Terug
Gepubliceerd op 25/05/2021

2021_CBS_03973 - Omgevingsvergunning - OMV_2020169100. Wittestraat 88-90. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03973 - Omgevingsvergunning - OMV_2020169100. Wittestraat 88-90. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_03973 - Omgevingsvergunning - OMV_2020169100. Wittestraat 88-90. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020169100

Gegevens van de aanvrager:

de heer Avi Perlberger met als contactadres Vlaamsekaai 5 bus b te 2000 Antwerpen, BVBA CO3-DEVELOPMENT met als adres Vlaamsekaai 5 bus b te 2000 Antwerpen, de heer Daniel Banach met als adres Vlaamsekaai 5 bus b te 2000 Antwerpen en de heer William Vekemans met als adres Vlaamsekaai 5 bus b te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Wittestraat 88 - 90 te 2020 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 9 sectie I nrs. 2424P11 en 2424Z13

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van gebouwen en bouwen van een meergezinswoning met 19 sociale huurappartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/09/1988: vergunning (86#8724078) voor het verbouwen van een winkelruimte en magazijn;

-          28/12/1987: vergunning (86#8724077) voor het verbouwen van een winkelpui;

-          30/06/1933: toelating (1933#44192) voor gevel- en binnenveranderingen.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          een winkelruimte met bovenliggend appartement;

-          een bouwvolume van 2 bouwlagen met mansardedak;

-          een achterliggend magazijn van 1 bouwlaag met plat dak;

-          het linkerdeel van het perceel is braakliggend.

Huidige toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Gewenste toestand

-          een meergezinswoning met 19 sociale huurappartementen;

-          een bouwvolume van 3 bouwlagen met mansardedak met op de hoek 4 bouwlagen onder plat dak;

-          het gelijkvloers bestaat uit 3 éénslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 56 m², 52 m² en 52 m² en 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 74 m²;

-          de eerste verdieping bestaat uit 2 éénslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 59 m² en 52 m² en 3 twee-slaapkamer-appartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 72 m², 74 m² en 72 m²;

-          de tweede verdieping bestaat uit 2 éénslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 59 m² en 52 m² en 3 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 71 m², 74 m² en 72 m²;

-          de derde verdieping bestaat uit 4 éénslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 57 m², 52 m², 62 en 64 m² en 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 69 m²;

-          de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle appartementen bedraagt circa 63 m²;

-          de voorgevels zijn afgewerkt met een grijs-bruin genuanceerde gevelsteen, een grijze gevelsteen, een beige-bruin genuanceerde gevelsteen, grijze dakbedekking in metaal, details in groen geglazuurde gevelsteen, betonnen gevelelementen, bronzen borstweringen in staal of glas, bronzen dakranden in aluminium, bronzen poort in staal en bronskleurig buitenschrijnwerk in aluminium;

-          achteraan het perceel staat een fietsenstalling van 1 bouwlaag met plat dak.

Inhoud van de aanvraag

-          het slopen van de bestaande gebouwen;

-          het bouwen van een meergezinswoning met 19 sociale huurappartementen;

-          het bouwen van een ondergrondse parkeergarage;

-          het plaatsen van een overdekte fietsenstalling achteraan het perceel;

-          het inrichten van de open ruimte als gemeenschappelijke, groene en collectieve buitenruimte.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

16 februari 2021

17 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

16 februari 2021

14 april 2021

Gunstig

PROXIMUS

16 februari 2021

10 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

16 februari 2021

19 februari 2021

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

16 februari 2021

19 februari 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

16 februari 2021

4 maart 2021

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

16 februari 2021

26 februari 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • volgens de verordening dient er een hemelwaterput van 5000 liter geplaatst te worden maar er wordt een hemelwaterput van 3000 liter geplaatst.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • Artikel 21 Verticale plateauliften: de binnenafmetingen van de liften bedragen 1 m x 1,30 m. Deze moeten 1,10 m x 1,40 m zijn;
  • Artikel 22 Algemene bepalingen: de toegangsdeur tot de afvalberging en de toegangsdeuren naar de ruimtes onder de trappen van het gelijkvloers hebben geen vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 0,90 m;

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte: Bij nieuwbouw, herbouw, vermeerdering van het aantal woongelegenheden of functiewijziging naar wonen dient elke zelfstandige woning over een buitenruimte te beschikken. De minimale netto-vloeroppervlakte van deze buitenruimte is 4 vierkante meter, vermeerderd met 2 vierkante meter per slaapkamer, te rekenen vanaf de tweede slaapkamer. Appartement 0.1 heeft geen eigen buitenruimte en de terrassen van appartementen 0.3, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.1, 3.2 en 3.3 zijn te klein;
  • Artikel 29 fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er worden te weinig fietsstalplaatsen voorzien in verhouding met het aantal gebruikers (35 < 46);
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de nieuwe daken moeten conform ter hoogte van de scheidingsmuren een opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Er worden geen opstanden voorzien van minimaal 0,30 meter.
  • Artikel 38.2 Groendaken:   het dak van ruimten waarvan het plafond zich bevindt onder het aangrenzende maaiveld, (moet) voorzien worden van een grondlaag met een dikte van minimaal 1 meter..: Dit is niet het geval voor het achterste deel van de parking.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is strijdig met enkele artikels uit de gewestelijke verordening toegankelijkheid, de bouwcode en de gewestelijke verordening hemelwater.

  • Met behulp van artikel 3 kan er een afwijking worden toegestaan op artikel 28 van de bouwcode. Het binnengebied wordt immers maximaal ontpit en de open ruimte wordt ingevuld als gemeenschappelijke, groene en collectieve buitenruimte voor de bewoners van de sociale huurappartementen.
  • Verder wordt in voorwaarde bij deze vergunning opgenomen om te voldoen aan artikels 34 en 38 van de bouwcode, aan artikels 21 en 22 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid en aan de gewestelijke verordening hemelwater.

 

Functionele inpasbaarheid

Het bouwblok en de straat worden gekenmerkt door woonhuizen, zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen. Een meergezinswoning met sociale huurwoningen is bijgevolg functioneel inpasbaar in de omgeving.

Aangezien het te slopen gebouw een handelspand met magazijn betreft, werd er advies gevraagd aan de Stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie. Zij hebben geen bezwaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt de sloop van een handelspand met magazijn en de nieuwbouw van 19 sociale appartementen. Met het voorgestelde bouwvolume wordt het bouwblok afgebouwd. Het nieuwbouwvolume wordt langs de Luxemburgstraat en Wittestraat uitgewerkt met 3 bouwlagen onder mansardedak met op de hoek een accent van 4 bouwlagen onder plat dak. 

Een hoekaccent van 4 volwaardige bouwlagen is in dit bouwblok en omgeving aanvaardbaar en reeds op de hoeken (Luxemburgstraat/Kanunnikenstraat en Limburgstraat/Kanunnikenstraat) aanwezig. De overige straatgevel langs de Luxemburgstraat en Wittestraat wordt uitgevoerd met 3 bouwlagen en een daklaag waardoor het volume minder dens is. Bovendien wordt het binnengebied ontpit waardoor er een compactere footprint ontstaat. Het ontwerp is bijgevolg inpasbaar op het perceel, in de straat en het bouwblok.

 

Visueel-vormelijke elementen

Door het nieuwbouwvolume in de geveluitwerking en materiaalkeuze te percelen, leest het gebouw als afzonderlijke gebouwen en niet als één volume. De architectuur en de voorgestelde materialen zijn visueel inpasbaar in de bebouwde omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er werd advies gevraagd aan de Stedelijke dienst Milieuvergunningen. Het advies luidt als volgt:

“Er is geen bezwaar ten overstaan van het voorgenomen project. Indien een droogzuiging nodig is voor de realisatie van de kelderverdieping dient hiervoor voorafgaand aan de werken een omgevingsvergunningsaanvraag of melding ingediend te worden, bemalingen zijn immers een ingedeelde activiteit waarvoor een vergunning moet verleend of waarvan akte moet worden genomen.

Verder blijkt uit het dossier dat op het hoekperceel tot op heden personenwagens worden gestationeerd op onverhard terrein, mogelijk is de bodem hierdoor vervuild door minerale olie, dit is een aandachtspunt voor de aannemer bij de graafwerken.”

 

Volgens de ontwerprichtlijnen voor de sociale woningbouwprojecten zijn er enkele ruimtes die iets kleiner worden uitgevoerd dan normaal positief geadviseerd wordt. Dit gaat dan bijvoorbeeld over sommige individuele bergingen, sommige badkamers,… In het project wordt er echter ingezet op verschillende elementen om de woonkwaliteit in het algemeen zo optimaal mogelijk te organiseren. Zo worden er appartementen voorzien met 1 of 2 slaapkamers, worden bijna alle appartementen als doorzonappartementen geconcipieerd en wordt er na ontpitting van het binnengebied een ruime  groene gemeenschappelijke tuinruimte voorzien. Bovendien worden er ondergronds op eigen perceel autoparkeerplaatsen voorzien waardoor de autoparkeerbehoefte volledig op eigen perceel wordt opgevangen. Aldus kan gesteld worden dat de woningen voldoende wooncomfort bieden en kan dit aspect gunstig beoordeeld worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 19 sociale huurappartementen.

Voor sociale huurappartementen is de norm 0,6ppl/woning.

De werkelijke parkeerbehoefte is 11.

 

De plannen voorzien in 11 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er worden 11 parkeerplaatsen voorzien in een ondergrondse parking.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 11.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 11 – 11 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De parking wordt ontsloten via de Wittestraat. De inrit is te smal om dubbelrichtingsverkeer toe te laten. Er moet gewerkt worden met een lichtensysteem waarbij er voorrang gegeven wordt aan het inrijdend verkeer.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de 19 appartementen moeten er 46 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          11 appartementen met 1 slaapkamer = 11 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 22

-          8 appartementen met 2 slaapkamers = 8 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 24

 

Er worden in de ondergrondse parking 11 fietsstalplaatsen voorzien. Om deze te bereiken moet er gebruik gemaakt worden van dezelfde helling als het autoverkeer. De fietsers moeten mee gebruik maken van het lichtensysteem zodat er geen auto’s en fietsers samen op de helling kunnen zijn.

Op het gelijkvloers worden er nog eens 24 fietsstalplaatsen voorzien achteraan in de gezamenlijke tuin. Er zijn in het totaal 35 fietsstalplaatsen. Dat zijn er 11 te weinig.

De dienst mobiliteit geeft daarom advies met volgende voorwaarden:

  • Er moeten 46 fietsstalplaatsen voorzien conform de afmetingen van de bouwcode.
  • Omdat de inrit naar de parking te smal is om dubbelrichtingsverkeer toe te laten moet er gewerkt worden met een lichtensysteem. Hierbij dient er voorrang gegeven te worden aan het inrijdend verkeer. Ook fietsers moeten van deze lichten gebruik maken zodat zij nooit gelijktijdig met auto’s op de helling zijn.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt worden nageleefd;

2.      de nieuwe platte daken die ter hoogte van de scheidingsmu(u)r(en) geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, moeten worden voorzien van:

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      Per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

4.      Er moeten 46 fietsstalplaatsen worden voorzien conform artikel 29 van de bouwcode;

5.      Er moet een lichtensysteem geplaatst worden in functie van het veilig gebruik van de inrit van de ondergrondse parking;

6.      Het dak van de ondergrondse parking moet worden voorzien van een grondlaag met een dikte van 1 meter conform artikel 38 van de bouwcode;

7.      Er moet een hemelwaterput worden voorzien van 5000 liter;

8.      Er moet worden voldaan aan de Verordening Toegankelijkheid en in het bijzonder volgende artikels:

-          Artikel 21: het hefplateau van de liften moeten 1,10 meter op 1,40 meter zijn;

-          Artikel 22: de toegangsdeur tot de afvalberging en de toegangsdeuren naar de ruimtes onder de trappen van het gelijkvloers moeten een vrije doorgangsbreedte hebben van minstens 0,90 meter;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

10.  Het advies van de Stedelijke dienst Milieuvergunningen moet worden nageleefd:

-          Indien er een droogzuiging nodig is voor de realisatie van de kelderverdieping dient hiervoor voorafgaand aan de werken een omgevingsvergunningsaanvraag of melding ingediend te worden;

-          Indien de bodem van het braakliggende perceel vervuild zou zijn, moeten hiervoor de nodige maatregelen worden getroffen;

11.  De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

 

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …)

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling

-          invloedstraal van de bemaling (op plan)

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…)

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u

 

Lastvoorwaarden

12.  De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 januari 2021

Volledig en ontvankelijk

16 februari 2021

Start openbaar onderzoek

24 februari 2021

Einde openbaar onderzoek

25 maart 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 juni 2021

Verslag GOA

11 mei 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 februari 2021

25 maart 2021

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de procedure van het openbaar onderzoek, werd er 1 bezwaarschrift ingediend dat zich laat samenvatten als volgt:

Bezwaarindiener wil geen lichtinval verliezen door de planten en bomen die in het binnengebied zullen geplant worden.

Beoordeling: het binnengebied wordt ontpit wat net ten voordele is van licht en lucht zowel op het perceel als naar de omgeving toe. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt worden nageleefd;

2.      de nieuwe platte daken die ter hoogte van de scheidingsmu(u)r(en) geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, moeten worden voorzien van:

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      Per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;

4.      Er moeten 46 fietsstalplaatsen worden voorzien conform artikel 29 van de bouwcode;

5.      Er moet een lichtensysteem geplaatst worden in functie van het veilig gebruik van de inrit van de ondergrondse parking;

6.      Het dak van de ondergrondse parking moet worden voorzien van een grondlaag met een dikte van 1 meter conform artikel 38 van de bouwcode;

7.      Er moet een hemelwaterput worden voorzien van 5000 liter;

8.      Er moet worden voldaan aan de Verordening Toegankelijkheid en in het bijzonder volgende artikels:

-          Artikel 21: het hefplateau van de liften moeten 1,10 meter op 1,40 meter zijn;

-          Artikel 22: de toegangsdeur tot de afvalberging en de toegangsdeuren naar de ruimtes onder de trappen van het gelijkvloers moeten een vrije doorgangsbreedte hebben van minstens 0,90 meter;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

10.  Het advies van de Stedelijke dienst Milieuvergunningen moet worden nageleefd:

-          Indien er een droogzuiging nodig is voor de realisatie van de kelderverdieping dient hiervoor voorafgaand aan de werken een omgevingsvergunningsaanvraag of melding ingediend te worden;

-          Indien de bodem van het braakliggende perceel vervuild zou zijn, moeten hiervoor de nodige maatregelen worden getroffen;

11.  De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

 

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …)

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling

-          invloedstraal van de bemaling (op plan)

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…)

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u

 

Lastvoorwaarden

12.  De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.