Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021055555 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST Holding met als adres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kroonstraat 47 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 24 sectie A nrs. 0 en 490Y7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | intern verbouwen en vermeerderen van het aantal woonentiteiten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 05/03/2021: opname in het vergunningenregister (2020158) van 8 wooneenheden;
- 09/12/2020: proces-verbaal (11002_2020_13422_VPV) voor vaststelling overtredingen;
- 24/12/2004: (vervallen) vergunning (180#3389) voor het uitbreiden atelier, herindelen appartementen en wijzigen voorgevel;
- 13/10/1913: toelating (1399#5911) voor aanbrengen van veranderingen aan het huis.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie in totaal 6 woonentiteiten, een atelier en handelsruimte:
- gelijkvloerse verdieping: een winkelruimte met een netto vloeroppervlakte van 106 m²;
- verdiepingen 1: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 35,3 m² en rechts appartement met een netto vloeroppervlakte van 94,15 m²;
- verdiepingen 2: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 35,3 m² en rechts appartement met een netto vloeroppervlakte van 94,15 m²;
- verdiepingen 3: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 35,3 m² en rechts appartement met een netto vloeroppervlakte van 60,40m2;
- verdieping 4: zolder;
- gelijkvloerse verdieping als deel van de winkelruimte vooraan;
- verdieping 1 en 2: telkens wonen als gedeelte van de rechter appartementen van het hoofdvolume van respectievelijk verdieping 1 en 2;
- atelier (bedrijvigheid)
- bouwvolume:
- besloten gebouw van vier bouwlagen onder de kroonlijst en een zolderverdieping onder een zadeldak;
- de linker woonentiteiten op verdieping 1, 2 en 3 telkens met een bouwdiepte van circa 10,55 m;
- verdieping 1, 2 en 3: de linker een-slaapkamerappartementen met een slaapkamer telkens niet rechtstreeks verbonden aan de rest van de woonentiteit;
- verdieping 1, 2 en 3: rechter appartementen telkens bereikbaar via zowel de centrale als de rechter trappenhal;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 11194) van een meergezinswoning in sobere art nouveau als bouwkundig erfgoed.
- functie in totaal 8 woonentiteiten en een atelier:
- gelijkvloerse verdieping: een twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 106 m²;
- verdiepingen 1: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 31,9 m² en rechts een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 68,2 m²;
- verdiepingen 2: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 31,8 m² en rechts een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 67,9 m²;
- verdiepingen 3: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 31,8 m² en rechts een twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 68,5 m²;
- verdieping 4: zolder.
- gelijkvloerse verdieping: wonen als deel van het gelijkvloerse twee-slaapkamerappartement vooraan het hoofdvolume;
- verdieping 1 en 2: een autonoom twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 104,7 m²;
- atelier (bedrijvigheid).
- bouwvolume:
- besloten gebouw van vier bouwlagen onder de kroonlijst en een zolderverdieping met inpandig dakterras onder een zadeldak;
- de linker woonentiteiten op verdieping 1, 2 en 3 telkens met een bouwdiepte van circa 11,83 m;
- verdieping 1, 2 en 3: de linker een-slaapkamerappartementen met een slaapkamer telkens niet rechtstreeks verbonden aan de rest van de woonentiteit;
- verdieping 1, 2 en 3: rechter appartementen telkens bereikbaar via enkel de rechter trappenhal.
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie in totaal 9 woonentiteiten en een atelier:
- gelijkvloerse verdieping: een twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 105,5 m²;
- verdiepingen 1: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 40,1 m² en rechts een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 62 m²;
- verdiepingen 2: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 39,7 m² en rechts een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 69,3 m²;
- verdiepingen 3: links een een-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 40,1 m² en rechts een twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 83,6 m²;
- verdieping 4: een twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 71 m²
- gelijkvloerse verdieping: wonen als deel van het gelijkvloerse twee-slaapkamerappartement vooraan het hoofdvolume;
- verdieping 1 en 2: een autonoom twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 115,2 m²;
- atelier (bedrijvigheid).
- bouwvolume:
- besloten gebouw van vier bouwlagen onder de kroonlijst en een bouwlaag met inpandig dakterras onder een zadeldak;
- de linker woonentiteiten op verdieping 1, 2 en 3 telkens met een bouwdiepte van circa 11,83 m;
- verdieping 1, 2 en 3: de linker een-slaapkamerappartementen met een leefruimte telkens verbonden aan de rest van de woonentiteit via een interne trap;
- verdieping 1, 2 en 3: alle appartementen telkens bereikbaar via enkel de centrale trappenhal.
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- het regulariseren van:
- het inrichten van de zolderverdieping met een bijkomend appartement;
- het herinrichten van alle woonentiteiten;
- het wijzigen van het buitenschrijnwerk van de voorgevel;
- het wijzigen van de gemeenschappelijke delen en toegang;
- het gedeeltelijk inrichten van een dakterras op de uitbreiding van het bouwvolume achteraan;
- het wijzigen van de scheimuren.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 26 april 2021 | 20 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen) | 26 april 2021 | 2 juni 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 26 april 2021 | 7 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 26 april 2021 | 3 mei 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 26 april 2021 | 14 mei 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 26 april 2021 | 28 april 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vergund geacht | 26 april 2021 | 11 mei 2021 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 26 april 2021 | 1 juni 2021 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) | 26 april 2021 | 4 mei 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De aanvraag heeft betrekking op een pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 29 maart 2019.
De aanvraag bevat behalve een document met enkele foto’s van de toegang met mozaïek geen informatie over het cultuurhistorisch profiel. Uit de aanvraag is niet helder op te maken wat de impact van de voorgestelde werken is op de aanwezige erfgoedwaarden. Over het interieur ontbreekt iedere informatie over erfgoedelementen (schouwen, lijstplafonds, stucwerk, lambrisering, koepel, vloeren…).
§3.2. de toegangspoort wordt circa 3,58 m breed voorzien;
§1. de ruimtes op de gelijkvloerse verdieping achter de winkelruimte die worden omgevormd naar verblijfsruimte hebben een vrije hoogte van 2,53 m;
§1. de trappen van de appartementen links vooraan, voor de overbrugging van het niveauverschil tussen leefruimte en de rest van het appartement, hebben een vrije hoogte op het laagste punt van circa 1,60 m;
§1.4. dakvlakramen in schuine daken mogen meegeteld worden indien ze zich tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte bevinden. Het grootste gedeelte van de dakvlakramen van de nieuwe woonentiteit op de 4de verdieping bevindt zich meer dan 2 m boven het loopvlak van de verblijfsruimtes waardoor de slaapkamers onvoldoende licht en lucht ontvangen;
§4. de bestaande buitenruimten bij appartementen 102, 201, 202, 301 en 302 worden verkleind tot onder de in §1 genoemde minimale oppervlakte.
§3. indien de stal- en parkeerplaatsen ondergronds gerealiseerd worden moeten deze via een goed toegankelijke helling, een trap met fietsgoot of een lift bereikbaar zijn. Er moet voldoende ruimte zijn voor en na de trap voor de draaicirkel van de fietsen;
§1. voor de extra woonentiteiten worden geen autostalplaatsen voorzien;
het huishoudelijk afvalwater wordt aangesloten op de RWA en niet op de DWA.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid en Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voorliggend project omvat in de vergund geachte toestand een handelsgelijkvloers met een atelier achteraan het perceel en bovenliggend 6 wooneenheden.
In voorliggende aanvraag wordt de gelijkvloerse handelsruimte omgevormd tot een bijkomende woongelegenheid en worden er verder nog 2 extra woongelegenheden voorzien.
De omgeving van het pand wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen. Het omvormen van de handelsruimte naar een woongelegenheid kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld worden. Het pand is gelegen op een locatie buiten de afgebakende kernwinkelgebieden.
Het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 6 naar 9 met de voorgestelde inrichting én het supprimeren van de private buitenruimten zorgt er echter voor dat de densiteit op de site op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het ook belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.
Op een oppervlakte kleiner dan 60 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een één-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 35 m² netto vloeroppervlakte verblijfsruimte) kan hoogstens een studio herbergen.
Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een twee-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een één-slaapkamerappartement herbergen.
Hieruit kunnen we concluderen dat door de voorgestelde omvorming van de gebouwen naar 9 entiteiten de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid en Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 29 maart 2019.
De aanvraag bevat behalve een document met enkele foto’s van de toegang met mozaïek, geen informatie over het cultuurhistorisch profiel. Uit de aanvraag is niet helder op te maken wat de impact van de voorgestelde werken is op de aanwezige erfgoedwaarden. Over het interieur ontbreekt iedere informatie over erfgoedelementen (schouwen, lijstplafonds, stucwerk, lambrisering, koepel, vloeren…)
De aanvraag bevat tevens een reeks vragen tot regularisatie, waarbij evenmin duidelijk is of deze ingrepen een impact hebben gehad op de erfgoedwaarden.
De stedelijke dienst monumentenzorg vraagt een grondige bouwhistorische studie (CHE-rapport) met uitgebreide fotoreportage en waardenstelling van de aanwezige erfgoedelementen per bouwonderdeel, zowel van het interieur als van het exterieur en een motivering die duidt op welke manier de ingrepen rekening houden met de erfgoedwaarde. Het is aanbevolen om een stratigrafisch kleurenonderzoek te laten uitvoeren naar de oorspronkelijke kleurstelling van het buitenschrijnwerk en de giet- en smeedijzeren elementen in de gevel.
Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten
De vergunde bakstenen lijstgevel van 5 traveeën wordt in voorliggende aanvraag voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in antracietkleurige PVC. De vergunde toegangspoort en voordeur naar de appartementen werden reeds vervangen door een nieuwe poort met geïntegreerde voordeur in natuurkleurig hout, deze wenst men te laten regulariseren. De groene kroonlijst, groene borstweringen en smeedijzeren winkelpui blijven bewaard.
Gelet op het voorgaande kan op dit moment geen gunstig advies verleend worden voor de voorgestelde wijzigingen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van winkel naar wonen en de uitbreiding met 2 andere appartementen. 1 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.2 : 1 x 1.2 = 1,2 2 appartementen > 90m² met parkeernorm 1.35 : 2 x 1.35 = 2,7 De werkelijke parkeerbehoefte is 3,9, afgerond 4.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor dit project dienen er 9 (3 x (2+1)) overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze werden op de plannen ingetekend in de kelder. De ondergrondse fietsenstalling is bereikbaar via een trap met fietsgoot. Deze trap en fietsgoot hebben een hellingspercentage van circa 100% (45°) wat erg stijl is. Hierdoor is de bereikbaarheid van de kelder voor fietsers niet veilig en is de aanvraag strijdig met artikel 29. Bovendien is de afstand voor en achter de trap onvoldoende lang om op een comfortabele manier met de fiets in de hand te kunnen draaien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften, en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 26 maart 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 26 april 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 juni 2021 |
Verslag GOA | 9 juni 2021 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.