2021_CBS_04593 - Omgevingsvergunning - OMV_2020160012. Noorderlaan 91. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 31 oktober 2001 verleende het college een vergunning aan Quality Carwash nv voor het uitbaten van een automatische en zelfbedieningscarwash (kenmerk AN2001/468). In 2013 werd de vergunning overgenomen door Anac Carwash nv. De deputatie besliste de vergunning uit te breiden met een grondwaterwinning (MLAV1/13-214). Op 24 juli 2015 werd de vergunning nog aangepast waarbij de grondwaterwinning werd beperkt en het lozen van het afvalwater werd uitgebreid (MV2015/182). De vergunning is geldig tot 31 oktober 2021.

Inhoud van de aanvraag

De exploitant wenst een hernieuwing van de vergunning voor een carwash voor personenvoertuigen.

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een bestaande vergunde carwash. De aanvraag heeft geen betrekking op vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Anac Carwash baat in een hal van circa 3.200 m² aan de Noorderlaan 91 een carwash uit waar klanten gebruik kunnen maken van:

-     twee automatische wasstraten;

-     wasboxen met zelfbediening;

-     stofzuigers.

De exploitant stelt dat maximaal 265.000 wassingen per jaar worden uitgevoerd: 220.000 in de wasstraten, 45.000 in de wasboxen. De exploitant vraagt een vergunning voor volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

Waterverbruik

De belangrijkste waterbron voor het reinigingsproces is grondwater. Het grondwater wordt via omgekeerde osmose (OO) en nanofiltratie ontdaan van mineralen en zouten om het verbruik van detergenten tijdens het reinigen en energie tijdens het droogproces te beperken. De grondwaterwinning en de waterbehandeling staan opgesteld in de zuidwestelijke hoek van het gebouw. In een buffervat van 150 m³ in de noordwestelijke hoek van het gebouw wordt de voorraad osmosewater bijgehouden. De exploitant geeft aan dat tot op heden tot 50% van het opgepompte grondwater geloosd moet worden. Het betreft dan het rest- of brijnwater afkomstig van de OO. Een nanofiltratie werd geïnstalleerd waardoor het verlies beperkt kon worden tot 25%, maar deze werd enkele jaren geleden buiten gebruik genomen omdat deze slecht functioneerde. De exploitant geeft aan deze opnieuw in gebruik te nemen. De goede werking van de omgekeerde osmose en de nanofiltratie dient verzekerd te worden door een continue evaluatie van de werking en een regelmatig onderhoud. De exploitant dient na te gaan hoe het verlies van 25% van het opgepompte grondwater verder teruggedrongen kan worden.

Vanuit het voorraadvat wordt het water verpompt naar de wasstraat en de wasboxen. Nadat het water gebruikt is in het wasproces, wordt het behandeld zodat het hergebruikt kan worden. Vanuit de wasstraten en de wasboxen stroomt het ‘vuile’ water naar vier in serie geplaatste ondergrondse putten voor bezinking, beluchting en buffering.

Het water wordt vervolgens verpompt en verder gereinigd in twee parallel geschakelde zandfilters, een derde zandfilter wordt in reserve gehouden. De filterbedhoogte bedraagt telkens 40 cm. Aan de hand van drukmetingen wordt de vervuilingsgraad van de filters gemeten. Wanneer verzadigd wordt de filter automatisch teruggespoeld door de spoelpomp. Het gefilterde water wordt opgevangen in een tweede voorraadvat waaruit het verpompt wordt voor specifieke wasprocessen in de wasstraat. Het water komt vervolgens terug in het recyclageproces terecht.

Op basis van een wettelijk maximaal vers waterverbruik van 80 liter per voertuig worden volgende verbruiken bereikt:

-     220.000 wasstraat-wagens x maximaal 80 liter vers water/wagen = 17.600 m³/jaar;

-     45.000 wasbox-wagens x maximaal 80 liter vers water/wagen = 3.600 m³/jaar;

-     reinigen vloer à rato van 11,2 m³/week = 582 m³/jaar;

-     totaal verbruik: circa 21.782 m³ vers water per jaar.

Er wordt momenteel geen hemelwater opgevangen om ingezet te worden als vers water. Ter hoogte van de wasboxen is één afvoerpijp van hemelwater afgekoppeld van de riolering. Het hemelwater van een deel van het dak loopt over de wasvloer en komt zo in het recyclagecircuit terecht. Een beperkt deel van het hemelwater wordt zo hergebruikt, zij het niet kwaliteitsvol. In de mate van het mogelijke moet gebruik gemaakt worden van hemelwater. Om de garanties te verhogen, vraagt de VMM hierover bijzondere voorwaarden op te nemen in het besluit.

Waterwinning – advies VMM

De exploitant vraagt jaarlijks 30.000 m³/jaar en tot 100 m³/dag op te pompen uit een pompput met een diepte van 26 m. Het water wordt opgepompt via een bestaande boorput uit het Zand van Berchem en uit het grondwaterlichaam KPS_0160_GWL_3. Het betreft een freatische watervoerende laag.

De sectorale voorwaarden leggen op dat een winningsput moet uitgerust zijn met een peilbuis, een debietmeter en een aftapkraantje na de debietmeter. Er is een elektrische peilmeter aanwezig, maar het peil dient ook manueel gemeten te kunnen worden, ter controle van de elektrische peilmeter. Een peilbuis dient nog aangelegd te worden in de boorput, zodat het grondwaterpeil steeds kan gemeten worden zonder risico dat het peillint vast raakt tussen de bedrading in de put.

Het deels gunstig advies haalt aan dat het debiet van 30.000 m³ niet voldoende gemotiveerd werd en stelt voor het debiet te beperken tot 21.800 m³/jaar voor een periode van maximaal 10 jaar. In eerste instantie dient ingezet te worden op het hergebruik van hemelwater en het restwater van de omgekeerde osmose. Volgende bijzondere voorwaarden worden hiertoe voorgesteld:

-     Het opgevangen regenwater en recupwater dienen prioritair gebruikt te worden in de carwash;

-     Er dient bij de eerstvolgende wijziging aan de vaste constructies van het gebouw maximaal regenwateropvang voorzien te worden. In tussentijd dient de volledige dakoppervlakte aangesloten te worden op het recupwatercircuit. Deze wijziging moet geïmplementeerd worden in de bedrijfsvoering binnen een periode van twee jaar na verlening van de vergunning;

-     Er dient onderzocht te worden of het concentraat van de RO-installatie kan gebruikt worden in bijvoorbeeld de eerste reinigingsstap in plaats van het rechtstreeks te lozen via de riolering. Indien het technisch haalbaar is, moet het geïmplementeerd worden in de bedrijfsvoering binnen een periode van twee jaar na verlening van de vergunning.

De bijzondere voorwaarden worden opgelegd in de vergunning. Uit het advies wordt verder als bijzondere voorwaarde meegenomen dat een peilbuis aanwezig moet zijn waarlangs het grondwaterpeil manueel gemeten kan worden. Deze opdracht zou door de exploitant reeds gegeven zijn maar door omstandigheden nog niet uitgevoerd.

De gevraagde beperking van het debiet tot 21.800 m³/jaar wordt niet overgenomen. Rekening houdend met een verlies van 25% tijdens het productieproces van osmosewater (met toepassing van ook nanofiltratie), is er 30.000 m³ grondwater nodig voor de aanmaak van 21.800 m³ osmosewater. Er is zeker nog marge het debiet te verminderen door gebruik te maken van het hemelwater. Gebaseerd op een dakoppervlakte van circa 3.200 m² en een gemiddelde neerslag van 800 liter per m² zou er per jaar een maximaal potentieel zijn van 2.560 m³, abstractie makend van verdamping. Hierbij dient opgemerkt dat de exploitant niet vrij is onbeperkt aanpassingen uit te voeren aan het gebouw wanneer hij dit niet in eigendom heeft. Aan de andere kant maakt de bedrijfsruimte deel uit van een groter aaneengesloten gebouwencomplex en zijn er mogelijk opportuniteiten om de afstroom van een groter dakoppervlak op te vangen.

Het hergebruik van het brijnwater is volgens de BBT voor car- en truckwash slechts beperkt mogelijk door het hoge zoutgehalte van het restwater. Door de recuperatie van het waswater vindt ongewenste zoutaccumulatie plaats in het proceswater.

Het is onzeker dat een besparing van 8.000 m³ per jaar bereikt kan worden, waardoor of overgeschakeld moet worden op leidingwater, of het aantal voertuigen beperkt moet worden. Wat wel zeker is, is dat duurzaam watergebruik aan belang zal winnen en dat de exploitant alle mogelijke alternatieven grondig zal moeten onderzoeken. De duur van de grondwaterwinning wordt in de vergunning beperkt tot 10 jaar.

Lozing van het afvalwater – advies VMM

In totaal wordt een lozingsdebiet voor bedrijfsafvalwater van 5 m³/uur, 25 m³/dag en 30.000 m³ per jaar gevraagd. Het maximale debiet van 5 m³ per uur treedt op bij het periodiek terugspoelen van een zandfilter. Als spoelwater wordt gefilterd water uit de buffertank gebruikt. Het spoelwater wordt geloosd via de koolwaterstof-afscheider (KWS).

De laatste van de vier ondergrondse tanks van 15 m³ is voorzien van een overloop naar de koolwaterstofafscheider. Het teveel aan proceswater dat ontstaat door de inbreng van vers osmosewater (maximaal 80 liter/wagen) en de kleine hoeveelheid hemelwater wordt zo uit de recuperatiecyclus gehaald.

In de voorgestelde werking moet tot 25% van het opgepompte grondwater geloosd worden in de openbare riolering. Het betreft het restwater of ‘brijn’ van de omgekeerde osmose-installatie. Het water bevat hoge gehaltes zouten die uit het spoelwater verwijderd werden. De lozing vindt eveneens plaats via de KWS-afscheider.

Het effluent van de KWS-afscheider dient te voldoen aan de sectorale lozingsvoorwaarden voor car- en truckwash, opgenomen in rubriek 59 b) van bijlage 5.3.2 van Vlarem II. De exploitant voegde een analyse toe van het bedrijfsafvalwater, genomen uit de controleput na de KWS-afscheider:

De resultaten van de metingen tonen aan dat het afvalwater op het moment van de staalname voldoet aan de sectorale lozingsvoorwaarden. De waterkwaliteit dient zeker twee maal per jaar gecontroleerd te worden minimaal op de parameters opgenomen in rubriek 59 b) van bijlage 5.3.2 van Vlarem II. De resultaten worden ter beschikking gehouden van de toezichthouders.

In de inrichting wordt een beperkte hoeveelheid huishoudelijk afvalwater geproduceerd afkomstig van het sanitair en de personeelsruimte. Zwart water wordt voorbehandeld in een septische put. Het huishoudelijk afvalwater en het bedrijfsafvalwater worden samengebracht na het controle- en staalnamepunt voor bedrijfsafvalwater en via één afvoerleiding naar de openbare riolering geleid. Deze is aangesloten op het RWZI Antwerpen-Noord.

De VMM geeft een gunstig advies voor het lozen van het bedrijfs- en huishoudelijk afvalwater mits het water geloosd wordt via een KWS-afscheider. Bijkomend worden lozingsnormen voorgesteld voor nikkel (0,3 mg/liter) en fosfor (10 mg/liter). De bijzondere lozingsnorm voor fosfor wordt opgenomen in een bijzondere voorwaarde. Een sectorale lozingsnorm voor nikkel is al voorzien.

Geluid

Er zijn verschillende geluidsbronnen die potentieel hinderlijk kunnen zijn: 

-     het afspuiten van wagens in de selfwashboxen;

-     de wastunnel;

-     het droogproces;

-     de stofzuigers;

-     wagengeluid (starten, stoppen, manoeuvreren, draaiende motoren, autoradio’s).

Met uitzondering van een deel van de stofzuigers en de wagengeluiden bevinden de geluidsbronnen zich in het gebouw, waarvan de poort weliswaar geopend is tijdens de exploitatie. De carwash is gelegen langs de drukke Noorderlaan. Het geluidsniveau van het verkeer op de Noorderlaan is aanzienlijk. Er zijn geen woningen op korte afstand die geluidshinder zouden kunnen ondervinden van de carwash.

Mobiliteit

Om te vermijden dat zich bij grote drukte een wachtrij zou vormen op het openbare domein, is een aanschuifzone voorzien op het terrein zelf. De exploitant geeft aan dat de voorziene ruimte volstaat om hinder op de Noorderlaan te vermijden. Het oprijden moet gebeuren via een ventweg, waardoor het opdraaien veiliger kan gebeuren door de lagere verkeerssnelheid. Een fietspad dient gekruist te worden bij het op- en afrijden. De exploitant voorziet op eigen terrein signalisatie om de bestuurders aan te manen aandachtig te zijn voor fietsers bij het aan- en afrijden van het terrein.

Overige

Zo’n 2.000 liter reinigingsmiddelen in kleine verpakking worden opgeslagen op de eerste verdieping, bovenop de 1.000 liter onderhoudsproducten in de technische ruimte. De detergenten werden nog niet opgenomen in de vergunning. Een compressor met een vermogen van 30 kW staat opgesteld in de technische ruimte. Daarnaast is een kleine airco aanwezig in de personeelsruimte (1,36 kW). De grondwaterpomp heeft een vermogen van 5,5 kW. Voor de verwarming van onder andere het waswater is een niet-ingedeelde stookinstallatie van 107 kW op gas voorzien, opgesteld in de ‘machinekamer’.

De exploitant vraagt een hoogspanningscabine van 500 kVA. Een recent keuringsattest werd bijgevoegd waaruit blijkt dat het om een transformator van 400 kVA gaat, geïsoleerd met olie. Eveneens werden inbreuken vastgesteld en wordt de transformator niet conform de voorschriften uitgebaat. De keuring dateert van augustus 2020. Voor zover dit nog niet gebeurde, dienen de inbreuken weggewerkt te worden en moet een herkeuring uitgevoerd te worden.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits het naleven de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, is de hinder voor mens en milieu aanvaardbaar. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur, met uitzondering van de grondwaterwinning, die verleend wordt voor 120 maanden.

Geadviseerde rubrieken 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

De affiche werd niet opgehangen voor de start van het openbaar onderzoek.

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten