Terug
Gepubliceerd op 14/06/2021

2021_CBS_04657 - Omgevingsvergunning - OMV_2021021719. Groenstraat 100. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04657 - Omgevingsvergunning - OMV_2021021719. Groenstraat 100. District Wilrijk - Goedkeuring 2021_CBS_04657 - Omgevingsvergunning - OMV_2021021719. Groenstraat 100. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021021719

Gegevens van de aanvrager:

de heer Abdelkader Ismaïl met als adres Kardinaal Cardijnlaan 23 bus 1 te 2640 Mortsel

Ligging van het project:

Groenstraat 100 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 43 sectie A nrs. 0 en 530B2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning en het bouwen van een berging in de tuinzone

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/10/1952: toelating (238#7977) voor het bouwen van een bergplaats en duivenhok;

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • rijwoning van twee bouwlagen onder een plat dak;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen;

-          inrichting:

  • duivenhok en bergplaats van 2 bouwlagen onder een lessenaarsdak, met een hoogte van circa 4,5m, afgewerkt met machiensteen en houten buitenschrijnwerk onder een eternit platen dak.

Huidige toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • rijwoning van twee bouwlagen onder een plat dak;
  • gelijkvloerse bouwdiepte van circa 13,7m, met een perceelsbreed afdak boven het terras van circa 2,5m diep;
  • bouwdiepte op de verdieping van circa 10,2m;
  • kroonlijsthoogte van circa 6m;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen met grijs pvc buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • duivenhok en bergplaats in de tuinzone:
    • van 2 bouwlagen onder een lessenaarsdak;
    • met een hoogte van circa 4,5m;
    • afgewerkt met machiensteen en houten buitenschrijnwerk onder een eternit platen dak.

Gewenste toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • rijwoning van twee bouwlagen onder een zadeldak met dakkapel aan de voor- en achterzijde;
  • gelijkvloerse bouwdiepte van circa 16,2 m;
  • bouwdiepte op de verdieping van circa 13m;
  • kroonlijsthoogte van circa 6m en nokhoogte van circa 10,5m;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen met grijs pvc buitenschrijnwerk;
  • dakkapel bekleed met antraciete rockpanel platen;
  • zadeldak met antraciete pannen;

-          inrichting:

  • gesloopte bergplaats en duivenhok;
  • nieuwe bergplaats en garage in de tuinzone:
    • tegen de linker perceelsgrens met een bouwhoogte van circa 3m;
    • met een oppervlakte van circa 40m² (3m breed en 13m lang);
    • afgewerkt in witte crepi en antraciet aluminium buitenschrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          het uitbreiden van de bouwdiepte op het gelijkvloers en de verdieping;

-          het optoppen van de rijwoning met een zadeldak met twee dakkappelen;

-          het uitvoeren van interne constructieve werken;

-          het slopen van de berging en duivenhok in de tuinzone;

-          het plaatsen van een nieuw berging in de tuinzone tegen de linker perceelsgrens.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

9 maart 2021

10 maart 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Schransvelden, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 3 maart 2005. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor gesloten bebouwing, zone voor tuinen en parkzone.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg (BPA Schransvelden) op volgende punten:

-          artikel 5.4 Zone voor gesloten bebouwing (GB):

  • 5.4.2. Bebouwing:
    • voor iedere groep van woningen zal de architectuur (algemeen uitzicht, hoogte, dakvorm) van de eerst gebouwde woning bepalend zijn voor de overige.

-          artikel 5.6 Zone voor tuinen:

  •  5.6.2 Bijgebouwen:
    • inplanting: de inplanting van de bergplaats in de tuinzone staat op minder dan 2m van de eigendomsgrens;
    • oppervlakte: de bergplaats heeft een oppervlakte van 40m² terwijl de maximaal toegelaten oppervlakte 30 m² bedraagt.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de nieuwe slaapkamer achteraan de eerste verdieping heeft een minimale vrije hoogte van 2,50 m;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    uit de bijgevoegde plannen blijkt niet duidelijk of er een opstand van minimaal 30 cm wordt voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Voorliggende aanvraag wijkt af van de voorschriften van het geldend BPA. De nieuwe berging in de tuinzone voldoet niet aan de afmetingen die opgenomen zijn in het BPA. Bovendien wordt deze ingericht als garage, hoewel deze niet bereikbaar is met een voertuig. Voor dit volume kan bijgevolg geen gunstig advies verleend worden. In voorwaarde zal opgenomen worden om een tuinberging te voorzien die voldoet aan de voorschriften. Dit wil zeggen dat deze maximaal 30 m² groot mag zijn, op een afstand van 2 meter van de perceelgrenzen moet ingepland worden en minimaal 20 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw moet worden opgericht. De berging dient opgevat te worden als een kleinschalige tuinberging.

Met deze randvoorwaarden van het BPA wordt een berging worden voorzien van 15m diepte op 2m breedte. Gelet hierop wordt een afwijking op de afstand van 2 meter van de linkerperceelgrens gunstig beoordeeld.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze afwijking toegestaan worden.

 

Het geldend BPA bepaalt dat voor iedere groep van woningen de architectuur (algemeen uitzicht, hoogte, dakvorm) van de eerst gebouwde woning bepalend zijn voor de overige. Voor deze groep woning is dit duidelijk twee bouwlagen onder een plat dak.

Een uitbreiding met een hellend dak is echter aanvaardbaar gelet op de kenmerken in de ruimere omgeving en de verhoging van de woonkwaliteit in de woning.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze afwijking toegestaan worden.

 

Voorliggend ontwerp wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De nieuwe slaapkamer achteraan de eerste verdieping heeft een vrije hoogte van 2,50 meter. Dit omdat de uitbreiding wordt voorzien aansluitend op de bestaande bebouwing. Er kan hier een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.

 

De scheimuur met de aanpalende bebouwing werd niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De plannen voorzien een uitbreiding van de woning achteraan het gelijkvloers en de eerste verdieping. De bouwdieptes sluiten aan bij de linkerbuur. Verder wordt een dakverdieping voorzien met aan de straat - en tuinzijde een dakkapel. Op deze nieuwe verdieping worden twee bijkomende slaapkamers voorzien. Het voorstel voor de woning is ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot het aanpassen van het buitenschrijnwerk in grijs pvc. De bestaande voorgevel uit bruinrood gevelmetselwerk en details in natuursteen wordt behouden. Op die manier blijft het pand zich inpassen in het bouwblok waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.

 

Het nieuwe dak wordt voorzien van antracietkleurige pannen en dakkapellen in antracietkleurige platen. De nieuwe achtergevel wordt opgebouwd in een lichtbeige gevelsteen en zwart aluminium buitenschrijnwerk. De voorgestelde materialisatie is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

2.      het volume in de tuin maximaal 10m diep te voorzien en als een tuinberging;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 februari 2021

Volledig en ontvankelijk

9 maart 2021

Start openbaar onderzoek

19 maart 2021

Einde openbaar onderzoek

17 april 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 juni 2021

Verslag GOA

1 juni 2021

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

19 maart 2021

17 april 2021

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

2.      het volume in de tuin maximaal 10m diep te voorzien en als een tuinberging;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.