Terug
Gepubliceerd op 14/06/2021

2021_CBS_04617 - Omgevingsvergunning - OMV_2021050855. Van Trierstraat 48. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 11/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04617 - Omgevingsvergunning - OMV_2021050855. Van Trierstraat 48. District Antwerpen - Weigering 2021_CBS_04617 - Omgevingsvergunning - OMV_2021050855. Van Trierstraat 48. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021050855

Gegevens van de aanvrager:

BV MULTI PROPERTIES met als adres Hoveniersstraat 53 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Trierstraat 48 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nrs. 0 en 1781Z11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een meergezinswoning met 3 appartementen, een kantoor en atelierruimte naar 5 woonentiteiten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          25/09/2020: weigering (20202406) voor het verbouwen van een meergezinswoning met 3 appartementen, kantoor en recreatieve functie tot 4 appartementen en 1 eengezinswoning;

-          06/09/2019: weigering (20191853) voor het verbouwen van een meergezinswoning met 3 appartementen, een kantoor en recreatieve functie tot 6 appartementen;

-          18/10/1946: toelating (18#21874) voor het veranderen pannendak in plat dak.

 

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          meergezinsgebouw:

  • 3 eenslaapkamerappartementen op de verdiepingen;
  • kantoorunit op het gelijkvloers met inrit door het gebouw en atelier in de achterbouw;

-          hoofbouw: 3 bouwlagen onder mansardedak;

-          achterbouw: 

  • tegen linker perceelsgrens circa 4,3m breed, 1 bouwlaag met plat dak;
  • tegen achterste perceelsgrens circa 5m diep en 7,8m breed, 2 bouwlagen met plat dak;

-          gevelafwerking:

  • bepleisterde gevel met plint in blauwe steen;
  • houten buitenschrijnwerk;
  • mansarde afgewerkt met schaliën.

 

Huidige toestand

-          functie en volume overeenkomstig vergund;

-          voorgevel hoofdgebouw: 

  • mansarde in wit pleisterwerk;
  • kroonlijst in wit pvc;
  • wit gelakte, dubbele voordeur in pvc. 

 

Gewenste toestand

-          hoofdgebouw straatzijde met 4 woonentiteiten:

  • appartementen verdiepingen ongewijzigd (3 bestaande eenslaapkamerappartementen met elk een netto vloeroppervlakte van circa 50m²).  Deze appartementen maken geen deel uit van de aanvraag;
  • gelijkvloers omgevormd tot eenslaapkamerappartement met netto vloeroppervlakte van 74,5m²;

-          achterbouw:

  • ingericht met een duplex- tweeslaapkamerwoning met een netto vloeroppervlakte van circa 122m²; 
  • gedeeltelijke sloop atelier (deel tegen linker perceelsgrens);
  • achterste volume van twee bouwlagen blijft behouden;
  • nieuw volume in rechter hoek perceel bestaande uit één bouwlaag onder plat dak;

-          inrit naar de achtertuin en nieuwe woongelegenheden;

-          overdekte fietsenstallingen in de achtertuin;

-          voorgevel hoofdgebouw overeenkomstig bestaand.


Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woonentiteiten met 2;

-          omvormen van het gelijkvloers van het hoofdgebouw (kantoren) tot een eenslaapkamerappartement (wonen);

-          omvormen van de achterbouw (atelier) tot een tweeslaapkamerappartement (wonen);

-          slopen van een gedeelte van de achterbouw (tegen linkerperceelsgrens);

-          bouwen van een uitbreiding aan de rechterkant van de achterbouw;

-          plaatsen van 2 fietsenbergingen in de achtertuinen; 

-          wijzigen van de scheimuren;

-          de appartementen op de verdiepingen in de voorbouw maken geen deel uit van de aanvraag;

-          regulariseren van de wijzigingen aan de voorgevel ten opzichte van de vergunde toestand.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

21 april 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)

21 april 2021

14 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

21 april 2021

7 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

21 april 2021

28 april 2021

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

21 april 2021

14 mei 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

 

23 april 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

21 april 2021

1 juni 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • het nieuwe bouwvolume in de tuinzone rechts achteraan is groter dan 40m² en het perceel is groter dan 250m². Er wordt echter geen infiltratievoorziening geplaatst.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeninge

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: de woongelegenheid in het binnengebied overschrijdt de draagkracht van het binnengebied en de omgeving;
  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: de bouwdichtheid van het perceel en de omgeving. De open ruimte achteraan is versnipperd;
  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik: de mansarde wordt bepleisterd. Dit is geen dakmateriaal;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de ingetekende fietsstalplaatsen voldoen niet aan de inrichtingsprincipes. Ze zijn te smal.

 

Sectorale regelgeving 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvrager stelt dat de verordening hemelwater niet van toepassing is omdat de nieuwe uitbreiding kleiner zou zijn dan 40m². Het nieuwe bouwvolume in de tuinzone rechts achteraan blijkt na meting echter groter te zijn dan 40m², waardoor de verordening hemelwater wel degelijk van toepassing is. Bovendien is het perceel groter dan 250m², waardoor er minstens een infiltratievoorziening dient te worden geplaatst. De aanvraag voorziet hier niet in, wat onaanvaardbaar is.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wenst een bestaand gebouw in het binnengebied dat vergund is als atelier om te vormen naar een woongebouw. Wonen in het binnengebied, zoals voorgesteld, is niet kenmerkend en is daardoor niet in overeenstemming met artikel 6 van de bouwcode. Bijgevolg is dit deel van de aanvraag niet functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Aan de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing werd advies gevraagd:

“Het betreft hier de verbouwing van een gelijkvloers kantoor met achterliggende atelier naar een monofunctioneel wooncomplex.

 

Vanuit de visie van LaboXX werk moet er gestreefd worden om zoveel mogelijk het principe van verweving toe te passen. Inzonderheid wanneer er reeds een economische functie aanwezig is. Dit is ook bevestigd in de beleidsnota ruimtelijke economie waarbij gestreefd wordt om meer in te zetten op verweving en dus behoud van economische functies in het woongebied. De omvorming naar een zoveelste monofunctioneel wooncomplex is niet gewenst. Inzonderheid wanneer er ook geen economische ruimte bij gecreëerd wordt.

In het dossier is er ook geen enkele motivatie of onderzoek aanwezig dat er gezocht is naar een nieuwe economische herinvulling.

De betrokken wijk heeft vanuit zijn historisch verleden een groot aanbod aan verweven locaties. Daarom wordt dit best zoveel mogelijk behouden om ondermeer de open ruimte te vrijwaren.

 

Voor het dossier wordt dan ook ongunstig advies gegeven voor een monofunctionele woonontwikkeling.”

 

Dit ongunstige advies wordt vanuit ruimtelijke oogpunt bijgetreden. Het werkhuis achteraan kan een meerwaarde betekenen als nevenfunctie van een gelijkvloerse wooneenheid. Echter verdwijnt dit atelier ten voordele van een eenzijdig gericht woonprogramma. Nochtans heeft het bestaande werkhuis het potentieel om een verwevenheid aan functies in een stedelijke omgeving mogelijk te maken zonder dat een verhoogde druk op het binnengebied ontstaat. Een functiewijziging van een atelier naar een woonfunctie is vanuit ruimtelijk oogpunt niet aanvaardbaar.

De aanvraag dient bijgevolg geweigerd te worden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De even zijde van de Van Trierstraat wordt gekenmerkt door woongebouwen met drie bouwlagen onder plat- of zadeldak. Achteraan zijn er achterbouwen en entresols te vinden over de gelijkvloerse en eerste verdieping die over de helft van de perceelbreedte zijn bebouwd. Daarachter bevinden zich in hoofdzaak tuinen.

 

De aanvraag wenst een deel van de gelijkvloerse aanbouw te slopen en zo afstand te creëren tussen voor- en achterbouw. Het bouwvolume van het atelier wordt behouden.

Aan de rechterzijde wordt op de onbebouwde achtertuin, in het verlengde van de tuinzone van de rechterbuur, een nieuw volume gebouwd. Dit nieuwe volume wordt verbonden met het bestaande werkhuis waarna een woonfunctie wordt ingericht. Achteraan het perceel is een patio voor de nieuwe woning voorzien. Tegen de scheidsmuur met de linkerbuur zijn twee private fietsenbergingen geplaatst met een naastgelegen looppad naar de woning in binnengebied. De resterende tuinzone wordt door middel van een groene erfscheiding opgedeeld in privatieve buitenruimtes bij de gelijkvloerse woongelegenheden.

 

Vanuit ruimtelijke oogpunt is de voorgestelde inplanting, volume-uitbreiding en functiewijziging van het bouwvolume atypisch. De nieuwe woning bevindt zich achter de tuinzone van zowel het gebouw aan de straatzijde als dat van de rechterbuur. Door de uitbreiding en het plaatsen van een fietsenbergingen vermindert de aaneengesloten open en onverharde ruimte drastisch. Dit gaat in tegen de ambitie om open en onverharde ruimte van binnengebieden te behouden of te vergroten. Open binnengebieden hebben immers een ecologische meerwaarde, versterken de biodiversiteit in een stad en bevorderen de infiltratie van hemelwater in de bodem op een natuurlijke manier. Open en onverharde ruimte, met doordachte groenaanplanting, kan verkoelend werken bij hogere temperaturen en stadslucht filteren. Kortom, open binnengebieden hebben een onmiskenbare meerwaarde om de leefkwaliteit binnen een stedelijke omgeving te garanderen.

 

Het voorstel tracht een meerwaarde te creëren door deels te ontpitten aan de linkerzijde. Echter wordt deze verbetering volledig teniet gedaan door de voorgestelde uitbreiding aan de rechterzijde. De bouwdichtheid van de achtertuin neemt onaanvaardbaar toe. Het voorstel heeft als gevolg dat de voormalige open achtertuin volledig versnipperd. Het voorgestelde volume rechts en de nieuwe fietsenbergingen links zorgen voor een verdere fragmentering van de tuinzones. Hierdoor is de aanvraag strijdig met artikel 6 en 10 van de bouwcode.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen van de woongelegenheid in binnengebied zijn sober, hedendaags en niet storend voor de omgeving.

 

De te regulariseren pleisterafwerking van de pseudomansarde in de voorgevel wijkt echter af van artikel 11 van de bouwcode. Pleisterwerk is niet kenmerkend voor een daklaag onder mansarde waardoor de daklaag als een volwaardige vierde bouwlaag onder plat dak dient te worden gelezen, wat op zijn beurt ruimtelijk niet aanvaardbaar is. De kenmerkende bouwhoogte aan deze zijde van de Van Trierstraat betreft immers 3 bouwlagen onder platte of zadeldaken, waardoor de te regulariseren ingreep niet gunstig kan beoordeeld worden. De pseudomansarde dient te worden afgewerkt met een kenmerkend dakmateriaal, geen gevelpleister.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Vooreerst zijn woningen in het binnengebied niet kenmerkend, niet wenselijk en storend voor de omgeving. Wonen in stedelijke binnengebieden is geen vanzelfsprekendheid en kan alleen toegelaten worden wanneer de omstandigheden optimaal zijn. Vastgesteld wordt dat de afstand tussen de voorgevel van het voormalige werkhuis en de achtergevel van de voorbouw te klein is om een zelfstandige woonfunctie achter de hoofdbouwlijn toe te laten. Bovendien is de impact van wonen in een binnengebied naar de omgeving toe heel anders dan bijvoorbeeld een atelier.

Een woonfunctie in binnengebied met de voorgestelde volume-uitbreiding heeft geen ruimtelijke meerwaarde en is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.

 

De aanvraag stelt voor om de gelijkvloerse raamopeningen van de wooneenheid in het voormalige atelier te vergroten. Deze zijn wellicht nodig om de lichttoetreding in de woonst te verbeteren. Het vergroten van de raamopeningen verhoogt de inkijk op omliggende achtergevels met daling van privacy voor eigenaars in de omgeving tot gevolg, wat onaanvaardbaar is.

 

De bijkomende wooneenheid in binnengebied brengt een te grote druk met zich mee waardoor de kwaliteit van het binnengebied enkel maar vermindert en de draagkracht van de site wordt overschreden. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het voorgestelde programma in het achterhuis niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Het achterhuis is alleen te bereiken via de doorrit naar achteren. Hierdoor neemt de circulatie in het binnengebied, alsook de achtertuin van het nieuwe gelijkvloerse appartement toe. Een gevolg hiervan is dat de verhoogde circulatie inkijk en overlast creëert in onder meer het gelijkvloerse appartement en dat het wooncomfort van de aanpalende woningen wordt aangetast.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een bijkomende werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging. Het kantoor op het gelijkvloers wordt ingericht als een appartement. De 3 bovenliggende appartementen blijven ongewijzigd. In de achterbouw wordt een eengezinswoning ingericht.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het bijkomende aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

 

Het bestaande kantoor van +/- 75m2 heeft een parkeerbehoefte van 1 (1,1ppl/100m2). Voor het atelier wordt geen parkeerbehoefte bepaald omdat er vanuit gegaan wordt dat er in de onderdoorgang of in het atelier kan geparkeerd worden.

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 1 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de 2 bijkomende woningen moeten er 6 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 wooneenheid met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2;

-          1 wooneenheid met 3 slaapkamers = 1 x 4 (1 slaapkamer + 1 extra) = 4.

 

Er worden 9 fietsstalplaatsen ingetekend, maar deze voldoen in afwijking van artikel 29 van de bouwcode niet aan de inrichtingsprincipes; ze zijn te smal. Daarom dient bij een voorwaardelijk gunstige vergunning als voorwaarde te worden opgelegd dat er in de fietsenstalling bij de nieuwe woning in binnengebied slechts 4 fietsenstallingen kunnen worden ingericht en in de fietsenstalling bij het nieuwe eenslaapkamerappartement op het gelijkvloers slechts 2. De stedelijke mobiliteitsdienst adviseerde om ook voor de bestaande woningen een mogelijkheid voor het stallen van fietsen in te richten.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 maart 2021

Volledig en ontvankelijk

21 april 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 juni 2021

Verslag GOA

3 juni 2021

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd één bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:

 

  1. Constructie in tuinzone: De gewenste woning is gelegen in een tuinzone en niet rechtstreeks gelegen aan een openbare weg. De woning is alleen bereikbaar via een onderdoorgang naar achteren, langs de woning vooraan. Hierdoor worden de gelijkvloerse woningen vermeerderd. Het rustige karakter van de woonbuurt wordt ingrijpend aangetast. In het verleden werd een gelijkaardige aanvraag in de achterbouw van nr. 44 geweigerd.

Beoordeling: De voorgestelde ontsluiting voor de woning in binnengebied is inderdaad niet optimaal. De circulatie op het perceel neemt toe en niet alleen de woning aan de straatzijde van nr. 44 maar ook aanpalende eigendommen zullen wellicht hinder ondervinden van de verhoogde activiteit in het binnengebied.

Het bezwaar is gegrond.

  1. Geen renovatie, maar nieuwbouw: De nieuw te creëren woning in de tuinzone betreft geen renovatie, maar een nieuwbouw. Men begint dus woningen te bouwen in de tuinen.

Beoordeling: Een gedeelte van het bestaande atelier blijft bewaard. Er wordt inderdaad ook een nieuw bouwvolume naast gebouwd om het geheel in te richten als woongelegenheid. Woningen in het binnengebied zijn niet kenmerkend, niet wenselijk en storend voor de omgeving. Wonen in stedelijke binnengebieden is geen vanzelfsprekendheid en kan alleen toegelaten worden wanneer de omstandigheden optimaal zijn, wat hier niet het geval is.

Het bezwaar is gegrond.

  1. Brandveiligheid: De nieuwe woning in binnengebied is niet gelegen aan de openbare weg, wat gevolgen heeft voor de brandveiligheid. Op welke manier wordt deze gegearandeerd?

Beoordeling: De inplanting van de fietsenberging kan mogelijks voor een belemmering van de circulatie en evacuatie zorgen. Het bezwaar heeft echter betrekking op brandtechnische aspecten en brandweer adviseerde de aanvraag gunstig.

Het bezwaar is deels gegrond.

  1. Constructie tegen tuinmuur: Bouwen tegen de tuinmuur van de rechterbuur zal in realiteit technisch niet haalbaar zijn en zal zorgen voor ingrijpende beschadigingen aan de tuin van de rechterbuur.

Beoordeling: Dit bezwaar heeft betrekking op uitvoeringstechnische aspecten en de vrees tot schade berust op vermoedens. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.