Stap | Datum |
collegebeslissing: richtnota | 19 mei 2017 (jaarnummer 4683) |
districtsraad: advies richtnota | 19 juni 2017 (jaarnummer 114) |
collegebeslissing: goedkeuring voorontwerp 1-RUP | 31 oktober 2018 (jaarnummer 9750) |
GECORO advies | 5 december 2018 |
plenaire vergadering + adviezen | 17 december 2018 |
collegebeslissing: goedkeuring voorontwerp 2-RUP | 14 juni 2019 (jaarnummer 4589) |
GECORO advies | 3 juli 2019 |
plenaire vergadering + adviezen | 9 september 2019 |
districtsraad: advies voorontwerp | 16 september 2019 (jaarnummer 163) |
collegebeslissing: voorstel aan gemeenteraad om ontwerp-RUP voorlopig vast te stellen | 11 juni 2021 |
gemeenteraad: voorlopige vaststelling ontwerp-RUP | 28 juni 2021 |
openbaar onderzoek | 2 augustus 2021 tot en met 30 september 2021 |
GECORO advies | 7 december 2021 |
gemeenteraad: definitieve vaststelling/goedkeuring | januari 2021 |
Data in vet en cursief zijn ramingen.
Artikel 2.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat zegt dat de gemeenteraad het ontwerp-RUP voorlopig vaststelt.
Het college keurde op 26 augustus 2016 (jaarnummer 7526) goed om het BPA ‘Pelikaanstraat’ te vervangen door het RUP ‘Pelikaanstraat’.
Immers, het plangebied wordt gekenmerkt door een sterk verouderd patrimonium en een groot braakliggend terrein. In het BPA Pelikaanstraat, het s-RSA en de ontwikkelingsvisie voor de stationsomgeving Antwerpen Centraal ‘een briljant in ontwikkeling’ wordt de Diamantwijk-Kievitwijk aangeduid als strategisch project waarin stedelijke vernieuwing en ontwikkeling gewenst is en de plek gestimuleerd moet worden als levendige locatie voor grootstedelijke functies.
Het vigerende BPA Pelikaanstraat is daarin een beperkende factor. Het voorziet in een mix van enerzijds kantoren als hoofdbestemming en anderzijds wonen of andere functies als nevenbestemming. Vandaag is de vraag naar kantoren eerder laag, waardoor mogelijks de vernieuwing van bestaande gebouwen en/of het bebouwen van braakliggende percelen niet op gang komt.
Op 19 mei 2017 (jaarnummer 4683) keurde het college de proces- en richtnota voor het RUP goed.
Op 31 oktober 2018 (jaarnummer 9750) werd een eerste voorontwerp voorgelegd aan het college. Onder andere omwille van het ontbreken van een (ontwerp) plan-MER en een HoogBouwRapport, werd door verschillende adviesinstanties niet of negatief geadviseerd. Daarom werd een aangepast voorontwerp opgemaakt. Daartoe werd eerst een plan-MER en HoogBouwRapport opgemaakt.
In dat aangepast voorontwerp werden de relevante milderende maatregelen en aanbevelingen van het plan-MER verwerkt. De conclusies uit de hoogbouwstudie worden in de toelichtingsnota van het RUP beschreven.
Op 25 januari 2019 (jaarnummer 724) nam het college kennis van de ontwerptekst voor het plan-MER.
Op 14 juni 2019 (jaarnummer 4589) keurde het college het tweede voorontwerp-RUP goed en nam kennis van het definitief plan-MER.
De doelstelling van het RUP is om de bestemmingen te verruimen en om bepaalde aspecten van het BPA bij te sturen ten behoeve van het creëren van nieuwe kansen voor duurzame ontwikkeling, zoals de densiteit, het aandeel open ruimte, de relatie tot de omgeving, de verbindingen met de omgeving, de woonkwaliteit, de duurzaamheid en maatregelen inzake klimaatadaptatie, leefbaarheid en levendigheid.
De afbakening van het plangebied voor RUP Pelikaanstraat is identiek aan dat van het BPA. Het plangebied maakt deel uit van de diamantwijk, en wordt begrensd door de Rijfstraat in het noorden, de Vestingstraat en de Pelikaanstraat in het oosten, de Lange Kievitstraat in het zuiden en de Lange Herentalsestraat, Schupstraat en Hoveniersstraat in het westen.
Er worden 4 bestemmingen gedefinieerd:
Daarbovenop wordt het braakliggend perceel ook nog specifiek aangeduid en gelden voor dit perceel nog bijkomende specifieke voorschriften. Het grafisch plan definieert daarnaast ook nog enkele aanduidingen en een indicatieve verbinding voor langzaam verkeer.
Om de vernieuwing van het plangebied te stimuleren, wordt de nodige flexibiliteit ingebouwd zowel naar bestemming als naar bouwmogelijkheden. De ruimtelijke kwaliteit, duurzame ontwikkeling, levendigheid en leefbaarheid worden bewaakt door duidelijke spelregels enerzijds, en door een nabije opvolging van de architecturale uitwerking anderzijds.
In het kader van de wettelijke verplichting werd voor het RUP Pelikaanstraat een plan-MER opgesteld waarin de milieueffecten van het plan werden onderzocht.
Stap | Datum |
Volledigverklaring kennisgeving | 20 april 2017 |
Terinzagelegging kennisgeving | 4 mei 2017 – 2 juni 2017 |
Richtlijnenvergadering | 8 juni 2017 |
Bespreking ontwerprapport | 28 maart 2019 |
Beslissing dienst MER goedkeuring plan-MER | 4 juli 2019 |
Op 4 juli 2019 werd het plan-MER goedgekeurd door het Team MER van het Departement Omgeving (Afdeling GOP).
De milderende maatregelen op niveau van het RUP werden doorvertaald in het tweede voorontwerp-RUP.
Uit de ruimtelijke veiligheidsscreening blijkt dat het plangebied voor een klein deel binnen de consultatiezone van één bekende Seveso-inrichting gelegen is. Het Team Externe Veiligheid besluit dat deze inrichting te verzoenen is met het plan. Er worden dus geen aanzienlijke effecten op het vlak van externe veiligheid verwacht waardoor er geen ruimtelijk veiligheidsrapport opgesteld dient te worden. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat Seveso-inrichtingen in het plangebied niet toegestaan zijn. Dit verbod is verankerd in de voorschriften.
Voor dit plan werd de watertoets onderzocht in het plan-MER. Het plangebied zelf betreft geen effectief overstromingsgevoelig gebied (cf. Watertoetskaart 2017). Vanuit de milieubeoordeling van het plan kan gesteld worden dat de impact ten aanzien van de discipline water over het algemeen verwaarloosbaar tot beperkt is. Enkel secundaire effecten via bemaling kunnen potentieel aanleiding geven tot een negatief (tijdelijke daling waterstand stadsvijver) of een aanzienlijk negatief effect (verspreiding van verontreinigingen). Als dwingende milderende maatregel wordt op projectniveau een bemalingsstudie en desgevallend aangepaste maatregelen opgenomen. Zo kan dit effect op projectniveau evenwel teniet gedaan worden.
Een duurzame benadering van het plan veronderstelt wel dat het aspect water en de haalbaarheid van infiltratiemogelijkheden integraal deel uitmaken van het ontwerp. Dit wordt als aanbevolen milderende maatregel opgenomen op niveau van het RUP, het vergunningsniveau en binnen het flankerend beleid. Binnen het RUP wordt dit doorvertaald aan de hand van de bepalingen rond groendaken, inzaaiing en aanplanting, hoeveelheid gronddekking, waterbuffervoorzieningen en het verbod op aanzienlijke negatieve effecten op waterhuishouding door wijziging van het maaiveld en aanleg van ondergrondse constructies.
In de toelichtingsnota is opgenomen dat in het RUP geen bestemmingswijzigingen voorkomen die planbaten kunnen doen ontstaan voor percelen in eigendom van de stad Antwerpen en/of dochters.
Artikel 2.2.13 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) die de procedure vastleggen voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
Het schriftelijk advies van de GECORO werd mee behandeld tijdens de plenaire vergadering. Hieronder worden enkel de opmerkingen aangehaald die leiden tot bijkomende argumentatie, aanpassingen of niet voldoende werden behandeld tijdens de plenaire vergadering. Voor de volledige argumentatie moet onderstaande dus gelezen worden samen met het verslag van de plenaire vergadering.
Het advies van de GECORO wordt hieronder thematisch behandeld.
Mobiliteit en parkeren
De beoogde modal split moet gerealiseerd worden a.d.h.v. de strenge maximale parkeernorm. Daarnaast vallen heel wat maatregelen buiten het bereik van dit RUP, maar binnen het flankerend beleid dat de stad voert. Zo is er gestart met de opmaak van een masterplan voor de publieke ruimte in de omgeving van het plangebied met bijzondere aandacht voor de Lange Kievitstraat als trage verkeersas en Pelikaanstraat als openbaar vervoersas. Vanuit ruimtelijk perspectief is het wenselijk om in de mate van het mogelijke het ondergronds buurtparkeren in de omgeving bij heraanleg te compenseren.
Het voorschrift werd aangepast. Omwille van de potentie van het braakliggende perceel in het projectgebied om, in tegenstelling tot de rest van het plangebied, een gebundeld en kwalitatief parkeeraanbod te voorzien, zowel voor functies in het plangebied als voor buurtparkeren, kan in het projectgebied het parkeeraanbod verhoogd worden, in zoverre dit geen bijkomende verhoging van de verkeersgeneratie tot gevolg heeft. Dit zal op projectniveau worden beoordeeld.
Indien voor percelen buiten het projectgebied een parkeerplaats werd vergund in het projectgebied, vervalt inderdaad de mogelijkheid om parkeerplaatsen te voorzien op eigen terrein. Dit wordt opgevolgd i.k.v. de vergunningsprocedure.
De stad wenst deze verplichting niet op te nemen in de voorschriften, maar sluit het functievrij bouwen ook niet uit.
Hoogbouw, volumetrie en leefbaarheid
In samenwerking met de Stadsbouwmeester werd bijkomend ontwerpend onderzoek verricht. Hierin werd o.a. een vernieuwde windstudie opgenomen met gunstige resultaten, zoals een verdere verbetering van het windklimaat in de Pelikaanstraat. Er wordt in de studie uitgegaan van een meer zuidelijke locatie van de oostelijke toren dan voorheen door het RUP bepaald. De locatie van de toren, zoals symbolisch weergegeven op het grafisch plan, wordt bijgevolg bijgesteld. In de toelichtingsnota wordt een verantwoordingsnota opgenomen die beschrijft hoe deze wijziging geen impact heeft op de geldigheid van het plan-MER.
De A-locatie van het plangebied maakt dat deze locatie uitermate geschikt is voor verdichting. Deze visie strookt perfect met de beleidsvisies op verschillende niveaus. Er wordt daarbij bewust gekozen voor hoogbouw om de wenselijke verdichting te realiseren, maar tegelijkertijd een voldoende aandeel open ruimte te voorzien door de footprint van de sokkel zodoende te verkleinen. Ook de hoogte van de onderbouw wordt op deze manier beperkt.
In de torens, met optimale lichtinval omwille van de hoogte, wordt verplicht wonen voorzien. Daarnaast zal de inrichting en inplanting i.f.v. lichtkwaliteit op niveau van de vergunningsaanvraag beoordeeld worden.
Functiemix
Een voldoende hoog aandeel wonen wordt voorzien op basis van de verplichting om uitsluitend wonen te voorzien in de torens en door de verplichting om min. 30% van de bbvo als (makkelijk transformeerbaar tot) wonen in te richten.
Stedenbouwkundig voorschrift Art. 5 Projectgebied wordt aangepast zodanig dat in plaats van de verplichting om uitsluitend wonen te voorzien in de torens, daarnaast ook cafés, restaurants en publiek toegankelijke inrichtingen met maatschappelijk programma toegestaan zijn in de twee bovenste verdiepingen. De verruiming van de toegelaten bestemmingen maakt een meer volwaardige functiemix mogelijk.
Het advies is thematisch opgesteld. Naast onderstaande aandachtspunten worden er nog een aantal aandachtspunten meegegeven bij de uitwerking op projectniveau. Deze aandachtspunten zullen dan ook op dat niveau bekeken worden.
Doorwaadbaarheid en leesbaarheid publiek domein
Het RUP maakt een rechtstreekse zichtrelatie tussen de Pelikaanstraat en Herentalsestraat mogelijk maar legt deze niet op. De indicatieve aanduiding van de assen voor langzaam verkeer geeft immers voldoende flexibiliteit om op projectniveau de optimale locatie te kiezen waarbij de layout maximaal is afgestemd op veiligheid en voldoende sociale controle toelaat.
De verbindingen voor langzaam verkeer zijn enkel toegankelijk voor voetgangers, fietsers en nooddiensten. Afsluitingen zijn volgens het RUP toegestaan.
Ook de realisatie van de afgeschuinde gevel is afhankelijk van de herontwikkeling van het betreffende gebouw. Er wordt expliciet gekozen voor de verbreding zoals in het voorontwerp bepaald omdat op deze manier de noordelijke gevellijn van de Schupstraat gevolgd wordt.
Levendige plint
De verplichting tot levendige plint aan de straatkant en rond de publiek toegankelijke hoven wordt in de stedenbouwkundige voorschriften nu ook opgelegd langs de verbindingen voor langzaam verkeer.
Fietsparkeren bovengronds
Het RUP zet in op ondergrondse fietsenparking en –stallingen maar sluit dit bovengronds niet uit.
Servitudeweg Lange Herentalsestraat
In de voorschriften wordt opgenomen dat bestaande gebouwen die niet via de openbare weg ontsloten worden in de huidige situatie ten allen tijde bereikbaar moeten blijven.
De adviezen n.a.v. het voorontwerp werden behandeld tijdens de plenaire vergadering. Hieronder worden enkel de opmerkingen aangehaald die leiden tot bijkomende argumentatie, aanpassingen of niet voldoende werden behandeld tijdens de plenaire vergadering. Voor de volledige argumentatie moet onderstaande dus gelezen worden samen met het verslag van de plenaire vergadering.
Mobiliteit en parkeren
Zie opmerking GECORO.
In kader van het plan-MER werd er mobiliteitsonderzoek gevoerd. Dat plan-MER werd goedgekeurd door het Team MER. Er kan daardoor geconcludeerd worden dat er voldoende mobiliteitsonderzoek gevoerd werd.
Het masterplan publieke ruimte zal bijzondere aandacht besteden aan de Pelikaanstraat als openbaar vervoer-corridor waarin ook de doorstroming onderzocht zal worden (zie ook opmerking GECORO).
De rangorde, en meer bepaald het toegelaten aantal in- en uitritten zal beoordeeld worden op projectniveau in de vergunningsprocedure o.b.v. de meest recente verkeerscijfers.
De verkeersgeneratie wordt beperkt aan de hand van een strenge maximale parkeernorm (zie ook opmerking GECORO). Ook de verplichte functiemix waarbij voldoende wonen (met een lage verkeersgeneratie) voorzien moet worden (zie ook opmerking GECORO) draagt hier aan bij.
Ook dit zal beoordeeld worden op projectniveau o.b.v. de meest recente verkeerscijfers.
Hoogbouw, volumetrie en leefbaarheid
‘Groene ruimte’ staat gedefinieerd in de terminologielijst die deel uitmaakt van de stedenbouwkundige voorschriften.
De aanduiding is ‘symbolisch’ in die zin dat de vorm van de torens niet overeen moet komen met de vorm aangeduid op het grafisch plan (een ster). In de stedenbouwkundige voorschriften wordt onder Art. 1.2 Inrichting (Zone voor centrumfuncties) een bijkomende verduidelijking opgenomen m.b.t. de locatie van de torens. De torens flankeren het centrale publiek toegankelijk hof. De exacte inplanting is vrij te bepalen in zoverre de footprint van de torens het symbool op het grafisch plan omvat.
Het voorschrift wordt aangepast zodanig dat lucht- en geluidsmaatregelen mee worden opgenomen als aandachtspunt voor verblijfscomfort.
In de voorschriften wordt de berekeningswijze van het gemiddelde aangepast en bijkomend verduidelijkt Het gemiddelde wordt berekend op basis van de dakoppervlakten.
De max. bouwhoogte in de Schupstraat wordt aangepast naar 19m. Omwille van de ambitie om een ‘stedelijk front’ te creëren aan de Pelikaanstraat die maakt dat de wijk zich toont als metropolitane omgeving richting de tweede ingang van het centraal station wordt hier een hogere bouwhoogte toegelaten.
De formulering werd geschrapt in de toelichtingsnota.
Doelstellingen m.b.t. klimaatneutraliteit worden doorvertaald in Vlaamse en stadsbrede regelgeving.
Zie opmerking GECORO.
De max. bouwhoogte in de Schupstraat wordt aangepast naar 19m (zie hierboven).
De schaduwhinder zal beperkt worden met behulp van Algemeen voorschrift 1.8 Hoogbouw. Dit voorschrift stelt dat gebouwen hoger dan 45m de beeld- en verblijfskwaliteit van de onmiddellijke omgeving moeten ondersteunen en negatieve effecten van het bouwvolume op vlak van akoestiek, wind en licht moeten ondervangen. Bij deze gebouwen moet er in de inrichtingsstudie ook een hoofdstuk gewijd zijn aan hoe wordt geanticipeerd op al deze aspecten.
Naast de decretaal bepaalde infomomenten zal er een infomoment georganiseerd worden aan de start van het openbaar onderzoek. Er werd daarnaast een inspraakwandeling georganiseerd met het buurtcomité en een stakeholdersoverleg.
Functiemix
In de voorschriften staat verduidelijkt dat de verplichting zowel een functie als inrichting impliceert die gericht is op interactie (minstens zichtrelaties) met de buitenruimte. In het projectgebied wordt de levendigheid ook bepaald door de verplichting om minstens 50% van de gelijkvloerse bruto vloeroppervlakte (bvo) in te richten en te gebruiken als publiek toegankelijke inrichtingen met een maatschappelijk programma of als commerciële ruimte.
Luchtvaart
Normaal wordt er door het Directoraat-generaal Luchtvaart een gecoördineerd advies geformuleerd. O.w.v. personeelstekort adviseerden Defensie, Skeyes en de Luchthaven Antwerpen initieel apart. Defensie sluit zich voor haar schriftelijk advies aan bij Skeyes. Voor Skeyes is een absolute hoogte tot 102m Tweede Algemene Waterpassing (TAW) toelaatbaar, zoals zij toelichtten tijdens de plenaire vergadering. Deze max. hoogte geldt ook voor kranen , antennes of andere technische objecten die boven de dakrand uitsteken. De luchthaven van Antwerpen brengt schriftelijk negatief advies uit. De maximale bouwhoogte bedraagt 56,86m TAW. Deze adviezen dienen samen gelezen te worden, waardoor de max. hoogte 56,86m TAW bedraagt.
N.a.v. dit advies liet de eigenaar van het projectgebied een aeronautische veiligheidsstudie opstellen. O.b.v. deze studie werd er opnieuw advies verleend door Skeyes, Luchthaven Antwerpen en werd er tevens een gecoördineerd advies opgesteld door het Directoraat-generaal Luchtvaart. Dit advies is gunstig mits voorwaarden geformuleerd in het advies van Skeyes, Luchthaven Antwerpen en het Directoraat-generaal Luchtvaart:
Gezien de gevraagde hoogte van 102m TAW dient een dag- en nachtbebakening te worden aangebracht, in overeenkomst met de circulaire GDF-03. De dagbebakening dient te worden aangebracht door middel van lichtbebakening met een medium intensiteit, type A (wit, flits 20-60 fpm, 20.000 cd min.), op de uiterste hoeken van de top van het gebouw en zichtbaar vanuit elke azimut. De nachtbebakening dient te worden aangebracht met bebakening door middel van verlichting met medium intensiteit type A (wit, flits 20-60 fpm, 2.000 cd min.) aangebracht op de uiterste hoeken van de top van het gebouw en zichtbaar vanuit elke azimut. Of nachtbebakening door middel van verlichting met medium intensiteit type B (rood, flits 20-60 fpm, 2.000 cd min.) aangebracht op de uiterste hoeken van de top van het gebouw en zichtbaar vanuit elke azimut en verlichting met lage intensiteit type B (rood, vast, 32 cd min) aanbrengen in het midden van de structuur. Of nachtbebakening door middel van verlichting met medium intensiteit type C (rood, vast, 2.000 cd min.) aangebracht op de uiterste hoeken van de top van het gebouw en zichtbaar vanuit elke azimut EN verlichting met medium intensiteit type C (rood, vast, 2000 cd min) aanbrengen in het midden van de structuur.
De stedenbouwkundige voorschriften worden aangepast. Onder art. 1.8 Hoogbouw wordt bijkomend bepaald dat een dag- en nachtbebakening verplicht moet worden aangebracht, overeenkomstig de geldende normen. In de toelichtingsnota worden deze normen verduidelijkt.
Het integrale advies met de voorwaarden die in acht moeten genomen worden bij de uitwerking van het project en tijdens de werffase, wordt overgemaakt aan de bouwheer.
Onder art. 1.8 Hoogbouw wordt bijkomend bepaald dat er een verbod geldt om boven de maximaal toegelaten bouwhoogte supplementaire constructies op te richten op het dak van de gebouwen.
Het integrale advies met de voorwaarden die in acht moeten genomen worden bij de uitwerking van het project en tijdens de werffase, wordt overgemaakt aan de bouwheer.
Het integrale advies met de voorwaarden die in acht moeten genomen worden bij de uitwerking van het project en tijdens de werffase, wordt overgemaakt aan de bouwheer.
Het integrale advies met de voorwaarden die in acht moeten genomen worden bij de uitwerking van het project en tijdens de werffase, wordt overgemaakt aan de bouwheer.
Het integrale advies met de voorwaarden die in acht moeten genomen worden bij de uitwerking van het project en tijdens de werffase, wordt overgemaakt aan de bouwheer.
Het integrale advies met de voorwaarden die in acht moeten genomen worden bij de uitwerking van het project en tijdens de werffase, wordt overgemaakt aan de bouwheer.
Er wordt een opdracht opgenomen aan de Stadsbouwmeester om overleg met de luchthaven te organiseren met betrekking tot de globale visie en de intenties inzake ruimtelijke ordening en meer in het bijzonder wat hoogbouw betreft.
De districtsraad adviseert het voorontwerp RUP Pelikaanstraat negatief.
Aan het begin van het openbaar onderzoek zal een infomoment georganiseerd worden voor buurtbewoners, stakeholders en andere geïnteresseerden. Er werden daarnaast ook een inspraakwandeling en stakeholdersoverleg georganiseerd (zie ook opmerking plenaire vergadering).
Naast de strenge max. parkeernorm zal de verkeersgeneratie ook beperkt worden met behulp van de verplichting om voldoende wonen, met lagere verkeersgeneratie, te voorzien. Flankerend beleid moet de beoogde modal split verder realiseren (zie ook opmerkingen GECORO en plenaire vergadering).
Er zal snel gestart worden met een masterplan waarbij bijzondere aandacht gaat naar de Lange Kievitstraat als trageverkeersas en de combinatie van gemotoriseerd verkeer en traag verkeer (zie ook opmerking GECORO).
De milieueffecten m.b.t. de discipline lucht werden onderzocht in het goedgekeurde plan-MER. Daarin werd geconcludeerd dat het plan (zonder rotatieparking zoals verboden in de voorschriften) en zowel met als zonder een meer duurzame modal split (waarnaar maximaal gestreefd wordt) een aanzienlijk positief effect heeft op de luchtkwaliteit t.o.v. een ontwikkeling o.b.v. het vigerende BPA. Dat is het geval voor alle wegsegmenten.
Zowel in het HoogBouwRapport fase 1 locatiegeschiktheid en de inrichtingsstudie wordt bijzondere aandacht besteed aan hoogbouw en de impact op licht en wind. Op deze manier wordt een kwaliteitsvol leefklimaat gewaarborgd.
De gemeenteraad stelt het ontwerp-RUP 'Pelikaanstraat' (algplanid:RUP_11002_214_10025_00001) voorlopig vast.
Dit ontwerp bestaat uit een grafisch plan, een plan van de bestaande en de juridische toestand, de stedenbouwkundige voorschriften, de toelichtingsnota en plan-MER.