Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021001679 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Danuta Wiejak met als adres De Coninckplein 1 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Coninckplein 1 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 8 sectie H nr. 961S11 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van handelswoning tot meergezinswoning met handelsgelijkvloers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/10/2017: vergunning (20171977) voor het wijzigen van een gevel;
- 29/08/2014: vergunning (20141438) voor een gevelwijziging;
- 03/05/1902: toelating (1902#895) voor het bouwen van een mansardekamer;
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: handelswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie: conform vergund;
- bouwvolume: conform vergund;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
Met betrekking tot de nieuwe wooneenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal wooneenheden van 1 naar 3;
- uitbreiden van het bouwvolume door het toevoegen van een nieuwe mansardeverdieping;
- wijzigen van de scheimuren;
- wijzigen van het buitenschrijnwerk en de voorgevelafwerking;
- plaatsen van uitkragende terrassen tegen de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 24 februari 2021 | 29 maart 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 24 februari 2021 | 26 februari 2021 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 24 februari 2021 | 9 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund | 24 februari 2021 | 9 maart 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- Artikel 1.3: Overhoekse uitkragende terrassen van circa 8m breedte op alle verdiepingen aan de voorgevel zijn niet kenmerkend. Kenmerkend voor laat 19de -eeuwse/ vroeg 20ste -eeuwse panden is een toepassing van een, niet overhoeks, gevelbreed balkon op de eerste verdieping;
- Artikel 1.2.3: Een woning die beschikt over een bruto vloeroppervlakte van meer dan 250 m² kan opgedeeld worden in meerdere wooneenheden, op voorwaarde dat ten minste 1 woongelegenheid wordt behouden met een bruto vloeroppervlakte van meer dan 90 m². Dit is niet het geval in voorliggende aanvraag.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de scheimuur met de rechter aanpalende (Van Wesenbekestraat 76) wordt ter hoogte van de gelijkvloerse berging niet voorzien van een opstand van minstens 30cm t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak;
het nieuwe dak boven de mansardeverdieping wordt niet aangelegd als groendak;
de inhoud van de septische put is onvoldoende groot. De inhoud dient minimaal 3200 liter te bedragen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. De grootste woongelegenheid in het project bedraagt circa 70 m² netto. Deze oppervlakte is onvoldoende om een groot gezin te herbergen. Dit zou minstens 130 m² netto moeten zijn.
Bijgevolg zal worden opgelegd de twee bovenste woongelegenheden samen te voegen tot één woongelegenheid met drie slaapkamers met een interne verticale verbinding tussen de twee verdiepingen
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen en Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Overhoekse uitkragende terrassen van circa 8m breedte op alle verdiepingen aan de voorgevel zijn niet kenmerkend. Kenmerkend voor laat 19de -eeuwse/ vroeg 20ste -eeuwse panden is een toepassing van een, niet overhoeks, gevelbreed balkon op de eerste verdieping.
Gelet echter op het feit van:
- een hoekperceel waar beperkte mogelijkheid is tot het realiseren van buitenruimte;
- de vergunde situatie aan de overzijde;
is het voorgestelde aanvaardbaar op voorwaarde dat:
- het uitkragend terras op de eerste verdieping ook voorzien wordt voor het tweede raam in de Van Schoonhovenstraat;
- het uitkragend terras op de tweede verdieping ook voorzien wordt voor het derde raam op de De Coninckplein.
Hierdoor ontstaat een evenwichtig geheel, afgestemd op de architectuur van de constructie én de omgeving waarbij door middel van porte fenêtres een aanvaardbaar gebruiksgenot ontstaat van de voorgestelde buitenruimten voor de verschillende woongelegenheden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert, rekening houdende met de voorwaarden, een werkelijke parkeerbehoefte van 1 bijkomende parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De bestaande handelswoning met handel op het gelijkvloers en 1 bovenliggende woning wordt verbouwd tot 3 appartementen. Het handelsgelijkvloers blijft behouden. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 1 bijkomende wooneenheden, rekening houdende met de voorwaarden: parkeerbehoefte = 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 1
|
De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
De bestaande parkeerplaats op het gelijkvloers blijft behouden. Er zijn geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien op eigen terrein.
|
Het aantal te realiseren bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit perceel betreft een hoekperceel met beperkte afmetingen waarbij de bestaande handelsfunctie behouden blijft. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de twee bovenste woongelegenheden samen te voegen tot één woongelegenheid met drie slaapkamers met een interne verticale verbinding tussen de twee verdiepingen;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
4. het uitkragend terras op de eerste verdieping ook te voorzien voor het tweede raam in de Van Schoonhovenstraat;
5. het uitkragend terras op de tweede verdieping ook te voorzien voor het derde raam op de De Coninckplein;
6. het nieuwe dak boven de mansardeverdieping te voorzien als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
7. de septische put te voorzien met een inhoud conform artikel 43 van de bouwcode
8. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
9. de inrichting dient te voldoen aan het Politiereglement Uitbatingsvergunning zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad van de Stad Antwerpen op 16 december 2019 (jaarnummer 774) en latere wijzigingen en dit uiterlijk op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie van de inrichting.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 januari 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 24 februari 2021 |
Start openbaar onderzoek | 9 maart 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 7 april 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 juni 2021 |
Verslag GOA | 17 mei 2021 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
9 maart 2021 | 7 april 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de twee bovenste woongelegenheden samen te voegen tot één woongelegenheid met drie slaapkamers met een interne verticale verbinding tussen de twee verdiepingen;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
4. het uitkragend terras op de eerste verdieping ook te voorzien voor het tweede raam in de Van Schoonhovenstraat;
5. het uitkragend terras op de tweede verdieping ook te voorzien voor het derde raam op de De Coninckplein;
6. het nieuwe dak boven de mansardeverdieping te voorzien als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
7. de septische put te voorzien met een inhoud conform artikel 43 van de bouwcode
8. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
9. de inrichting dient te voldoen aan het Politiereglement Uitbatingsvergunning zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad van de Stad Antwerpen op 16 december 2019 (jaarnummer 774) en latere wijzigingen en dit uiterlijk op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie van de inrichting.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.