Terug
Gepubliceerd op 10/05/2021

2021_CBS_03528 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - Jacob Jacobsstraat 58. District Antwerpen. Dossiernummer OMV_2021037962 - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
vr 07/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03528 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - Jacob Jacobsstraat 58. District Antwerpen. Dossiernummer OMV_2021037962 - Kennisneming 2021_CBS_03528 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - Jacob Jacobsstraat 58. District Antwerpen. Dossiernummer OMV_2021037962 - Kennisneming

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 97 van het omgevingsvergunningsbesluit is het college de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het omgevingsvergunningsdecreet.

Argumentatie

Voorgeschiedenis
Op 8 mei 2002 verleende het college een milieuvergunning klasse 2 aan Tony Goetz & Zonen nv, Schubstraat 9-11, 2018 Antwerpen voor het terugwinnen en het affineren van edelmetalen (AN2002/71). Deze milieuvergunning ging in op 10 juli 2002 (datum stedenbouwkundige vergunning) en is geldig tot 10 juli 2022. Op 3 april 2009 werd een wijziging vergund (AN2008/734). Op 6 februari 2015 werd een wijziging gedeeltelijk vergund en gedeeltelijk geweigerd (MV2014/465). Beide wijzigingen zijn geldig tot het einde van de lopende vergunning met name 10 juli 2022.

Motivatie

Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de latere decreten en uitvoeringsbesluiten.

De vergunning voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten werd op 8 mei 2002 verleend door het college van de stad Antwerpen met referentie AN2002/71. Het college vergunde eveneens wijzigingen in 2009 (AN2008/734) en in 2015 (MV2014/465). De lopende vergunning heeft betrekking op het adres Simonsstraat 42-46 (Jacob Jacobsstraat 56-58), kadastraal gekend als afdeling 8 sectie H perceelnummer 1191 X 3. Het college neemt akte van de melding van overname door Value Trading van de milieuvergunningen met referentie AN2002/71, AN2008/734 en MV2014/465. De vergunning wordt als volgt geactualiseerd:

rubriek 16.3.1.1 naar rubriek 16.3.2.a;

rubriek 16.7.1 naar rubriek 17.1.2.1.1;

rubriek 17.3.3.2.b naar rubrieken 17.3.3.2.b, 17.3.4.2.b en 17.3.6.2.b.

In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht. Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning.

Na overname blijft de vergunning geldig tot einddatum 10 juli 2022. De van toepassing zijnde bijzondere voorwaarden blijven onverminderd van kracht.

Juridische grond

De melding van overdracht wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde
wetgeving:

  • het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd bij latere decreten;
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van bovenvermeld decreet betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Aanleiding en context

Value Trading nv wenst de omgevingsvergunning over te nemen van Tony Goetz & Zonen nv, voor de exploitatie van een inrichting voor de affinage van edelmetalen gelegen Jacob Jacobsstraat 58 te 2018 Antwerpen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt akte van de melding van overname door Value Trading nv van de vergunning met referentie AN2002/71, AN2008/734 en MV2014/4. De vergunning wordt als volgt geactualiseerd:

Gecoördineerde rubrieken:

RubriekOmschrijvingGecoördineerd
3.6.3.1.b
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het 4 m³/uur lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater dat al of niet één of meer van de in bijlage 2e bij titel I van het Vlarembedoelde gevaarlijke stoffen bevat, met uitzondering van de in rubriek 3.6.5 ingedeelde inrichtingen, met een effluent tot en met 5 m'/uur wanneer het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen hoger dan voormelde concentraties bevat;
4 m³/uur
12.3.2
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;
10,5 kW
16.3.2.a
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;
185,36 kW
17.1.2.1.1
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;
970 liter
17.3.3.2.b
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS03, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;
12,385 ton
17.3.4.2.b
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;
12,385 ton
17.3.6.2.b
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;
12,385 ton
17.4opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;
111,25 kg
20.2.4.b.1
het smelten, met inbegrip van het legeren, van non-ferrometalen, inclusief terugwinningsproducten en het gieten van non-ferrometalen met een smeltcapaciteit per dag, voor andere metalen, van 20 kg tot en met 0,5 ton;
250 kg/dag
24.4
laboratoria waar geen afvalwater, eigen aan de laboratoriumtechnieken, gegenereerd wordt;
1 labo
29.3.1.1.b
walserijen of trekkerijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;
2,5 kW
29.4.1.a
gieterijen  met gebruik van smeltkroezen, met een totaal inhoudsvermogen van 1 dm3 tot en met 1 m³;
40,03 dm³
29.5.5.2.b
oppervlaktebehandeling, met inbegrip van ontvetting van metalen door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé, als de gezamenlijke inhoud van de gebruikte behandelingsbaden en spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën, als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, uit de volgende volumes bestaat: meer dan 300 liter tot en met 5.000 liter, als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt.
3.000 liter


Artikel 2

Het college beslist dat de vergunning geldig is tot 10 juli 2022, de einddatum van de lopende vergunning.


Artikel 3

Het college wijst er op dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de overgedragen Vlarem-rubrieken, van toepassing blijven. Ook de bijzondere voorwaarden blijven onverminderd van kracht.


Artikel 4

Het college beslist dat volgende slotbepaling van toepassing is:

  1. voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 6 van het omgevingsvergunningsdecreet;
  2. elke overdracht die betrekking heeft op een vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit moet vooraf worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 97 van het omgevingsvergunningsbesluit;
  3. een hernieuwing van een omgevingsvergunning of van een gedeelte ervan dat voor bepaalde duur is verleend, moet worden aangevraagd overeenkomstig artikel 70 van het omgevingsvergunningsdecreet uiterlijk tussen de 24 en de 12 maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.