Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020170554 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA BENTIMMO met als contactadres Isabellalei_AN 64 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Melkmarkt 29 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 3 sectie C nrs. 0 en 2360E |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning waarbij het aantal woonentiteiten wordt vermeerderd van 2 naar 3 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/01/2020: vergunning (20193290) voor het overdekken van de binnenkoer als uitbreiding van de reca;
- 19/04/2019: vergunning (2019278) voor het plaatsen van een zonnetent en reclame haaks op de gevel;
- 16/09/2016: vergunning (20161096) voor het verbouwen van een handelspand;
- 28/03/1983: vergunning (18#62567) voor het uitbreiden van een ijssalon;
- 03/01/1942: toelating (18#14937) glasbekleding op bestaande voorgevel en versiering verbruikzaal;
- 25/11/1938: toelating (18#11388) voor 3de verdieping.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: meergezinswoning met reca op de gelijkvloerse verdieping en bovenliggend 2 woonentiteiten;
- bouwvolume: 4 bouwlagen in een gesloten bebouwing onder plat dak;
- gevelafwerking: monumentale gevel in witte pleister met houten buitenschrijnwerk.
Huidige toestand
- bescherming (ID: 5122) van Laat-classicistische stadswoning als monument;
- vaststelling (ID: 14618) van Neo-classicistisch winkelhuis als bouwkundig erfgoed;
- functie en bouwvolume: conform vergunde toestand;
- gevelafwerking: het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse gevelpui is gewijzigd;
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume:
- 3 een-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 63 m², 63 m² en 61 m²;
- elk appartement heeft een privatieve buitenruimte van circa 1 m²;
- gemeenschappelijk dakterras van circa 57,5 m² voor de 3 woonentiteiten;
- gevelafwerking: conform bestaande toestand.
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 2 naar 3;
- regulariseren van de gelijkvloerse gevelpui;
- ophogen van het bestaande bouwvolume voor de toegang tot het dakterras;
- voorzien van privatieve terrassen aan de achtergevel en een dakterras op het dak;
- voorzien van een toegang naar de bovenliggende woonentiteiten op de gelijkvloerse verdieping uiterst rechts;
- wijzigen van de interne trap;
- interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 19 maart 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 19 maart 2021 | 15 april 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 19 maart 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Onroerend Erfgoed | 19 maart 2021 | 20 april 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS | 19 maart 2021 | 7 april 2021 | Geen advies |
TELENET | 19 maart 2021 | 1 april 2021 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 19 maart 2021 | 23 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 19 maart 2021 | 26 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 19 maart 2021 | 26 april 2021 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund | 19 maart 2021 | 25 maart 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: algemene voorschriften, culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 2: zone voor wonen - (wo2).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan .
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
aangezien het aanleggen van het dakterras een vergunningsplichtig werk is (gezien constructieve ingrepen van aan dit dak) moet een deel van het dak als groendak worden aangelegd;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van twee naar drie, en de aanleg van een dakterras is functioneel inpasbaar in de binnenstad. Er zijn er in het pand momenteel twee woningen vergund geacht. Er is dus één bijkomende woning.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Behalve een kleine uitbouw op het dak om toegang te nemen tot het dakterras zijn er geen wijzigingen aan het volume. Het creëren van één extra woning en de aanleg van het dakterras heeft geen noemenswaardige impact op de draagkracht van het perceel.
Onder meer omwille van de privacy en op vraag van het Agentschap Onroerend Erfgoed zal als voorwaarde worden opgelegd het dakterras te verkleinen met een strook van 2,50 m voor- en achteraan en van 1 m aan de rechter perceelsgrens. Deze stroken moeten worden aangelegd als groendaken in overeenstemming met artikel 38 van de bouwcode.
Woninggrootte
Het gebouw omvat drie appartementen waarvan twee vergund geacht zijn. De drie appartementen hebben telkens één slaapkamer en een netto-vloeroppervlakte van resp. 64,42 m², 64,42 m² en 61,94 m² (bijkomende woning). Er is een gemeenschappelijk dakterras, waarvan de oppervlakte, na het toevoegen van de groenstroken, ongeveer 40 m² bedraagt.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Het gebouw is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed en is ook een beschermd monument. Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is gunstig en legt een aantal voorwaarden op:
“Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden:
- behoud van historische plafonds met moer- en kinderbalken en houten vloeren op de verschillende verdiepingen;
- dakterras verkleinen door de balustrade op 250 cm van de voorgevel te leggen. Op deze manier ligt het terras op voldoende afstand van de voorgevel en wordt het gevelbeeld vanuit de Melkmarkt niet verstoord;
- nieuwe houten schrijnwerk in de voorgevel aanpassen volgens historische geveltekening uit 1942, SAA18#14937 (fig. 10 in het CHE verslag). Op de eerste verdieping dient het schrijnwerk opnieuw verlaagd te worden. Het middelste venster heeft 2 opendraaiende vleugels met 2 horizontale tussenverdelingen en vermoedelijk een beglaasde rondboog. De 2 vensters links en rechts naast het middelste venster hebben één opendraaiende vleugel met een vast bovenlicht. Op de tweede verdieping heeft het venster 2 opendraaiende vleugels en vast bovenlicht. De horizontale lijst was oorspronkelijk lager en wordt best opnieuw zo uitgevoerd zodat de verhoudingen van het buitenschrijnwerk de historische verdeling volgen. De 2 vensters links en rechts naast het middelste venster hebben één opendraaiende vleugel met een vast bovenlicht.
Verder adviseren wij om een materiaal-technisch onderzoek uit te voeren op de voorgevel zodat de oorspronkelijke kleurafwerking kan achterhaald worden en eventueel opnieuw aangebracht. Het schrijnwerk moet geschilderd worden in een kleur die aansluit bij de geschilderde gevel.
Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig.”
De stedelijke dienst Monumentenzorg sluit zich aan bij dit advies. De voorwaarden opgelegd door het Agentschap worden integraal opgenomen bij de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.
Er zijn twee bezwaarschriften die handelen over onder meer privacy en uitzicht. Om aan de bezwaren tegemoet te komen worden groenstroken opgelegd langs de randen van het dakterras (zie hoger). Om de visuele hinder voor het achtergelegen terras te beperken wordt opgelegd dat de vrije hoogte binnen het trapvolume op het dak beperkt wordt tot 2 m.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden van 2 naar 3. De recafunctie op het gelijkvloers blijft ongewijzigd. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. 1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en beschermd is als monument. Daarom kunnen er geen parkeerplaatsen voorzien worden.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit is het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autoparkeerplaatsen: 1 – 0 = 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen
Voor het bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 fietsenstallingen voorzien worden.
Deze worden ingericht op het gelijkvloers. De fietsenberging is overigens groot genoeg om te voorzien in stalplaatsen voor de bestaande appartementen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het dakterras is te verkleinen met een strook vooraan en achteraan van 2,50 m breed en langs de rechter perceelsgrens een strook van 1 m breed, zoals aangeduid op het nieuwe dakenplan P_N_06. Deze stroken moeten als groendak worden aangelegd in overeenstemming met artikel 38 van de bouwcode;
3. het trapvolume op het dakterras moet verlaagd worden zodat binnen een vrije hoogte van 2 m overblijft;
4. de opening tussen keuken en leefruimte moet open blijven (niet beglaasd) zodat voldaan wordt aan artikel 24 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
6. volgende voorwaarden worden opgelegd door het Agentschap Onroerend Erfgoed en zijn strikt na te leven:
- behoud van historische plafonds met moer- en kinderbalken en houten vloeren op de verschillende verdiepingen;
- dakterras verkleinen door de balustrade op 250 cm van de voorgevel te leggen. Op deze manier ligt het terras op voldoende afstand van de voorgevel en wordt het gevelbeeld vanuit de Melkmarkt niet verstoord;
- nieuwe houten schrijnwerk in de voorgevel aanpassen volgens historische geveltekening uit 1942, SAA18#14937 (fig. 10 in het CHE verslag). Op de eerste verdieping dient het schrijnwerk opnieuw verlaagd te worden. Het middelste venster heeft 2 opendraaiende vleugels met 2 horizontale tussenverdelingen en vermoedelijk een beglaasde rondboog. De 2 vensters links en rechts naast het middelste venster hebben één opendraaiende vleugel met een vast bovenlicht. Op de tweede verdieping heeft het venster 2 opendraaiende vleugels en vast bovenlicht. De horizontale lijst was oorspronkelijk lager en wordt best opnieuw zo uitgevoerd zodat de verhoudingen van het buitenschrijnwerk de historische verdeling volgen. De 2 vensters links en rechts naast het middelste venster hebben één opendraaiende vleugel met een vast bovenlicht;
- materiaal-technisch onderzoek uit te voeren op de voorgevel zodat de oorspronkelijke kleurafwerking kan achterhaald worden en eventueel opnieuw aangebracht. Het schrijnwerk moet geschilderd worden in een kleur die aansluit bij de geschilderde gevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 februari 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 19 maart 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 18 mei 2021 |
Verslag GOA | 28 april 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
6 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden 6 bezwaarschriften opgeladen in het Omgevingsloket, waarvan 4 identieke in naam van dezelfde aanpalende. Het aantal bezwaarschriften kan dus worden herleid tot 3. De bezwaren kunnen worden samengevat als volgt:
Er is geen reden waarom het risico op inbraak zou toenemen. Het nieuwe dakterras is enkel toegankelijk voor de bewoners van het pand. Het is een vreemde redenering te stellen dat de bezwaarindiener de enige is in de onmiddellijke omgeving die het recht heeft om het genot van een dakterras te hebben, enkel en alleen omwille van de vrees voor mogelijke inbraak.
Het bezwaar is ongegrond.
De woning waarvan sprake is niet vergund als woning. In vergunning 20193446 van 17/01/2020 werd een extra woonentiteit op de dakverdieping expliciet uit de vergunning uitgesloten. De dakverdieping werd ingetekend als een ‘polyvalente ruimte’ voor gemeenschappelijk gebruik, waardoor het gegeven privacy ook een iets ruimere invulling krijgt. Het dakterras werd bovendien niet aangelegd volgens de vergunde plannen: op deze plannen staat een groenstrook van 1,90 m langs de perceelsgrens aangeduid conform het burgerlijk wetboek. Deze groenstrook werd niet uitgevoerd. Het recht op privacy geldt uiteraard wederzijds, het is niet zo dat de ‘eerste’ het alleenrecht op privacy kan opeisen. Het is de bedoeling dat beide buren hun duit in het zakje doen. Er zal dan ook worden opgelegd dat tussen het nieuwe dakterras en de rechter perceelsgrens een groenstrook moet worden aangelegd. Uiteraard kunnen hierover onderling ook afspraken gemaakt worden.
De aanvraag is gelegen in het RUP Binnenstad. Een openbaar onderzoek is niet vereist mits aan de voorschriften van het RUP voldaan wordt. In ieder geval heeft de bezwaarindiener de mogelijkheid gehad om de plannen in te kijken en een bezwaar in te dienen.
Het bezwaar is ongegrond.
De ruimtelijke impact van een dakterras is anders dan die van een volwaardige bouwlaag. Door het opleggen van voorwaarden wordt het dakterras ook niet van op de straat waargenomen. Er is, behalve het trapgebouwtje, geen fysieke uitbreiding van het gebouw. In de onmiddellijke omgeving worden er meerdere panden met 5 bouwlagen en dakterrassen waargenomen. Het aanpalende hoekgebouw kreeg recent een gedeeltelijke 5de bouwlaag met aansluitend dakterras, en ook de andere hoek met de Vleminckxstraat heeft 5 bouwlagen en een dakterras aan de straatzijde.
Het bezwaar is ongegrond.
Net als op de eerste verdieping staan deze keukens rechtstreeks in verbinding met de eet- en zitruimte. De keukens hebben een grote opening naar deze ruimten en krijgen door de combinatie dakkoepel-ramen voorgevel-lichtkoker ruim voldoende daglicht. Om volledig aan artikel 24 van de bouwcode te voldoen wordt opgelegd dat de opening tussen keuken en leefruimte open moet blijven.
Het bezwaar is deels gegrond.
De verplichting om een buitenruimte te voorzien, geldt enkel voor de bijkomende woonentiteiten en niet voor de bestaande en vergunde. In dit geval zijn er twee woningen geacht vergund te zijn. De vereiste geldt dus enkel voor het bijkomende derde appartement. De aanvrager voorziet nu wel in een collectieve buitenruimte voor alle woningen.
Het bezwaar is ongegrond.
Bij het vermeerderen van het aantal woningen is er geen sprake van een functiewijziging. De bestemming blijft een handelspand met wonen op de verdiepingen.
Het bezwaar is ongegrond.
Er werden twee fietsstalplaatsen ingetekend voor 1 bijkomende woning met 1 slaapkamer, wat conform de bouwcode is. De berging is groot genoeg om zes of meer fietsen te stallen.
Het bezwaar is ongegrond.
Het trapvolume is inderdaad zichtbaar vanaf het terras van de bezwaarindiener (achterbuur). Volgens de doorsnede komt de dakrand van het trapvolume 2,70 m hoger dan de dakrand aan de achterzijde. Deze hoogte kan worden beperkt tot een vrije hoogte van 2 m binnenin. Dit wordt als voorwaarde opgelegd. Het Agentschap Onroerend Erfgoed legt aan de voorgevel een vrije strook van 2,50 m op zodat het terras niet zichtbaar is vanaf de straat. Deze strook moet worden aangelegd als groendak. Omwille van de privacy wordt aan de achterzijde eveneens een groenstrook van 2,50 m opgelegd als voorwaarde. Aan de rechter perceelsgrens wordt een groenstrook van 1 m breedte opgelegd zodat ook inkijk naar de rechterbuur zoveel mogelijk beperkt wordt.
Het bezwaar is deels gegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het dakterras is te verkleinen met een strook vooraan en achteraan van 2,50 m breed en langs de rechter perceelsgrens een strook van 1 m breed, zoals aangeduid op het nieuwe dakenplan P_N_06. Deze stroken moeten als groendak worden aangelegd in overeenstemming met artikel 38 van de bouwcode;
3. het trapvolume op het dakterras moet verlaagd worden zodat binnen een vrije hoogte van 2 m overblijft;
4. de opening tussen keuken en leefruimte moet open blijven (niet beglaasd) zodat voldaan wordt aan artikel 24 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
6. volgende voorwaarden worden opgelegd door het Agentschap Onroerend Erfgoed en zijn strikt na te leven:
- behoud van historische plafonds met moer- en kinderbalken en houten vloeren op de verschillende verdiepingen;
- dakterras verkleinen door de balustrade op 250 cm van de voorgevel te leggen. Op deze manier ligt het terras op voldoende afstand van de voorgevel en wordt het gevelbeeld vanuit de Melkmarkt niet verstoord;
- nieuwe houten schrijnwerk in de voorgevel aanpassen volgens historische geveltekening uit 1942, SAA18#14937 (fig. 10 in het CHE verslag). Op de eerste verdieping dient het schrijnwerk opnieuw verlaagd te worden. Het middelste venster heeft 2 opendraaiende vleugels met 2 horizontale tussenverdelingen en vermoedelijk een beglaasde rondboog. De 2 vensters links en rechts naast het middelste venster hebben één opendraaiende vleugel met een vast bovenlicht. Op de tweede verdieping heeft het venster 2 opendraaiende vleugels en vast bovenlicht. De horizontale lijst was oorspronkelijk lager en wordt best opnieuw zo uitgevoerd zodat de verhoudingen van het buitenschrijnwerk de historische verdeling volgen. De 2 vensters links en rechts naast het middelste venster hebben één opendraaiende vleugel met een vast bovenlicht;
- materiaal-technisch onderzoek uit te voeren op de voorgevel zodat de oorspronkelijke kleurafwerking kan achterhaald worden en eventueel opnieuw aangebracht. Het schrijnwerk moet geschilderd worden in een kleur die aansluit bij de geschilderde gevel.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.