Terug
Gepubliceerd op 25/05/2021

2021_CBS_03948 - Omgevingsvergunning - OMV_2021043290. Oever 10-14, Kammenstraat 25-39. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03948 - Omgevingsvergunning - OMV_2021043290. Oever 10-14, Kammenstraat 25-39. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_03948 - Omgevingsvergunning - OMV_2021043290. Oever 10-14, Kammenstraat 25-39. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021043290

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Oeverloos (0738677665) met als adres Mechelsesteenweg 176 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Oever 10-14, Kammenstraat 25-39 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 3 sectie C nrs. 1915E, 1917E, 1917D, 1923B, 1924H, 1966K, 1977K, 1979D, 1980R, 1981A, 1982A, 1984D, afdeling 4 sectie D nrs. 3389L en 3389K

Inrichtingsnummer:

20210309-0171 (Bemaling Oever te Antwerpen)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een bronbemaling en een tegenbemaling

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft een tijdelijke grondwaterverlaging technisch noodzakelijk voor het bouwen van een ondergrondse parkeerverdieping bij een nieuwbouwproject.

 

Aangevraagde rubrieken

 

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

63,60 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

1,60 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

161.360,00 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1 legt de installatie en gebruik van een meetgoot volgens bijlage 4.2.5.1 of evenwaardig op (tijdelijke bemaling).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De exploitant voorziet een staalnamekraan en debietmeter die geplaatst worden conform artikel 5.53.3.2. §12.

2.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1 legt de installatie en gebruik van een meetgoot volgens bijlage 4.2.5.1 of evenwaardig op (tegenbemaling).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De exploitant voorziet een staalnamekraan en debietmeter die geplaatst worden conform artikel 5.53.3.2. §12.

3.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1 legt voorwaarden op dat bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de emissiegrenswaarden opgenomen in afdeling 4.2.2, tenzij in de omgevingsvergunning emissiegrenswaarden zijn vastgelegd (tijdelijke bemaling).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De exploitant vraagt bijzondere lozingsvoorwaarden:

arseen: 50 µg/l;

chroom: 500 µg/l;

nikkel: 300 µg/l.

4.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1 legt voorwaarden op dat bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de emissiegrenswaarden opgenomen in afdeling 4.2.2, tenzij in de omgevingsvergunning emissiegrenswaarden zijn vastgelegd (tegenbemaling).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De exploitant vraagt bijzondere lozingsvoorwaarden:

tetrachlooretheen: 5 µg/l;

trichlooretheen: 5 µg/l;

cis+trans-1,2-dichlooretheen: 50 µg/l;

vinylchloride: 5 µg/l.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg nv

31 maart 2021

30 april 2021

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht

31 maart 2021

21 april 2021

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer

31 maart 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1), artikel  3:   zone voor wonen - (wo3), artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Op 25 september 2020 verleende het college een vergunning voor het afbreken van de bestaande bebouwing en de bouw van een hotel met vijf bovengrondse en één ondergrondse bouwlaag in de Oever 10-14 te Antwerpen. Voor de bouw van de ondergrondse parking zal een verlaging van de grondwatertafel nodig zijn. De parkeergarage zal uitgerust zijn met een autolift.

De afmetingen van de bouwput bedragen circa 52 meter bij 58 meter. De onderkant van de vloerplaat bevindt zich op 6,23 m-mv of 0,64 mTAW. Ter hoogte van de autolift, de liftputten, de funderingszolen en de hemelwaterput dient nog dieper uitgegraven te worden gedurende ongeveer een maand.

 

zone

uitgraving (m-mv)

GW-verlaging (meter)

onderkant vloerplaat

6,23

3,32

onderkant funderingszolen

7,43

4,52

onderkant liftputten

7,63

4,72

autolift

8,03

5,12

 

De exploitant voorziet waterkerende wanden tot een diepte van 11 m-mv of circa 3 meter onder het uitgravingspeil. De wanden zullen de klei- en veenlaag hydraulisch afsluiten zodat vermeden wordt dat deze horizontaal ontwateren. Omdat ze niet reiken tot in een waterremmende laag zullen ze het debiet van de bemaling nauwelijks beïnvloeden.
Het grondwaterpeil werd het laatst gemeten in juli en augustus 2020 en situeerde zich tussen 3,45 en 3,40 m-mv. Omdat dit een droge periode was werd in de bemalingsstudie gewerkt met een grondwaterstand in rust van circa 3 m-mv.
Bij de opstart van de bemaling voor de uitgraving van de keldervloer zal het opgepompte debiet 52 m³/uur of 1.250 m³/dag bedragen. Dit vlakt na verloop af naar 35 m³/uur of 840 m³/dag. Voor de uitgraving van de funderingszolen en de liftputten wordt het grondwaterpeil gedurende een maand verder verlaagd en stijgt het debiet naar 62 m³/uur of 1.490 m³/dag. In een derde fase wordt een stationair bemalingsdebiet van 34 m³/uur aangehouden. In totaal zal over een periode van zes maanden een debiet van 159.200 m³ opgepompt worden.
De grondwaterverlagingscontouren na zes maanden tonen een verlaging van 0,05 meter op 1.400 meter ten oosten, 1.200 meter ten zuiden en 1.000 meter ten noorden van de site. In het westen wordt de invloedstraal beperkt door de invloed van de Schelde.
De invloed van de bemaling op de bodemverontreinigingen binnen de invloedstraal werd onderzocht. De dossiers met een berekende grondwaterverplaatsing van meer dan 10 meter werden gescreend. Op basis van de eerste screening van de dossiers wordt in zeven dossiers melding gemaakt van grondwaterconcentraties boven de saneringsnorm, meestal voor zware metalen nikkel en arseen (OVAM-dossiers 1600, 21227, 7186, 36536, 33320, 28975 en 20524). Deze verontreinigingen zijn weinig mobiel en zullen weinig beïnvloed worden door de bemaling. Voor één dossier werd, rekening houdend met de retardatie, geoordeeld dat er risico was op een significante verplaatsing van de verontreiniging. Dit is het geval voor OVAM-dossier 28975, waarvoor in juni 2020 door OVAM een bodemsaneringsproject (BSP) conform werd verklaard.

 

OVAM-dossier 28975 – tegenbemaling

De verontreiniging situeert zich circa 275 meter ten oosten van de bouwput en is een gevolg van de exploitatie van een droogkuis in de Kammenstraat. In het BSP wordt een tetrachlooretheen-verontreiniging in het grondwater gesaneerd door middel van gestimuleerde biologische afbraak (injectie van koolstofbron). Uit de berekeningen blijkt dat de voorliggende bemaling een verlaging van de grondwatertafel tot 0,8 meter zal veroorzaken ter hoogte van de verontreiniging. De grondwaterverplaatsing wordt ingeschat op 24,4 meter. Rekening houdend met de retardatiefactor wordt een verplaatsing van de verontreiniging zelf ingeschat op maximaal 19,1 meter in zes maanden. De verplaatsing gebeurt tegen de natuurlijke grondwaterstroming.
Er werd overleg gepleegd met OVAM. De bodemsaneringswerken zijn nog niet opgestart zodat het mogelijk is de startdatum van de saneringswerken af te stemmen op de nieuwbouw. Omdat de verontreiniging nog niet is afgeperkt en door het risico van perceelsoverschrijding van de verontreiniging onder invloed van de bemaling, werden volgende maatregelen voorgesteld:

  • Het peil en de kwaliteit van het grondwater uit peilbuizen pb128 en pb129 uit het OVAM-dossier worden voor de opstart en tijdens de bemaling gemonitord.
  • Twee bijkomende peilbuizen worden geplaatst (filterstelling in Zand van Berchem): één ter hoogte van het projectgebied en één tussen beide sites.
  • Als uit de monitoring blijkt dat de verontreiniging zich significant verplaatst, wordt een tegenbemaling opgestart. Onder significante verhoging in concentratie wordt een toename vanaf 50% verstaan.
  • De timing van de saneringswerken en de bemaling worden op elkaar afgestemd. Idealiter wordt de sanering opgestart na de bemaling.

Het doel van de tegenbemaling is om lokaal de grondwatergradiënt af te vlakken om een verplaatsing van de VOCl-verontreiniging te vermijden. De tegenbemaling is uitgewerkt als een gravitaire filterbemaling met filters aangezet op circa 10 m-mv. Bij aanvang zal 1,6 m³/uur, na verloop van tijd 0,5 m²/uur opgepompt worden. In totaal wordt er door tegenbemaling 2.560 m³ grondwater opgepompt.

 

Lozen van bemalingswater – advies VMM en DVW

De projectlocatie ligt in het historische stadscentrum. In de onmiddellijke omgeving is geen ruimte om het opgepompte water te infiltreren in de ondergrond door de dichte bebouwing. De projectsite ligt op zo’n 150 meter van de Schelde. In overleg met Aquafin wordt het bemalingswater bovengronds afgevoerd tot aan de Sint-Jansvliet (circa 30 meter). Vervolgens zal het water ondergronds afgevoerd worden via een leiding in de ruien langs de Sint-Jansvliet (circa 150 meter). Ter hoogte van de kaaivlakte zal de leiding weer bovengronds lopen en aansluiten op de uitstroomleiding naar de Schelde. Analyses van het grondwater uit peilbuis 1 (pb1) tonen verhoogde concentraties voor arseen, nikkel en chroom. Voor deze parameters worden volgende bijzondere lozingsnormen gevraagd:

 

parameter

IC (µg/l)

staal pb1

gevraagd (µg/l)

advies VMM (µg/l)

arseen

5

5,5

50

50

chroom

50

50

500

500

nikkel

30

30

300

300

 

Alhoewel de gevraagde normen veel hoger liggen dan de gemeten waarden, worden ze door de VMM aanvaard omdat er slechts één analyse aanwezig is, de bemaling zes maanden duurt en het bemalingswater in de Schelde wordt geloosd. Het maximale debiet bedraagt 62 m³/uur, 1.490 m³/dag en 159.200 m³/jaar.
De dienst Vlaamse Waterweg (DVW) adviseert voorwaardelijk gunstig over de lozing van het water op de Schelde. De bemaling mag geen negatieve effecten hebben op de stabiliteitswerken van de waterkering. DVW vraagt dat met de initiatiefnemer afspraken gemaakt worden aangezien de stabiliteitswerken dit jaar starten. Daarnaast wordt gevraagd dat, indien de terugslagklep van Aquafin niet gebruikt kan worden, een terugslagklep voorzien wordt op de lozingsconstructie zodat geen Scheldewater kan terugvloeien. De voorwaarden worden opgenomen in het besluit.

Ter hoogte van de tegenbemaling zal het opgepompte water verontreinigd zijn met VOCl’s en worden gezuiverd voor lozing in de riolering van de Kammenstraat, die is aangesloten op het RWZI Antwerpen-Zuid. Verhoogde lozingsparameters worden gevraagd:

 

parameter

gevraagd (µg/l)

advies VMM (µg/l)

tetrachlooretheen

10

10

trichlooretheen

10

10

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50

50

vinylchloride

5

5


De VMM geeft een gunstig advies voor een maximumdebiet van 1,6 m³/uur, 38,4 m³/dag en 2.560 m³/jaar.

 

Bijstelling sectorale voorwaarden

Naast de bijzondere lozingsvoorwaarden vraagt de exploitant voor de twee lozingspunten vrijstelling om een meetgoot te installeren, zoals voorzien in artikel 4.2.5.1.1. Het voorgestelde alternatief waarbij op de collector een staalnamekraantje wordt voorzien en waarbij aan de hand van debietmeters het opgepompte en dus ook geloosde debiet bijgehouden wordt, is een evenwaardig alternatief en biedt voldoende garanties. De VMM geeft hierover eveneens een gunstig advies.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleven van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden de risico's en de nadelige invloed voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van zes maanden, vanaf de start van de bemaling.

 

Geadviseerde rubrieken

  

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

63,60 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

1,60 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

161.360,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

 

1.

De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2.

De opstart van de tegenbemaling wordt onmiddellijk gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

3.

Het debiet van de bemalingen wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

4.

De kwaliteit van het bemalingswater moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten) dient een staal van het bemalingswater genomen en geanalyseerd te worden (standaardanalysepakket). Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De analyse dient maandelijks herhaald te worden. De resultaten worden overgemaakt aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be).

5.

Afwijkend van de algemene lozingsvoorwaarden worden volgende voorwaarden toegestaan voor de lozing van het bemalingswater:

arseen: 50 µg/l;

chroom: 500 µg/l;

nikkel: 300 µg/l.

6.

De lozingsconstructie naar de Schelde dient uitgerust te worden met een terugslagklep zodat geen Scheldewater kan terugvloeien.

7.

De bemaling mag geen negatieve effecten op de stabiliteit(swerken) van de waterkering hebben. Voor afspraken hierover dient voor het begin van de werken contact opgenomen te worden met de projectingenieur Koen Segher (koen.segher@vlaamsewaterweg.be).

8.

Afwijkend van de algemene lozingsvoorwaarden worden volgende voorwaarden toegestaan voor de lozing van het bemalingswater afkomstig van de tegenbemaling:

tetrachlooretheen: 5 µg/l;

trichlooretheen: 5 µg/l;

cis+trans-1,2-dichlooretheen: 50 µg/l;

vinylchloride: 5 µg/l.

9.

Voor de opstart dient de grondwaterstand in de vier monitoringspeilbuizen opgemeten te worden (zie figuur 23 van bemalingsadvies AGT van 28 januari 2021), vervolgens wekelijks.

10.

De grondwaterkwaliteit in peilbuis 128 en 129 dient voor de opstart van de bemaling geanalyseerd te worden.

11.

Vanaf er grondwaterverlaging optreedt in peilbuis 128 en 129 dient de grondwaterkwaliteit in beide peilbuizen tweewekelijks gecontroleerd te worden. Bij een significante verhoging van de concentratie (toename concentratie met 50%) wordt tegenbemaling opgestart.

12.

Bij opstart en vervolgens maandelijks wordt het influent en het effluent van de WZI voor het grondwater bij de tegenbemaling gecontroleerd. De resultaten worden overgemaakt aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be).

13.

Met OVAM wordt overlegd zodat de startdatum van de sanering afgestemd kan worden op de bemaling.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 maart 2021

Volledig en ontvankelijk

31 maart 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 mei 2021

Verslag GOA

12 mei 2021

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2.

De opstart van de tegenbemaling wordt onmiddellijk gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

3.

Het debiet van de bemalingen wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

4.

De kwaliteit van het bemalingswater moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten) dient een staal van het bemalingswater genomen en geanalyseerd te worden (standaardanalysepakket). Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. De analyse dient maandelijks herhaald te worden. De resultaten worden overgemaakt aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be).

5.

Afwijkend van de algemene lozingsvoorwaarden worden volgende voorwaarden toegestaan voor de lozing van het bemalingswater:

arseen: 50 µg/l;

chroom: 500 µg/l;

nikkel: 300 µg/l.

6.

De lozingsconstructie naar de Schelde dient uitgerust te worden met een terugslagklep zodat geen Scheldewater kan terugvloeien.

7.

De bemaling mag geen negatieve effecten op de stabiliteit(swerken) van de waterkering hebben. Voor afspraken hierover dient voor het begin van de werken contact opgenomen te worden met de projectingenieur Koen Segher (koen.segher@vlaamsewaterweg.be).

8.

Afwijkend van de algemene lozingsvoorwaarden worden volgende voorwaarden toegestaan voor de lozing van het bemalingswater afkomstig van de tegenbemaling:

tetrachlooretheen: 5 µg/l;

trichlooretheen: 5 µg/l;

cis+trans-1,2-dichlooretheen: 50 µg/l;

vinylchloride: 5 µg/l.

9.

Voor de opstart dient de grondwaterstand in de vier monitoringspeilbuizen opgemeten te worden (zie figuur 23 van bemalingsadvies AGT van 28 januari 2021), vervolgens wekelijks.

10.

De grondwaterkwaliteit in peilbuis 128 en 129 dient voor de opstart van de bemaling geanalyseerd te worden.

11.

Vanaf er grondwaterverlaging optreedt in peilbuis 128 en 129 dient de grondwaterkwaliteit in beide peilbuizen tweewekelijks gecontroleerd te worden. Bij een significante verhoging van de concentratie (toename concentratie met 50%) wordt tegenbemaling opgestart.

12.

Bij opstart en vervolgens maandelijks wordt het influent en het effluent van de WZI voor het grondwater bij de tegenbemaling gecontroleerd. De resultaten worden overgemaakt aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be).

13.

Met OVAM wordt overlegd zodat de startdatum van de sanering afgestemd kan worden op de bemaling.

 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

63,60 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

1,60 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

161.360,00 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat vanaf de start van de werken voor een periode van 6 maanden.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.