Terug
Gepubliceerd op 10/05/2021

2021_CBS_03569 - Omgevingsvergunning - OMV_2020133707. Middelmolenlaan 140. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03569 - Omgevingsvergunning - OMV_2020133707. Middelmolenlaan 140. District Deurne - Goedkeuring 2021_CBS_03569 - Omgevingsvergunning - OMV_2020133707. Middelmolenlaan 140. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020133707

Gegevens van de aanvrager:

BVBA JARANDI met als adres Middelmolenlaan 108A te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Middelmolenlaan 140 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 27 sectie A nrs. 280F4, 280Y2, 280P3 en 280D5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

oprichten van een nieuwe loods en het regulariseren van wijzigingen doorgevoerd aan de bestaande naastliggende loods

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Middelmolenlaan 140:

-          26/08/2020: proces-verbaal (11002_2020_12900_VPV) voor het volledig verharden van de voortuin;

-          26/08/2020: proces-verbaal (11002_2020_12899_VPV) voor het wijzigen van de hoofdfunctie van de rechtse hal van industrie en bedrijvigheid naar kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen;

-          09/06/2017: vergunning (2017497) voor het regulariseren van een opslagruimte en gevelrenovatie van een opslagruimte en een bestaande garage;

-          07/08/2015: vergunning (20151088) voor het regulariseren van een opslaghal en de verderzetting van gevelwerken;

-          23/11/2007: vergunning (3184#499) voor het oprichten van een afgebrande autowerkplaats-showroom met woning;

-          05/05/1994: vergunning (629#1751) voor het afbreken en heroprichten van een werkplaats met woning.

Middelmolenlaan ZN:

-          geen relevante voorgeschiedenis beschikbaar.

Vergunde/vergund geachte toestand

Middelmolenlaan 140:

-          autowerkplaats met naastliggende opslaghal (industrie en bedrijvigheid);

-          1 bouwlaag onder plat dak;

-          kroonlijsthoogte circa 5,60 m;

-          bouwdiepte circa 24,50 m. Met uitzondering van de voortuinstrook (circa 14,25 m) werd het volledige perceel dicht gebouwd;

-          gevelafwerking:

  • licht geprofileerde sandwichpanelen in een zwarte kleur;
  • aluminium buitenschrijnwerk (witte en grijze kleur);
  • sectionaalpoorten in grijs aluminium;

Middelmolenlaan ZN:

-          geen vergunde toestand beschikbaar.

Huidige toestand

Middelmolenlaan 140 - unit 1:

-          de opslagplaats (unit 1) werd opgesplitst in twee kleinere units:

  • een carwash (dienstverlening) gelegen aan de straatzijde;
  • een kleinere opslagplaats met bijbehorend kantoor, bereikbaar langs de Middelmolenlaan ZN;

-          bouwdiepte circa 28,15 m. De nieuwe uitbouw werd voorzien op het achterliggende perceel en heeft een kroonlijsthoogte van circa 2,85 m;

-          de volledige voortuin werd verhard;

-          gevelafwerking ongewijzigd.

Middelmolenlaan ZN:

-          volledige perceel voorzien van een betonverharding.

Gewenste toestand

Middelmolenlaan 140 - unit 1:

-          functie:

  • opslagloods (industrie en bedrijvigheid), intern verbonden met de nieuwe loods (Middelmolenlaan ZN);

-          bouwvolume, gevelafwerking en inrichting voortuin ongewijzigd.

-          achterliggende tuinbergingen;

Middelmolenlaan ZN:

-          opslagloods (industrie en bedrijvigheid);

-          1 bouwlaag onder plat dak;

-          kroonlijsthoogte circa 5,60 m;

-          bouwdiepte circa 34,50 m. Met uitzondering van de voortuinstrook (circa 4,75 m) werd het volledige perceel dicht gebouwd;

-          gevelafwerking:

  • licht geprofileerde sandwichpanelen in een zwarte kleur;
  • sectionaalpoort in grijs aluminium;
  • zaakgebonden reclame tegen de linkerzijgevel;

-          volledig verharde voortuin.

Inhoud van de aanvraag

-          functiewijziging van unit 1 van dienstverlening naar industrie en bedrijvigheid;

-          uitbreiden van het bouwvolume ter hoogte van de achtergevel van unit 1;

-          verharden van de voortuin;

-          realiseren van een nieuwe opslagloods welke intern verbonden is met de reeds bestaande opslagruimte ter hoogte van unit 1;

-          mogelijke wijzigingen aan de autowerkplaats (Middelmolenlaan 140) maken geen deel uit van de aanvraag.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

1 december 2020

22 december 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

1 december 2020

10 december 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

1 december 2020

16 december 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

1 december 2020

17 december 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

1 december 2020

22 december 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied.Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.(Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 9:
    Er wordt een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 19.400 l in tegenstelling tot het maximaal toegelaten volume van 10.000 l. In de extra beschrijvende nota die werd aangeleverd naar aanleiding van bijkomende vragen, wordt echter aangegeven dat er slechts een put van 10.000 l wordt voorzien. Er is dus een strijdigheid tussen de plannen en de beschrijvende nota.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 12 Levendige plint:
    de nieuwe loods wordt aan de straatzijde niet voorzien van een verblijfs-, kantoor- of handelsruimte met een raamopening;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    er is onvoldoende informatie beschikbaar om na te gaan of de tuinbergingen beschikken over een minimale plafondhoogte van 2,20 m;
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    noch de carwash, noch de opslagruimte worden voorzien van een afgescheiden ruimte voor afvalberging;
  • artikel 27 Open ruimte:
    de volledige voortuin voor de nieuwe loods is verhard;
  • artikel 38 Groendaken:
    het nieuwe dak wordt niet aangelegd als groendak;
  • artikel 43 Septische putten:
    de carwash wordt voorzien van een sanitaire cel. Deze wordt echter niet aangesloten op een septische put;
  • artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders:
    de niet-overdekte parking in de voortuinstrook wordt niet voorzien van een olieafscheider.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op artikel 9. Er wordt een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 19.400 l in tegenstelling tot het maximaal toegelaten volume van 10.000 l. In de extra beschrijvende nota die werd aangeleverd naar aanleiding van bijkomende vragen, wordt echter aangegeven dat er slechts een put van 10.000 l wordt voorzien. Er is dus een strijdigheid tussen de plannen en de beschrijvende nota. In de voorwaarden bij de vergunning moet worden opgenomen dat de hemelwaterpunt maximaal een volume van 10.000 l mag hebben.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 26 Afvalverzameling:
    Geen van beide loodsen wordt voorzien van een afgescheiden ruimte voor afvalberging. In de voorwaarden moet worden opgenomen dat er een afgescheiden ruimte voor afvalberging moet ingericht worden, voorzien van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot;
  • artikel 38 Groendaken:
    Het nieuwe dak wordt niet aangelegd als groendak. In de voorwaarden moet worden opgenomen dat het nieuwe dak moet worden aangelegd als groendak;
  • artikel 43 Septische putten:
    De bestaande loods wordt voorzien van een sanitaire cel. Het is onduidelijk of deze cel een mobiel volume betreft dan wel aangesloten is op de riolering. In de voorwaarden moet worden opgenomen dat in geval van een vaste sanitaire voorziening, het zwart afvalwater moet aangesloten zijn op een septische put;
  • artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders:
    De niet-overdekte parking in de voortuinstrook wordt niet voorzien van een olieafscheider. In de voorwaarden moet worden opgenomen dat de parking in de voortuinstrook moet worden voorzien van een olieafscheider.

 

Mits het respecteren van de voorwaarden is de aanvraag in overeenstemming met de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft enerzijds de functiewijziging van het voorste deel van de bestaande loods, aangeduid als “unit 1” van carwash (dienstverlening) naar opslag (industrie en bedrijvigheid) en anderzijds de oprichting van een loods voor opslag (industrie en bedrijvigheid). Beide loodsen zijn met elkaar verbonden.

 

Opgemerkt wordt dat de aanvraag aanvankelijk niet duidelijk is wat de gewenste functie zou moeten zijn van “unit 1”. Dit werd ook opgemerkt in het advies de stedelijk dienst voor ondernemen en stadsmarketing. Zij stellen terecht dat er een eenduidige functie moet toegekend worden aan de bestaande loods. De aanvrager bevestigt in de loop van de vergunningsaanvraagprocedure dat de bestaande loods die deel uitmaakt van de aanvraag volledig dient bestemd te worden als opslag (industrie en bedrijvigheid). De communicatie hierover is opgenomen in het dossier.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De schaal en het ruimtegebruik van de bestaande vergunde loods blijft behouden. De nieuwe loods wordt op de voorgevelbouwlijn opgericht van de aanpalende reeks woningen aan de rechterzijde. De kroonlijsthoogte wordt afgestemd op de aanpalende loodsen. De nieuwe loods maakt hierdoor een harmonieuze overgang tussen de reeds aanwezig bebouwing. De diepte van de nieuwe loods wordt afgestemd op de diepte van de bestaande loodsen.

 

De voortuinstrook van de nieuwe loods wordt volledig verhard en is daarmee in strijd met artikel 27 van de bouwcode dat stelt dat voortuinstroken zoveel mogelijk onverhard moeten blijven. De aanvrager motiveert in de beschrijvende nota dat deze ruimte noodzakelijk is voor het stallen van voertuigen omdat er in de straat een parkeerverbod geldt. Er wordt gedeeltelijk geopteerd voor een waterdoorlatende klinkerverharding en gedeeltelijk voor een betonverharding in functie van lichte vrachtwagens en transpalletten die een stevigere ondergrond nodig hebben. De voortuinstrook van de vergunde aanpalende loods is ook volledig verhard. De noodzaak aan een verharde voortuin kan worden begrepen maar ook bij de andere bedrijven langs de Middelmolenlaan is telkens een beperkte groenaanplant voorzien in de voortuinstrook. Dit zorgt voor een verfraaiing van het overwegend minerale straatbeeld. Daarom moet in de voorwaarden worden opgelegd dat 20% van de voortuinstrook van het perceel met de nieuwe loods moet voorzien worden van een groenaanplant.

 

Het achterliggende perceel blijft grotendeel onbebouwd en onverhard en wordt gebruikt om het buffer- en infiltratiebekken in te richten. Het hemelwater van het bufferbekken wordt gerecupereerd om de loods te poetsen. Op dit perceel is enkel een tuinberging aanwezig. Het perceel wordt ontsloten via een erfdienstbaarheid die achter de woningen rechts van de loodsen doorloopt.

 

Mits het respecteren van de voorwaarde is de schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag is visueel inpasbaar in de omgeving. De nieuwe loods wordt afgewerkt conform de aanpalende loodsen met een antracietgrijze staalplaat en grijs schrijnwerk. Tegen de linkerzijgevel van de nieuwe loods wordt een zaakgebonden reclamepaneel aangebracht. De afmetingen van dit paneel staan in verhouding tot de maat van het gebouw.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe loods heeft een volledig gesloten gevel. De aanvraag wijkt hierdoor af van artikel 12 van de bouwcode dat oplegt dat het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, aan de straatzijde een verblijfsruimte moet bevatten met een raamopeningen zodat contact mogelijk is tussen de gebruikers van het gebouw en de straat. In de gevel van de bestaande linkeraanpalende loods zijn wel raamopeningen aanwezig, ook al is er geen verblijfsfunctie achter dit raam gesitueerd. Om de uniformiteit van de gevels van de aanpalende loods door te trekken en toch enige mate van relatie te leggen tussen de nieuwe loods en de straat, moet in de voorwaarden worden opgelegd dat links en rechts van de sectionaalpoort raamopeningen moeten voorzien worden naar analogie met de bestaande raamopeningen in de aanpalende loodsen.

 

Achter de bestaande loods werd een lager volume opgericht dat volgens de beschrijvende nota dienst deed als kantoor. In de toekomstige situatie zal dit gebruikt worden als tuinberging. Er is onvoldoende informatie beschikbaar om de  minimale vrije hoogte van deze tuinberging te kennen, maar alleszins kan op basis van de geveltekening afgeleid worden dat de interne hoogte niet voldoet aan de minimale interne hoogte voor een verblijfsruimte (bouwcode, artikel 21). In de voorwaarden moeten worden opgenomen dat het volume achter de bestaande loods enkel als tuinberging mag gebruikt worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een loods.

Naast de bestaande opbergplaats komt er een nieuwe loods voor de opslag van pakjes.

 

Voor een opslagplaats hanteren we de parkeernorm voor magazijnen uit de CROW. Voor schil centrum is dat 0,75ppl/100m². Voor een opslagplaats van 277m² komt dat neer op 2 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 5 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

In de voortuinstrook van de bestaande loods zijn 5 parkeerplaatsen ingericht. Voor de bestaande loods is de parkeerbehoefte 2 en voor de nieuwe ook 2. Er zijn voldoende parkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsstalplaatsen

Voor de nieuwe loods van 277m² moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden (0,60/100m²). Er worden 3 fietsstalplaatsen ingericht in de loods. Dit aantal is toereikend.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de hemelwaterpunt mag maximaal een volume van 10.000 l hebben;

3.      er moet een afgescheiden ruimte voor afvalberging ingericht worden, voorzien van verluchting en minimaal 4 m², conform artikel 26 van de bouwcode;

4.      het nieuwe dak moet worden aangelegd als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

5.      in geval van een vaste sanitaire voorziening moet het zwart afvalwater aangesloten zijn op een septische put, conform artikel 43 van de bouwcode;

6.      de parking in de voortuinstrook moet voorzien worden van een olieafscheider, conform artikel 44 van de bouwcode;

7.      20% van de voortuinstrook van het perceel met de nieuwe loods moet voorzien worden van een groenaanplant;

8.      links en rechts van de sectionaalpoort van de nieuwe loods moeten raamopeningen voorzien worden naar analogie met de bestaande raamopeningen in de aanpalende loodsen;

9.      de bestaande loods “unit 1” volledig te gebruiken als opslag (industrie en bedrijvigheid);

10.  het volume achter de bestaande loods mag enkel als tuinberging gebruikt worden. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 november 2020

Volledig en ontvankelijk

1 december 2020

Start 1e openbaar onderzoek

10 december 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

8 januari 2021

Beslissing toepassing administratieve lus

4 februari 2021

Start laatste openbaar onderzoek

16 februari 2021

Einde laatste openbaar onderzoek

17 maart 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 mei 2021

Verslag GOA

26 april 2021

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De startdatum van het openbaar onderzoek werd niet ingegeven op het omgevingsloket.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

10 december 2020

8 januari 2021

0

0

0

0

16 februari 2021

17 maart 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de hemelwaterpunt mag maximaal een volume van 10.000 l hebben;

3.      er moet een afgescheiden ruimte voor afvalberging ingericht worden, voorzien van verluchting en minimaal 4 m², conform artikel 26 van de bouwcode;

4.      het nieuwe dak moet worden aangelegd als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

5.      in geval van een vaste sanitaire voorziening moet het zwart afvalwater aangesloten zijn op een septische put, conform artikel 43 van de bouwcode;

6.      de parking in de voortuinstrook moet voorzien worden van een olieafscheider, conform artikel 44 van de bouwcode;

7.      20% van de voortuinstrook van het perceel met de nieuwe loods moet voorzien worden van een groenaanplant;

8.      links en rechts van de sectionaalpoort van de nieuwe loods moeten raamopeningen voorzien worden naar analogie met de bestaande raamopeningen in de aanpalende loodsen;

9.      de bestaande loods “unit 1” volledig te gebruiken als opslag (industrie en bedrijvigheid);

10.  het volume achter de bestaande loods mag enkel als tuinberging gebruikt worden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.