Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020146821 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Gert Baert met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen, NV PR Havenbedrijf Antwerpen met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen en mevrouw Isabelle Mariën met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV PR Havenbedrijf Antwerpen (0248399380) met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Ordamstraat 9 te 2030 Antwerpen en Noorderlaan 401 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 16 sectie C nrs. 340E, 340G, 340P, 340Y, 340R, 356W2 en 356A2 |
Inrichtingsnummer: | 20210111-0043 (Churchillzone - melding klasse 3) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Ophoging Churchillzone, slopen van spoorwegen en exploitatie van een drainage |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/04/2018: omgevingsvergunning (OMV_2018011073) voor het slopen van de voormalige site van General Motors.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft:
- het ophogen van het projectgebied (aanmerkelijke reliëfwijziging);
- het aanleggen van drains;
- het slopen van spoorrails.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
De melding betreft een drainage.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.3. | drainering die noodzakelijk is om het gebruik en/of de exploitatie van cultuurgrond mogelijk te maken of houden. |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer | 16 februari 2021 | 27 april 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
AIR LIQUIDE INDUSTRIES BELGIUM | 16 februari 2021 | 9 maart 2021 | Gunstig |
Fluxys Belgium NV | 16 februari 2021 | 16 maart 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
INFRABEL | 16 februari 2021 | 5 maart 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Petrochemical Pipeline Services | 16 februari 2021 | 5 maart 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 16 februari 2021 | 8 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 30 april 2021 | 4 mei 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor waterweginfrastructuur voor het Churchilldok;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Noorderlaan;
- Gebied voor spoorinfrastructuur voor het vormingsstation Antwerpen-Noord;
- Zone voor permanente ecologische infrastructuur voor de Grote kreek en voor de zone tussen de Noorderlaan en het vormingsstation;
- Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ voor de zones tussen de Noorderlaan en de spoorwegen ten noordwesten van de aanvraag;
- twee overdrukken met als aanduiding Leidingstraat parallel met de Noorderlaan en ten zuiden van de aanvraag.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag. Echter wordt in voorliggende aanvraag wel het uitgangspunt ingenomen dat het hemelwater zoveel als mogelijk op eigen terrein dient te infiltreren. Hiervoor zullen naast natuurlijke infiltratie ook drainagebuizen en grachten voorzien worden (zie verder ‘Functionele inpasbaarheid’).
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Na de werken blijft het terrein braak liggen en er wordt voldoende rekening gehouden met hoe het hemelwater kan infiltreren in de bodem op eigen terrein. Naast de natuurlijke infiltratie worden eveneens drainagebuizen en grachten voorzien. In alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.
In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 1.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag.
In de oorspronkelijke aanvraag werd een archeologienota met ID 16921 waarvan akte werd genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed toegevoegd. Echter maakte deze archeologienota geen melding van de volgende bodemingrepen die wel onderdeel uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag: het graven van een gepland drainagesysteem rondom de opgehoogde gebieden en het afbreken van spoorwegen. Aan de aanvrager werd meegedeeld dat een correcte archeologienota dient bekomen te worden waarin de aangevraagde ingrepen en hun mogelijke invloed op de archeologische ondergrond worden uitgewerkt.
Op 30 april 2021 werd een wijzigingsaanvraag ingediend door de aanvrager waarin een aangepaste archeologienota werd opgeladen. De wijzigingsaanvraag werd aanvaard. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 29 april 2021 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 18377. De nota geeft het terrein vrij, er dient geen verder onderzoek op het projectgebied te gebeuren.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Ten noorden van het Churchilldok bevindt zich een braakliggend terrein, de Churchill Industriële Zone (voormalige General Motors-site), met een oppervlakte van circa 88 hectare. Met voorliggende aanvraag wordt het ophogen van deze site en de bijhorende waterbeheersingsinfrastructuur aangevraagd.
De Churchill Industriële Zone zal in verschillende fasen worden herontwikkeld voor bedrijvigheid en wordt daardoor opgedeeld in twee zones: de prioritaire zone en de reservezone. De prioritaire zone, het westelijke deel van het terrein, heeft een oppervlakte van circa 53 hectare en zal in eerste instantie aangewend worden voor de nieuwe ontwikkelingen. De reservezone, het oostelijke deel van het terrein, heeft een oppervlakte van circa 35 hectare en zal pas op langere termijn in ontwikkeling worden gebracht. Deze ontwikkelingen zijn echter geen onderwerp van voorliggende aanvraag. De aanvraag betreft enkel het ophogen van de site in functie van het bouwrijp maken.
Voor de ophoging van de beide zones zal gebruik gemaakt worden van een grondoverschot van circa 1 miljoen m³ dat bij verschillende infrastructuurwerken in de Antwerpse haven is vrijgekomen. De ophoging van de volledige site zal zich bevinden tussen 1,33 meter en 1,56 meter en wordt in lichte piramidevorm aangelegd waarbij de hoogste vlakken zich op respectievelijk +8.88m TAW en +8.82m TAW bevinden en vanaf daar met 0,1% richting de omringende grachten afhellen. De zones worden op verschillende manieren opgehoogd:
- de prioritaire zone zal opgehoogd worden door het storten en verdichten voor het bouwrijp maken van deze zone op relatief korte termijn. Door middel van lagen van 30 centimeter, waarbij elke laag verdicht wordt, zal de prioritaire zone worden opgehoogd;
- de ophoging in de reservezone gebeurt door losstorten waarbij een tijdelijke overhoogte van 2 meter voorzien wordt voor het bouwrijp maken van deze zone op relatief lange termijn. De overhoogte zal zorgen voor de nodige voorbelasting en zal nadat deze de juiste belasting op de lagen eronder heeft uitgeoefend terug verwijderd worden. Door het voorzien van de overhoogte dient de reserverzone niet machinaal en laag per laag te worden aangelegd. De overhoogte zal minimum een jaar dienen te blijven liggen om voldoende belasting uit te kunnen oefenen. Na maximaal drie jaar wenst de aanvrager de overhoogte weg te halen om het niveau gelijk te maken met het niveau van de prioritaire zone.
Om bij extreme regenval de waterhuishouding volledig binnen de perceelsgrenzen te houden en de omliggende percelen geen wateroverlast te bezorgen, worden grachten en drainagebuizen voorzien:
- de grachten lopen rondom de volledige site en van noord naar zuid tussen beide zones. De grachten hebben een minimale bergingscapaciteit van 1 m³ per strekkende meter. De breedte van de grachten varieert tussen 9,1 meter en 15,6 meter en de helling varieert tussen 0,02% en 0,05%. De lozing van het water gebeurt rechtstreeks in het Churchilldok via de bestaande riolering en afvoerbuizen;
- er worden in oost-westelijke richting drie drains voorzien in de prioritaire zone en acht drains in de reservezone. Deze drains liggen op circa 80 meter afstand van elkaar en sluiten aan op de omliggende grachten. De drains liggen in helling van 0,1% vanaf het midden van beide zones richting de grachten aan de oostelijke en westelijke zijden. De drains zelf doen ook dienst als infiltratieleidingen waarbij bijkomend een deel van het water plaatselijk zal infiltreren. De drainleidingen hebben een diameter van 10 centimeter en liggen op een hoogte die varieert van +5.87m TAW tot +6.64m TAW. De lengte varieert van 310 tot 765 meter.
Voor de uitvoering van de werken dienen eerst meerdere spoorrails, behorende bij een spoorwegbundel gelegen in het zuiden op de site, gesloopt te worden. De te slopen spoorrails met aanhorigheden (ballast, grind, houten dwarsliggers, …) hebben een totale lengte van circa 1.840 meter.
Het ophogen van de site en het verwijderen van spoorwegen staan in functie van het bouwrijp maken van de site voor latere ontwikkelingen. De aanvraag is dus functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. De ophoging is aanmerkelijk maar met de voorgestelde maatregelen (aanleg gracht langs de randen, aanleg van drainagebuizen, de ontsluiting via het spoor dat niet wordt uitgesloten (zie verder)) blijft de impact op de naburige percelen en openbaar domein tot een aanvaardbaar niveau beperkt.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van spoorwegen werd het advies ingewonnen van Infrabel nv. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en wijst erop dat de ophogingswerken de stabiliteit en waterhuishouding van de spoorbundel Oorderen niet nadelig mogen beïnvloeden. Tevens wordt door Infrabel opgemerkt dat met het ophogen van het terrein de facto ontsluiting via spoor onmogelijk wordt. Hierop heeft de aanvrager op 30 april 2021 via het Omgevingsloket een bericht verstuurd met de toelichting dat een ontsluiting via spoor van de site niet uitgesloten is. Als er in een latere fase gekozen wordt om de site te ontsluiten via spoor zal hiervoor het nodige ‘lokale’ grondwerk en profileringswerk worden uitgevoerd om dit mogelijk te maken.
De algemene voorwaarden bij omgevingsvergunningen voor aangelanden van Infrabeldomein, die opgenomen zijn als bijlagen bij het advies, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. Het advies van Air Liquide is gunstig. De adviezen van Fluxys Belgium en Petrochemical Pipeline Services zijn voorwaardelijk gunstig.
De voorwaarden uit deze adviezen, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De ophoging zelf zal geen bijkomende parkeerbehoefte en geen toename van het aantal verkeersbewegingen genereren. Wel wordt er tijdens de uitvoering van de werken een impact op de mobiliteit verwacht daar de ophoging wordt bereikt met zandgronden afkomstig van de zandstock A12 en het Kanaaldok B2 waarvan het materiaal respectievelijk per vrachtwagen en per schip wordt aangevoerd.
Over de weg zullen er circa 250 vrachtwagens per dag aan- en afrijden tussen de zandstock en de site. Tijdens de uitvoering van de werken zal voornamelijk gebruik gemaakt worden van de toegang langs de Ordamstraat. De voorkeur van de aanvrager gaat uit naar de rijroute langs de Smalleweg (locatie zandstock), over de A12, de Noorderlaan (N180) en de Ordamstraat (werfinrit).
De gronden die via het water vervoerd worden, zullen via de loskade aan het Churchilldok over niet openbare weg en via de zuidwestelijke werftoegang van de site worden aangevoerd.
Naar mobiliteit wordt geargumenteerd dat de berekende intensiteit (circa 250 vervoersbewegingen per dag) aanvaardbaar is gezien de ligging en de goede ontsluiting van het terrein. De aanvrager vergelijkt dit met de circa 3.000 bewegingen per breekperiode (circa 2 weken) die verbonden waren aan de sloop van de gebouwen op de site (OMV2018011073).
De werfinrit langs de Ordamstraat bevindt zich op maximale afstand van het kruispunt met de Noorderlaan (gewestweg). De aanvrager dient te allen tijde op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Wegens de situering van de aanvraag aan een gewestweg werd het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Dit advies is voorwaardelijk gunstig daar de ontsluiting van de projectzone wordt voorzien aan de Ordamstraat (lokale havenweg) en niet aan de gewestweg Noorderlaan (N180). Wel dient de aanvrager voldoende wachtruimte op eigen terrein te voorzien zodat er geen wachtrijen met een weerslag op de gewestweg kunnen ontstaan. Gelet op de grondaanvoer vanaf de zandstock A12 waarbij het gebruik als dynamische zandstock wel eerst nog via een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden, voegt AWV reeds in hun advies een aandachtspunt toe dat ze niet akkoord kunnen gaan met een ontsluiting via de bestaande op - en afrit van de Smalleweg en dat via Rode Weel ontsloten moet worden.
De voorwaarden uit dit advies, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht. Ook het aandachtspunt zal reeds mee opgenomen worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handeling met betrekking tot de overhoogte in de reservezone de tijdelijke omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Aan het college wordt voorgesteld om voor de overige stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Aandachtspunt: de aanvrager dient de ontsluiting van de zandstock verder te bekijken. Het Agentschap Wegen en Verkeer kan niet akkoord gaan met een ontsluiting via de bestaande op- en afrit van de Smalleweg. Men moet via Rode Weel ontsluiten.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden;
- De ophogingswerken mogen de stabiliteit en waterhuishouding van de spoorbundel Oorderen niet nadelig beïnvloeden;
- De voorwaarden uit het advies van Fluxys Belgium dienen strikt nageleefd te worden;
- De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services dienen strikt nageleefd te worden;
- De aanvrager dient te allen tijde op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;
- De voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer (referentie AV/121/2021/00164/A) dienen strikt nageleefd te worden.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om akte te nemen van de ingedeelde inrichting of activiteit.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.3. | drainering die noodzakelijk is om het gebruik en/of de exploitatie van cultuurgrond mogelijk te maken of houden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 12 februari 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 16 februari 2021 |
Start openbaar onderzoek | 24 februari 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 25 maart 2021 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 30 april 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 juni 2021 |
Verslag GOA | 12 mei 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoek
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen. Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden. Aanleiding van dit wijzigingsverzoek is het ontbreken van het drainagesysteem en het afbreken van de spoorwegen in de archeologienota. Het wijzigingsverzoek betreft een nieuwe aangepaste archeologienota waarvan vervolgens akte is genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed.
De aanvaarde wijzigingen zijn beperkt zodat er geen nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en dat externe adviezen niet opnieuw werden gevraagd. Bijgevolg houdt de wijziging geen termijnverlenging in.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 februari 2021 | 25 maart 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
- De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden;
- De ophogingswerken mogen de stabiliteit en waterhuishouding van de spoorbundel Oorderen niet nadelig beïnvloeden;
- De voorwaarden uit het advies van Fluxys Belgium dienen strikt nageleefd te worden;
- De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services dienen strikt nageleefd te worden;
- De aanvrager dient te allen tijde op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;
- De voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer (referentie AV/121/2021/00164/A) dienen strikt nageleefd te worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.3. | drainering die noodzakelijk is om het gebruik en/of de exploitatie van cultuurgrond mogelijk te maken of houden. |
De omgevingsvergunning wordt verleend voor: