Terug
Gepubliceerd op 10/05/2021

2021_CBS_03594 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020175707. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03594 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020175707. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_03594 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020175707. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020175707

Gegevens van de aanvrager:

NV BASF Antwerpen met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV BASF Antwerpen (0404754472) met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie A nrs. 0, 2T, 5S, 5E2, 5R, 5E3 en 7B3

Inrichtingsnummer:

20200218-0078 (nv BASF Antwerp, steamcracker)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Chemisch bedrijf - steamcracker: verandering door toevoeging, wijziging en uitbreiding.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

Op 8 juni 2007 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2007/B/0046 – 2007100046) voor het bouwen van een leidingenbrug (G495i/H470i) en de uitbreiding STEG centrale voor nieuwe stoomleiding naar Cracker ((H502/H503).

 

Inhoud van de aanvraag

-          aanleggen van een betonnen funderingsplaat;

-          aanleggen van een asfaltverharding.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 26 januari 2006 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een steamcrackerinrichting, horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 26 januari 2026. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de toevoeging van de PSA-unit (gasscheidingsunit) en een uitbreiding van de opslag van gevaarlijke producten.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+4.000 liter

16.1.b)3°

de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, overige, met een productiecapaciteit van: meer dan 100 Nm³/uur;

+10.000 Nm³/h

16.2.3°

Inrichtingen voor het niet-huishoudelijk scheiden, langs fysische weg, cokesgas uitgezonderd, van gassen op basis van de etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 (ontvlambaar) of GHS06 (giftig);

+10.000 Nm³/u

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+7.798 kW

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

+5.102,80 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

-2.200 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+510 ton

17.3.2.3.3°

brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

66 ton

17.3.4.2°a)

opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in in­dustrie­gebied;

+51,30 ton

17.3.5.2°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 5 ton wanneer de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

-4,40 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+580,40 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+618,85 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton.

+667,30 ton

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

25 maart 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 








Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Scheldelaan ten noorden van de aanvraag heeft de bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de Scheldelaan lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat en Hoogspanningsleiding. Ten noorden van de Scheldelaan is de bestemming Zone voor permanente ecologische infrastructuur van toepassing met parallel daaraan de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemmingen Bestaande waterwegen (voor de Schelde) en Bufferzones

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016) van toepassing met bestemming Hoogspanningsleiding en overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag daar het hemelwater dat op de verharding valt, beschouwd wordt als potentieel verontreinigd.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

In het noorden van een grootschalig industrieterrein gekenmerkt door chemische installaties, worden op twee reeds ontwikkelde blokvelden verhardingen aangelegd.

 

Op blokveld H300 wordt een betonnen funderingsplaat voorzien met een oppervlakte van 112 m². Op deze funderingsplaat worden nieuwe compressoren geplaatst.

 

Op blokveld G400 werd reeds een asfaltverharding aangelegd, maar hiervoor werd geen vergunning aangevraagd. De aanvrager wenst zich met voorliggende aanvraag in regel te stellen. De asfaltverharding heeft een oppervlakte van 335 m² en wordt gebruikt als verladingszone voor vrachtwagens.

 

De nieuwe constructies dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is. De nieuwe compressoren en andere opslagcontainers die verspreid over blokvelden H300 en G300 worden voorzien, betreffen stedenbouwkundig vrijgestelde constructies.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Ook het college hecht belang aan dit advies.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De PSA unit (gasscheidingsunit, productie waterstofgas met een debiet van 10.000 Nm³/uur) en bijhorende compressor (2.600 kW) zijn momenteel vergund bij het aniline-nitrobenzeenbedrijf van BASF Antwerpen. Aangezien deze echter wordt gebruikt door het steamcracker-bedrijf wenst BASF deze unit en bijhorende compressor met onderhavige aanvraag onder te brengen onder de vergunning van het steamcracker-bedrijf. Vervolgens zal deze geschrapt worden uit de vergunning van het aniline-nitrobenzeenbedrijf.

 

Ten behoeve van de recuperatie van fakkelgas worden er 2 nieuwe compressoren (560 kW elk) voorzien. Volgens het aanvraagdossier zal er daardoor in de toekomst minder restgas afgefakkeld moeten worden. Dit zal leiden tot een daling van de emissies van de fakkel A9501.

 

Verder voorziet men voor wat de opslag en aanwezigheid van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten betreft volgende wijzigingen:

- uitbreiding van de opslag en hold-up van Seveso-stoffen, waaronder de tijdelijke opstelling van tankwagens in kader van het chemcycling piloot-project waarbij gerecycleerde nafta wordt aangevoerd om als grondstof in de steamcracker gebruikt te worden;

- het flexibel vergunnen van de bestaande opslagtank B901 voor steamcracker-producten zoals pyrolyseolie, ovenolie, TX-fractie, benzeen en hogere koolwaterstoffen (diverse gevaareigenschappen). De houder staat in een inkuiping (ringmantel);

- uitbreiding met 1 nieuwe opslagtank B8701 voor opslag van natriumhypochloriet (diverse gevaareigenschappen. De houder wordt dubbelwandig uitgevoerd en voorzien van permanente lekdetectie;

- uitbreiding van de opslag en hold-up van hulpstoffen (diverse gevaareigenschappen). Smeerolie wordt opgeslagen in verplaatsbare recipiënten, opgesteld in milieucontainers met inkuiping. Katalysator C6501 en adsorbant T5120 zijn vaste stoffen die op een vloeistofdichte vloer worden opgeslagen.

 

Het bedrijf is een hogedrempel Seveso-inrichting. Het aanvraagdossier bevat een e-mail van het team Externe veiligheid van het departement Omgeving waarin gesteld wordt dat het project geen invloed heeft op de bestaande externe mens- en milieurisico’s. Er dient geen nieuw omgevingsveiligheidsrapport of veiligheidsnota opgesteld te worden.

 

Het dossier bevat een confidentiële energiestudie. Er worden energie-efficiëntie maatregelen meegenomen bij de geplande wijzigingen.

 

De rubrieken 12.2.2 (transformatoren), 12.3.1 (batterijen) en 12.3.2 (batterijladers) uit de omgevingsvergunning van de steamcracker worden geschrapt, omdat deze toestellen ondertussen werden vergund in een siteoverkoepelende vergunning voor stroomverdeling op de site van BASF Antwerpen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.


Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+4.000 liter

16.1.b)3°

de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, overige, met een productiecapaciteit van: meer dan 100 Nm³/uur;

+10.000 Nm³/h

16.2.3°

Inrichtingen voor het niet-huishoudelijk scheiden, langs fysische weg, cokesgas uitgezonderd, van gassen op basis van de etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02 (ontvlambaar) of GHS06 (giftig);

+10.000 Nm³/u

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+7.798 kW

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

+5.102,80 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

-2.200 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+510 ton

17.3.2.3.3°

brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

66 ton

17.3.4.2°a)

opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in in­dustrie­gebied;

+51,30 ton

17.3.5.2°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 5 ton wanneer de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

-4,40 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+580,40 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+618,85 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton.

+667,30 ton

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

23 maart 2021

Start openbaar onderzoek

31 maart 2021

Einde openbaar onderzoek

29 april 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

12 mei 2021

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

31 maart 2021

29 april 2021

1

0

0

0

 

Bespreking bezwaarschriften
Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Elia Asset. Met deze brief reageert Elia Asset op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Elia Asset geeft aan geen bezwaar te hebben tegen het project op voorwaarde dat de voorschriften en veiligheidsmaatregelen bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de installaties van Elia Asset na te leven zijn. Het schrijven van Elia Asset wordt overgemaakt aan de deputatie van de provincie Antwerpen.

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.


Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/VHet advies te bezorgen aan de instantie die om het advies gevraagd heeft.


Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.