Terug
Gepubliceerd op 10/05/2021

2021_CBS_03535 - Omgevingsvergunning - OMV_2021013239. Desguinlei 84. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03535 - Omgevingsvergunning - OMV_2021013239. Desguinlei 84. District Antwerpen - Weigering 2021_CBS_03535 - Omgevingsvergunning - OMV_2021013239. Desguinlei 84. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021013239

Gegevens van de aanvrager:

BVBA HET GULDEN CRUYS met als adres Hertendreef 49 te 2900 Schoten en Pieter Peerlings met als adres Oranjestraat 54A bus 01 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Desguinlei 84 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 26H2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van functie van een handelspand met woonst naar kantoor met gelijkvloerse koffiebar + uitbreiding

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          25/01/2021: ingetrokken (20204349) wijzigen van functie van een handelspand met woonst naar kantoor met gelijkvloerse koffiebar + uitbreiding;

-          22/10/2020: weigering deputatie (20201263) wijzigen van functie van een handelspand met woonst naar kantoor met gelijkvloerse koffiebar + uitbreiding;

-          03/07/2020: weigering (20201263) wijzigen van functie van een handelspand met woonst naar kantoor met gelijkvloerse koffiebar + uitbreiding;

-          13/12/2019: ongunstig advies (WSC / 2019 / 1648) welstandscommissie;

-          27/12/2019: weigering (20193812) voor het plaatsen van tijdelijke gevelreclame op een steigerdoek;

-          07/10/2016: weigering (20161528) voor het regulariseren verbouwen van een appartement naar twee appartementen;

-          04/03/2005: vergunning (197#20040707) voor het verbouwen van een kantoor met garages tot winkel.

Vergunde toestand

-          hoekpand van 3 bouwlagen onder plat dak;

-          handel gelijkvloers met bovengelegen woning;

-          inpandig terras (zijde Desguinlei) op de 1ste en 2de verdieping;

-          gevelmateriaal niet vermeld.

Huidige toestand

-          hoekpand van 3 bouwlagen onder plat dak;

-          handel gelijkvloers met twee appartementen op de verdiepingen;

-          inpandige terrassen werden toegevoegd bij de binnenruimte;

-          gevelafwerking:

  • geelkleurig gevelmetselwerk in combinatie met centraal hoekelement in beige natuursteen;
  • wit PVC buitenschrijnwerk met bruin natuurstenen raamomlijsting;
  • plint in blauwe hardsteen.

Gewenste toestand

-          kantoor met gelijkvloerse koffiebar;

-          bijbouwen van 2 bouwlagen ( 1 overkraagende bouwlaag +  1 teruggetrokken daklaag);

-          gewijzigde raamverdeling bestaande gevels;

-          gevelafwerking:

  • geelkleurig gevelmetselwerk in combinatie met centraal hoekelement in beige natuursteen;
  • licht grijs aluminium schrijnwerk;
  • nieuwe constructie in glas (gedeeltelijk opaak glas) en licht grijs aluminium schrijnwerk;
  • nieuwe dakrand in wit aluminium.

Inhoud van de aanvraag

-          het wijzigen van functie van een handelspand met woonst naar kantoor met gelijkvloerse koffiebar;

-          het bijbouwen van twee bouwlagen (4de en een teruggetrokken daklaag);

-          het aanleggen van het nieuwe platte dak als een groendak;

-          het verwijderen van bestaand reclamepaneel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

1 februari 2021

15 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

1 februari 2021

3 maart 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

1 februari 2021

4 februari 2021

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

1 februari 2021

15 februari 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

1 februari 2021

9 februari 2021

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

1 februari 2021

2 maart 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • ART. 22§2. De ruwbouwmaten van toegangen of deuropeningen moeten minstens 105 cm breed zijn, zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd wordt. Niet alle nieuwe toegangsdeuren hebben een minimale doorgangsbreedte van 90 cm;
  • Artikel 31: afwijking artikel 30

In de aanvraag kunnen afwijkingen van de ruwbouwmaten, vermeld in artikel 30, worden opgenomen als in het aanvraagdossier gemotiveerd aangetoond wordt dat na de afwerking van de sanitaire ruimte aan de volgende voorwaarden is voldaan.

Naast de toiletpot dient er een vrije transferzone van minstens 90 cm te zijn. Hier bedraagt dit 77 cm.  De diepte van de wastafel dient minstens  60 cm te zijn.  Dit bedraagt hier 46cm.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 6: Harmonie en draagkracht: Zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. De gewenste uitbreiding is hier niet op afgestemd;
  • Artikel 7: Welstandsadvies: Binnen de algemene opdracht van het college van burgemeester en schepenen als vergunningverlenende of adviserende overheid worden bijzondere beeldbepalende stedenbouwkundige vergunningsaanvragen onderworpen aan een welstandsadvies. In het ontwerp werd er geen rekening gehouden met het ongunstig  welstandsadvies op datum van 13/12/2019;
  • Artikel 10: Bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of een volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld; Bij de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte moet er rekening gehouden worden met een optimale bezonning en daglichttoetreding ten aanzien van alle verblijfsruimten in het gebouw, in de tuinen en in de omgeving. De gewenste uitbreiding houdt hier op geen enkele manier rekening mee;
  • Artikel 13: Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen: Bovengrondse geveluitsprongen moeten begrepen zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding en de kroonlijst. Bijkomend mogen ze in geen geval een negatieve invloed hebben op het gebruik en de bezonning van naast- of onderliggende woongelegenheden en buitenruimte. De gewenste uitbreiding voldoet hier niet aan;
  • artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: er is geen opengaand raam voorzien voor de nieuwe kantoorruimten (3de verdieping en teruggetrokken daklaag);
  • Artikel 27:  Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. Het perceel is volledig bebouwd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
De vergunning wordt geweigerd.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Artikel 27:  Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. Het gaat hier om een kleiner hoekperceel dat momenteel ook bebouwd is. Voor een ontpitting dienen er ook op de verdiepingen ingrepen te gebeuren. Bijgevolg kan er met behulp van artikel 3, een afwijking op artikel 27 van de bouwcode worden toegestaan.

 

De aanvraag wijkt ook af op artikel 6, 7, 10, 13 en 24 van de bouwcode.

Dit wordt verder toegelicht in de beoordeling hieronder.

 

Functionele inpasbaarheid

De stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing geeft een gunstig advies:

“Het project omvat een renovatie en verbouwing met functiewijziging naar een co-working kantoren (inclusief eigen kantoor eigenaar) bovenop de bestaande handelszaak (voorzien als koffiebar). Gelet op de ligging in de buurt is deze verbouwing aanvaardbaar. Voor het dossier kan een gunstig advies gegeven worden.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de beoogde functiewijziging van handel gelijkvloers met bovengelegen woning naar kantoor met gelijkvloerse koffiebar functioneel inpasbaar op dit perceel en de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het ontwerp voorziet in een uitbreiding van een bestaand hoekgebouw met 2 bouwlagen. De aanvraag is in strijd met artikel 10 van de bouwcode dat stelt dat bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of een volume-uitbreiding de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie moet zijn met het referentiebeeld.

 

De nieuwe 4de bouwlaag wordt uitgewerkt als een overkragend volume dat volumineuzer is dan de onderliggende verdiepingen. Hier wordt geenszins rekening gehouden met het volume en de uitwerking van de onderbouw of met de aanpalende bebouwing. Het gewenste volume is bovenmaats waardoor de schaal van het perceel  en de omgeving worden overschreden.

 

Er kan in dit kader niet verwezen worden naar de bebouwing aan de overzijde van de Karel Oomsstraat/Desguinlei. Dit betreft een andere context met hogere kantoor- en woongebouwen waaronder het nieuwe woonproject Louise Marie. Deze gebouwen zijn als solitaire torens ingeplant in een ruimer bouwblok met grote percelen en een grote open groene ruimte, met name het Domein Hertoghe. Ook de bebouwing, de schaal en deckorrelgrootte van het bouwblok waarin zich de supermarkt Albert Heyn situeert , aan de overzijde van de Biartstraat, zijn van een andere orde en aldus niet het referentie beeld.

 

Bovendien wijkt de aanvraag af van de bouwcode. Zo moeten bovengrondse geveluitsprongen begrepen zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding en de kroonlijst. Bijkomend mogen ze in geen geval een negatieve invloed hebben op het gebruik en de bezonning van naast- of onderliggende woongelegenheden en buitenruimte. Uitsprongen kunnen een impact hebben op de rechtlijnigheid van het straatbeeld. Ze moeten in harmonie met het straatbeeld ingepast worden. Uitsprongen mogen de lichttoetreding tot het buurperceel niet hinderen. Daarom dient er voldoende afstand gehouden te worden ten opzichte van het buurperceel.

De 4de bouwlaag respecteer deze afstand tot de buurpanden niet en zorgt voor een onaanvaardbare scheidsmuurverhoging naar de aanpalende gebouwen.

 

Bovendien blijven de bepalingen van art. 678 en art. 679 van het burgerlijk wetboek met betrekking tot het nemen van lichten en zichten onverminderd van toepassing. Concreet betekent dit dat rechtstreekse zichten (bv. bij dakterrassen) op minstens 1,90 meter van een eigendomsgrens en onrechtstreekse zichten op minstens 0,60 meter van een eigendomsgrens moeten genomen worden.

 

Binnen de algemene opdracht van het college van burgemeester en schepenen als vergunningverlenende of adviserende overheid worden bijzondere beeldbepalende stedenbouwkundige vergunningsaanvragen onderworpen aan een welstandsadvies. Het bijzonder beeldbepalend karakter van de aanvraag en/of het project wordt bepaald door uiteenlopende aspecten zoals de omvang en schaal van het project of projectgebied, de mate waarin het afwijkt van de harmoniekenmerken van het bestaande of toekomstige referentiebeeld, de specifieke ligging in contextgevoelige en waardevolle zones (het hoekpand grenst aan panden die opgenomen zijn in de inventaris van bouwkundig erfgoed) maar ook op plekken die op een prominente zichtlocatie liggen zoals hier het geval is komen in aanmerking voor een welstandsadvies. 

 

Voorafgaand aan deze omgevingsaanvraag werd er een ontwerp met 1 extra  bouwlaag, in tegenstelling tot de gewenste 2 bouwlagen, voorgelegd aan de Welstandscommissie. Zij brachten volgend ongunstig advies uit:

 

“Het project betreft de uitbreiding en renovatie van een meergezinswoning gelegen op de hoek van de Desguinlei en de Karel Oomsstraat. Het bestaande volume wordt uitgebreid met een transparante daklaag in doorlopend glas (ondoorzichtig/geëmailleerd).

De welstandscommissie gaat niet akkoord met de uitkraging van de daklaag en vraagt om deze meer evenwichtig en massiever te geleden in afstemming met de onderbouw. Ook een massieve behandeling van de hoek is wenselijk.

De welstandscommissie vraagt om de dakopbouw terugliggend met voldoende afstand tot de buren te onderzoeken.

Het verticaal geaccentueerde buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium. De daklaag krijgt rondom rond een omkadering in wit beton. De welstandscommissie vraagt om de materialisatie meer af te stemmen op de onderbouw en geen donker buitenschrijnwerk te voorzien. Een tweede kroonlijst op de daklaag is niet wenselijk.

Conclusie:

- Volumetrie en inplanting daklaag: niet overkragen, aan alle zijden terugliggend te onderzoeken met voldoende afstand tot de buren

- Geveluitwerking: aandacht voor massieve geleding in afstemming met de onderbouw en massieve behandeling van de hoek

- Materialisatie: afstemmen op oorspronkelijk gevelmateriaal, geen donker buitenschrijnwerk

- Geen tweede kroonlijst voorzien op daklaag

BESLUIT:

ONGUNSTIG

En men stelt het volgende vast:

Het schrijnwerk voert men nu uit in een lichte kleur (lichtgrijs), een 2de kroonlijst is er nog steeds.”

 

In het ontwerp wordt er op geen enkele manier rekening gehouden met de geldende voorschriften en voormeld welstandsadvies. Aan het college wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Een volume uitbreiding met maximum 1 extra bouwlaag opgevat als een paviljoen boven op het oorspronkelijke gebouw, dat voldoende afstand respecteert tot de perceelgrenzen en bovendien rekening houdt met het advies van de Kwaliteitskamer (voormalige Welstandscommissie) is een piste die onderzocht kan worden.?

 

Visueel-vormelijke elementen

Het transparant uitgewerkt volume van 2 bouwlagen bestaat uit een glazen constructie en licht  grijs aluminium schrijnwerk. De bestaande onderbouw bestaat uit geelkleurig metselwerk, met een centraal hoekaccent in beige natuursteen. De dense toevoeging en uitwerking oogt hierdoor als een afzonderlijk geheel dat geen enkele relatie aangaat met het bestaande gebouw en zijn omgeving. De nieuwe uitwerking is hierdoor in strijd met artikel 10 dat stelt dat zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd dienen te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving.

Tevens werd er, buiten het uitvoeren van het schrijnwerk in een lichte kleur (licht rijs) op geen enkel ander punt rekening gehouden met hogervermeld advies van de Welstandscommissie. Aan het college wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het pand ligt op de hoek tussen twee panden die zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het hoekpand zelf heeft geen noemenswaardige erfgoedwaarde. Het dossier werd eerder besproken op de welstandscommissie.

Vanuit het standpunt van monumentenzorg is het niet wenselijk om twee bouwlagen toe te voegen. Bij de afweging goede ruimtelijke ordening moet er aandacht zijn voor de visueel-vormelijke elementen en de cultuurhistorische aspecten van deze plek.

Eén teruggtrokken bouwlaag is bespreekbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De toevoeging van het hoge volume zorgt ervoor dat er te veel wordt gebouwd (te hoog, te diep) in verhouding tot de terreinoppervlakte van het perceel en de gevels van het gebouw. Hierdoor komt de beschikbaarheid van licht, lucht en open ruimte voor de gebruikers in het gedrang(artikel 10).

 

Vervolgens wijkt de aanvraag af van artikel 24 van de bouwcode dat stelt dat elke verblijfsruimte minimaal één te openen gevel- of dakdeel dient te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. Dit is niet het geval voor de ramen van het nieuwe volume.

 

Bijkomend wijkt het ontwerp af op verschillende artikels van de Vlaamse  stedenbouwkundige verordening Toegankelijkheid.

In voorliggend ontwerp wordt er op het gelijkvloers en de 1ste verdieping telkens een aangepast toilet voorzien. Deze wijken af van artikel 22 en 30 van de Vlaamse  stedenbouwkundige verordening Toegankelijkheid. Zo stelt artikel 31 van deze verordening dat er in de aanvraag afwijkingen van de ruwbouwmaten, vermeld in artikel 30, kunnen worden opgenomen als in het aanvraagdossier gemotiveerd aangetoond wordt dat na de afwerking van de sanitaire ruimte aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • Naast de toiletpot dient er een vrije transferzone van minstens 90 cm te zijn. Hier bedraagt dit 77 cm. 
  • De diepte van de wastafel dient minstens  60 cm te zijn.  Hier bedraagt dit 46cm.

Artikel 22 algemene bepalingen:

voor toegangen , deuren, dient de vrije ruimte minstens 90 cm te bedragen. De deuren van de  aangepaste toiletten hebben een vrije doorgang van 82 cm.

 

Gezien het perceel gelegen is aan een Gewestweg werd het Agentschap Wegen en Verkeer om advies gevraagd. Zij brachten gunstig advies uit gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van wonen naar kantoor en van handel naar horeca.

De handelswoning wordt ingericht als koffiebar op het gelijkvloers en kantoor op de bovenliggende verdiepingen.

252m² kantoren (volgens plannen) met parkeernorm 1.1/100m²: 252m² x 1.1/100m² = 2,7

Voor de horecafunctie (koffiebar) wordt er geen parkeerbehoefte bepaald omdat het om een kleine oppervlakte gaat (+/- 74m2).

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 3. 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er zijn geen parkeerplaatsen. 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Dit perceel betreft een hoekperceel gelegen aan een Gewestweg. Een inrit voorzien zou voor een onveilige situatie zorgen ten opzichte van de andere weggebruikers. Tevens mag een inrit in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg. 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

“De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

 

Voor de handelswoning is de bestaande behoefte 1. Er wordt enkel voor de woning een behoefte bepaald want de handelsfunctie heeft een kleine oppervlakte.

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaats.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2. 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor het kantoor moeten er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          Kantoor van 252m2 met een norm van 1, 25 = 3,16

 

Er worden 3 fietsstalplaatsen voorzien in de kelder en 1 in de gang. De fietsenberging is enkel te bereiken met een lift maar deze is te klein. Een fietslift moet een minimale afmeting hebben van 1m40 op 2m40 (kooiafmetingen).

 

De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

  • Er moeten 3 fietsstalplaatsen voorzien worden die vlot te bereiken zijn.
  • Een fietslift heeft een minimale kooi afmeting van 1m40 op 2m40

Deze voorwaarden zouden fundamentele wijzigingen aan de ingediende plannen vereisen.

Aan het college wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 januari 2021

Volledig en ontvankelijk

1 februari 2021

Start openbaar onderzoek

9 februari 2021

Einde openbaar onderzoek

10 maart 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 mei 2021

Verslag GOA

28 april 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 februari 2021

10 maart 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.