Terug
Gepubliceerd op 14/06/2021

2021_CBS_04615 - Omgevingsvergunning - OMV_2021062491. Noorderlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04615 - Omgevingsvergunning - OMV_2021062491. Noorderlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_04615 - Omgevingsvergunning - OMV_2021062491. Noorderlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021062491

Gegevens van de aanvrager:

NV PR Havenbedrijf Antwerpen met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Noorderlaan zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 15 sectie A nrs. 2D, 3H2, 3E2 en afdeling 16 sectie C nrs. 109B

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Uitbreiding verlichting parking Goordijk

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     14/10/2016: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20161828) voor een verpozingszone en shop op parking Goordijk;

-     21/11/2014: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/P/20141622) voor het bouwen van een vrachtwagenparking; 

-     25/07/2013: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/P/2013564) voor het ophogen van een terrein en aanleg van een aarden dijk en bluswatertank.


Inhoud van de aanvraag 

De aanvraag betreft het plaatsen van 22 verlichtingspalen.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

INFRABEL

19 april 2021

4 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen

19 april 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen


Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels bestemd als Gebied voor spoorinfrastructuur.

Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

Over het goed loopt volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan tevens een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften: 

-     Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven; 

-     Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Noorderlaan; 

-     Gebied voor spoorinfrastructuur voor het rangeerstation Antwerpen-Noord en de spoorwegen rond de parking Goordijk; 

-     Zone voor permanente ecologische infrastructuur en Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ voor de zones gelegen tussen de Noorderlaan en de parking Goordijk; 

-     overdrukken Leidingstraat parallel met de Noorderlaan en ten westen en zuidwesten van de aanvraag; 

-     overdruk Hoogspanningsleiding buiten de afbakening zeehavengebied, maar is volgens het GRUP wel bestemd als Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen. 

 

Buiten de afbakeningslijn zeehavengebied, ten zuidoosten van de aanvraag, is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Parkgebieden, Groengebieden met overdruk Speelbossen of speelweiden, Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut en Bestaande hoogspanningsleidingen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Er werd advies gevraagd aan de Provincie Antwerpen - district Schijn daar zij bevoegd zijn voor het oppervlaktewater. Zij hebben echter geen advies uitgebracht waardoor het als gunstig beschouwd kan worden.

Het voorliggende project veroorzaakt geen toename aan bebouwde of verharde oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

Het voorliggende project heeft een oppervlakte kleiner dan 1.000 m² waardoor een archeologienota waarvan akte is genomen niet van toepassing is.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid – Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag betreft de uitbreiding van de verlichting op de vrachtwagenparking Goordijk, gelegen ten zuiden van het vormingsstation Antwerpen Noord. Uit een analyse van de lichtstudie van de bestaande verlichting op deze parking blijkt dat deze niet voldoet aan de huidige SSTPA-normen (Safe and Secure Truck Park Area). Deze normen, die als standaardnorm in de EU zijn ontwikkeld, moeten zorgen voor een veiligere omgeving voor vrachtwagenchauffeurs en een betere beveiliging van hun lading door het aanbieden van een minimum aantal voorzieningen op het vlak van catering, sanitair, verlichting, videobewaking en beveiliging.

 

Om te voldoen aan de SSTPA-norm op het vlak van verlichting worden achter de omheining van de parking Goordijk 22 nieuwe verlichtingspalen geplaatst. Deze verlichtingspalen worden op 0,5 meter van de omheining geplaatst en hebben een hoogte van 8 meter. Op elke paal worden twee verlichtingsarmaturen geplaatst met amberkleurige verlichting.

 

Volgens de aanvrager kan er met de nieuwe verlichting voldaan worden aan de SSTPA-normen waardoor de aanvraag zich functioneel inpast binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van spoorwegen werd tevens het advies ingewonnen van Infrabel nv. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Na het uitbrengen van hun advies heeft Infrabel via een bericht op het omgevingsloket enkele elementen uit hun advies nog extra verduidelijkt. Infrabel wijst erop dat:

-     de verlichting de exploitatie van het spoornet niet mag hinderen en dat een lichtstudie/lichtafregeling moet verzekeren dat treinbestuurders niet verblind kunnen worden. De aanvrager dient hiervoor volgende maatregelen te nemen: 

  • de luminantie van de verlichting moet binnen de wettelijke normen liggen;
  • de lichtafregeling mag niet gestraald worden richting het spoor. Het naar beneden richten van lichtpunten is alvast een goed uitgangspunt; 
  • voor de uitvoering van de werken dient een voorstel bezorgd te worden aan de dienst Bureau Derden van Infrabel (contactadres: 51no.bureauderdenar@infrabel.be).

De nieuwe verlichting is naar beneden gericht in functie van het verminderen van verstoring van fauna. Hierdoor wordt voldaan aan de maatregel dat de lichtafregeling niet gestraald mag worden richting het spoor. De voorwaarden in het advies aangevuld met de extra verduidelijking van Infrabel kan integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

-     de veiligheidsafstanden en de algemene voorwaarden met betrekking tot bouwaanvragen nageleefd moeten worden.

Eén aspect van de veiligheidsafstanden en algemene voorwaarden met betrekking tot omgevingsvergunningsaanvragen van aangelanden bij Infrabeldomein is dat het verboden is op minder dan 5 meter (of 10 meter in het geval het spoor een bochtstraal heeft van kleiner of gelijk aan 500 meter) gebouwen of werken op te trekken te rekenen vanaf: 

  • de buitenste spoorstaaf, indien de spoorbedding op gelijk niveau ligt met het aanpalend perceel;
  • de teen van het talud bij spoor in ophoging;
  • de kop van het talud bij spoor in ingraving.

Bij het spoortracé dat in westelijke richting loopt tonen de profieltekeningen B en C dat de spoorbedding op eenzelfde niveau ligt als de plaats waar de nieuwe verlichtingspalen worden geplaatst. Hieruit wordt aangenomen dat dit voor gans dat spoortracé geldt. Aangezien het spoortracé hier een bochtstraal heeft van groter dan 500 meter en de afstand tot de buitenste spoorstaaf circa 7,8 meter bedraagt (zie profieltekeningen B en C) voldoen de verlichtingspalen ter hoogte van dat spoortracé aan die afstandsvoorwaarde.

 

Bij het spoortracé dat in oostelijke richting loopt en een bochtstraal heeft van kleiner dan 500 meter, is het voor de meest oostelijke verlichtingspaal niet duidelijk of deze op minimum 10 meter van de buitenste spoorstaaf (of van de teen/kop van het talud indien het spoor in ophoging/ingraving ligt) wordt ingepland. Voor deze locatie bieden de ingediende terreinprofielen geen referentie. Desalniettemin dient ook deze verlichtingspaal aan de voorwaarden van Infrabel te voldoen.

 

Voor het overige bevatten de algemene voorwaarden in het advies van Infrabel ook richtlijnen en voorwaarden over onder andere het plaatsen van stellingen nabij spoorwegdomein, het gebruik van type materialen, het gebruik van werktuigen, het uitvoeren van uitgravingen etcetera. In kader van de uitvoeringswerken dient ook daarmee rekening gehouden te worden.

De algemene voorwaarden bij omgevingsvergunningen voor aangelanden van Infrabeldomein, die opgenomen zijn als bijlagen bij het advies, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-     De verlichting de exploitatie van het spoornet niet mag hinderen en dat een lichtstudie/lichtafregeling moet verzekeren dat treinbestuurders niet verblind kunnen worden. De aanvrager dient hiervoor volgende maatregelen te nemen: 

  • de luminantie van de verlichting moet binnen de wettelijke normen liggen;
  • voor de uitvoering van de werken dient een voorstel bezorgd te worden aan de dienst Bureau Derden van Infrabel (contactadres: 51no.bureauderdenar@infrabel.be).

-     De veiligheidsafstanden en de algemene voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 april 2021

Volledig en ontvankelijk

19 april 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 juni 2021

Verslag GOA

4 juni 2021

naam GOA

Bieke Geypens

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

-     De verlichting de exploitatie van het spoornet niet mag hinderen en dat een lichtstudie/lichtafregeling moet verzekeren dat treinbestuurders niet verblind kunnen worden. De aanvrager dient hiervoor volgende maatregelen te nemen: 

  • de luminantie van de verlichting moet binnen de wettelijke normen liggen;
  • voor de uitvoering van de werken dient een voorstel bezorgd te worden aan de dienst Bureau Derden van Infrabel (contactadres: 51no.bureauderdenar@infrabel.be).

-     De veiligheidsafstanden en de algemene voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.