden. De bouwdiepte is niet kenmerkend voor een gelijkvloerse woonfunctie en ook geen kenmerkende bouwdiepte voor de omgeving (bouwcode, art. 6 en 10).
Om alsnog een vergunning te kunnen verlenen, dient het achterste gedeelte, waarin de keuken wordt voorzien, eveneens gesloopt te worden wat de totale bouwdiepte op ruim 22 meter brengt, wat nog behoorlijk diep is voor een woonfunctie. Door het openwerken van de zone tussen de eetruimte en de zeer ruime inkomhal kan er echter voldoende licht tot midden in het gebouw gebracht worden. Er blijft tevens voldoende ruimte beschikbaar om de eetkamer en de keuken op een kwalitatieve manier achteraan het gelijkvloers te voorzien.
De bouwdiepte op de 1ste en de 2de verdieping neemt aan de linkerzijde van het perceel toe tot de diepte van het entresolvolume, dat de trap herbergt. Deze ingreep resulteert in een perceelsbrede uitbouw van ruim 14 meter. Dit overschrijdt de kenmerkende bouwdiepte van 10 à 11 meter maar kan uitzonderlijk toegestaan worden vanuit de specifieke ligging van het perceel en de ontpittingsinspanningen op het gelijkvloers.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag gaat er van uit dat de woning in de zolderverdieping een vergunde situatie betreft. Op basis van het advies van de stedelijke dienst geacht vergund, blijkt dat niet zo te zijn. Om in aanmerking te komen van vergunning dient deze woning bijgevolg afgetoetst te worden aan de huidige regelgeving. Hieraan voldoet ze niet. Zo is er geen buitenruimte voorzien (bouwcode, art. 28), is er onvoldoende licht- en luchttoetreding (bouwcode, art. 24) en is het onduidelijk of de ruimte in overeenstemming is met de minimale vrije hoogte zoals opgelegd in artikel 21 van de bouwcode. Om alsnog een vergunning te kunnen verlenen wordt het gebruik van de dakverdieping als afzonderlijke, zelfstandige woonentiteit uitgesloten uit de vergunning. Hierdoor wordt het totaal aantal woonentiteiten, conform het advies van de stedelijke dienst vermoeden van vergunning, herleid tot twee.
Het triplexappartement is zeer ruim en beschikt over een mooie buitenruimte. Dergelijke woningen dragen bij tot de realisatie van de stedelijke woonvisie die gezinnen in de stad wil aantrekken en houden.
Daarnaast wordt ook nog een ruimere studio voorzien van ca. 58 m². Helaas beschikt deze niet over een buitenruimte. Het betreft echter een vergund geachte situatie. Onderzocht kan worden of de zolderruimte betrokken kan worden bij deze woning zodat de oppervlakte toeneemt en in de dakverdieping een dakterras ingericht kan worden. De mogelijkheid van een dakterras dient verder afgetoetst te worden met de stedelijke dienst monumentenzorg, gezien de erfgoedwaarde van het gebouw. Deze handelingen, werken en wijzigingen zijn ook vergunningsplichtig.
Verder geeft de aanvraag geen informatie over de grootte van de septische put. Het is dus onduidelijk of de aanvraag in overeenstemming is met artikel 43 van de bouwcode. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen dat de septische put voorzien moet worden conform artikel 43 van de bouwcode.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Vermits de werken gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en het pand bovendien is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur. Bovendien zijn de gevel en bedaking beschermd als monument (dd 7/4/1995).
In dat kader wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg dat zich als volgt laat samenvatten:
“Voormalig Politiecommissariaat van de 6de Wijk, sinds 1920 van de 7de Wijk als gevolg van de administratieve herindeling van de stad in twaalf wijken. Gebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl naar een ontwerp door stadsarchitect Pieter Dens uit 1875. […] Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat het gebouw drie bouwlagen onder een schilddak, met de nok loodrecht op de straat, een smeedijzeren dakvorst en flankerende schoorstenen. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel op een hardstenen plint, is opgebouwd uit drie, door entablementen gemarkeerde registers. Volgens het lastenboek is gebruik gemaakt van witte natuursteen (Savonnière en Brauvilliers) voor de deuromlijstingen, kozijnen en bewerkte onderdelen als consoles, ornamenten en gevelplaten met opschrift. De compositie legt de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet, dat zich onderscheidt door een gesuperposeerde pilastergeleding, en wordt bekroond door een dakkapel met voluten en gebroken, gebogen fronton waarin het stadswapen. Van de rondboogopeningen op de begane grond zijn de zijdeuren bewaard, maar de middenvensters verbouwd tot poort. De eerste verdieping wordt in het risaliet geaccentueerd door een blinde balustrade, kruiskozijnen en stucsleutels in second-empirestijl met palmet en lambrekijn; het inschrift “POLITIE” “BUREEL” in de fries is verwijderd. Op de tweede verdieping zijn de tweelichten van het risaliet gevat in geprofileerde rondbogen met diamantkopsleutel op imposten; trofeeën met weegschaal, sabel en wapenstok sieren het boogveld, als embleem van politie en gerechtigheid. Boven de zijvensters jaarstenen met opschrift “ANNO” "1876”. De gevelbeëindiging wordt gevormd door een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op klossen en consoles, in het risaliet verrijkt tot een metopen-en-trigliefenfries. Eén van de oorspronkelijke eiken inkomdeuren is bewaard, evenals de smeedijzeren waaiers van de begane grond en de gietijzeren voetschrapers.
Het politiecommissariaat, dat het politiekantoor en de ambtswoning van de commissaris omvatte, bestond oorspronkelijk uit een voorbouw, via een binnenplaats gescheiden van een éénlaagse achterbouw. De deur links gaf toegang tot het eigenlijke politiekantoor, de deur rechts tot het kantoor en de ambtswoning van de commissaris, ontsloten door de traphal. De bovenverdiepingen omvatten telkens vier kamers.
Verschillende grote verbouwingscampagnes waaronder deze uit 1971 zorgden voor een aantasting van de indeling en het interieur, voornamelijk van het gelijkvloers. Er werd ook een aanbouw en een uitbreiding voorzien waardoor het perceel vandaag quasi volledig volgebouwd is. De traphal met stucwerk, trap en enkele haarden op de verdiepingen van het hoofdvolume bleven bewaard.
Men wenst het pand uit te breiden. Het volume uit 1971 wordt gesloopt in functie van het ontpitten van het perceel. De pui van de voorgevel wordt hersteld.
Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar voor wat betreft de uitbreiding en het ontpitten van het perceel. Het te slopen volume dateert van latere datum. De erfgoedwaarden van het interieur van het voorhuis zijn uitgehold door eerdere drieste verbouwingscampagnes. De traphal met 19de-eeuwse trappenpartij en de schouwen op de verdiepingen dienen bewaard.
Het monument heeft een stadslandschappelijke waarde in de Florisstraat. Er wordt dan ook bijzondere aandacht gevraagd voor de voorgevel. De gewenste gevelrenovatie dient dan ook in detail bekeken. Vandaag gaat men uit van herstel van de pui in de geest van het initieel bouwplan van Dens. Hoewel het al een grote verbetering is voor het pand en het straatbeeld, wordt herstel naar oorspronkelijk ontwerp gevraagd om de monumentwaarde van het pand opnieuw te versterken. Zo vragen we dat de twee centrale vensters niet als porte-fenetre worden uitgevoerd maar als ramen op een blauwe hardstenen plint. Het oorspronkelijk bouwplan van Dens evenals de historische foto opgenomen in het aangeleverde che-rapport, vormen hiervoor de basis.
Verder vragen we dat het schrijnwerk in de voorgevel in hout wordt uitgevoerd ipv in aluminium, dit is a-typisch en niet conform het afwegingskader voor historisch schrijnwerk opgemaakt door het Agentschap Onroerend erfgoed. De bestaande historische voordeur aan de rechterzijde dient behouden en gerestaureerd en dient als model genomen voor de nieuwe voordeur aan de linkerzijde.
Detailtekeningen van het nieuwe schrijnwerk dienen aangeleverd. Het gevelherstel en de plaatsing van het nieuwe schrijnwerk dient in nauw overleg met onze diensten uitgevoerd,.
De bovengevel behoeft ook enkele restauratieve ingrepen zo dienen de bovenlichten van het schrijnwerk op de eerste verdieping opengemaakt. De bovengevel dient verder uitgesloten van vergunning.”
Er werd in het kader van deze aanvraag ook advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het advies, door hen geformuleerd ligt in lijn met wat hierboven werd geformuleerd door de stedelijke dienst monumentenzorg.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg integraal bijgetreden en opgenomen als voorwaarden bij de vergunning. Het herstel van de voorgevel in oorspronkelijke staat vormt een verbetering voor het straatbeeld en de uitstraling van het pand zelf. De voorgestelde materialisatie van de achtergevel is aanvaardbaar en kan bijgevolg positief geadviseerd worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat het geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden betreft. De vergunde gelijkvloers functie van dagrecreatie verdwijnt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3. het achterste gedeelte van de gelijkvloerse achterbouw dient bijkomend gesloopt te worden zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. de voorgevel dient hersteld te worden naar oorspronkelijk ontwerp. Het oorspronkelijke bouwplan, che-rapport en de historische foto’s vormen hierbij het uitgangspunt:
- de centrale ramen in de pui niet te voorzien als portes-fenêtres maar vensters op een blauwe hardstenen plint;
- de oorspronkelijke voordeur in de rechtertravee dient bewaard te blijven en gerestaureerd te worden om vervolgens als model te worden genomen voor de nieuwe voordeur in de linkertravee;
- het schrijnwerk in de voorgevel dient in hout uitgevoerd te worden. De kleurkeuze en afwerkingswijze, evenals detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk dienen voorgelegd te worden aan de stedelijke dienst monumentenzorg;
- de bovenlichten van het schrijnwerk op de eerste verdieping dienen opengemaakt te worden;
- het gevelherstel en de plaatsing van het nieuwe schrijnwerk dienen te gebeuren in nauw overleg met de stedelijke dienst monumentenzorg.
5. waardevolle interieurelementen in het voorhuis (traphal, stucwerk, lijstplafonds, schouwen, binnenschrijnwerk, …) dienen bewaard te blijven;
6. er dient een septische put voorzien te worden conform artikel 43 van de bouwcode;
Uitsluitingen
7. het gebruik van de dakverdieping als afzonderlijke woonentiteit, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 31 januari 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 25 februari 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 26 april 2021 |
Verslag GOA | 8 april 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3. het achterste gedeelte van de gelijkvloerse achterbouw dient bijkomend gesloopt te worden zoals in rood aangeduid op de plannen;
4. de voorgevel dient hersteld te worden naar oorspronkelijk ontwerp. Het oorspronkelijke bouwplan, che-rapport en de historische foto’s vormen hierbij het uitgangspunt:
- de centrale ramen in de pui niet te voorzien als portes-fenêtres maar vensters op een blauwe hardstenen plint;
- de oorspronkelijke voordeur in de rechtertravee dient bewaard te blijven en gerestaureerd te worden om vervolgens als model te worden genomen voor de nieuwe voordeur in de linkertravee;
- het schrijnwerk in de voorgevel dient in hout uitgevoerd te worden. De kleurkeuze en afwerkingswijze, evenals detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk dienen voorgelegd te worden aan de stedelijke dienst monumentenzorg;
- de bovenlichten van het schrijnwerk op de eerste verdieping dienen opengemaakt te worden;
- het gevelherstel en de plaatsing van het nieuwe schrijnwerk dienen te gebeuren in nauw overleg met de stedelijke dienst monumentenzorg.
5. waardevolle interieurelementen in het voorhuis (traphal, stucwerk, lijstplafonds, schouwen, binnenschrijnwerk, …) dienen bewaard te blijven;
6. er dient een septische put voorzien te worden conform artikel 43 van de bouwcode;
Uitsluitingen
7. het gebruik van de dakverdieping als afzonderlijke woonentiteit, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.