Terug
Gepubliceerd op 14/06/2021

2021_CBS_04634 - Omgevingsvergunning - OMV_2021024580. Vleerakkerstraat 2. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04634 - Omgevingsvergunning - OMV_2021024580. Vleerakkerstraat 2. District Deurne - Goedkeuring 2021_CBS_04634 - Omgevingsvergunning - OMV_2021024580. Vleerakkerstraat 2. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021024580

Gegevens van de aanvrager:

de heer Driss Talbi me)t als adres Boterlaarbaan 317 te 2100 Deurne (Antwerpen

Ligging van het project:

Vleerakkerstraat 2 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 31 sectie B nrs. 0 en 373D2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning op lot 3

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          11/09/2020: vergunning (202015) voor het verkavelen van een perceel in 3 loten voor woningbouw.

 

Vergunde/vergund geachte toestand 

-          3 loten voor eengezinswoningen.

 

Huidige toestand 

-          braakliggend perceel.

 

Gewenste toestand 

-          functie: eengezinswoning met een netto-vloeroppervlakte van circa 139 m²;

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw:

-          halfopen bebouwing;

-          3 bouwlagen;

-          plat dak;

-          perceelsbreed op rooilijn;

-          bouwdiepte 9 m;

-          kroonlijsthoogte 9,15 m;

-          volledig onderkelderd;

  • fietsenberging:

-          1 bouwlaag;

-          lessenaarsdak;

-          bouwdiepte 1,90 m;

-          bouwbreedte 2,25 m;

-          bouwhoogte 2 m tot 2,20 m;

-          gevelafwerking:

  • hoofdgebouw:

-          grijze gevelsteen;

-          plint uit blauwe hardsteen;

-          zwart aluminium buitenschrijnwerk;

  • fietsenberging: houten gevelafwerking;

-          inrichting:

  • tuinzone van 10 m diep;
  • aansluitend perceelsbreed terras achter woning van ca. 11 m²;
  • fietsenberging:

-          gekoppeld op linker perceelsgrens;

-          op 0,90 m van achtergrens;

  • tuinafsluiting op rechter rooilijn:

-          staaldraad;

-          1,90 m hoog;

-          tuinpoortje achteraan.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          bouwen van nieuwe eengezinswoning op lot 3 van verkaveling 202015;

-          bouwen van gekoppelde fietsenberging;

-          optrekken van scheidingsmuren. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

10 maart 2021

16 maart 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 maart 2021

26 maart 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling OVV/S12/, goedgekeurd op 11 september 2020, meer bepaald in lot(en) 3.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op volgende punten:

 

-          artikel 2.12. Voorschriften gebouwen – Terrassen en artikel 3.3.A. Achtertuinstrook – Verharding:
de totale verharde oppervlakte (incl. bijgebouwen) van de achtertuin moet beperkt blijven tot een maximum van 20%. De tuin heeft een oppervlakte van ca. 50 m² en de verharde oppervlakte bedraagt ca. 15 m², de tuin wordt aldus over ca. 30% verhard;

-          artikel 3.3.C. Achtertuinstrook – Constructies:
het bijgebouw wordt tegen de linkse perceelgrens en op slechts 0,90 m afstand van de achtergrens geplaatst, terwijl een minimale afstand van 1 m wordt voorgeschreven.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het bouwen van een eengezinswoning op een braakliggend perceel. Het betreft het hoekperceel (lot 3) van een verkaveling bestaande uit 3 loten. De woonfunctie is conform de toegelaten bestemmingen in de verkaveling en in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het betreft een nieuwbouwvolume met 3 bouwlagen en plat dak. De woning heeft een maximale bouwdiepte van 9 m en overschrijdt de kenmerkende bouwdiepte in de straat niet. Het bouwvolume is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

 

In de achtertuin wordt een volume gerealiseerd dat wordt ingericht als fietsenberging. De berging heeft een oppervlakte van 4,27 m² en een maximale hoogte van 2,05 m. Deze is gelegen tegen de linkse perceelgrens en op 0,90 m van de achterste perceelgrens. Dit is in strijd met artikel 3.3.C van de verkavelingsvoorschriften dat voor bijgebouwen in de achtertuin een minimale afstand van 1 m oplegt van de perceelgrenzen. Aangezien de fietsenberging van lot 2 en lot 3 gekoppeld worden, kan een afwijking toegestaan worden op de minimale afstand van de linkse perceelgrens. De fietsenberging dient echter wel op 1 m van de achterste perceelgrens geplaatst te worden. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

De aanvraag is strijdig met artikel 2.12 van de verkavelingsvoorschriften. Er wordt een verharding voorzien van circa 30% (incl. bijgebouwen) van de achtertuin. De totale verharde oppervlakte van de achtertuin moet beperkt blijven tot een maximum van 20%. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

Conform de voorwaarden in de verkaveling dient in elke achtertuin minstens één hoogstammige inheemse boom geplant te worden. Dit wordt niet voorzien in de aanvraag en wordt mee als voorwaarde opgenomen.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voor- en achtergevel worden afgewerkt met grijze gevelsteen en aluminium zwart buitenschrijnwerk.

De houten fietsenberging in de achtertuin wordt voorzien van een groendak.

 

De voorgestelde materialen zijn in harmonie met de gevelafwerkingen in de straat en in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beleidskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het bouwen van een ééngezinswoning.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in deze tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen voor een eengezinswoning bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

 

Fietsvoorzieningen

 

De stedelijke dienst Mobiliteit adviseert het volgende:

 

“Voor de ééngezinswoning moeten er 5 fietsstalplaatsen voorzien worden: 1 woning met 4 slaapkamers = 1 x 5 (4 slaapkamers + 1 extra) = 5.

 

De werkruimte/bureau wordt meegeteld als slaapkamer.

Er wordt een fietsenberging voorzien in de tuin voor 4 fietsen. Dat is 1 fietsstalplaats te weinig. De fietsenberging is te bereiken via een zijingang.”

 

Voor de werkruimte kan geen veronderstelling gemaakt worden dat deze als slaapkamer zal fungeren. De ruimte op de tweede verdieping aangeduid als ‘werkruimte’ kan dan ook niet als slaapkamer ingericht worden. Dit wordt als voorwaarde opgenomen. In geval de werkruimte omgevormd wordt naar slaapkamer, moet een bijkomende fietsstalplaats worden voorzien.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de fietsenberging op 1 m van de achterste perceelgrens te plaatsen conform artikel 3.3.C van de verkavelingsvoorschriften;

2.      de totale verharde oppervlakte van de achtertuin te beperken tot een maximum van 20% (incl. bijgebouwen) conform artikel 2.12 van de verkavelingsvoorschriften;

3.      minstens één hoogstammige inheemse boom te planten in de achtertuin conform de voorwaarden van de verkavelingsvergunning;

4.      de ruimte op de tweede verdieping aangeduid als ‘werkruimte’ niet om te vormen tot slaapkamer. Bij een bijkomende slaapkamer moet ook een bijkomende fietsstalplaats voorzien worden;

5.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 februari 2021

Volledig en ontvankelijk

10 maart 2021

Start openbaar onderzoek

22 maart 2021

Einde openbaar onderzoek

20 april 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 juni 2021

Verslag GOA

2 juni 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 maart 2021

20 april 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de fietsenberging op 1 m van de achterste perceelgrens te plaatsen conform artikel 3.3.C van de verkavelingsvoorschriften;

2.      de totale verharde oppervlakte van de achtertuin te beperken tot een maximum van 20% (incl. bijgebouwen) conform artikel 2.12 van de verkavelingsvoorschriften;

3.      minstens één hoogstammige inheemse boom te planten in de achtertuin conform de voorwaarden van de verkavelingsvergunning;

4.      de ruimte op de tweede verdieping aangeduid als ‘werkruimte’ niet om te vormen tot slaapkamer. Bij een bijkomende slaapkamer moet ook een bijkomende fietsstalplaats voorzien worden;

5.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.