Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021093881 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV DE RYCKE GEBROEDERS (0416668547) met als contactadres Vesten(BEV) 57-59 te 9120 Beveren |
Ligging van het project: | Kanaaldok B2 ter hoogte van kaai 655 |
Kadastrale gegevens: | niet gekadastreerd |
Inrichtingsnummer: | 20210201-0038 (De Rycke Bonton Kanaaldok B2) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Bonton kanaaldok B2 (mobiele betoncentrale op een ponton) |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 28 oktober 2020 verleende de Vlaamse overheid een omgevingsvergunning (OMV_2020021903) voor een nieuwe kaaimuur langs het Kanaaldok B2 en Insteekdok 1.
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de tijdelijke exploitatie van een betoncentrale gemonteerd op een bonton in Kanaaldok B2.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
30.3.c) | mortel- en betonmortelcentrales met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. | 397 kW |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 3 juni 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor waterweginfrastructuur.
Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden.
Daarnaast zijn toegelaten:
- alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
- het bergen van baggerspecie in onderwatercellen.
Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2 en de Insteekdokken 2 en 3 – Gebied voor waterweginfrastructuur. Aan de overzijde van het Kanaaldok B2 gelden voor de zones langs de afbakeningslijn zeehavengebied de overdruk Bufferdijk – Stocatradijk.
Buiten de afbakeningslijn zeehavengebied, op circa 300 meter ten oosten van het goed, geldt voor de Opstalvallei het bestemmingsvoorschrift Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN).
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft het plaatsen van een tijdelijke mobiele betoncentrale gemonteerd op een ponton (bonton), voor de bouw van een kaaimuur langs het Kanaaldok B2 en Insteekdok 1. Dit ponton zal aanmeren aan Kanaaldok B2.
Volgens artikel 7.1 van het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, lijkt de plaatsing van de betoncentrale zelf vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht, voor zover de centrale een tijdelijke handeling betreft, wordt aangewend voor de uitvoering van vergunde werken en zich bevindt op openbaar domein, op het goed of binnen de afgebakende werkstrook in de omgevingsvergunning:
- Uit de aanvraag blijkt dat het bonton aangewend wordt om beton te produceren voor de bovenvermelde vergunde werken (OMV2020021903) en maar tijdelijk wordt voorzien voor een periode van circa 2 maanden;
- In de omgevingsvergunning OMV2020021903 is een werfzone afgebakend maar die zone heeft enkel betrekking op de landzijde. Het bonton wordt wel voorzien op openbaar domein.
Om van vergunningsplicht vrijgesteld te kunnen zijn, dienen de stedenbouwkundige handelingen eveneens te voldoen aan de voorwaarden opgenomen in artikels 1.2 tot 1.6 van het BVR. Volgens artikel 1.6 zijn de handelingen niet vrijgesteld indien de handelingen gelegen zijn in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen, alsook in de bedding van deze waterlopen, uitgezonderd indien de handelingen uitgevoerd worden door of in opdracht van de beheerder van de waterloop of gracht.
Uit de aanvraag blijkt dat de werken met betrekking tot de kaaimuur uitgevoerd worden in opdracht van het Havenbedrijf Antwerpen. Het ponton wordt voorzien tegen de kaaimuur en dus in een zone van het kanaaldok dat nog in beheer is van het Havenbedrijf Antwerpen.
De aanvraag voldoet bijgevolg aan de voorwaarden van het Vrijstellingsbesluit.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Het bonton dient te worden verwijderd zodra de uitvoering van de vergunde werken ten einde is. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De Rycke Gebroeders wenst een tijdelijke, mobiele betoncentrale te exploiteren in het kader van de bouw van een kaaimuur ter hoogte van de Scheldelaan 460. Deze zal in Kanaaldok B2 liggen.
Het betreft een betoncentrale welke gemonteerd is op een ponton om stabilisatie- en renovatiewerken van bestaande infrastructuur vanop het water te kunnen uitvoeren. Deze installatie kreeg de naam ‘Bonton’.
Er werden in het recente verleden reeds diverse vergunningen verleend aan de exploitant voor deze mobiele betoncentrale, onder meer in het Vijfde Havendok, aan de Cockerillkaai, aan de Orteliuskaai en in het Bevrijdingsdok.
Het cement wordt opgeslagen in gesloten silo’s. Er is alleen een dagvoorraad aanwezig. Dagverbruiken van granulaten zoals zand en grind worden aangevoerd via een gecompartimenteerde schuit die naast het ponton ligt. De grondstoffen worden door middel van een kraan in een hoger opgestelde container geplaatst waarna ze middels transportbanden in de betonmengcentrale worden gebracht. In deze mengcentrale worden de granulaten gemengd met water, cement en toeslag- en hulpstoffen ter aanmaak van het beton. De betoncentrale heeft een geïnstalleerde drijfkracht van 397 kW.
In het aanvraagdossier wordt gesteld dat de exploitant de nodige maatregelen zal treffen om stofemissies te beperken. Grondstoffen worden opgeslagen in het ruim van een schuit en cement wordt opgeslagen in gesloten cementsilo’s. Deze silo’s zijn voorzien van zelfreinigende stoffilters die regelmatig worden onderhouden en vervangen. Ze zijn eveneens voorzien van een onderdrukbeveiliging en overvulbeveiliging. De technische installaties die stofemissies kunnen veroorzaken en de installaties voor de reductie van de stofemissies worden tijdig onderhouden en gecontroleerd om de emissies te minimaliseren. Stoffilters worden tijdig vervangen. De exploitant houdt instructies voor de beheersing van de niet-geleide stofemissies ter beschikking voor zowel eigen personeel als voor personeel van derden zoals leveranciers van grondstoffen.
Het bedrijfsafvalwater (spoelwater, circa 1.000 liter/dag) wordt opgehaald door een erkende verwerker.
Het Bonton zal enkel werkzaam tijdens de daguren en niet op weekends of feestdagen. In het dossier wordt als startdatum 15 juni 2021 opgegeven, met een vermoedelijk einde op 15 augustus 2021. Rekening houdend met een eventueel uitstel van de start van de werken of een eventuele vertraging tijdens de werkzaamheden wordt een tijdelijke vergunning met een looptijd van één jaar gevraagd.
Het beton zal via vrachtwagens of met behulp van slangen naar de nabijgelegen werfzone worden gebracht. Door met een mobiele centrale te werken kan men het transport op de baan beperken tot een minimum. Gelet op de ligging in industriegebied en de aard van de activiteiten wordt het risico op hinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
30.3.c) | mortel- en betonmortelcentrales met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. | 397 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 2 juni 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 2 juli 2021 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |