2021_CBS_05820 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2020097992. Van Schoonhovenstraat 47. District Antwerpen - Goedkeuring

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          14/07/2017: vergunning (20171172) voor een afbraak van een bestaande woning en bouwen van een tractiestation;

-          22/02/1946: toelating (18#20375) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          18/03/1936: toelating (18#4684) voor binnenveranderingen;

-          14/09/1923: toelating (1923#16352) voor Frans dak en verdieping.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          pand van 4 bouwlagen met plat dak in gesloten bebouwing;

-          gelijkvloers is bijna volledig bebouwd, met uitzondering van een kleine koer op de achterste perceelsgrens;

-          eerste verdieping heeft een bouwdiepte van circa 13 m;

-          tweede en derde verdieping hebben een bouwdiepte van circa 8,70 m.

Huidige toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Gewenste toestand

-          tractiestation als gemeenschapsvoorziening;

-          3 bouwlagen met plat dak in gesloten bebouwing;

-          gelijkvloers en eerste verdieping hebben een bouwdiepte van circa 14,60 m;

-          tweede verdieping heeft een bouwdiepte van 12 m;

-          voorgevel is afgewerkt met gele gevelsteen, dakrand en speklagen in blauwe hardsteen, kattenluik, donkergrijze stalen poort en donkergrijs buitenschrijnwerk in staal met decoratief glas.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een bestaand pand;

-          bouwen van een tractiestation voor het regelen van de voeding en spanning van de bovenleidingen van het tramverkeer.

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - handel en reca - (hr) en artikel 1 zone voor wonen - (wo).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

-          1.3 Harmonieregel en referentiebeeld: het gebouw wordt dieper uitgebouwd dan de aanpalende buren;

-          1.7.1 Open ruimte, tuinen en terrassen: er wordt circa 24 m² (> 20 %) van de perceelsoppervlakte voorzien als achtertuin maar deze wordt volledig verhard met grind terwijl dit open, onverharde ruimte dient te zijn.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

• Artikel 6 Harmonie en draagkracht: het gebouw wordt dieper uitgebouwd dan de aanpalende buren;
• Artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: het gebouw wordt op het gelijkvloers en de eerste verdieping dieper uitgebouwd dan beide aanpalende buren en op de tweede verdieping wordt het pand dieper uitgebouwd dan de linkerbuur;
• Artikel 12 Levendige plint: Het ontwerp voorziet geen levende functie op het gelijkvloers aan de straatkant. Er is enkel een toegangspoort van 2,20 meter breed voorzien terwijl het pand een breedte heeft van 5 m (< 8 m);
• Artikel 26 Afvalverzameling: er wordt geen aparte afvalberging voorzien;
• Artikel 27 Open ruimte: de achtertuin wordt volledig verhard met grind;

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

      De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede  ruimtelijke ordening.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het RUP 2060. Art. 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld. Zo wordt het gebouw dieper uitgebouwd dan de aanpalende buren.

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd, waardoor een afwijking op basis van 4.4.1 §1 van de codex ruimtelijke ordening niet kan worden toegestaan.

Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:

• Art. 12 Het ontwerp voorziet geen levendige plint op het gelijkvloers.

Met toepassing van art. 3 van de bouwcode zou een afwijking kunnen worden toegestaan. In het kader van gelijkaardige dossiers van De Lijn voor de bouw van tractiestations (Stenenbrug, Confortalei, Diksmuidelaan,…) heeft de welstandscommissie een gunstig advies geformuleerd met betrekking tot het generiek voorstel voor opbouw van gevels bij nieuwbouw tractiestations, die zich in inpassen in een straat met gesloten bebouwing (advies 04/03/2016).

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld. De geplande scheidsmuurverhogingen ten opzichte van de buurpanden zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Visueel-vormelijke elementen

Het voorgestelde materiaalgebruik, geel gevelmetselwerk in combinatie met een speklaag in blauwe hardsteen en buitenschrijnwerk in donkergrijs staal past zich in in de omgeving.

Woninggrootte

Te behouden eengezinswoning

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. 

De voorliggende aanvraag voorziet in de afbraak van een te beschermen eengezinswoning. De woning zal plaatsmaken voor een tractiestation. Een tractiestation kan aanzien worden als een maatschappelijke nood waardoor het supprimeren van de eengezinswoning kan worden aanvaard.

Milieu

Het nieuwe tractiestation zal geplaatst worden in een rijhuis, met aan beide zijden woongelegenheden. De aanvrager voegt een geluidsstudie toe aan het dossier waarin de geluidsproblematiek van tractiestations in het algemeen behandeld worden. Hierin worden verschillende geluidsreducerende maatregelen toegelicht die nodig zijn om voldoende geluidsreductie te bekomen. Minimaal moet voldaan worden aan de richtwaarden voor geluid binnenhuis (Vlarem II, bijlage 2.2.2). 

Het is waarschijnlijk dat het individueel nominaal vermogen van de transformator(en) meer bedraagt dan 100 kVA en dus ingedeeld in rubriek 12.2 van Vlarem II.  H

- Minimaal moet voldaan worden aan de richtwaarden voor geluid binnenhuis (Vlarem II, bijlage 2.2.2);

- Indien het vermogen van de transformator meer bedraagt dan 100 kVA, dient het project als gemengd aanzien te worden.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Fietsvoorzieningen:

Voor een tractiestation moeten geen fietsenstallingen voorzien worden.

Advies van het college

Ongunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning, hoofdzakelijk omwille van het gebrek aan het voeren van een openbaar onderzoek en een goede ruimtelijke ordening.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.