Terug
Gepubliceerd op 21/06/2021

2021_CBS_04935 - Omgevingsvergunning - OMV_2021059567. Waterbaan 132. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 18/06/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_04935 - Omgevingsvergunning - OMV_2021059567. Waterbaan 132. District Deurne - Goedkeuring 2021_CBS_04935 - Omgevingsvergunning - OMV_2021059567. Waterbaan 132. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021059567

Gegevens van de aanvrager:

BV GloReno met als contactadres Kleinheide 84 te 2242 Zandhoven

Ligging van het project:

Waterbaan 132 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32 sectie B nrs. 0 en 508Y22

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

oprichten van een meergezinswoning met 3 appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          niet van toepassing.

 

Vergunde en huidige toestand

 

-          braakliggend terrein.

 

Gewenste toestand

 

-          meergezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          3 een-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 65,41 m², 62,52 m² en 64,85 m²;

-          kroonlijsthoogte identiek aan die van beide buurpanden;

-          voorgevel uit een roodbruine gevelsteen en buitenschrijnwerk in wit genuanceerd aluminium.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          nieuwbouw van een meergezinswoning met 3 bouwlagen onder plat dak.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)

28 april 2021

7 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

28 april 2021

7 mei 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

28 april 2021

14 mei 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

28 april 2021

4 mei 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

 

  • artikel 9: er wordt geen hemelwaterput voorzien.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de voorziene fietsenberging half onder de trap voldoet niet aan de inrichtingsprincipes;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de scheidingsmuren van het plat dak bezitten geen minimale opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
  • artikel 38 Groendaken: het plat dak wordt niet als groendak aangelegd;
  • artikels 40 en 41 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: er wordt geen gescheiden rioolstelsel voorzien conform artikels 40 en 41 van de bouwcode;
  • artikel 43 Septische putten: het is niet duidelijk of er een septische put voorzien wordt die qua dimensionering voldoet aan dit artikel.
     

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het bouwen van een meergezinswoning met drie woongelegenheden op een braakliggend terrein. In de straat zijn voornamelijk meergezinswoningen aanwezig.

 

De voorgestelde functie is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Waterbaan.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het betreft een nieuwbouwvolume met drie bouwlagen onder een plat dak. De maximale bouwdiepte van de woning is 17 m en een voorgevelbreedte van ongeveer 5,50 m. De gelijkvloerse verdieping wordt perceelbreed bebouwd. Op de verdiepingen wordt tegen het profiel van de rechterbuur gebouwd. De kroonlijsthoogte van de meergezinswoning bedraagt ongeveer 9 m.

 

De straatzijde waar het perceel gelegen is wordt vooral gekenmerkt door woningen met drie bouwlagen onder een plat dak. Het aangevraagde bouwvolume sluit aan het profiel van de naastliggende meergezinswoningen en is in overeenstemming met de kenmerkende bouwdieptes in de straat. Bijgevolg is het nieuwbouwvolume vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar.

 

Woninggrootte

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden voldoende wooncomfort bieden. De appartementen op de gelijkvloerse, eerste en tweede verdieping zijn respectievelijk 65,41 m², 62,52 m² en 64,85 m². Op een oppervlakte groter dan 60 m² wordt voldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een een-slaapkamerappartement.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De gevels worden afgewerkt in roodbruine genuanceerde gevelsteen met aluminium wit buitenschrijnwerk. De deur- en raamdorpels worden voorzien in blauwe hardsteen. De voorgestelde gevelafwerking is in overeenstemming met de stedelijke context en in harmonie met de gevelafwerkingen in de straat.

 

Conform artikel 38 van de bouwcode moet een groendak voorzien worden. Dit is niet het geval in de aanvraag. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Aan de achterzijde van de woning worden ter hoogte van de eerste en tweede verdieping buitenruimtes voor de appartementen voorzien. De terrassen worden tegen de hoger opgaande scheidingsmuur van de linkerbuur gerealiseerd, waardoor geen hinder ontstaat inzake privacy.

 

De scheidingsmuren zijn niet uitgevoerd met een opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Aangezien het dak moet voorzien worden van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 0,30 m wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 m breed aanwezig is. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.

 

De aanvraag is strijdig met artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode. Als voorwaarde wordt opgenomen een gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen aan te leggen in overeenstemming met de voorschriften opgenomen in de bouwcode. Bijkomend dient een septische put geplaatst te worden die qua dimensionering voldoet aan artikel 43 van de bouwcode.

 

Verder moet conform artikel 9 van de verordening hemelwater een hemelwaterput worden voorzien.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 3 appartementen.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 0 = 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

 

Voor de 3 appartementen moeten er 6 fietsstalplaatsen voorzien worden:

3 appartementen met 1 slaapkamer = 3 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 6.

 

Er is een ruimte voorzien achteraan in de gang, deels onder de trap voor fietsen.

De gang naar deze ruimte is te smal, deze moet minsten 1 m breed zijn. De ruimte zelf lijkt niet groot genoeg te zijn om 6 fietsen te kunnen stallen conform de afmetingen van artikel 29 van de bouwcode. Zo moet er achter elke fiets in een fietsstalplaats minstens 1,70 m vrije ruimte zijn en dat is hier niet het geval.

 

Als voorwaarde wordt opgenomen de indeling van de gelijkvloerse verdieping te herbekijken, zodat  6 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de afmetingen van de bouwcode en de gang naar de fietsenberging minstens 1,70 m breed is. De netto-vloeroppervlakte van het gelijkvloerse appartement dient bij een herindeling minstens 60 m² te blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het plat dak te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 m breed te voorzien;

3.      een gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen aan te leggen conform artikel 40 en 41 van de bouwcode;

4.      een septische put te plaatsen die qua dimensionering voldoet aan artikel 43 van de bouwcode;

5.      een hemelwaterput te voorzien conform artikel 9 van de verordening hemelwater;

6.      de indeling van de gelijkvloerse verdieping te herbekijken, zodat  6 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de afmetingen opgenomen in artikel 29 van de bouwcode en de gang naar de fietsenberging minstens 1,70 m breed is. De netto-vloeroppervlakte van het gelijkvloerse appartement dient bij een herindeling minstens 60 m² te blijven;

7.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 april 2021

Volledig en ontvankelijk

28 april 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 juni 2021

Verslag GOA

8 juni 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het plat dak te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 m breed te voorzien;

3.      een gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen aan te leggen conform artikel 40 en 41 van de bouwcode;

4.      een septische put te plaatsen die qua dimensionering voldoet aan artikel 43 van de bouwcode;

5.      een hemelwaterput te voorzien conform artikel 9 van de verordening hemelwater;

6.      de indeling van de gelijkvloerse verdieping te herbekijken, zodat  6 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de afmetingen opgenomen in artikel 29 van de bouwcode en de gang naar de fietsenberging minstens 1,70 m breed is. De netto-vloeroppervlakte van het gelijkvloerse appartement dient bij een herindeling minstens 60 m² te blijven;

7.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.