Terug
Gepubliceerd op 25/05/2021

2021_CBS_03999 - Omgevingsvergunning - OMV_2021012183. Laar 85. District Ekeren - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 21/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03999 - Omgevingsvergunning - OMV_2021012183. Laar 85. District Ekeren - Weigering 2021_CBS_03999 - Omgevingsvergunning - OMV_2021012183. Laar 85. District Ekeren - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021012183

Gegevens van de aanvrager:

Kevin en Dorien Vanuytsel - Vissers met als adres Laar_EK 85 te 2180 Antwerpen

Ligging van het project:

Laar 85 te 2180 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 34 sectie E nr. 181P

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen garage in zijtuin en vellen van boom

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/08/1990: vergunning (872#2856) voor het bouwen van een vrijstaande woning;

-          01/12/1980: vergunning (198039) voor het verkavelen van bouwgronden.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • losstaande eengezinswoning met 3 slaapkamers en inpandige garage;

-          bouwvolume:

  • open bebouwing van 1 bouwlaag onder hellend dak met 2 onbebouwde zijtuinstroken;

-          gevelafwerking:

  • roodbruine baksteen met houten schrijnwerk.

Huidige toestand

-          conform vergunde toestand, uitgezonderd:

  • wederrechtelijk opgetrokken tuinhuis in de zijtuinstrook links;
  • extra stuk verharde voortuin, vóór vermeld tuinhuis;
  • beukenhaag op de perceelsgrens.

Gewenste toestand

-          identiek aan huidige toestand, doch met:

  • 2de garage in de zijtuinstrook van 1 bouwlaag onder plat dak (na afbraak van tuinhuis);
  • in zelfde baksteen als woning met sectionaal-poort in staal;
  • vellen van 1 boom in achtertuin;
  • tuindraadafsluiting op perceelsgrens in zijtuin.

Inhoud van de aanvraag

-          het bouwen van garage in de zijtuinstrook;

-          het plaatsen van een tuinafsluiting;

-          het regulariseren van de extra verharding in de voortuin;

-          het vellen van een boom.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer

16 februari 2021

16 februari 2021

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling EK/1980/V/0203/WV, goedgekeurd op 1 december 1980, meer bepaald in lot(en) 2 en 2.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:

-          artikel 1.05 – Algemeen geldende voorschriften:

  • 4° b) 2): in de zijtuinstrook moeten de erfscheidingen worden afgesloten met muurtjes in gevelsteen met een maximum hoogte van 0,40 m. Er wordt hier daarentegen een draadafsluiting met een hoogte van 2 m voorzien;
  • 7°: het vellen van een boom kan slechts worden toegelaten voor zover dit noodzakelijk is voor het oprichten van een gebouw en het nemen van toegang tot de gebouwen – de boom in kwestie staat hier achteraan in de tuin, tegen de perceelsgrens aan en staat noch verharding noch constructie in de weg;
  • de verklaring van de eigenaar van het aanpalende perceel ontbreekt;

-          artikel 2.03 – Bouwvrije voortuinstrook:

2° Welstand: behoudens de toegang tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd. De linkerzijde van de voortuinstrook is in de huidige toestand reeds verhard.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 – Harmonie en draagkracht:

elke constructie dient qua typologie, opbouw en onder andere inplanting in overeenstemming te zijn met wat in de onmiddellijke omgeving het meest voorkomend is. De gebouwde omgeving karakteriseert zich hier door nagenoeg uitsluitend losstaande villa’s, dewelke zonder meer beschikken over 2 onbebouwde zijtuinstroken en over voldoende gevelbreedte om inpandig te parkeren. Het bebouwen van de zijtuinstrook is bijgevolg niet in harmonie met de omgeving;

  • artikel 12 – Levendige plint:

er kan principieel slechts een toegangspoort worden voorzien per gevelbreedte van 8 m. De gecombineerde gevelbreedte van de woning met een constructie in de zijtuinstrook is in deze slechts 13 m, beduidend minder dan 2 maal 8 meter, waardoor geen tweede toegangspoort mogelijk is, ook niet aangezien de berekende en vergunde parkeerbehoefte op zich niet wijzigt en reeds een inpandige garage aanwezig is;

  • artikel 27 – Open ruimte:

in de voortuin zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten: opritten naar een garage, carport of autostaanplaats hebben daarbij een maximumbreedte van 3 m (per autostaanplaats);

  • artikel 38 – Groendaken:

het nieuwe platte dak van de garage dient te worden aangelegd als groendak.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter een beperkte uitbreiding van een vergunde eengezinswoning en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De voorgestelde volumetrie, met een gelijkvloerse uitbreiding in de zijtuinstrook, stemt niet overeen met wat gangbaar is in de gebouwde context, waar zich zonder meer geen van dergelijke constructies voordoen in de betreffende zijtuinstroken. De strikte typologie van losstaande villa’s is hierdoor niet eenduidig meer herkenbaar, waardoor de ruimtelijke uitgangspunten van de verkaveling niet gerespecteerd worden en het uitgesproken groene en open karakter wordt aangetast.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer ongunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gehanteerde materialen, gevelsteen en gelakt staal als schrijnwerk (beiden weliswaar zonder kleurstelling), zijn in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften en met wat voor de rest van de bestaande woningdelen wordt gebruikt en zijn visueel ingepast in de gebouwde context (indien een gelijkaardige tint zou worden gehanteerd).

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook voorwaardelijk gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van:

-          onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften;

-          onverenigbaarheden met verkavelingsvoorschriften;

-          onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 januari 2021

Volledig en ontvankelijk

15 februari 2021

Start openbaar onderzoek

24 februari 2021

Einde openbaar onderzoek

25 maart 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 mei 2021

Verslag GOA

10 mei 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 februari 2021

25 maart 2021

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd binnen de looptermijn van het openbaar onderzoek 1 schriftelijk bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

  1. Eigendomsaspect: de nieuwe scheidsmuur dient geheel op eigen terrein te worden voorzien en niet te paard op de scheiding.

Beoordeling:

Initieel zijn vanuit ruimtelijk oogpunt beide manieren van plaatsing aanvaardbaar waardoor geen stedenbouwkundig bezwaar te noteren valt. Voorts is betreffende onderhevig aan de tussen burgers onderlinge afspraken en is er sprake van een burgerrechterlijke aangelegenheid, dewelke geen deel uitmaakt van de lopende procedure.

Het bezwaar is ongegrond.

  1. Afwerking: de nieuwe scheidsmuur dient aan de buurzijde op een degelijke wijze afgewerkt te worden, bijvoorbeeld door middel van een degelijke gevelsteen of een ander duurzaam materiaal, zodat de aanpalende eigenaar onder geen beding verplicht kan worden deze wachtgevel als verplichte bouwintentie te gebruiken in de toekomst.

Beoordeling:

Er wordt vanuit de wenselijkheid van een goede ruimtelijke ordening in deze specifieke situatie, met nagenoeg zonder uitzondering losstaande villa’s met eenduidig onbebouwde zijtuinstroken (dus zonder enige vorm van bebouwing of volumetrie in deze zone), uitgegaan van het behoud van deze typologie. Het voorzien van een volume, zoals heden gevraagd, druist eenvoudigweg in tegen vermeld uitgangspunt. Indien alsnog zou worden afgeweken van betreffende, kan er volgens de algemene principes slechts sprake zijn van een wachtgevel, die op het aanpalende perceel slechts aanleiding kan geven om tegenaan te bouwen – er is in dat geval dus zonder meer geen sprake van een eventuele verplichting.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.