Terug
Gepubliceerd op 10/05/2021

2021_CBS_03541 - Omgevingsvergunning - OMV_2021032079. Lange Leemstraat 330. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03541 - Omgevingsvergunning - OMV_2021032079. Lange Leemstraat 330. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_03541 - Omgevingsvergunning - OMV_2021032079. Lange Leemstraat 330. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021032079

Gegevens van de aanvrager:

Ellen  en Michiel Verbeke - Van Laeken met als adres Lange Leemstraat 330 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Lange Leemstraat 330 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6 sectie F nrs. 0 en 1303W2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/09/1956: toelating (18#36053) voor het plaatsen van een afsluitingsmuur;

-          11/03/1903: toelating (1903#324) voor het versmallen van een keldergat.

 

Vergund geachte toestand en Huidige toestand

-          eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2,5 bouwlagen onder zadeldak;
  • hoofdvolume met bouwdiepte van 9m;
  • uitbreidingen op gelijkvloerse verdieping en 1ste verdieping tegen rechter perceelsgrens tot een diepte van maximum 16m;

-          gevelafwerking:

  • bepleisterde en wit geschilderde gevel met 19de-eeuwse ornamentiek;
  • plint in blauwe steen;
  • balkon ter hoogte van 1ste verdieping.

-          inrichting:

  • ommuurde tuin (zij- en achterzijde grenzend aan project ‘groen kwartier’).

 

Gewenste toestand

-          eengezinswoning; 

-          bouwvolume:

  • hoofdvolume overeenkomstig bestaand;
  • gelijkvloerse, perceelsbrede achterbouw tot een diepte van 16,5m onder hellend dak;
  • overdekt terras tot een diepte van 17,5m;
  • uitgebreide achterbouw op 1ste verdieping, aan rechterzijde tot circa 13,4m;
  • achterbouw 1ste verdieping afgewerkt met rode leien, dak ingericht met kiezel en plantenbakken en voorzien van balustrade (kleur en materiaal ongekend);

-          gevelafwerking:

  • overeenkomstig bestaand;
  • nieuwe voordeur in bordeauxrood aluminium;

-          inrichting:

  • verharde koer met enkele plantenbakken.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;

-          slopen van de bestaande achterbouw; 

-          ophogen van de scheimuur aan de linkerzijde;

-          interne constructieve werken;

-          inrichten van een daktuin;

-          inrichten van de koer;

-          wijzigen van de voordeur.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht

Zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving.
De rode deur met witte omkadering is niet afgestemd op het overige, bruine schrijnwerk. De achtergevels uit de omgeving kenmerken zich door hun lichte kleurstelling. De rode leien op de 1ste verdieping van de achterbouw is niet in harmonie met de totale constructie en de omgeving;

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

de nieuwe bebouwing heeft een bouwdiepte van 16,5m.  Aangezien de geringe oppervlakte van het perceel is deze bouwdiepte redelijk dominant; 

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

de houten paneeldeur in de voorgevel wordt vervangen door een strak hedendaags alternatief. Deze vormt weinig samenhang met de rest van het uitzicht van deze gevel; 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

de minimale hoogte van een verblijfsruimte is 2,6m. De hoogte van de slaapkamer op de 2de verdieping bedraagt slechts 2,34m; 

  • artikel 27 Open ruimte:

Een tuin dient zoveel mogelijk ingericht te worden als onverharde groene ruimte. Verhardingen zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 20 m² voor tuinen tot 60 m².
De tuin is ca. 27 m² en volledig verhard.   

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande en vergunde functie als eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande achterbouw van twee bouwlagen wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe achterbouw. Op het gelijkvloers wordt deze over de volledige perceelsbreedte voorzien en tot op een diepte van 16,50 m. Op de 1ste verdieping beperkt deze uitbreiding zich tot 2/3 van de perceelsbreedte en tot een diepte van ca. 13 m. Op het dak ervan wordt een daktuin ingericht met ruime plantenbakken en een kiezelondergrond. Rondom de daktuin, ter hoogte van de dakrand, wordt een borstwering voorzien.

De bouwdiepte van 16,50 m op het gelijkvloers en 13 m op de eerste verdieping kan aanvaard worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke context waarbij het pand ingesloten zit tussen twee ruime meergezinswoningen. De daktuin wordt beschouwd als intensief groendak en niet als terras. Gezien de ligging ervan zou er immers ongewenste inkijk naar de naburige panden kunnen optreden waardoor de scheimuur ter hoogte verhoogd zou moeten worden. Dergelijke scheimuurverhoging zou niet wenselijk zijn. Het louter betreden van het dak in functie van onderhoud is wel aanvaardbaar. In het kader daarvan wordt de borstwering ook gunstig beoordeeld. Voor de duidelijkheid wordt in voorwaarde van de vergunning het gebruik van het dak als intensief groendak en niet als dakterras, voor langdurig verblijft, bevestigd.

Andere wijzigingen kaderen in een beter intern ruimtegebruik en blijven beperkt binnen het bestaand en vergund bouwvolume. Deze wijzigingen kunnen positief geadviseerd worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voldoet niet aan artikel 21 van de bouwcode. Slaapkamer 3, op de 2de verdieping, heeft slechts een vrije hoogte van 2,34 m in plaats van de minimale 2,60 m die vereist is voor verblijfsruimtes. Omdat de aanvraag onduidelijk is of deze ruimte reeds vergund zou zijn, kunnen geen rechten geput worden over een mogelijk vergunde toestand. De naastliggende bureauruimte krijgt een verruimde plafondhoogte doordat de vloerplaat van de bovenliggende zolder er plaatselijk wordt verwijderd. Deze ingreep zou ook voorzien kunnen worden ter hoogte van de slaapkamer, zodoende voldoende vrije hoogte te verkrijgen. Om deze mogelijkheid alsnog te bieden, wordt als voorwaarde in de vergunning geformuleerd dat slaapkamer 3 gebruikte dient te worden als berging tenzij voldoende plafondhoogte (min. 2,60 m) gerealiseerd wordt.
 

De tuinzone (ca. 27 m²) wordt volledig verhard. Tuinen dienen zo veel als mogelijk als onverharde groene ruimten te worden ingericht (bouwcode, art. 27), met een beperking van 20 m² verharding. Dit wordt als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld.

 

De verhoging van de linker scheimuur, die varieert van 1,20 m tot 0,70 m over de lengte van de gelijkvloerse bouwdiepte, is niet storend gelet op het volledig bebouwd perceel van de buren en de beperkte hoogte van de verhoging. De andere wijzigingen worden voorzien vanuit een beter intern ruimtegebruik.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De bestaande voorgevel blijft ongewijzigd op het vervangen van de houten paneeldeur in de voorgevel na. Het bestaande en te behouden schrijnwerk bestaat uit bruinkleurig, houten schrijnwerk. De nieuwe deur wordt voorzien in een strak hedendaags alternatief uit aluminium in bordeaux kleur. Het deurkader wordt voorzien in wit aluminium. Deze kleurstelling zorgt voor een breuk met de rest van de gevel (bouwcode, art. 6 en 11) waardoor deze uitgesloten wordt uit de vergunning. Mocht het overige schrijnwerk in een neutrale, witte kleur zijn, wat overeenkomstig is met de kenmerkende kleur in de omgeving, zou een kleuraccent ter hoogte van de voordeur wel in overweging kunnen genomen worden.

 

De achtergevel van het hoofdvolume wordt glad bepleisterd in witte kleur conform de lichte kleurstelling van de naburige achtergevels. De nieuwe achterbouw wordt op de 1ste verdieping bekleedt met rode leien en voorzien van een balustrade (kleur en materiaal niet vermeld op de plannen, vermoedelijk rood aluminium). Het schrijnwerk in de ganse achtergevel wordt voorzien in wit aluminium met uitzondering van de opengaande delen op maaiveldniveau die in een groene accentkleur voorzien worden. De achtergevel is duidelijk zichtbaar vanuit de naastliggende tuinen en het aangrenzende project Groen kwartier. Des te meer dient ook de achtergevel zich daarom harmonieus in te passen in het aanwezige gevelbeeld (bouwcode, art. 6). De rode kleur is dat niet. Daarom wordt als voorwaarde opgenomen om de achterbouw en de balustrade te voorzien in witte kleur. Het groene schrijnwerk op het gelijkvloers is enkel vanaf de tuin zichtbaar en kan wel gunstig beoordeeld worden.

De duurzame en hedendaagse materialisatie kan, mits rekening houdend met de geformuleerde voorwaarde, gunstig geadviseerd worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

2.      de ruimte aangeduid als “slaapkamer 3” enkel te gebruiken als verblijfsruimte indien de plafondhoogte minstens 2,60 m bedraagt, conform artikel 21 van de bouwcode;

3.      de verharding van de tuinzone te beperken, conform artikel 27 van de bouwcode;

4.      het groendak/daktuin op de 2de verdieping enkel te betreden voor onderhoud en niet voor langdurig gebruik (dakterras);

5.      de achterbouw en de balustrade te voorzien in witte kleur (pleisterwerk en/of leien);

Uitsluitingen

6.      alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 februari 2021

Volledig en ontvankelijk

18 maart 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 mei 2021

Verslag GOA

3 mei 2021

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

2.      de ruimte aangeduid als “slaapkamer 3” enkel te gebruiken als verblijfsruimte indien de plafondhoogte minstens 2,60 m bedraagt, conform artikel 21 van de bouwcode;

3.      de verharding van de tuinzone te beperken, conform artikel 27 van de bouwcode;

4.      het groendak/daktuin op de 2de verdieping enkel te betreden voor onderhoud en niet voor langdurig gebruik (dakterras);

5.      de achterbouw en de balustrade te voorzien in witte kleur (pleisterwerk en/of leien);

Uitsluitingen

6.      alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.